Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Edward Bach

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Edward Bach (Moseley, 24 september 1886Didcot, 27 november 1936) was een Engelse arts, homeopaat en kruidengenezer. Hij ontwikkelde een methode die bedoeld is om met behulp van bloemen en bloesems mensen te helpen gezond te worden en te blijven. Deze methode, die Bach-bloesemtherapie genoemd wordt, heeft geen wetenschappelijke basis en valt onder de alternatieve geneeswijzen.

Samenvatting

Edward Bach was een Engelse arts aan het begin van de 20e eeuw. Als bacterioloog aan het Londense Universiteitsziekenhuis bond hij de strijd aan met chronische ziektes en ontwikkelde diverse vaccins. Het beviel hem niet dat er in die periode meer aandacht geschonken werd aan ziektes dan aan de patiënten. Hij vond het ook niet prettig om injecties te geven, omdat de mensen hier bang van waren, en hij de indruk kreeg dat die angst juist een negatieve invloed had.

Later kwam hij te werken in het Londens Homeopathisch Ziekenhuis. Daar kwam hij in aanraking met het werk van Samuel Hahnemann, de grondlegger van de hedendaagse homeopathie, en was hierover zeer onder de indruk. Hahnemann was tot dezelfde conclusie gekomen als hijzelf, namelijk: „Behandel de patiënt, niet de ziekte”. Door zijn eerdere werk te combineren met Hahnemanns homeopathie kwam hij tot de zeven zogenaamde Bach-nosodes, die tot de dag van vandaag gebruikt worden.

Wat hem nog niet helemaal beviel was dat homeopathische geneesmiddelen soms gemaakt worden van stoffen die in pure vorm schadelijk zouden zijn voor de gezondheid. Bach was ervan overtuigd dat alle remedies die een mens nodig kon hebben al lang „door de Schepper in de natuur waren opgenomen,” zoals hij zelf zei. Uiteindelijk liet hij zijn baan in het ziekenhuis en zijn eigen bloeiende Londense praktijk in het voorjaar van 1930 achter en trok naar het platteland op zoek naar die natuurlijke remedies. Daarmee verliet hij, zoals hij zelf zei, het pad van de orthodoxe geneeskunde.

De laatste periode van zijn leven (van 1928 tot 1936) besteedde hij aan het zoeken naar bloemen en bloesems met geneeskrachtige eigenschappen. Planten die in pure vorm schadelijk zijn voor de mens sloot hij uit. In de loop van deze jaren vond hij 37 bloemen die hij geschikt vond en bovendien manieren om ze te verwerken tot remedies. Als 38e potentieerde hij puur water uit een heilzame bron. Ze zijn nu bekend als „Bach Flower Remedies” (BFR) of „Bach-bloesemtherapie” of „Bach Bloesem Remedies]]”.

Jeugd

Edward Bach werd geboren op 24 september 1886 te Moseley 5 km ten zuiden van Birmingham. Van kinds af aan was hij een gevoelig type, niet heel gezond, was graag buiten in de natuur en wist dat hij mensen wilde helpen genezen. Toen hij op 16-jarige leeftijd van school kwam wilde hij zijn ouders niet vragen om een dure medische opleiding te betalen, en besloot om eerst geld te verdienen in de bronsgieterij van zijn vader (1903-1906).

In die periode bemerkte hij hoe moeilijk zijn collega-arbeiders het hadden met gezondheidszorg: ze werkten vaak door als ze ziek waren, want ziek thuisblijven betekende geen loon en wel hoge medische kosten. Hij zag niet alleen hun angst voor ziekte, maar ook dat er niet veel meer werd gedaan dan het verlichten van de klachten en het bestrijden van symptomen. Dit alles sterkte hem in zijn plan om eenvoudige geneesmiddelen te ontdekken voor alle ziekten.

Toen hij uiteindelijk met zijn vader sprak over zijn wens om dokter te worden, besloot deze zijn studie te betalen.

Studie (1906-1914)

Op 20-jarige leeftijd begon hij aan een medische studie aan de universiteit van Birmingham. Vandaaruit ging hij naar het Londense Universiteitsziekenhuis en behaalde daar in 1912 het niet-universitaire "Conjoint" (samengevoegde) diploma M.R.C.S. (Membership of the Royal College of Surgeons) en L.R.C.P. (Licentiate of the Royal College of Physicians). Met deze diploma’s op zak mocht hij in Londen als arts praktiseren, en veel studenten deden daarom dit examen al voordat ze waren afgestudeerd. Vervolgens behaalde hij in 1913 de universitaire graden M.B. (Bachelor of Medicine) en B.S. (Bachelor of Surgery), en rondde hij in 1914 zijn studie af met een D.P.H. (Doctor of Public Health). Als student had Bach al meer interesse in de patiënten dan in hun ziektes.

