Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Auteursrecht

Uit Wikisage
(Doorverwezen vanaf Copyright)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Auteursrecht (ook bekend als copyright) is het recht van de auteur van een werk van literatuur, wetenschap of kunst om te bepalen hoe, waar en wanneer zijn werk wordt gepubliceerd of vermenigvuldigd. Dit recht ontstaat vanzelf bij het maken van zo'n werk.

Aanvankelijk was het auteursrecht bedoeld voor boeken, maar tegenwoordig ook voor veel andere zaken, zoals software, films, opgenomen muziek en beeldende kunstwerken en journalistiek werk. De Nederlandse Auteurswet bevat bijzondere bepaling voor nieuws.

Opzettelijke schending van het auteursrecht is in Nederland een misdrijf en kan met gevangenisstraf worden bestraft. Bij schending van auteursrecht kan bij de politie aangifte gedaan worden. In de praktijk zal zelden tot vervolging worden overgegaan tenzij sprake is van grootschalige opzettelijke inbreuk. Een civiele rechtszaak is dan wel mogelijk.

Artikel 1 van de Auteurswet 1912 definieert 'auteursrecht' als volgt:

"Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld."

Volgens de Nederlandse Hoge Raad in het Van Dale/Romme-arrest is elk originele schepping waarin het stempel van de maker te herkennen is een auteursrechtelijk beschermd werk. Dat het auteursrecht niet altijd gaat boven de vrijheid van meningsuiting heeft de rechter bepaald in het Scientology-arrest.

Auteursrecht als exclusief recht

Auteursrecht is het exclusieve recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen. Hieronder valt onder andere het recht om kopieën en reproducties van het werk te maken, te verkopen of om van dit werk afgeleide producten te maken en het werk publiekelijk tentoon te stellen.

Volgens het Nederlandse auteursrecht kan de maker het auteursrecht ook overdragen aan een ander, bijvoorbeeld door het auteursrecht te verkopen. Daarnaast kan de maker een licentieovereenkomst sluiten met iemand die te kennen geeft het werk openbaar te willen maken of te willen verveelvoudigen. Indien het niet verkocht is erven bij het overlijden van de auteur diens nabestaanden het auteursrecht.

Het auteursrecht regelt de bescherming van artistieke en wetenschappelijke scheppingen en behoren tot het intellectuele (geestelijke) eigendom. Ook tot intellectueel eigendom worden gerekend octrooien, tekening- en modelrechten, kwekersrechten en merken en handelsnamen. Soms wordt wel de term "industriële eigendom" gebruikt voor deze rechten, ter onderscheid van het intellectuele eigendom waartoe auteursrecht en naburige rechten dan gerekend worden.

Auteursrecht ontstaat automatisch door de "creatieve daad" en is van kracht tot 70 jaar na het overlijden van de maker. Er is geen formele eis, zoals registratie, depot, aanvraag of zelfs het plaatsen van een copyright-teken nodig om aanspraak te kunnen maken op de bescherming. In het bijzonder geldt dat een werk niet af hoeft te zijn voor het beschermd is: elke kladversie is ook al beschermd, zolang er dus maar de creatieve hand van de maker in te herkennen is.

In tegenstelling tot octrooien die het monopolierecht verlenen voor uitvindingen, geldt auteursrecht alleen voor specifieke creatieve uitingen van één of meer ideeën. Het zelf maken van een werk dat lijkt op een bestaand werk is dus geen inbreuk op het auteursrecht. Daarbij mogen echter geen concrete elementen worden overgenomen uit het oude werk. Het zodanig wijzigen van een oorspronkelijk werk dat er een nieuw, eigen, werk ontstaat is dus inbreuk op het auteursrecht, alhoewel er tegelijk wel auteursrechtelijke bescherming op het nieuwe werk rust.

