Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hendrik Scholte

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Hendrik Pieter Scholte (ook Hendrick of Hein) (Amsterdam, 25 september 1805Pella (Iowa), 25 augustus 1868) was één der initiatiefnemers van de Afscheiding van 1834 en één van de aanvoerders van de grootschalige Nederlandse immigratie in de Verenigde Staten in de 19e eeuw.

Leven

De familie Scholte maakte deel uit van een groep Duitse suikerfabrikanten die zich in Amsterdam had gevestigd. Hendriks grootvader was een raffineerder van rietsuiker en zijn vader had een fabriek waarin de kisten werden vervaardigd om de suiker te vervoeren. Hendrik Scholte’s ouders waren lid van de Hersteld Evangelisch-Lutherse Kerk, een rechtzinnige Nederlandse afscheiding van de Evangelisch-Lutherse Kerk.

Schooltijd en opleiding

Als jongeman begon hij kunsten te studeren in Amsterdam en werkte hij als leerjongen in zijn vaders fabriek. Hij kreeg te maken met een hele reeks overlijdens in de familie. Zijn vader overleed op het einde van 1821 (toen Hendrik 16 was), zijn grootvader in 1822, en zijn moeder en broer in 1827. Op drieëntwintigjarige leeftijd was Hendrik de enige overlevende van de familie, en erfde hij het hele vermogen van de welgestelde familie.

Door zijn jeugdvriend Hermann Friedrich Kohlbrügge en bijbellezingen van Isaäc da Costa kwam hij in contact met het Réveil, en in 1827 of 1828 zei hij de lutherse kerk vaarwel om zich aan te sluiten bij de Nederlandse Hervormde Kerk en het Réveil. Hij verkocht de familiezaak om hogere studies te kunnen financieren. In 1827 begon hij een studie aan het Atheneum Illustre in Amsterdam. Daarna besloot hij om filosofie, theologie en politieke thema’s te gaan studeren in Leiden in 1929. In 1832 studeerde hij af en werd predikant. Slechts een maand later trouwde hij met Sara Maria Brandt, dochter van een rijke Amsterdamse suikerraffineerder. De jonge predikant en zijn echtgenote woonden eerst in Noord-Brabant, waar hij predikant was in Genderen en Doeveren.

Later verhuisden zij naar Utrecht. In het gezin werden vijf dochters geboren, maar slechts drie – Sara, Maria en Johanna – bleven in leven. Anderhalf jaar na de geboorte van Johanna, overleed de jonge moeder in 1845, niet lang voor haar 38e verjaardag. In 1846 hertrouwde Scholte met Mareah Krantz.

Protestbeweging

Toen de Nederlandse regering greep trachtte te krijgen op het kerkelijk leven van de Nederlandse Hervormde Kerk, ontstond hiertegen een protestbeweging die een rechtzinnig karakter had. Scholte speelde een belangrijke rol in het ontstaan van de Acte van afscheiding die het begin vormde van de Afscheiding van 1834. De afgescheidenen werden daarom wel Scholtianen genoemd, hoewel de aanduiding Cocksianen, naar Hendrik de Cock, de geschorste predikant van Ulrum, gebruikelijker was.

De overheid verbood de afgescheidenen om met meer dan twintig personen te vergaderen. Het verbod leidde tot grote spanningen: Hendrik Scholte werd herhaaldelijk bedreigd en in 1835 werden er zelfs militairen naar Almkerk gestuurd om godsdienstoefeningen van de afgescheidenen te verhinderen.

Scholte was de eerste predikant die bereid was om afstand te nemen van de naam „gereformeerd”. In 1839 werd zijn „Christelijk Afgescheiden Gemeente” door de overheid erkend. Dit bezorgde hem veel kritiek van andere afgescheidenen. In tegenstelling tot een groot deel van de afgescheidenen streefde Scholte niet zozeer naar herstel van de oude gereformeerde kerk met de Dordtse kerkorde, maar naar een van de staat onafhankelijke zuivere kerk. Desondanks besloot het grootste deel van de afgescheidenen uiteindelijk ook om de „vrijheid” aan te vragen, wat leidde tot de vorming van de Christelijke Afgescheiden Gemeenten. Deze vormden een kern van de later ontstane Gereformeerde Kerken in Nederland. De gemeenten die tegen het aanvragen van de „vrijheid” waren, vormden de zogenaamde kruisgemeenten.

Emigratie

De Afgescheidenen kregen te maken met allerlei sociale druk, economische boycots en religieuze discriminatie. Na veel overleg besloot Scholte dat emigreren een kans zou geven om in religieuze vrijheid te leven en ook economisch een beter bestaan te vinden. Hij vormde een Christelijke vereniging voor emigratie, die spoedig rond de 1300 leden telde. Nadat een plan om naar Nederlands-Indië te gaan op niets was uitgelopen, vertrok Scholte in de herfst van 1847 met een groep van 850 medestanders naar de Verenigde Staten, een jaar nadat Albertus Christiaan van Raalte reeds met een grote groep Nederlanders naar Amerika was geëmigreerd. Scholte en zijn familie vertrokken met het stoomschip Calidonia, terwijl zijn volgelingen hem achterna reisden met vier veel tragere zeilschepen (13 dagen tegenover 60 dagen). Zij gingen wonen in Iowa, in het huidige Pella. Scholte bleef de volgende twintig jaar de leider van de groep en hielp mee met de uitbouw van het stadje. Hij stichtte twee fabrieken: een steenoven en een houtzagerij. Ook was hij politiek betrokken. In tegenstelling tot andere afgescheiden emigranten in Amerika sloot hij zich niet aan bij de Dutch Reformed Church, maar bleef zelfstandig. In 1854 werd de autoritaire Scholte echter uit zijn eigen kerk gezet, die zich vervolgens onder leiding van Albertus Christiaan van Raalte bij de Dutch Reformed Church aansloot. Hij begon in 1855 met een Engelstalige krant, Pella Gazette, die vijf jaar werd uitgegeven. Hij schreef sterk polariserende artikelen over thema’s als slavernij en immigratie. Aanvankelijk was hij voorstander van de Democratic Party, die gunstig stond tegenover immigratie. Maar de partij was ook een voorstander van slavernij, iets waar Scholte zich meer en meer ging van distantiëren. Hij schreef artikelen tegen slavernij, die later in boekvorm werden uitgegeven dat in het hele land de aandacht trok. In 1860 was hij een gedelegeerde op het partijcongres van de Republican Party en spoorde de aanwezigen aan om Abraham Lincoln tot president te kiezen. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog beloofde hij dat elke Nederlandse soldaat die uit de oorlog terug zou komen, een eigen bouwgrond zou krijgen in de omgeving van Pella; 129 veteranen ontvingen later hun grondstuk.

Scholtes woonhuis te Pella, het Scholte House, is nu een monument en museum.

Weblinks

rel=nofollow