Bach als regulier arts (1913-1918)

Nadat hij op 14 januari 1913 getrouwd was met Gwendoline Caiger en zijn doktergraden MB en BS had behaald, begon hij als eerste-hulp-arts in het University College Hospital, en later dat jaar als eerste-hulp-chirurg in het London Temperance Hospital, waarmee hij na enkele maanden al moest stoppen omdat zijn gezondheid hem in de steek liet. Daarop begon hij een eigen praktijk in Harley Street, waar hij steeds weer merkte dat de medische wetenschap nog weinig kon uitrichten tegen chronische ziekten. Hij vond dat artsen werden opgeleid om vooral naar ziekten te kijken, en niet naar de persoonlijkheid van de mens, terwijl hij ervan overtuigd was dat die persoonlijkheid juist een belangrijke invloed heeft op gezondheid. Hij vroeg zich af waarom de ene mens ziek wordt, en een andere mens die aan dezelfde omstandigheden wordt blootgesteld niet.

Op die manier raakte hij geïnteresseerd in de leer van de immuniteit en legde zich toe op onderzoek als Assistent Bacterioloog aan het University College Hospital. Hij ontdekte een verband tussen chronische ziekten en de aanwezigheid van bepaalde bacteriën in de darmflora, en vroeg zich af of hun aanwezigheid het herstel bevorderde of juist tegenhield.

Zijn idee om de gevonden bacteriën terug te injecteren had resultaten die zijn verwachtingen overtroffen. Het gebruik van de injectienaald en de pijnlijk gevolgen ervan stond hem echter tegen. Dit werd deels opgelost toen hij ontdekte dat de resultaten verbeterden door een tweede injectie niet na een vaste tijd te geven, maar pas als het effect van de eerste ophield. Hierdoor waren dus minder injecties nodig.

In 1917 overleed zijn eerste vrouw en hertrouwde hij met Kitty Light, bij wie hij een dochter had. In dat jaar was Bach naast zijn eigen praktijk en zijn onderzoek als bacterioloog ook verantwoordelijk voor 400 ziekenhuisbedden voor oorlogsgewonden, en ook nog actief aan de Hospital Medical School. Hij werkte zo hard dat hij soms flauwviel achter zijn onderzoekstafel en had in juli 1917 een zware bloeding die een operatie nodig maakte waarbij een tumor werd verwijderd. Hij kreeg nog drie maanden te leven en vastbesloten om die korte tijd zo goed mogelijk te besteden, werkte hij harder dan ooit om nog zoveel mogelijk van zijn werk af te kunnen maken. Aan het einde van die drie maanden voelde hij zich echter beter dan ooit, en dat sterkte hem in zijn overtuiging dat een mens die met liefde het werk doet waarvoor hij geroepen is, ook gezond en gelukkig is.

Bach als homeopaat (1918-1930)

Toen in 1918 het University College Hospital bepaalde dat alle medewerkers hun nevenwerkzaamheden moesten stoppen, was dat voor Bach aanleiding om direct ontslag te nemen. Hij richtte een eigen laboratorium in, zodat hij zijn werk kon voortzetten, en toen kort daarna een plaats vrijkwam als patholoog en bacterioloog aan het London Homoeopathic Hospital werd hij daar aangenomen. Daar maakte hij kennis met het werk van Samuel Hahnemann, de grondlegger van de hedendaagse homeopathie.

Samuel Hahnemann

Bachs bewondering voor het werk van Hahnemann was grenzeloos: hij vond het ongelofelijk dat een enkele mens, in de donkere dagen van de wetenschap 100 jaar eerder, zulke ontdekkingen had kunnen doen! Hahnemann wist 100 jaar eerder de dingen al die hijzelf met de „moderne wetenschap” (van 1920) pas net aan het ontdekken was, en in zijn ogen wist Hahnemann het zelfs beter, want hij gebruikte geen bacteriën maar middelen uit de natuur. Bovendien was Hahnemann er net als hijzelf van overtuigd dat elk geval anders is en individueel behandeld dient te worden: behandel de patiënt, niet de ziekte.

