Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hendrik Kraemer

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Hendrik Kraemer (Amsterdam, 7 mei 1888 – Driebergen, 11 november 1965) was een Nederlands missioloog, godsdiensthistoricus en taalkundige.

Leven

Hendrik Kraemer werd geboren als kleermakerszoon in Amsterdam. Tijdens het Palingoproer vloog er een kogel door zijn wieg.

In de familie kwam hij op jonge leeftijd in aanraking met socialistische en anarchistische invloeden. Toen hij zes jaar was, overleed zijn vader, en toen hij twaalf was, verloor hij ook zijn moeder in de dood. Hij groeide daarna op in het Hervormde Diakonieweeshuis. Door de kille sfeer werd hij een ’nozem’, maar hij was wel onder de indruk van de voorlezingen uit de Bijbel.

Met zestien besloot hij zendeling te worden, en vanaf 1905 ging hij naar de Nederlandsche Zendingsschool in Rotterdam. Door contacten met het Nederlands Bijbelgenootschap, en vooral met dr. Nicolaas Adriani, begon hij aan taalstudies. In 1911 begon hij in Leiden aan een studie van de Indonesische talen onder de islamitische professor Christiaan Snouck Hurgronje.

Hij trouwde in 1919 met Hyke van Gameren, die hij had leren kennen als zijn tegenstander in studentendebatten over de noodzaak van christelijke zending.

In 1921 werd hij benoemd tot wetenschappelijk medewerker van het Nederlands Bijbelgenootschap in Nederlands Indië (nu Indonesië). Hij vervulde deze functie van 1922 tot 1935.

Onderweg naar Indonesië verbleef hij drie maanden in Parijs en vier maanden in Caïro om bij te leren over de islam.

In Nederlands-Indië bleef hij niet alleen maar adviserend taalgeleerde voor bijbelvertalingen. Het behoorde ook tot zijn taak, die hij zelf had voorgesteld, de nieuwere culturele en islamitische stromingen in het land te onderzoeken en het Bijbelgenootschap hierover te informeren, zodat men doelgerichtere zendingsacties kon ondernemen. Daarnaast reisde hij door het land als adviseur om de plaatselijke kerken te helpen zelfstandig te worden. Zijn boek From mission field to independent church uit 1958 zou dit als thema hebben. In 1934 stichtte hij de Theologische Hogeschool in Jakarta. In 1936 werd hij uitgenodigd om een boek te schrijven als voorbereiding voor de bijeenkomst op de Internationale Zendingsraad (International Missionary Council) in Tambaram (Madras) in 1938. In zijn boek The Christian Message in a Non-Christian World (1938), maakte hij een scherp onderscheid tussen enerzijds wat hij ’bijbel realisme’ noemde en anderzijds de niet-christelijke religieuze ervaringen. Hij weerspiegelde hierin de zienswijzen van Karl Barth en Emil Brunner. Het werk riep sterke tegenstand op onder vrijzinnige en Indische theologen.

Na zijn terugkeer naar Nederland werd hij professor in de godsdienstfenomenologie en vergelijkende godsdienstwetenschappen aan de Universiteit van Leiden (1937–1947). Hij was er leider van Gemeenteopbouw, een beweging voor vernieuwing van de Hervormde Kerk.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij een leidende figuur in de kerkelijke verzetsbeweging tegen het nationaalsocialisme. Hij werd daarom in 1942/43 gevangen gezet in een concentratiekamp in Sint-Michielsgestel.

In 1945, na de bevrijding, was hij betrokken bij de oprichting van de PvdA.

Hij protesteerde tegen de militaire agressie van de Nederlandse overheid in Indonesië in 1947-1948, waardoor meer dan 100.000 mensen werden gedood. Hij wees erop dat deze agressie immoreel is en onverenigbaar met de christelijke waarden.

Vanaf 1948 was bij de oprichting van het Oecumenisch Instituut van de Wereldraad van Kerken en werd de eerste directeur ervan in Château de Bossey, Céligny, bij Genève (1948–1955).

Na zijn pensionering was hij een jaar als gastspreker aan de Union Theological Seminary in New York (1956–1957).

Erkenningen

  • In Berlijn werd het Hendrik-Kraemer-Haus van de Nederlandse oecumenische gemeente naar hem genoemd.[1] Tijdens de oorlog was dit gebouw een centrum van het verzet tegen Hitler.[2]
  • In 1965 gaf de Theologische faculteit van de Universiteit Hamburg Kraemer een eredoctoraat.

Werken (selectie)

  • In From Mission Field to Independent Church, spoorde hij de protestanten aan om de kerk in Indonesië zo te reorganiseren dat deze op eigen benen zou staan. Onafhankelijke kerken werden opgestart in Minahasa, Maluku en Timor. Na te hebben deelgenomen aan een missieconferentie in Jeruzalem in 1928, was Kraemer nog meer overtuigd van de noodzaak om in het zendingsveld een plaatselijke zelfstandige kerk te vestigen.
  • Zijn bekendste werk, The Christian Message in a Non-Christian World (1938), had een grote invloed op de overzeese zending. Zijn zienswijze over de exclusiviteit van het evangelie tegenover de religies werd bekritiseerd vanuit de hoek van de vergelijkende godsdienstwetenschappen, omdat het de dialoog tussen religies lijkt te blokkeren. Hij schreef het boek als reactie op Rethinking Mission (1932), een boek door een comité van Amerikaanse leken onder redactie van William Ernest Hocking. Daarin werd voorgesteld om alle religies samen te voegen tot een broederschap die de hele wereld omvat.
  • Een Javaansche primbon uit de zestiende eeuw (Leiden, 1921; proefschrift)
  • Dr. N. Adriani: schets van leven en arbeid (Amsterdam, 1930)
  • De strijd over Bali en de zending: een studie en een appèl (Amsterdam, 1933)
  • Waarom zending, juist nú: een studie over het goed recht en de noodzaak der zending, juist in den tegenwoordigen tijd ('s-Gravenhage, 1936)
  • De wortelen van het syncretisme ('s-Gravenhage, 1937; inaugurele rede)
  • The Christian message in a non-Christian world (Londen, 1938)
  • Van godsdiensten en menschen: reisindrukken van een Tambaram-ganger (Nijkerk, 1940; 2e druk 1950)
  • De roeping der kerk, ten aanzien van de wereld en van het Nederlandsche volk ('s-Gravenhage, 1945)
  • Kerk en humanisme ('s-Gravenhage, 1945; 2e druk 1947)
  • De kerk in beweging ('s-Gravenhage, 1947)
  • Religion and the Christian faith (Londen, 1956; vertaald in het Nederlands: Godsdienst, godsdiensten en het Christelijk geloof, Nijkerk, 1958.)
  • The communication of the Christian faith (Philadelphia, 1956; vertaald in het Nederlands: Communicatie: een tijdvraag, 's-Gravenhage, 1957)
  • A theology of the laity (Londen, 1958; 5e druk, 1965; vertaald in het Nederlands: Het vergeten ambt in de kerk: een theologische fundering, 's-Gravenhage, 1960)
  • World cultures and world religions: the coming dialogue (Londen, 1960; vertaald in het Nederlands: Godsdiensten en culturen: de komende dialoog, 's-Gravenhage, 1963)
  • Waarom nu juist het Christendom? ('s-Gravenhage, 1960; 2e druk 1964)
  • B. J. Brouwer, E. Jansen Schoonhoven en S. C. Graaf van Randwijck (red.), Uit de nalatenschap van Dr. H. Kraemer (Kampen, 1970)

Bronnen en weblinks

rel=nofollow
 
rel=nofollow