Wanneer iemand eigenaar is geworden van een fysiek product waarop een auteursrechtelijk beschermd werk staat (bijvoorbeeld een boek of een cd met muziek), mag deze met dat product een aantal zaken doen zonder daar in beperkt te worden. Zo mag hij het werk doorverkopen aan een ander. Dit vervallen van de rechten van de maker van het werk op dat ene exemplaar van het werk heet uitputting van het auteursrecht. Uitputting geldt alleen voor het ene exemplaar dat aan die persoon verkocht is. Een kopie of een gewijzigde versie mag echter niet zomaar worden doorverkocht of tentoongesteld.

Niet in alle gevallen is het maken van kopieën het alleenrecht van de eigenaar van het auteursrecht of van licentiehouders. Hier volgen enkele voorbeelden.

  • citaatrecht : Volgens het Nederlandse (art. 15a Auteurswet 1912) en het Belgische citaatrecht mogen auteursrechtelijk beschermde werken geciteerd worden in een aankondiging, beoordeling, polemiek of wetenschappelijke verhandeling, onder de voorwaarde dat het werk waaruit geciteerd wordt rechtmatig openbaar is gemaakt en het geciteerde materiaal een subfunctie vervult in het hoofdwerk. Het citaatrecht is beperkter en meer afgebakend dan het begrip fair use.
  • Fair use: In de Verenigde Staten staat de fair use doctrine toe kopieën te maken van een beperkt deel van eigendomsrechtelijk werk, dat wil zeggen voor bepaalde doeleinden, zoals onderwijs, kritieken en hekelingen. Ook is het in het algemeen toegestaan om voor eigen gebruik kopieën te maken van werken die men in het bezit heeft, mits die niet verder verspreid worden. Vanwege het territorialiteitsbeginsel heeft deze regeling echter geen enkele rechtskracht in Europa.
  • Thuiskopie ofwel beperkt eigen gebruik: Volgens het Nederlands auteursrecht is het maken van enige exemplaren voor eigen oefening, studie of gebruik geen inbreuk op het auteursrecht (art. 16c Auteurswet 1912). Een thuiskopie mag niet aan derden worden afgegeven: daarmee overschrijdt men dat wettelijk vrijgelaten beperkt eigen gebruik. De Belgische wetgeving bevat een gelijkwaardig artikel (art. 22, § 1, 5° Auteurswet).
  • Werken afkomstig van de openbare macht. Volgens art. 15b Auteurswet 1912 zijn werken afkomstig van de openbare macht niet auteursrechtelijk beschermd, tenzij het auteursrecht uitdrukkelijk is voorbehouden. Zie verder: Auteursrecht op werken van de staat.

Overdracht van auteursrecht en licentie

De overdracht van het auteursrecht kan alleen door middel van een onderhandse akte. Deze mag op papier maar ook elektronische akten zijn tegenwoordig mogelijk.[1] [2]. Daarbij moet het woord "overdracht" en de aanvaarding daarvan bij voorkeur letterlijk worden opgenomen. Ook moet de akte worden ondertekend door beide partijen.

Na overdracht verliest de oorspronkelijke eigenaar de zeggenschap (behoudens de persoonlijkheidsrechten) over het auteursrecht. In plaats van het overdragen van het auteursrecht wordt dan ook vaak een gebruiksrecht gegeven voor een bepaald doel. Dit heet een gebruiksrecht of, in distributieverhoudingen, licentie. De rechthebbende behoudt dan het auteursrecht, maar staat een ander, de gebruiker (of licentienemer), toe om aan de rechthebbende voorbehouden handelingen te verrichten.

Indien de maker in loondienst werkzaam is, in de zin van een arbeidsovereenkomst (bijvoorbeeld met een uitgever van een tijdschrift), geldt als regel een (stilzwijgende) afstand of overgang van de exploitatierechten waardoor deze aan de werkgever toevallen, tenzij anders door partijen was overeengekomen. Betreft het niet de rechtsfiguur arbeidsovereenkomst, dan geldt andersom: behoud van rechten, tenzij anders overeengekomen. Zie ook hieronder onder persoonlijkheidsrechten.

Persoonlijkheidsrecht

Ook nadat de auteur het auteursrecht heeft overgedragen of licentie heeft verstrekt kan de auteur zich in sommige gevallen met een beroep op "persoonlijkheidsrechten" verzetten tegen publicatie. Dit recht dient met name ter bescherming van de immateriële belangen van de auteur. Het is dan aan de rechter om te beoordelen of een en ander ook het geval is. Mogelijke gronden kunnen zijn wanneer hij niet als auteur wordt vermeld of niet het nodige respect wordt getoond tegenover zijn werk, wanneer het wordt gebruikt op een wijze of in een context die niet overeenstemt met de bedoeling waarmee het was gemaakt. Op grond van artikel 6bis van de Berner Conventie blijft (voor de landen die zich daarbij hebben aangesloten) het recht zich daartegen te verzetten altijd bij de maker, ook indien deze zijn exploitatierecht zou hebben afgestaan. In Nederland is dit neergelegd inartikel 25 van de Auteurswet 1912.

Klassieke voorbeelden zijn gebruik in een onwelgevallige politieke context (voor een concreet geval zie Koen Wessing) of bijvoorbeeld gebruik van kerkmuziek in het spookhuis op de kermis. Van schending van dit recht kan ook sprake zijn wanneer de publicatie onder een andere naam wordt uitgegeven. Ook kan hij zich, binnen de grenzen van de redelijkheid, verzetten tegen verandering en behoudt hij het recht zich te verzetten tegen misvorming van zijn werk en tegen verminking wanneer dit in het nadeel zou zijn van de eer en de goede naam van de maker.

Een tamelijk extreem voorbeeld hiervan is het persoonlijkheidsrecht dat een architect heeft op zijn ontwerpen in al hun uitvoeringen — dus ook de uiteindelijke gebouwen. In het Nederlandse recht is een aantal gevallen bekend van architecten die zich, op grond van het auteursrecht, verzet hebben tegen ingrijpende veranderingen aan of sloop van "hun" bouwwerken. Denk aan het toevoegen van een goedkoop houten schuurtje aan een groot gebouw van glas en staal, of het ophangen van knaloranje zonwering. Volgens de laatste jurisprudentie is sloop van een werk echter geen inbreuk op het persoonlijkheidsrecht, omdat daarmee de reputatie van de maker niet wordt aangetast.

Tenzij anders overeengekomen, wordt indien een werk tot stand komt in dienst van een ander, als maker aangemerkt degene in wiens dienst het werk tot stand kwam. Het auteursrecht berust dan bij de werkgever, de persoonlijkheidsrechten bij de werknemer, die op basis hiervan bijvoorbeeld kan eisen dat hij genoemd wordt. Volgens de jurisprudentie moet onder dienst worden verstaan: in loondienst, d.w.z. indien bij het aangaan van de rechtsverhouding tussen partijen was gekozen voor de wettelijk geregelde figuur van de arbeidsovereenkomst. Bij andere overeenkomsten is zonodig aan de rechter ter beoordeling of de rechten bij de maker zijn gebleven, dan wel toevallen aan diens wederpartij.

Veel Europese landen voorzien de artiest of uitvoerend musicus ook van recht op wederverkoop, wat betekent dat de kunstenaar, elke keer als een opname van zijn optreden getoond wordt, recht heeft op een deel van de toegekende waarde van zijn werk. Dit staat bekend als "naburige rechten".

Geldigheidsduur van het Europese auteursrecht

Het auteursrecht is nergens ter wereld onbeperkt geldig. Volgens de Berner Conventie vervalt het auteursrecht vijftig jaar na de dood van de auteur. De Europese Unie heeft daar in 1995 naar Duits voorbeeld nog een schepje bovenop gedaan: het auteursrecht vervalt zeventig jaar na de dood van de auteur. Volgens het Nederlandse overgangsrecht geldt deze termijn van zeventig jaar ook voor auteurs die tussen 1923 en 1995 zijn overleden. Voor auteurs die zijn overleden voor 1923 geldt de termijn van vijftig jaar. Als het auteursrecht is verlopen, komt het werk in het publiek domein. Reproducties van zo'n werk kunnen echter nog steeds auteursrechtelijk beschermd zijn, als ze ten minste eigen creativiteit toevoegen aan de reproductie. Zie het Van Dale/Romme-arrest.

