Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Friedrich Jeckeln
Friedrich Jeckeln | ||
SS-Obergruppenführer Friedrich Jeckeln, voor 1938 | ||
SS-Obergruppenführer Friedrich Jeckeln, voor 1938 | ||
Geboren | 2 februari 1895 Hornberg, Groothertogdom Baden, Duitse Keizerrijk | |
Overleden | 3 februari 1946 Riga, Letse Socialistische Sovjetrepubliek, (hedendaags Letland) | |
Land/partij | Duitse Keizerrijk nazi-Duitsland | |
Onderdeel | Bestand:War Ensign of Germany 1903-1918.svg Deutsches Heer Bestand:Cross-Pattee-Heraldry.svg Luftstreitkräfte Schutzstaffel | |
Dienstjaren | 1913 - 1919 1930 - 1945 | |
Eenheid | 5. Badische Feldartillerie-Regiment Nr. 76 Füsilier-Regiment „Fürst Karl-Anton von Hohenzollern“ (Hohenzollernsches) Nr. 40 Flieger-Ersatz-Abteilung 5 | |
Leiding over | Führer SS-Oberabschnitt "Ostland" (12 dec. 1941 - maart 1945) HSSPF "Ostland en Rusland-Noord" (1 nov. 1941 - mei 1945) HSSPF "Rusland-Zuid" (23 juni 1941 - 1 nov. 1941) Kdr. I./SS-Totenkopf-Infanterie-Regiment 2/SS-Totenkopf-Division (Westfront) (mei/juni 1940) | |
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |
Onderscheidingen | Zie decoraties |
Friedrich August Jeckeln (Hornberg, 2 februari 1895 - Riga, 3 februari 1946) was een Duitse SS-Obergruppenführer und General der Waffen-SS und Polizei en als Höherer SS- und Polizeiführer was onder andere verantwoordelijk voor de massamoorden bij Kamjanets-Podilsky en het bloedbad van Babi Jar en het getto van Riga. En is in 1946 als oorlogsmisdadiger terechtgesteld.
Het begin
De zoon van een fabriekseigenaar. En ging naar de Oberrealschule en daarna voor één semester naar de Polytechnische school in Köthen. Op 1 oktober 1913 trad Jeckeln in dienst van het 5. Badische Feldartillerie-Regiment Nr. 76 in het Pruisische Leger in Freiburg im Breisgau. Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog nam hij met zijn regiment deel aan de strijd aan het Westfront. In maart 1915 werd hij tot Leutnant der Reserve bevorderd. Jeckeln werd in dezelfde maand overgeplaatst naar het Füsilier-Regiment „Fürst Karl-Anton von Hohenzollern“ (Hohenzollernsches) Nr. 40 en werd tijdens de loopgravenoorlog in 1916 in de Champagne zwaargewond. Daarop vroeg hij overplaatsing aan naar de Luftstreitkräfte en was tot de einde van de oorlog in de Flieger-Ersatz-Abteilung 5 actief.
Van 1919 tot 1925 werkte Jeckeln als rentmeester in de buurt van Gdańsk, daarna was hij werkloos. In 1922 werd hij lid van het Jungdeutscher Orden, daar bleef hij lid van tot 1924. Hij was ook lid van het Vrijkorps. Tussentijds was Jeckeln ook lid van de DNVP, totdat hij op 1 oktober 1929 lid werd van de NSDAP. Waar hij als spreker en organisator actief was. In december 1929 diende Jeckeln zijn toelatingsverzoek voor de SS in. In januari 1930 werd hij opgenomen in de SS en reeds 15 maart werd hij tot SS-Sturmbannführer bevorderd.
Doorgroei in de NSDAP en SS
Vanaf 1930 begon zijn carrière een snelle opmars in de beide organisaties. Jeckeln was zins 1932 lid van de Reichstag. In de tijd van het nationaalsocialisme was hij ook lid van de nu politiek zinloze Reichstag.
In de SS leidde hij van maart tot juni 1931 de I. Sturmbann der 12. SS-Standarte en werd op 22 juni 1931 tot SS-Standartenführer bevorderd. Al op 20 september van hetzelfde jaar volgde de aanstelling tot SS-Oberführer, als hij de 12. SS-Standarte verliet.
