Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Gebroken hartje

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Het gebroken hartje oftewel Dicentra spectabilis is een plant die al heel lang in cultuur is. Het is een 60–80 cm hoge vaste plant.

Aan de sappige, rijk vertakte, opgaande stengels bevinden zich grijsgroene bladeren die zijn samengesteld uit meerdere, tamelijk grote, drietallige deelblaadjes. Een goed ontwikkelde plant kan na verloop van tijd een ruimte van circa 1 m² innemen. Het blad sterft echter vrij vroeg in het jaar af en laat dan een grote leegte achter.

Het gebroken hartje bloeit van mei tot juni. De roze tot rozerode bloemen met wit centrum hangen naast elkaar aan de lange, overhangende bloemstengels. De twee buitenste, roze kroonbladeren vormen samen een hartje, terwijl de twee binnenste, witte kroonblaadjes eindigen in een traantje, dat vanuit het hartje tevoorschijn komt. De witte kroonblaadjes omgeven de stempel en de meeldraden.

Het gebroken hartje komt van nature voor in China, Korea en Oost-Siberië, waar hij groeit op open plekken in vochtige bossen en licht beschaduwde bosranden.

Het gebroken hartje wordt net als Dicentra formosa veel aangeboden als tuinplant. Er bestaat ook een cultivar met volledig witte bloemen en lichter gekleurd blad (Dicentra spectabilis 'Alba'). Wikimedia Commons  Vrije mediabestanden over Dicentra spectabilis op Wikimedia Commons