Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gerardus Rodrigus

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Gerardus Rodrigus (Sint-Niklaas 20 april 1898 - Plötzensee 7 september 1943) was een Belgische communist die betrokken was in de sabotagegroepen opgezet door Ernst Wollweber.[1]

Levensloop

Rodrigus was zoon van een foorkramer en ging nooit naar school. Hij werkte voor de Eerste Wereldoorlog in verschillende fabrieken. Tijdens de oorlog werkte hij in Duitsland. Na de oorlog werkte hij bij de Belgische marine. Hij deserteerde meermaals en in 1924 begon hij uiteindelijk te werken in de Haven van Antwerpen als dokwerker en chauffeur. In die periode werd hij lid van de socialistische Belgische Transportarbeidersbond.

Rodrigus werd in het Wollweber-netwerk gerekruteerd door Alfons Fictels.[2] Het was in de woning van Rodrigus waar de bom werd vervaardigd die aan boord van het Italiaanse schip Boccacio zou worden gesmokkeld, een aanslag waarbij één dode zou vallen. Na de aanslag maakte Rodrigus duidelijk dat hij geen deel meer wilde uitmaken van het netwerk, waarna hij enkele honderden Belgische franken kreeg uitbetaald, in die tijd veel geld.

Tweede Wereldoorlog

In 1940 arresteerde de Duitse bezetter Alfons Fictels en na zijn verraad werden de meeste leden van de Antwerpse Wollweber-cel gearresteerd, waaronder ook Rodrigus (7 december 1940) die op dat ogenblik werkte op de luchthaven van Dijon in Frankrijk. Alle leden werden eerst opgesloten in de gevangenis in Fuhlsbüttel, nadien verhuisden de meesten naar de gevangenis in Oraniënburg. Nadien werden de groepen nog verder gescheiden, Fictels en Rodrigus werden opgesloten in het concentratiekamp van Groß-Rosen, nadien werd Rodrigus overgeplaatst naar Dachau

Op 20 augustus 1942 werden de Wollweber-leden aangeklaagd door het Duitse gerecht, Rodrigus werd ter dood veroordeeld wegens lidmaatschap van een terreurorganisatie. Hij stuurde nadien een afscheidsbrief naar zijn familie, en verklaarde in beroep te gaan, maar leek zelf te beseffen dat dit weinig zou uithalen. Hij werd op op 7 september 1943 geëxecuteerd in de gevangenis Plötzensee, samen met Wilfried Wouters.[3]

Omwille van zijn lidmaatschap van een terroristische organisatie werd hij na de oorlog door de Belgische overheid eerst wel, maar na een beroep niet erkend als politieke gevangene. Hij werd wel erkend als begunstigde van het statuut waardoor zijn kinderen toch een financiële compensatie ontvingen.

Persoonlijk leven

Met zijn eerste echtgenote Pelagia D’Hondt had hij één zoon, Louis Rodrigus. Na het overlijden van zijn echtgenote hertrouwde hij met Martha Hoeck, met wie hij eveneens een zoon had, Edmond.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow