Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Cornelis Willem Opzoomer

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Cornelis Willem Opzoomer (Rotterdam, 20 september 1821Oosterbeek, 23 augustus 1892) was een Nederlandse jurist, filosoof, logicus en theoloog, in zijn tijd vooral bekend om zijn elfdelig commentaar op het Nederlandse Burgerlijk Wetboek.

Algemeen

Opzoomer studeerde van 1839 tot 1845 rechten aan de Universiteit van Leiden. In 1846 werd bij buitengewoon hoogleraar en in 1854 gewoon hoogleraar in de wijsbegeerte aan de Utrechtse universiteit. Hier verbleef hij tot zijn emeritaat in 1889. Zijn inaugurele rede in 1846 De wijsbegeerte den mensch met zichzelven verzoenende was de eerste inaugurele rede in Nederland, die in het Nederlands, in plaats van zoals toen nog gebruikelijk in het Latijn, werd uitgesproken.

Opzoomer was een der voormannen van de moderne theologie.

Hij was ook jurist en vertaler van Sophocles en Shakespeare . Verder was hij lid en later algemeen voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, KNAW. Bekende leerlingen van Opzoomer waren Mr. Arnold Kerdijk (1846-1905), Bernard van der Wijck (1836-1925) en tot op zekere hoogte J.P.N. Land (1834-1897).

Trivia

Er is een vergaderkamer in de Universiteit van Utrecht en een straat in Utrecht naar hem genoemd. Ook Rotterdam kent een Opzoomerstraat. Bewoners in deze straat namen actie ter verbetering van hun leefomgeving, die later werd aangeduid met het werkwoord opzoomeren.

Literatuur

Opzoomer schreef verschillende boeken:

  • De wijsbegeerte, den mensch met zich zelven verzoenende, Leiden : J. H. Gebhard, 1846.
  • De vrucht der godsdienst, Amsterdam : Gebhard, 1848.
  • De weg der wetenschap, 1851.
  • Staatsregtelijk onderzoek, Amsterdam : Gebhard, 1854.
  • Wetenschap en wijsbegeerte, Amsterdam : Gebhard, 1857.
  • De waarheid en hare kenbronnen, Amsterdam : J. H. Gebhard & Comp, 1859.
  • Het wezen der kennis: een leesboek der logika, 1863.

Opzoomer schreef verschillende redevoeringen ter opening van zijn academische lessen in de wijsbegeerte in Utrecht, waaronder:

  • Het karakter der wetenschap: eene voorlezing, ter opening der akademische lessen (1853); De restauratie (1854); Het teeken des tijds (1859); Geschiedenis en wijsbegeerte (1860); De geest der nieuwe rigting (1861); Cartesius (1862); Wat dunkt U van den Christus? (1863); De orthodoxie aan het staatsroer (1863); De waarborgen van onzen vooruitgang (1864); Oud of nieuw? (1865); Göthe’s Godsdienst (1868); De vrije wetenschap (1869); De Bonapartes en het recht van Duitschland ook na Sedan (1871); Vrijheid en onfeilbaarheid (1872)

Verdere artikelen van Opzoomer over wijsbegeerte en recht:

  • 1852, De staatkunde van Edmund Burke.
  • 1866, De vertegenwoordiging volgens de Nederlandsche grondwet
  • 1867, De wetenschap, haar vrucht, haar gang en haar regt: een voorlezing, uitgesproken te Enschedé.
  • 1869, Een woord tot mijne Katholieke Landgenooten.
  • 1871, Een nieuwe kritiek der wijsbegeerte.
  • 1873, De grenzen der staatsmacht.
  • 1873, Onze achterlijkheid in de kunst der wetgeving: aangetoond vooral in die artikelen der grondwet die aan het onderwijs gewijd zijn.

Externe links

rel=nofollow