Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Isaac Salkinson
Isaac Edward Salkinson (Yitzchaq Eduard Salkinson, יצחק אדוארד סלקינסון, mogelijk Węgrów (toen deel van het Russische rijk; nu in Polen;) 5 november 1820 – Wenen, 5 juni 1883) was een hebraïcus, vooral bekend door zijn vertaling van het Nieuwe Testament naar het Bijbels Hebreeuws.
Leven
Volgens sommige bronnen werd Isaac Edward Salkinson geboren in Vilna (nu: Vilnius) de hoofdstad van Litouwen, een andere bron vermeldt een klein dorpje bij Shkloŭ (Шклоў, Wit-Rusland). Er werd wel eens gesteld dat Salkinson de zoon was van de joodse dichter Salomon Salkind, maar dit is onwaarschijnlijk, aangezien hij reeds op vrij jonge leeftijd wees werd, terwijl Salomon Salkind nog leefde tot 1868.
Nadat zijn moeder overleed, hertrouwde zijn vader. De jonge Isaac leed enorm onder zijn stiefmoeder, maar had een goede band met zijn vader. Op zeventienjarige leeftijd overleed zijn vader, met als gevolg dat hij het huis verliet en naar de stad Магілёў (Магілёў, Wit-Rusland) trok. Toen geruchten opkwamen over een golf van militaire dienstplicht, verhuisde hij naar een herberg in een nabijgelegen dorp.
In het dorp raakte hij bevriend met de cantor (de ’chazan’) en besprak hij veel religieuze zaken met hem, zodat hij na verloop van tijd een wens ontwikkelde naar schoolstudies en algemeen onderwijs. Al die tijd was de herbergier van plan zijn kleindochter uit te huwelijken aan Salkinson, die zich daar helemaal niet van bewust was. Toen de bedoeling van de herbergier tot Salkinson doordrong, riep hij de raad in van de bevriende cantor, die hem hielp aan de situatie te ontkomen en Vilna te bereiken.
Daar ontmoette hij de familie Eliasjevitsj, en onder invloed van de vader van deze familie studeerde hij zowel Hebreeuwse grammatica als Duits, en bereikte een uitmuntend kennisniveau van deze talen. Hij raakte in die periode verliefd op de dochter van Eliasjevitsj, en blijkbaar bereidde hij zijn eerste vertaling voor voor haar. Al in zijn vertaling – fragmenten uit Schillers toneelstuk Kabale und Liebe – werd zijn vertaaltalent duidelijk door een vertaling die indruk maakte op al zijn lezers. Toen het meisje niet op zijn avances reageerde, verliet hij het huis en begon berooid rond te dwalen. Hij was van plan om in Duitsland zijn studies verder te zetten, maar veranderde om onbekende reden zijn bestemming en besloot naar Londen te gaan. Het was zijn bedoeling om in Amerika een rabbijns seminarie te bezoeken.
In Londen kwam hij in contact met zendelingen van de London Society for Promoting Christianity Among the Jews en werd hij ertoe overtuigd het christendom aan te nemen. Kort daarop werd hij gedoopt en in 1849 begon hij een studie van vier jaar in het college van de London Society. Daar trof hij voor het eerst Christian David Ginsburg. Salkinson werd als zendeling uitgestuurd naar de joden van Edinburgh, terwijl hij daar ook theologie studeerde aan de Divinity Hall. In 1859 werd hij benoemd tot predikant van de presbyteriaanse kerk in Glasgow. In 1864 begon hij zijn werk als zendeling en onderhield hij literaire banden met de joden in de omgeving. Hij was als zendeling actief in verschillende steden, waaronder Pressburg (nu Bratislava). In 1876 vestigde hij zich uiteindelijk in Wenen, waar hij diende als predikant in de Anglicaanse Kerk. Hij werkte er aan zijn vertalingen en raakte betrokken in de culturele wereld die daar floreerde. In Wenen ontmoette hij ook Peretz Smolenskin, de bekende geleerde en redacteur van het maandblad Hasjhahar (’Morgenrood’). Smolenskin werd door Salkinsons tallentvolle vertalingen aangemoedigd om ook te proberen wereldliteratuur in het Hebreeuws te vertalen.
Onder de ontwikkelde joden van die tijd was er een houding van zowel respect als verdenking tegenover Salkinson. Enerzijds waren velen opgetogen over zijn vertalingen, anderzijds was er de ongerustheid wegens het feit dat hij tot het christendom was overgegaan en hij tegenover hen missionarisch actief zou worden. Er werden waarschuwingen en laster over hem in omloop gebracht. Het was voor vele joden niet gemakkelijk om een Jood te prijzen die niet alleen literaire werken, maar ook duidelijk christelijke boeken vertaalde.
Hij overleed in Wenen op 5 juni 1883.
Vertaalwerk
Zijn vertalingswerk stond bekend als trouw aan de oorspronkelijke tekst, maar behoudt tevens de geest van de Hebreeuwse taal, die door hem werd gekarakteriseerd als een poëtische Bijbeltaal.
Salkinson vertaalde
- James Barr Walker (anoniem uitgegeven), Philosophy of the Plan of Salvation, onder de titel od ha-Jesjoea. (Altona, 1858);
- John Milton, Paradise Lost onder de titel Va-Jegaresj et ha-Adam (Wenen, 1871);
- William Shakespeare, Othello en Romeo and Juliet onder de titels Iti el ha-Kusji (ib). 1874; en Ram ve-Jaël (Wenen, 1878);
- Christoph August Tiedge, Urania, onder de titel Ben Qohelet (Wenen, 1876; op rijm);
- het Nieuwe Testament, onder de titel Ha-Berit ha-chadasja. Zijn vertaling was klaar in 1877. Het werd verder bewerkt door zijn goede vriend Christian David Ginsburg en postuum gepubliceerd voor de London Society in Wenen in 1886.`
(en) Salkinson, Isaac Edward, in: Jewish Encyclopedia, New York: Funk & Wagnalls, 1901-1906. (vertaal via: )