Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Israël Steinberg
Israël Steinberg (Polen ? 14 juli 1880 - ?) was een Pools-Joodse kruimeldief die tijdens de Tweede Wereldoorlog onder meer werd opgesloten in het Fort van Breendonk.[1][2][3]
Levensloop
Interbellum
Steinberg werd geboren in Polen.
In 1930 werd Steinberg een eerste keer gearresteerd door de politie in Wenen wegens gauwdiefstallen op een trein, een misdaad waarop hij nog meermaals zou worden betrapt: in 1930 in Krakau, in 1931 in Halle, in 1934 in Brno en in 1937 in Brussel.
Steinberg werd tot het Belgische gerecht veroordeeld het land te verlaten waarna hij terugkeerde naar Polen. Hij trachtte vervolgens Palestina te bereiken maar werd onder meer gearresteerd in Wenen en uitgewezen uit Italië.
Op 11 juli 1939 werd hij opnieuw gearresteerd in Brussel omdat hij mensen bespiedde die bij de bank gingen afhalen. Hij bezat geen paspoort en werd daarom door het gerecht naar het grensplaatsje Herbesthal gebracht waar hij werd verzocht de grens over te steken. Steinberg trok echter naar Luik waar hij weer eens betrapt werd op diefstal. Door de dreigende oorlogssituatie werd hij ditmaal niet meer uitgewezen, maar veroordeeld tot tien maanden gevangenisstraf die hij doorbracht in de gevangenis van Sint-Gillis.
Tweede Wereldoorlog
Door de start van de Tweede Wereldoorlog op 10 mei werd Steinberg overgebracht naar de gevangenis van Merksplas. Op 3 oktober 1940 beval de SIPO SD zijn overplaatsing (en die van 5 andere Joden) naar het Fort van Breendonk waar hij kampgevangene nr. 27 was.
In Breendonk werd hij door de kampbewakers gedwongen de varkens (onreine dieren volgens het Joodse geloof) te hoeden. Hierdoor had hij wel het geluk etensrestjes van de varkens te kunnen eten.
In februari of maart 1943 werd hij overgeplaatst naar de Kazerne Dossin, de plek waar de treintransporten naar de concentratiekampen vertrokken. Steinberg bevond zich in het Twintigste treinkonvooi dat met 1631 personen naar Duitsland vertrok, maar werd gestopt door de verzetslieden Youra Livchitz, Robert Maistriau en Jean Franklemon. Steinberg was een van de 115 gevangenen die door de actie definitief wisten te ontsnappen uit de handen van de Duitsers.
Steinberg trok terug naar Brussel waar hij de alias Alberto Ferrari aannam. Op 24 juni 1943 werd hij weeral gearresteerd wegens de diefstal van een portemonnee. Hij bleek tevens valse documenten in zijn bezit te hebben. In november werd hij weeral gearresteerd. Hoewel hij het Belgische gerecht vertelde dat hij gevangen had gezeten in Breendonk, werd hij op 5 april 1944 veroordeeld tot 6 maanden gevangenis te Rekkem. ER wordt gespeculeerd dat het gerecht Steinberg bewust veroordeelde om hem uit handen van de Duitsers te houden. Hij kwam uiteindelijk pas vrij in oktober 1946, na Poolse diplomatieke tussenkomst. Hij werd naar Vilnius gestuurd, de stad waarvan hijzelf beweerde dat hij er een vrouw en vijf kinderen had, een bewering die nooit geverifieerd is.
Na de oorlog
Op 20 november 1954 werd Steinberg in Leuven gearresteerd voor een overval. Hij verklaarde aan de politie in Luxemburg te wonen, waarnaar hij op 17 februari 1955 werd uitgewezen.
Op 4 januari 1956 werd hij op diefstal betrapt in Brussel en opnieuw werd hij uitgewezen naar Luxemburg. op 12 maart 1956 werd hij een laatste maal op diefstal in Brussel betrapt op diefstal. Na een maand gevangenisstraf werd hij uitgewezen naar Frankrijk. Hij was toen zesenzeventig jaar oud. Hij zou niet meer gearresteerd worden in België en zijn verdere lot is onbekend.[4]
Bronnen, noten en/of referenties
|