Op zoek naar een manier om zijn allopathische werk te combineren met dat van Hahnemann werkte hij zijn vaccinerende injecties om tot homeopathische nosodes die via de mond konden worden ingenomen, en was verrukt over de resultaten. (Een nosode is een homeopathisch middel dat is gemaakt van de ziekteverwekker of van ziek weefsel, en is wat dat betreft vergelijkbaar met een vaccin.) Deze zeven nosodes worden tot op de dag van vandaag gebruikt als de Bach-nosodes.

Om te bepalen welke van de zeven nosodes een patiënt nodig had, moest de darmflora onderzocht worden. Dit verzwakte de patiënt, soms alleen al door het onderzoek, soms ook omdat de patiënt zieker werd in de tijd dat hij op de uitslag moest wachten. Totdat Bach ontdekte dat bepaalde types mensen meestal dezelfde bacteriën in hun darmen meedroegen, en dus dezelfde behandeling nodig hadden. Uiteindelijk was hij in staat de uitslag van het onderzoek te voorspellen aan de hand van het type patiënt, en kon hij dus met de behandeling beginnen voordat de uitslag bekend was.

In 1922 scheidde hij van Kitty Light. Hij was intussen zo bekend geworden, en had zoveel werk dat hij het Homoeopathic Hospital verliet en weer een eigen laboratorium opende. Zijn werk vond inmiddels algemene waardering bij homeopaten en reguliere artsen, en hij kreeg de bijnaam "de tweede Hahnemann". De jaren die volgden werden steeds drukker, en de resultaten steeds beter, en hij kwam tot de conclusie dat mensen niet zo zeer genezen door lokale behandeling, maar vooral door algemene verbetering van hun gezondheid, waardoor de lokale klacht verdwijnt.

Tot 1930 volgde Bach de route van een geïnspireerd wetenschapper: hij werkte volgens strikt wetenschappelijke methoden, maar waar een onderzoek meerdere kanten op kon, vertrouwde hij voor de te kiezen richting op zijn intuïtie. En al die tijd bleef hij op zoek naar middelen uit de natuur die zijn nosoden konden vervangen.

Vanaf 1928 ging hij steeds vaker in de natuur op zoek naar planten die hij kon gebruiken. De gevonden bloemen prepareerde hij op homeopathische wijze en probeerde ze uit op zichzelf en zijn patiënten. In september 1928 vond hij de eerste planten die aan zijn wensen voldeden. De resultaten die hij met deze natuurlijke medicijnen behaalde vond hij zo bevredigend dat hij besloot om de wetenschappelijke en kunstmatige medicijnen achter zich te laten.

Bach en zijn bloesems (1928-1936)

In mei 1930 verdeelde hij zijn praktijk onder bevriende artsen, verkocht zijn laboratorium-inventaris en liet Londen definitief achter zich. Samen met zijn assistente Nora Weeks trok hij naar het noorden van Wales. Daar bestudeerde hij planten: waar ze groeien, hoe ze groeien, hun bloeiwijze, kleur, voortplanting, voedingstoffen, alles wat samen het karakter van de plant vormt.

Bach beweert dat planten een eigen karakter (energiepatroon, ziel) hebben, en dat de geneeskrachtige eigenschappen waar hij naar op zoek was juist voortkomen uit dat karakter, niet uit enige werkzame stof. Wetenschappelijk is er tot op de dag van vandaag geen bewijs voor het bestaan van zo’n karakter. Bach baseerde zich bij zijn ontdekkingen niet op enige wetenschappelijke theorie, maar op de werkzaamheid van de gevonden remedies in de praktijk.

Zonnemethode (Cerato)

Hij kwam tot de conclusie dat de dauw die op bloemen ligt die in de volle zon staan, de eigenschappen van de plant in sterke mate overneemt. Omdat het verzamelen van bruikbare hoeveelheden dauw onbegonnen werk was ontwikkelde hij zijn zonnemethode: hij beweert dat water de geneeskrachtige eigenschappen van de plant overneemt wanneer de bloemen enkele uren in de volle zon op dat water drijven. Om de zo ontstane remedie houdbaar te maken voegde hij een evengrote hoeveelheid cognac toe als conserveringsmiddel.

Rondtrekkend door Wales en Zuid- en Oost-Engeland onderzocht hij vele planten. Bij zijn onderzoek kreeg hij hulp van enkele bevriende artsen die zijn remedies gebruikten en de bereikte resultaten met hem deelden, zodat duizenden gevallen konden worden geïnventariseerd. Anderen, hoewel ze hem als geniaal beschouwden voor zijn wetenschappelijke ontdekkingen, konden of wilden hem niet volgen toen hij de wetenschappelijke weg verliet en zijn "kruiden-remedies" ontdekte. Bach zelf benadrukte juist steeds dat gevallen die wetenschappelijk als hopeloos werden gezien, vaak goed te genezen waren met zijn nieuwe remedies.

Hij schreef zijn kijk op gezondheid en ziekte op in de boeken Genees uzelf en Bevrijd uzelf. Hierin beschrijft hij dat lichamelijke klachten volgens hem het gevolg zijn van (gemoeds)toestanden die een mens uit evenwicht brengen, zoals zorgen, angst, onzekerheid, boosheid, fanatisme en dergelijke. Hij zocht planten waarbij hij de positieve eigenschappen voelde die zo’n negatieve houding kunnen verdrijven, zoals vertrouwen, moed, aanmoediging, enz.

Bestand:Bach Mount Vernon.jpg
Mount Vernon, Sotwell, Wallingford

In 1932 rondde hij met de vondst van de twaalfde remedie het eerste deel van zijn werk af. In 1933 publiceerde hij de eerste versie van zijn boekje De twaalf genezers, maar de zoektocht ging door: Hij vond in 1933 nog 4 remedies en vulde zijn boekje aan tot De twaalf genezers & vier helpers, en in 1934 tot De twaalf genezers & zeven helpers.

De periode van 1930 tot 1934 had hij geen vaste woonplaats maar bracht hij regelmatig enkele maanden door in Cromer aan de Engelse oostkust. In 1934 ging hij op zoek naar een vaste plaats om te wonen in zijn geliefde Thames vallei en vond het huis „Mount Vernon” in Sotwell (bij Wallingford). Daar woonde hij tot zijn dood, en in die omgeving ontdekte hij de rest van zijn 38 remedies.

De tweede negentien remedies

In de loop van de jaren was Bach steeds meer gaan vertrouwen op zijn intuïtie, en deze was ook steeds verder ontwikkeld. De manier waarop hij de tweede negentien remedies vond, verschilde totaal van de eerste. Weeks[1] beschrijft dat hij enkele dagen voordat hij een nieuwe remedie vond, zelf last kreeg van een extreme vorm van de gemoedstoestand waar die remedie voor bedoeld was. Soms kreeg hij daarbij fysieke kwalen die bij die gemoedstoestand passen, ook in bijna ondraaglijke vorm. Hij trok er dan op uit tot hij de juiste remedie gevonden had. De eerste van deze remedies vond hij in maart 1935, de laatste in augustus.

Kokenmethode (Mustard)

Voor deze remedies gebruikte hij een nieuwe bereidingswijze, namelijk de koken-methode. Hij verzamelde niet slechts de bloemen, maar stukjes twijg van ca. 15 cm, met daaraan de bloemen en wat blaadjes, als die er al waren. Deze deed hij in een steelpan met vers bronwater, en kookte het geheel dan een half uur. Vervolgens liet hij het afkoelen, filterde het en voegde weer een evengrote hoeveelheid cognac toe als conserveringsmiddel.

De reden waarom hij een nieuwe methode gebruikte is niet helemaal duidelijk. Daarover zijn geen aantekeningen van Bach bewaard gebleven. Een argument is dat de eerste remedies al in maart gevonden werden, toen de zon nog onvoldoende kracht had,(Weeks[1]) maar hij blijft de methode gebruiken tot in augustus, terwijl het jaar voldoende zonnig was (Barnard[2]). Weeks noemt ook nog het feit dat Bach haast had om de remedie te maken vanwege de ernstige klachten die hij had. Barnard wijst erop dat de „gewelddadige” wijze waarop de kracht door het koken aan de plant onttrokken wordt verband kan hebben met de hardnekkigheid van de bijbehorende mentale toestand. Bij de zonnemethode geeft de bloem onder invloed van de zon (ook vuur) zijn kracht op een vriendelijker manier aan het water. Van de tweede negentien bereidde Bach er slechts één volgens de zonne-methode.

De laatste maanden

Nadat hij de tweede negentien remedies gevonden had beschreef hij in de zomer van 1936 alle remedies opnieuw op een zo eenvoudig mogelijke manier in de definitieve uitgave van „De twaalf genezers en andere remedies”. Hij schreef daarin over zijn behandelsysteem: „in zijn eenvoud kan het gebruikt worden in het huishouden”. Dat was wat hij als zijn levenstaak zag: om een geneesmethode te vinden die door leken gebruikt kon worden. In 1932 schreef hij al in zijn boek Bevrijd uzelf: „hoe ieder van ons onze eigen dokter kan worden”. En begin 1936, toen de General Medical Council hem eraan herinnerde dat het niet was toegestaan om leken als assistent in te zetten schreef hij terug: „Ik beschouw het als de plicht en het voorrecht van iedere arts om de zieken en anderen te leren om zichzelf te genezen”, en „Ik heb de orthodoxe geneeskunde verlaten.”

Nu alle remedies gevonden waren, en de behandelmethode compleet, was de laatste taak het verspreiden van de kennis. Hij bereidde een lezing voor die in een tournee door hemzelf en zijn assistenten gegeven kon worden. Op 24 september 1936, zijn 50e verjaardag, hield hij zelf die lezing voor het eerst in Wallingford, het stadje vlakbij Sotwell.

Bestand:Bach grafsteen.jpg
Bachs grafsteen: „Behold I am alive for evermore”

Vanaf eind oktober werd hij ziek, en op de avond van 27 november 1936 stierf hij in een verpleeghuis in Didcot. Zijn overlijdensakte vermeldt "hartfalen" als doodsoorzaak, maar vermeldt ook een sarcoom (tumor). Hij ligt begraven op een klein kerkhof bij de kerk van Sotwell.

Zijn assistenten Nora Weeks, Victor Bullen en Mary Tabor zetten zijn werk voort vanuit Mount Vernon, het huis waar Bach zijn laatste jaren had gewoond, en waar tot op de dag van vandaag het Bach Centre is gevestigd.

Bibliografie (gedeeltelijk)

  • The Nature of Serum Antitrypsin and its Relation to Autolysis and the Formation of Toxins (1920, met F.H. Teale)
  • The Relation of the Autotryptic Titre of Blood to Bacteria Infection and Anaphylaxis (1920, met F.H. Teale)
  • The fate of 'washed spores' on inoculation into animals, with special reference to the Nature of Bacterial Toxaemia (1920, met F.H. Teale)
  • The Relation of Vaccine Therapy to Homoeopathy (april 1920)
  • A Clinical Comparison between the Action of Vaccines and Homoepoathic Remedies (1920)
  • The Confirmation of Homoeopathy by Modern Pathological Science (1922)
  • Intestinal Toxaemia in its Relaton to Cancer (oktober 1924)
  • Chronic Disease: a Working Hypothesis (1925, met C.E. Wheeler)
  • The Problem of Chronic Disease (1927)
  • An Effective Method of Combating Intestinal Toxaemia (maart 1928)
  • The Rediscovery of Psora (1 november 1928)
  • Medicine of the Future (18 oktober 1929)
  • An Effective Method of Preparing Vaccines for Oral Administration (januari 1930)
  • Some New Remedies and New Uses (februari 1930)
  • Some Fundamental Considerations of Disease & Cure (1930)
  • Early Case Notes (februari-juni 1931)
  • Heal Thyself (1931)
  • Ye suffer from Yourselves (februari 1931)
  • Free Thyself (1932)
  • Twelve Great Remedies (februari 1933)
  • My Twelve Remedies (mei 1933)
  • Twelve Healers (1933)
  • The Twelve Healers & Four Helpers (zomer 1933)
  • The Story of the Travellers (1934)
  • The Twelve Healers & Seven Helpers (juli 1934)
  • The Twelve Healers & Other Remedies (1936)
  • Wallingford Lecture: "Healing by Herbs, for use in every Home" (24 september 1936)
  • Masonic Lecture (24 september 1936)

Bachs werk is verzameld in twee uitgaven:

  • Collected Writings of Edward Bach (1987) samengesteld door Julian Barnard
  • The original writings of Edward Bach (1990) samengesteld door Judy Howard en John Ramsell (Bach Centre)

Veel van deze werken zijn in hun geheel beschikbaar op enkele websites:

Weblinks

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen
  1. 1,0 1,1 Nora Weeks (1940), The MEDICAL DISCOVERIES of EDWARD BACH PHYSICIAN. The C. W. Daniel Company Ltd.
  2. º Julian Barnard (2002), Bach Flower Remedies, Form and Function. Lindisfarne books
rel=nofollow
  • Edward Bach (1931), Heal Thyself. The C.W. Daniel Company
  • Edward Bach (1932), Free Thyself.
  • Nora Weeks, THE DR. EDWARD BACH REMEDIES, A talk given to the British Society of Dowsers.
  • Julian Barnard, website van het Bach Flower Research Program (versie 2015).
  • Gregory Vlamis, (1986) Flowers to the Rescue, The Healing Vision of Dr. Edward Bach. Thorsons publishing group

Q969176 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow