Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Cornelis Felix van Maanen
Cornelis Felix van Maanen, ('s-Gravenhage, 9 september 1769 – aldaar, 14 februari 1846) was minister van Justitie onder Lodewijk Napoleon en Willem I.
Jeugd en Studies
C.F. van Maanen was de oudste zoon van mr. Johannes van Maanen (1738-1795) en Maria van Overzee (1739-1830). Zijn vader studeerde en promoveerde in 1760 in Leiden. Daarna vestigde hij zich in Den Haag als advocaat. Hij was actief patriot en werd op 13 februari 1795 benoemd tot Raad in het Hof. Een maand later overleed hij. Zijn grootvader Cornelis van Maanen (1708-1743) was notaris en procureur.
Van Maanen volgde de Latijnse school in Den Haag en ging in 1788 in Leiden studeren. Zijn jongere broer Petrus Jacobus (1770-1854) studeerde medicijnen. Zij werden lid van een geheim studentencorps, waar zij verder ingewijd werden in de beginselen van het patriottisme. Van Maanen promoveerde in 1793, en werd advocaat in Den Haag, net als zijn vader. Op 12 juli 1793 legde hij de advocateneed af voor het Hof van Holland. Zijn broer werd later hoogleraar aan de universiteiten van Harderwijk en Amsterdam.
Advocaat
Van Maanen begon zijn bestuurlijke loopbaan tijdens de Bataafse Republiek en was minister van Justitie en Politie van 1806 tot 1809 onder Lodewijk Napoleon. Ten tijde van de Franse Inlijving (1810-1813) was Van Maanen president van het Keizerlijk Gerechtshof in Den Haag. Van Maanen maakte deel uit van de Grondwetscommissies in 1814 en 1815. Hij had een groot aandeel in de totstandkoming van de codificatie van het recht in wetboeken.
Politicus
Aanvankelijk was hij tamelijk verlicht en voorstander van openbare Kamervergaderingen. Onder Willem I speelde hij echter een belangrijke rol bij het tegengaan van oppositie, onder andere door maatregelen om de persvrijheid te beperken. Bekend in deze context was het proces tegen de katholieke apologeet, historicus en dichter Joachim le Sage ten Broek die mede door zijn toedoen in de cel belandde. Hij was een tegenstander van de invoering van ministeriële verantwoordelijkheid en voorstander van het regeren bij besluit. In 1842 verving Willem II hem door de liberalere Van Hall. Vanaf 1815 tot 1842 was Van Maanen Minister van Justitie. Vanaf 1842 was hij minister van staat.
Taalpolitiek
Van Maanen was eveneens een groot pleitbezorger van het gebruik van de Nederlandse taal in het zuidelijk deel van het verenigde Nederland ten noorden van de taalgrens, het huidige Vlaanderen. Hij was de inspirator van het belangrijke Koninklijk Besluit van 15 september 1819: vanaf 1 januari 1823 werd het Nederlands de enige officiële taal voor gerechts- en bestuurszaken in de provincies West- en Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Limburg, een gebied dat achteraf nog werd uitgebreid met de Vlaamstalige arrondissementen Brussel en Leuven in de provincie Zuid-Brabant.[1] Hij zette zich ook in voor zowel de kwaliteitsverbetering als de vernederlandsing van het onderwijs in deze gebieden. Op die manier werden de kiemen gelegd voor de ontwikkeling van een Nederlandstalige sociale elite in Vlaanderen die later in het nieuwe, op Franse leest geschoeide België de basis zou leggen voor de Vlaamse Beweging.[2] Al deze maatregelen, hoewel geleidelijk aan en zeker niet bruusk opgelegd, maakten hem onpopulair bij de Belgische Franstalige oppositie, die dan ook op de dag dat de Belgische Revolutie (26 augustus 1830) uitbrak zijn residentie in Brussel in brand stak. Hij werd toen tijdelijk vervangen door Van Pallandt van Keppel.
Persoonlijk
Van Maanen huwde te ’s-Gravenhage op 11 november 1798 Maria Theodora van der Meersch (’s-Gravenhage, 5 september 1771 – aldaar 8 april 1855), dochter van Mr. Guilliam van der Meersch en Adriana Gerarda van der Craght.
Voorganger: Jacob Jan Cambier |
Minister van Justitie en Politie 1807-1809 |
Opvolger: Jean Henry Appelius |
Voorganger: A. W. J. J. baron van Hugenpoth tot Aerdt |
Minister van Justitie 1815-1830 |
Opvolger: F. W. F. Th. baron van Pallandt van Keppel |
Voorganger: F. W. F. Th. baron van Pallandt van Keppel |
Minister van Justitie 1830-1842 |
Opvolger: F. A. baron van Hall |
|