Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Harmonieorkest
Een harmonieorkest of kortweg harmonie is een orkest dat bestaat uit blaasinstrumenten en slagwerkinstrumenten.
In tegenstelling tot de fanfare bestaat een harmonie niet uitsluitend uit koperblazers, slagwerkers en saxofoons maar doen ook houtblazers als klarinet, dwarsfluit, hobo en fagot mee. Door deze bezetting is de harmonie in staat een groter scala aan nuances te verklanken.
Bezetting
De bezetting kan van harmonieorkest tot harmonieorkest variëren, maar de volgende instrumenten werden oorspronkelijk voor een symfonische bezetting nagestreefd:
Houtblaasinstrumenten
- Piccolo (fluit)
- Dwarsfluit 1-2
- Hobo 1-2
- Althobo (Engelse hoorn)
- Esklarinet
- Bes-Klarinet 1-2-3 (en in een enkele geval 4)
- Altklarinet (soms ook contra-altklarinet)
- Basklarinet (soms ook contrabasklarinet)
- Fagot 1-2
- Contrafagot
- Altsaxofoon 1-2
- Tenorsaxofoon 1-2
- Baritonsaxofoon (soms ook bassaxofoon)
Koperblaasinstrumenten
- Klaroen
- F/Es Hoorn 1-3, 2-4
- Trompet 1-2-3 (soms ook: Bes Flügelhoorn (Bugel) of Cornet)
- Eufonium / Bariton
- Trombone 1-2-3
- Bastrombone
- Tuba
Slagwerk
- Pauken
- Kleine trom
- Grote trom
- Bekkens
- Triangel
- Tom-toms
- Tam-tam
- Buisklokken
- Klokkenspel
- Xylofoon
- Vibrafoon
- Marimba
- Andere percussie- en effectinstrumenten zoals die ook in het symfonieorkest gebruikt worden
Niet-blaasinstrumenten
De geboorte van het harmonieorkest
De Franse Revolutie was een politieke omwenteling in het laatste decennium van het achttiende-eeuwse Frankrijk waarbij de monarchie werd vervangen door een republiek. De revolutie ontketende een periode van oorlog die 23 jaar lang door Europa zou woeden. Op 14 juli 1789 bestormden Parijzenaren de gevangenis van de Bastille. Die dagen werd door de burgers ook een eigen militie, de Garde Nationale, opgericht.
De “Musique de la Garde Nationale”
Tot aan de inname van de Bastille betekende harmoniemuziek in Frankrijk muziek voor een blazersensemble van 8 tot 12 muzikanten, zoals trouwens ook in Engeland, Pruisen, Oostenrijk en andere landen het geval was. Nog geen jaar later telde Parijs een beroepsorkest van ten minste 45 muzikanten.
Op 14 juli 1790 was de eerste herdenking van de val van de Bastille. De ceremonie werd afgerond met de eerste “Te Deum” van François-Joseph Gossec voor driestemmig mannenkoor, en groot harmonieorkest (“musique militaire” van 12 muzikanten, namelijk fluiten, klarinetten, hobo’s , trompetten, hoorns, fagotten, serpenten en slagwerk). Dankzij dit succes besliste de “Commune de la Ville de Paris” tot de oprichting van een beroepsmuziekkorps in de schoot van de Garde Nationale. De eerste dirigent werd Gossec. In de volgende negen maanden erna werd het moderne harmonieorkest geboren. 1790 kan men dus als geboortejaar van het harmonieorkest betitelen.