Tussen september 1931 en januari 1933 voerde Jeckeln het commando over de SS-Abschnitt (Hannover en Sleeswijk-Holstein) en werd op 4 februari 1933 tot SS-Gruppenführer bevorderd. Hij nam de leiding over van de SS-Gruppe „Süd“ en te gelijk de leiding en het opperbevel van de SS-Abschnitt IV.
Op 13 september 1936 werd hij tot SS-Obergruppenführer bevorderd, toen hij de leiding overnam van de SS-Oberabschnittes Nordwest.
In november 1938 was Jeckeln in Braunschweig en Hannover en de organisatie van de slogan “Kristallnacht” die bekend geworden is als de pogrom tegen de Joden.
Hoofd van de politie in de Vrijstaat Brunswijk
Op 20 juni 1933 werd Jeckeln door de NSDAP-ministerpresident van de Vrijstaat Brunswijk Dietrich Klagges tot leider van de Gestapo, en de Landespolizei en commandant van de Schutzpolizei in Brunswijk benoemd. Klagges doel was daarbij een koppeling tussen de politie en de SS te waarborgen.
Aanvang 1932 was Jeckeln verantwoordelijk voor de bomaanslagen in Brunswijk op het huis van de toenmalige Oberbürgermeister van de stad Ernst Böhme (SPD), maar die bleef ongedeerd.
Jeckeln werd beschreven als meedogenloos, brutaal, buitensporig en hard. Politiek andersdenkend, vooral de leden van de KPD, SPD en de vakbond werden onverbiddelijk vervolgd tot in hun dood. Gezamenlijk met NSDAP-lid Friedrich Alpers, justitieel- en financieel minister in de vrijstaat, evenals minister-president Klagges was Jeckeln hoofdverantwoordelijk voor de Riesberg-moorden in de zomer van 1933. Daarnaast beval hij de moord op een losgeslagen SS-man in Brunswijk.
Tweede Wereldoorlog
Tussen juni 1938 en juli 1940 bekleedde Jeckeln de functie van Höherer SS- und Polizeiführer (HSSPF) in Brunswijk en was daarna HSSPF West in Düsseldorf tot juni 1941.
Hij nam in mei 1940 nam hij als bataljonscommandant deel aan de Slag om Frankrijk in het 3. SS-Panzer-Division Totenkopf. In maart 1941 was hij te gast bij de opening van het racistische NS-instituut voor het onderzoek naar het joodse vraagstuk in Frankfurt am Main.
Kamjanets-Podilsky
Na de Duitse aanval op de Sovjet-Unie in juni 1941 werd hij tot HSSPF Rusland-Zuid benoemd. De onder zijn commando gestelde SS- en politie-eenheden pleegde in de zogenaamde “Auskämmungsaktionen“ massamoorden onder de Joodse bevolking in de West-Oekraïne. In de lijn van de oprichting van het Rijkscommissariaat Oekraïne kwam er na de stad Kamjanets-Podilsky tot een zodanig grootte massamoord op de Joden in de Tweede Wereldoorlog, dat ondergeschikte eenheden tussen 26 en 28 augustus 1941, 23.600 joden vermoorden. Ongeveer 14.000 van de slachtoffers werden eerder gedeporteerd uit Hongarije, de rest kwam uit de omgeving.
Babi Jar, Rivne en Dnjepropetrovsk
Op 19 september 1941 werd Kiev door Duitse soldaten in genomen. Enige dagen erop op 27 september 1941 vond er een bespreking plaats met het thema “de evacuatie van de lokale Joden”. De deelnemers waren Jeckeln, commandant van de Einsatzgruppe C, SS-Brigadeführer Otto Rasch, commandant van de Sonderkommando’s 4a en SS-Standartenführer Paul Blobel. Er werd besloten om gezamenlijk de Joden te vermoorden.
In twee dagen werden er door de Einsatzgruppe op 29 en 30 september 1941 in het bloedbad van Babi Jar 33.771 personen vermoord. Bij verdere schietpartijen die tot 12 oktober 1941 duurde, werden er gezamenlijk 51.000 personen vermoord. Hoofdverantwoordelijk voor massaal uitgevoerde schietpartijen in Rivne en Dnjepropetrovsk, was Jeckeln.