Voor de val van de Bastille waren openbare concerten schaars. Na de Franse Revolutie veranderde dit snel. Omdat het speelliedengilde was afgeschaft, zochten veel muzikanten noodgedwongen ander werk. Ze richtten samen met welgestelde burgers muziekverenigingen op om zelf concerten te organiseren. Een andere stimulans kwam van de militaire muziek, die rond 1800 een nieuw en modieus karakter kreeg. De militaire ensembles werden groter en er werd ‘Turks’ slagwerk aan toegevoegd, een nieuwigheid die fel bijdroeg tot de populariteit van de openluchtmuziek. De muziekverenigingen en militaire orkesten speelden zoveel concerten dat in of nabij de parken waar ze optraden, zalen gebouwd werden. Dat waren de eerste concertzalen zoals wij ze nog kennen. Net als in de opera vonden er ook bals plaats. Parallel met het ontstaan van concertzalen is er een belangrijke evolutie in de instrumentale ensembles. Uit kleine groepen ontstond het symfonieorkest dat we vandaag de dag nog kennen.
Tussen de jaren 1790 en 1802 werden, in opdracht van het nieuwe bewind in Frankrijk niet minder dan 2337 nationale hymnen, koorwerken en cantates, al of niet met begeleiding van symfonische of militaire orkesten, gecomponeerd.
Het gezelschap geeft podiumconcerten of marcheert op de maat van de muziek. Wanneer gemarcheerd wordt, wordt de harmonie soms voorafgegaan door tamboers die achter de tamboer-maître (ook wel tamboer-majoor genoemd) marcheren. Deze laatste bepaalt het marstempo en geeft het traject aan. De dirigent bepaalt meestal het repertoire, maar 'op straat' wordt dit vaak overgelaten aan de tamboer-maître.
Het harmonieorkest is voortgekomen uit de militaire orkesten die een functie hadden (en hebben) om ceremonies muzikaal te begeleiden. Vanwege het goedkopere instrumentarium - vergeleken met de duurdere strijkinstrumenten - was het financieel haalbaar om in vele dorpen en steden een harmonieorkest op te richten voor de amateur muzikant. Professionele (militaire) orkesten hadden een voorbeeldfunctie in het repertoire met premières van nieuwe werken en nu het uitgeven van CD's.
Nog vroeger in Oostenrijk
Al in 1771 kreeg de pas ingestelde Jan Nepomuk Vent van zijn dienstheer Prins Joseph Adam de Schwarzenberk de opdracht een harmonieorkest op te stellen en dat lukte met twee hobo's (Jiří Triebensee en Ludvík Partl), twee althobo's (Jan Nepomuk Vent en Ignác Teimer), twee hoorns (Fikar en Bradac) en twee fagotten (Vodecka en Kautzner). In 1781/1782 - en daarmee ook nog voor de Franse Revolutie - werd aan het keizerlijke hof in Wenen ook een harmonieorkest opgericht.
Ook in Rusland en Pruisen
In beide monarchieën was er al voor de Franse Revolutie bij het leger zogenoemde Hoboïstenkorps, dat versterkt met signaalhoorns en trompetten ook als voorloper van het harmonieorkest kan worden beschouwd. En zij speelden die werken, die gedeeltelijk in de Armeemarsen van het Duitse leger Verzameling I en Armeemarsen van het Duitse leger Verzameling II gelijst en in het midden van de 18e eeuw gecomponeerd werden. In deze categorie behoren ook de zogenoemde Stadtpfeifer, en Zünfte met trompetten, hoorns, trombones en pauken, die in de grote steden werkten. Bekende namen uit deze ensemble-vormen zijn Johann Christoph Pezel, Johann Gottfried Reiche en Johann Ernst Altenburg.
Onderscheid tussen harmonieorkesten en symfonieorkesten
In tegenstelling tot het symfonieorkest is het moderne harmonieorkest een relatief nieuwe orkestvorm, hoewel er orkesten zijn van meer dan 200 jaar oud. De oudste vereniging in Nederland is de Koninklijke harmonie van Roermond, opgericht in 1775. Andere verschillen zijn de functie en het repertoire van het harmonieorkest. Speelt het symfonieorkest alleen in de concertzaal, het blaasorkest vervult tevens een sociale functie en wordt ingezet bij allerlei gebeurtenissen, bijvoorbeeld festiviteiten, huldigingen, etc. Het harmonieorkest speelt bewerkingen van symfonische muziek (waaronder het laat-romantisch repertoire, 20e eeuws repertoire, filmmuziek en musicalrepertoire).
Repertoire
Originele werken
Bepalende werken
Deze werken hebben er mede voor gezorgd dat het harmonieorkest als serieuze orkestvorm werd beschouwd. Door de vele uitvoeringen gedurende (relatief) lange tijd hebben ze bewezen dat ze de tand des tijds kunnen doorstaan.
- Samuel Barber: Commando March (1943)
- Robert Russell Bennett: Suite of Old American Dances (1947)
- Warren Benson: The Leaves Are Falling (1963), The Passing Bell (1974) en The Solitary Dancer (1966)
- John Barnes Chance: Incantation and Dance (1962) en Variations on a Korean Folk Song (1966)
- Aaron Copland: Emblems (1964)
- Paul Creston: Celebration Overture (1954/5)
- Norman Dello Joio: Scenes from the Louvre (1966) en Fantasies on a Theme by Haydn (1968)
- Ingolf Dahl: Sinfonietta (1961)
- Morton Gould: Jericho, Symphony no. 4 - West Point
- Howard Hanson: Chorale and Alleluia (1954)
- Karel Husa: Music for Prague (1968), Apotheosis of this Earth (1970), Al Fresco (1973), Concerto for Wind Ensemble (1982)
- Robert Jager: Diamond Variations (1967) en Esprit De Corps
- Joseph Willcox Jenkins: American Overture for Band (1956)
- Ronald Lo Presti: Elegy for a Young American (1964)
- W. Francis McBeth: Chant and Jubilo (1963), Masque (1968), Kaddish (1976), Of Sailors and Whales (1991)
- Peter Mennin: Canzona (1951)
- Vaclav Nelhybel: Antiphonale (1972) en Trittico (1965)
- Ron Nelson: Rocky Point Holiday (1969)
- Roger Nixon: Fiesta del Pacifico (1960/66)
- Vincent Persichetti: Divertimento (1950), Psalm (1952), Pageant (1953), Masquerade (1965) en Symphony No. 6 For Band (1956)
- Walter Piston: Tunbridge Fair (1950)
- Alfred Reed: Russian Christmas Music (1944), A Festival Prelude (1957), Armenian Dances (Part I) (1972) en Armenian Dances (Part II) (1976), Symfonie nr. 4 (1992), Fifth Symphony for Band "Sakura" (1994)
- H. Owen Reed: La Fiesta Mexicana (1949), For the Unfortunate (1971)
- Arnold Schoenberg: Theme and Variations, Op. 43a (1943)
- Gunther Schuller: Meditation (1963), On Winged Flight (1989)
- William Schuman: George Washington Bridge (1950) en New England Tryptich (1956)
- Claude T. Smith: Emperata Overture (1964), Incidental Suite (1966), Prelude-Variations (1972), Symfonie nr. 1 (1977), Festival Variations (1982), Fantasia voor altsaxofoon en harmonieorkest (1983), A Symphonic Prelude on "Adeste fideles" (1983), Canticle: All Creatures of Our God and King (1984), Flight (1984)
- Fisher Tull: Sketches on a Tudor Psalm (1971)
- James Clifton Williams: Fanfare and Allegro (1956), Festival (1962) Dedicatory Overture (1964) Sinfonians (1960) Caccia and Chorale (1973) Symphonic Dance no. 3: Fiesta (1967)
- Percy Grainger: Shepherd's Hey (1918), Children's March (Over the Hills and Far Away) (1919), Irish Tune from County Derry (1918), Colonial Song (1928), Lincolnshire Posy (1937), Molly on the Shore (1921), Country Gardens (1928) en The "Gumsuckers" March (1928)
- Loris Ohannes Chobanian: The Id (1972), Armenian Dances (1975)
- Hiroaki Kuwahara (桑原洋明): Three Fragments for Band (1969)
- Toshiro Mayuzumi: Slagwerkconcert (1965)
- Jean Absil: Rhapsodie flamande (1928), Rites (1952), Rhapsodie brésilienne (1953), Roumaniana (1956), Nymphes et faunes (1966)
- Jurriaan Andriessen: Symfonie nr. 2 (1962), Suite for Jazz-Ensemble and Band (1981), Sinfonia "Il Fiume" (1984), Dynamic Overture (1988)
- Louis Andriessen: Symfonieën der Nederlanden (1974)
- Henk Badings: Concert nr. 2 voor dwarsfluit en harmonieorkest (1963), Pittsburgh Concerto (1965), Symphonie Nr. XIII (1966), Armageddon (1968), Transitions (1972), Lieshout en zijn molens (1976), Epiphany (1979), Golden Age (1979) Reflections (1980), Sinfonietta nr. 2 (1981), Conflicts and Confluences (Symphonie Nr. XV) (1983), Figures Sonores (1984), Quadrupelconcert in Es groot, voor saxofoonkwartet (SATB) en harmonieorkest (1984)
- René Barbier: Introduction et fantaisie rapsodique sur deux airs wallons (1946), Ouverture concertante (1969)
- Hector Berlioz: Grande Symphonie funèbre et triomphale (1840)
- René Bernier: Hommage à Sax (1958/1964)
- Henri Montan Berton: Hymne du 21 janvier (1796), Hymne pour la fête de l'Agriculture 28 juni 1796 (1796)
- Bernard van Beurden: Estampie (1978, rev.1992), La Messe (1988), Concerto for large Windorchestra (1990)
- Gerard Boedijn: Landelijke suite - Pastoral Suite, op. 123 (1951), Lyrische ouverture, op. 185 (1965)
- Marcel De Boeck: Crassus en Spartacus (1960), Symfonietta (1961), Fandango (1963), Mallorca (1964), Vagantes (1964), Achter de dijken (1966), Fancy Fair (1967), Ballet-Suite (1969), Tower of London (1970), Introduction en Scherzo (1971), Rapsodische Variaties (1976), Ter Dilft (1980), Regio-Suite (1982), Tara (1983), Prélude tot Eleonores Oeuvre (1988)
- Paul Gilson: Le Rétour au Pays: Prière avant le départ - Tableau Maritime (1885)
- Ida Gotkovsky: Symphonie pour Orchestre d'Harmonie (1962), Poème du Feu (1978), Concerto pour Saxophone et grand orchestre d'harmonie (1980), Concerto pour grand orchestre d'harmonie (1984), Symphonie de printemps - Les Saisons (1988), Symphonie Brillante (1988-1989), Le chant de la Foret (1989), Oratorio Olympique (1992)
- Jos Hanniken: Suite enfantine (Kindersuite), op. 16 (1952)
- Paul Hindemith: Konzertmusik für Blasorchester (1926), Symphony in B♭ (1951)
- Gustav Holst: First Suite in E♭ (1909), Second Suite in F (1911) en Hammersmith: Prelude and Scherzo (1930)
- Paul Huber: Der Dämon (1966), Fantasie über eine Appenzeller Volksweise (1977), Evocazione (1985)
- Gordon Jacob: An Original Suite (1928)
- Stephan Jaeggi: Titanic
- Boris Kosjevnikov: Symphony no. 3: Slavyanskaya
- Serge Lancen: Manhattan Symphonie (1962), Mini-symphonie (1967), Festival à Kerkrade (1968), Cap Kennedy (1969-1970), Parade Concerto (1971), Le Mont Saint Michel (1976), Le Chant de l'Arbre (1980), Concerto de Paris (1984), Symphonie de l'Eau (1986), Missa solemnis (1986), Concerto voor trombone en harmonieorkest (1988), Harpconcert (1990), Te Deum (1991), Symphonie Ibérique (1991)
- Henk van Lijnschooten: Nederlandse Suite (1963), De Geuzen in de Bomlerwaard (1965), Vastenavondmuziek (1966), Vaderlandse rapsodie (1966), Kleine Speelmuziek (1968), Rhapsody from the low Countries (1968), Drie Oud-Hollandse taferelen (1969), New Baroque Suite (1970), Overture for Fun (1971), Le Premier Jeu (1971), Choral and Rock-Out (1973), Rhapsodie Française (1975), Variations on a Japanese Folksong (1976), Three Caprices for Band (1977), Suite on a Hymn (1978), Three Folk Sketches (1978), Suite on Greek Love Songs (1982), Interruptions (1985), Four Characters (1987), Ouverture 2000 (1989)
- Darius Milhaud: La Creation du Monde (1923), Suite Française (1944), West Point Suite (1952)
- Krzysztof Penderecki: Pittsburgh Overture (1967)
- Marcel Poot: Vlaamse Rapsodie - Rhapsodie flamande (1922), Dionysos (bacchanaal) (1923), Jazz-music (1929), Mouvement symphonique (1938), Ouverture rhapsodique (1952), Ouverture de concours (1959), Capriccio (1963), Divertimento (1965), Concertmuziek - Musique de concert (1968), Choreografische Fantasie (1971), Concertante Beweging (1975), Festa Ouverture (1978), Bacchanten (1983)
- Sergej Prokofjev: March, Op. 99 (1943/44)
- Florent Schmitt: Dionysiaques (1913)
- Jan Segers: Suite (1974), Canadian Impressions (1977), Essay voor hoorn en harmonieorkest (1979), Conclusion, Games voor saxofoonkwartet en harmonieorkest
- Igor Stravinsky: Concerto for Piano and Wind Instruments (1924) en Symphonies of Wind Instruments (1920/rev. 1947)
- Louis Toebosch: Inleiding, thema en variaties over "Waar in het bronsgroen eikenhout" (1962)
- Ralph Vaughan Williams: English Folk Song Suite (1923), Flourish for Wind Band (1939) en Toccata Marziale (1924)
- {{Aut|Haydn Wood: Mannin Veen (1938)
- Guy Woolfenden: Gallimaufry (1983), Deo Gracias (1986), Illyrian Dances (1986), Suite Française (1991)
Recentere werken
Onderstaande werken zijn nog niet oud genoeg om te kunnen zeggen in welke categorie dat ze thuishoren, al lijkt het erop dat ze in één van de twee bovenstaande categorieën zullen komen.
- Bert Appermont: Symfonie nr. 1: Gilgamesh (2003)
- Derek Bourgeois: Blitz (1980), Symfonie nr. 6 "A Cotswold Symphony" (2000)
- Mark Camphouse: A Movement for Rosa (1992)
- Michael Colgrass: Winds of Nagual (1985), Urban Requiem (1996)
- Michael Daugherty: Desi (1991), Niagara Falls (1997), Bells for Stokowski (2001)
- Johan de Meij: Symphony no. 1: The Lord of the Rings (1984-1988), Loch Ness - A Scottish Fantasy (1988), Symphony No. 2 "The Big Apple" (A New York Symphony) (1993), Extreme Make-over (2006), Symphony No. 3 "Planet Earth" (2006)
- Eric Ewazen: Hymn For The Lost And The Living (2002)
- David Gillingham: Heroes Lost and Fallen (1990), Apocalyptic Dreams (1997), en Galactic Empires (1998)
- Adam Gorb: Awayday (1996/rev. 1999)
- Donald Grantham: Southern Harmony (1998) en J'ai ete au bal (1995)
- Rob Goorhuis: Variaties op een Pentatonisch Thema (1987)
- Edward Gregson: Festivo (1985)
- Scott Lindroth: Spin Cycle (2001)
- Martin Mailman: for precious friends hid in death's dateless night (1988)
- John Mackey: "Redline Tango" (2004), "Turbine" (2006)
- David Maslanka: A Child's Garden of Dreams (1981), Symfonie nr. 2 (1985), Symfonie nr. 3 (1991), Symfonie nr. 4 (1994), Symfonie nr. 5 (2000), Concerto for Alto Saxophone (2000), Symfonie nr. 7 (2005)
- Hardy Mertens: Zodiac, limit for the Lion (1983), Symfonie nr. 1 "Voice of Mind" (1985), Armageddon (1987), Symfonie nr. 2 "Revelations" (1989), Da pacem domine (1989), Cantico di Frate sole (1989), The Singapore Experience (1991), Requiem for the Captive Condor (1992), U mundu drentu a ti (1999), Variazioni sinfoniche su "Non potho reposare" (2001)
- Ron Nelson: Passacaglia on BACH (1993) en Aspen Jubilee (1988)
- David P. Sartor: Synergistic Parable (1985)
- Joseph Schwantner: ...and the mountains rising nowhere (1977) en From a Dark Millennium (1981)
- Philip Sparke: The Land of the Long White Cloud (1980, rev.1988), Dance Movements (1996)
- Jack Stamp: Gavorkna Fanfare (1990/1)
- Frank Ticheli: Amazing Grace (1994), Blue Shades (1996) en Vesuvius (1997)
- Werner Van Cleemput: Les Recontres de St. Flour (1980), Caribbean Flush (1982), Η ΑΡΑΧΝΗ ΠΟΙΗΜΑ ΤΗΣ ΥΒΡΕΩΣ - Arachne - Het gedicht van de (artistieke) hoogmoed (1982), Summa cum Laude (1983), Danze (1985)
- Jan Van der Roost: Puszta (1987) and Suite Provençale
- Kees Vlak: Western Rapsody (1968), Paso Flamenco (1968/1969), Caribbean Concerto - De Bovenwindse Eilanden (1969), Antilliaanse Suite (1970), Persons in Britain - Big Ben Variations (1971), Music for a Movie Picture (1972), El Paso moro Gitano (1974), Fryske Fantasie (1975), Limburg fantasie (1979), El Paso Montanesa (1979), Profiles Symphonique - des trois komponistes celèbres, sur le thème de "Trois jolis tambours" (1979), Brabant Fantasy (1980), Coexistence - Impression of 1980 (1980/1982), Slovakian dances (1981), Concerto for Bass Clarinet (1982), Polderstad (1984), A New Dress for the Emperor - De nieuwe kleren van de keizer (1984), Amsterdam Pictures (1986), Quattro Variazioni Musicali - con tema populare (1992), Rainbow Warrior (1998)
- André Waignein: Ballad for Band (1968), Belgium's Impressions (1972), Country Suite (1974), Coast Impressions (1975), Dunamis (1979), Three Pieces (1979), A Children's Suite (1980), Alternances (1982), Diversions (1987), Three movements voor piano en harmonieorkest, (1992)
- Dan Welcher: Zion (1996)
- Eric Whitacre: October (2000) en Cloudburst (2002)
- Dana Wilson: Piece of Mind (1987), Shortcut Home (1998)
- Charles Rochester Young: Tempered Steel (1997)
- Gregory Youtz: Fireworks (1988)
Compositieprijs
- Hilvarenbeekse Muziekprijs
- Ostwaldprijs (Verenigde Staten)
- William D. Revelli Composition Contest (Verenigde Staten)
- Sudlerprijs (Verenigde Staten)
- Walter Beeler Memorial Composition Prize (Verenigde Staten)
- Internationale Compositiewedstrijd te Corciano (Italië)
Transcripties
Er worden natuurlijk ook enorm veel oudere werken gearrangeerd en herschreven voor harmonieorkesten. Tot aan de jaren 50 van de 20e eeuw bestond het gebruikelijke repertoire voor het harmonieorkest vooral uit bewerkingen van klassieke ouvertures en marsen. Na die tijd is er een golf van originele werken gecreëerd waarin vele vernieuwingen in stijl zijn doorgevoerd. Sommige moderne componisten maken zelf verschillende versies van hun werken, zodat ze zowel kunnen uitgevoerd worden door fanfare-, harmonie- als door symfonisch orkest. Mede door de sterk gestegen kwaliteit van de muzikanten, het instrumentarium en de professionele dirigenten, kunnen tegenwoordig ook amateur orkest verdienstelijke uitvoeringen geven van technisch en muzikaal zeer moeilijke composities.
Concoursen
Een typisch verschijnsel binnen de wereld van de blaasmuziek is het organiseren van concoursen, wedstrijden tussen de muziekverenigingen. Een vereniging kan daaraan meedoen om zichzelf op haar niveau te testen en om de eer van de vereniging of de stad waar men vandaan komt hoog te houden. Tevens zijn harmonieën verplicht eens in de 5 jaar mee te doen aan een dergelijk concours, omdat zij anders niet in een bepaalde divisie van de muziekbonden mogen blijven spelen. Enkele concoursen staan internationaal erg hoog aangeschreven, zoals het Certamen Internacional de Bandas de Musica Ciudad de Valencia in het Spaanse Valencia dat jaarlijks wordt gehouden, of het Wereld Muziek Concours in Kerkrade dat elke 4 jaar wordt georganiseerd, het Weltjugendmusikfestival te Zürich en de MidEurope Conference te Schladming, Oostenrijk. Verder wordt er alle twee jaren een conference van de World Association for Symphonic Bands and Ensembles (W.A.S.B.E.) georganiseerd, waar vooraanstaande harmonieorkesten uit de hele wereld concerten met nieuwe werken geven.
Bibliografie
- James Barnes, Timothy Broege, Mark Camphouse, David Gillingham, David R. Holsinger, Karel Husa, Timothy Mahr, W. Francis McBeth, Robert Sheldon, Jack Stamp, Frank Ticheli, James Curnow, Mallory Thompson, Johan de Meij, Julie Giroux, Donald Grantham, Robert E. Jager, Pierre La Plante, David Maslanka, Philip Sparke, Eric Whitacre, Dana Wilson, Andrew Boysen, Edward Gregson, Samuel R. Hazo, Quincy Charles Hilliard, Joseph Willcox Jenkins, Stephen Melillo, Roger Nixon, Jared Spears, Jan Van der Roost, John Zdechlik: Composers on Composing for Band, vol. 1, GIA Publications, 2004. ISBN 978-1-579-99195-1
- Johan de Meij, Julie Giroux, Donald Grantham, Robert E. Jager, Pierre La Plante, David Maslanka, Philip Sparke, Dana Wilson, Eric Whitacre: Composers on composing for band, vol. 2, GIA Publications, 2004. 295 p., ISBN 978-1-579-99385-6
- Andrew Boysen, Edward Gregson, Samuel R. Hazo, Quincy C. Hillard, Joseph Willcox Jenkins: Composers on Composing for Band, vol. 3, GIA Publications, 2006. 328 p., ISBN 978-1-579-99631-4
- James Barnes, Timothy Broege, Mark Camphouse, David Gillingham, David R. Holsinger, Karel Husa, Timothy Mahr, W. Francis McBeth, Robert Sheldon, Jack Stamp, Frank Ticheli, Mallory Thompson: Composers on composing for band, vol. 4, GIA Publications, 2004. ISBN 978-1-579-99195-1
- Armin Suppan: Blasmusik-Dissertationen in den USA, in: Studia Musicologica Academiae Scientiarum Hungaricae, T. 36, Fasc. 1/2 (1995), pp. 181-226