Getto van Riga
Op 11 oktober 1941 werd Jeckeln tot HSSPF Rusland-Noord en Ostland (Balticum en delen Wit-Rusland) benoemd en werd naar Riga overgeplaatst. In deze functie was Jeckeln ook SSPF Wit-Rusland in Minsk, maar deze verantwoordelijkheid werd wegens “gebrek aan succes in de strijd tegen de partizanen” ingetrokken.
In herfst 1941 bestond het getto van Riga al, waarin zich duizenden Letse Joden bevonden. Zogenaamd kreeg Jeckeln van Himmler het bevel het getto te ontruimen, om zo ruimte te verschaffen door de Joden uit het Derde Rijk te deporteren. Jeckeln begon met het plannen van de ‘’liquidatie”. Als plek voor deze massamoorden zocht hij een bos uit in de buurt van Riga genaamd Rumbula.
De Duitse Joden werden in het bos van Biķernieki omgebracht en haastig begraven.
De massamoord van Rumbula
In de ochtend van 30 november 1941 begonnen Letse en Duitse troepen met de afvoer van de Joden naar Rumbula, in twee dagen tijd namelijk op 30 november, en 8 en 9 december 1941, werden gezamenlijk 27.500 personen doodgeschoten waarvan 21.000 vrouwen en kinderen.
De massamoord vonden plaats in aanwezigheid van “bezoekers”: leden van de Wehrmacht en Generalkommissariats waren aanwezig, om zo een persoonlijke indruk te krijgen en sommige waren persoonlijk door Jeckeln uitgenodigd.
Op 30 november 1941 arriveerde de eerste transport trein op het station van Skirotava net buiten Riga aan met Duitse Joden uit Berlijn. Jeckeln liet ook deze ombrengen, een telegram van Himmler die het doden uitdrukkelijk verbood, was te laat aangekomen. Himmler berispte Jeckeln scherp voor zijn eigendunkelijkheid.
Historici duiden dit voorval zo: “ in de ogen van Jeckeln gaf het Himmler-bevel voor liquidatie van de Letse Joden tegelijk de mogelijkheid zo radicaal mogelijk tegen de nieuwkomers te zijn, volgens hem was er geen verschil tussen de Letse en de Duitse Joden.” Het kan in het midden gelaten worden of Jeckeln het bevel van Himmler verkeerd begrepen had of hij bewust het bevel gebruikte om het dynamiek in het vernietigingsprocessen verder te forceren. Wij neigen de laatste variant de bespreking in Riga was in zekere zin een kopie van de massamoord in Kamjanets-Podilsky, waar Jeckeln de verwachtte verdiensten bij zijn leidinggevende ingediend had.
Eindfase van de oorlog
Op 22 augustus 1942 leidde Jeckeln de Aktion Sumpffieber, met de woorden van Heinrich Himmler de “bende activiteiten in Rusland […] fundamenteel uit de weg te ruimen”. Daarbij werden ongeveer 6500 mannen ingezet. Waarbij het de uitdrukkelijke opgave was, “alle in het moeras- en bosgebied liggende dorpen van het inzetgebied zijn te vernietigen." In deze actie werden ook 8350 Joden, waarvan de meeste uit het getto van Baranavitsjy vermoord. Op 21 september werd het actie op aanwijzing van Himmler afgebroken en gold als een mislukking. Bij deze en alle andere acties was altijd zijn staf betrokken, Jeckeln hechte hier een grootte waarden aan. Jeckeln behoorde niet tot de berekenende technocraten in het Duitse bezettingsregimes. Maar hij was een fanatieke anti-communist en anti-semitist, en dacht dat het noodzakelijk was, “om alle Joden in de gehele wereld te vermoorden”.
In februari en maart 1943 leidde Jeckeln in het noorden van Wit-Rusland de operatie Winterzauber, die een 40 kilometer breedte streek onbevolkt gebied, waar de strijd tegen de partizanen gestreden werd. In zulke acties werden door Baltische collaborateurs ettelijk tienduizend Wit-Russen burgers verbrand, doodgeschoten of gedeporteerd.
Hij bekleedde de functie van HSSPF Ostland tot januari 1945. In de eindfase van de oorlog werd Jeckeln in februari 1945 benoemd tot commanderend generaal van het V. SS-Freiwilligen-Gebirgskorps. Hij raakte in april tijdens de Slag om Halbe in Russische gevangenschap.
Krijgsgevangenschap, proces en terechtstelling
Jeckeln werd samen met andere aangeklaagde in Riga voor een Russische militaire rechtbank gezet. De zitting duurde van 26 januari tot 3 februari 1946. Friedrich Jeckeln werd samen met andere aangeklaagde tot de doodstraf veroordeeld. In het bijzijn van meerdere duizenden toeschouwers werd hij nog dezelfde dag in Riga, in de nabijheid van Düna opgehangen.
Militaire loopbaan
- Fahnenjunker: 1913[1]
- Leutnant d.R.: 1915[1]
- SS-Anwärter: 1 december 1930[2][3]
- SS-Mann: 5 januari 1930[2][3]
- SS-Sturmbannführer: 31 maart 1930[2][3][4][5]
- SS-Standartenführer: 22 juni 1931[2][3][4][6]
- SS-Oberführer: 20 september 1931[2][3][4][7]
- SS-Gruppenführer: 4 februari 1933[2][3][4][8]
- SS-Obergruppenführer: 13 september 1936[2][3][4][9]
- SS-Obergruppenführer und General der Polizei 26 juli 1940[2]- 1 april 1941[3][4]
- SS-Obergruppenführer und General der Waffen-SS und Polizei 1 juli 1944[2][3][4]
Registratienummers
- NSDAP-nr.: 163 348 (lid geworden 1 oktober 1929)[4][2]
- SS-nr.: 4 367 (lid geworden 15 maart 1930)[4][2]
Decoraties
- Ridderkruis op 27 augustus 1944 als SS-Obergruppenführer und General der Polizei und Kampfgruppe Jeckeln, L. Armeekorps, Heer[4][2][1]
- Ridderkruis met Eikenloof (nr. 802) als op 8 maart 1945 als SS-Obergruppenführer und General der Waffen-SS und Kommandierender General, V. SS-Korps, Waffen-SS[4][2][1]
- Duits Kruis in goud op 19 december 1943 als SS-Obergruppenführer und General der Waffen-SS und Polizei & Kdr. Kampfgruppe Jeckeln[4][1]
- Gouden Ereteken van de NSDAP op 30 januari 1939[2][4][1]
- Het Kruis voor Oorlogsverdienste, 1e (27 oktober 1942) en 2e klasse (28 september 1940) met Zwaarden[4][1]
- Erekruis voor de Wereldoorlog in 1934[4][1]
- SS-Ehrenring[4]
- Ehrendegen des Reichsführers-SS[4]
- IJzeren Kruis 1914, 2e klasse[4]
- IJzeren Kruis 1939, 1e klasse op 12 mei 1942[2][4][1]
- Herhalingsgesp bij IJzeren Kruis 1939 in 10 oktober 1941[2][4][1]
- Gewondeninsigne 1939 in zilver op 27 juni 1942[4][1]
- Gewondeninsigne 1918 in zwart[4][1]
- Dienstonderscheiding van de NSDAP in zilver (15 dienstjaren) en brons (10 dienstjaren)[4]
- Dienstonderscheiding van de SS, 2e klasse (12 dienstjaren)[4][1]
- Dienstonderscheiding van de Politie, 3 klasse (8 dienstjaren) op 21 augustus 1940[4][1]
- Medaille Winterschlacht im Osten 1941/42 op 29 juni 1942[4][1]
- Militaire Karl-Friedrich-Verdienstorde (WW I)[4][1]
- Ehrenblatt (WW I)[4]
- Abzeichen des SA - Treffens Braunschweig 1931[4]
- Ehrenwinkel der Alten Kämpfer
- Ridderkruis in de Huisorde van Hohenzollern met Zwaarden[1]