Geschiedenis

Tot de uitvinding van de boekdrukkunst was er niet of nauwelijks sprake van exclusieve rechten op werken. Nadat drukken populair werd, verleenden diverse overheden exclusieve drukrechten op boeken aan drukkers (niet aan auteurs). Een regeling uit Groot-Brittannië uit 1710 (The Statute of Anne) erkende voor het eerst dat auteurs, en niet uitgevers, de eerste rechthebbenden moeten zijn. Het hield tevens bescherming in voor kopers van gedrukt werk, in de zin dat uitgevers het gebruik van verkocht werk niet mochten controleren. Ook beperkte het de duur van dergelijke exclusieve rechten tot 28 jaar, waarna het werk of de werken zouden overgaan tot het publieke domein.

De Berner Conventie (1886) regelde voor het eerst de erkenning van auteursrechten tussen soevereine landen. (In bescherming van auteursrecht werd ook voorzien door de Universele Conventie voor Auteursrecht in 1952, maar die conventie is vandaag de dag alleen interessant uit historisch oogpunt — het is de oorsprong van het ©-teken.)

Onder de Berner Conventie werd auteursrecht automatisch toegekend aan elk creatief werk. De auteur hoeft het niet te laten registreren en hoeft geen aanvraag te doen voor eigendomsbescherming. Zodra het werk bestaat – dat wil zeggen, geschreven of opgenomen is op een fysiek medium – zijn de auteur automatisch alle exclusieve rechten voor dat werk en alle afgeleide werken toegekend, tenzij en totdat de auteur expliciet afstand doet van die rechten of totdat het auteursrecht is verjaard. De termijn voor verjaring verschilt van land tot land, maar is onder de Berner Conventie minimaal het leven van de auteur plus 50 jaar. In de Europese Unie geldt bijvoorbeeld een termijn van 70 jaren na het overlijden van de auteur.

Nationale wetten en verdragen

Wetten op het auteursrecht variëren van land tot land.

Er bestaan echter ook verschillende internationale overeenkomsten met betrekking tot auteursrecht, waaronder:

  • De Conventie van Bern, 1886
  • De Universele Conventie voor Auteursrecht (Universal Copyright Convention) 1952
  • De WIPO Copyright Treaty (het WIPO Verdrag m.b.t. auteursrechten)
  • De WIPO Performances and Phonograms Treaty (het WIPO uitvoeringen- en Platenverdrag)
  • De Trade Related Aspects of Intellectual Property (TRIPS) (regelt de rechten met betrekking tot handel in intellectuele eigendommen)

Daarnaast is er ook een groot aantal verdragen die specifieke onderdelen van het auteursrecht regelen. Te denken valt aan de Europese Richtlijn op de Auteursrechtelijke Bescherming van Software (die voor landen van de Europese Unie regels stelt voor het auteursrecht op software) en de Europese Richtlijn op de Naburige Rechten (rechten die samenhangen met het auteursrecht, maar geen auteursrechten zijn – zoals de intellectuele eigendomsrechten van acteurs en cabaretiers op uitvoeringen die zij gespeeld hebben van teksten die door anderen geschreven zijn). Deze laatste is overigens ook interessant omdat die richtlijn de verjaringstermijn van de bescherming binnen de Unie per 1 januari 1994 optrekt van 50 naar 70 jaar.

Regels

Er zijn veel misverstanden, maar dit zijn de regels voor auteursrecht.

  • Auteursrecht is automatisch, in elk geval in de (vele) landen die de Conventie van Bern ondertekend hebben: zodra iemand een werk maakt, rust daar in die landen auteursrecht op.
  • Het woord "copyright" heeft in Nederland geen juridische betekenis. Wel juist is "dit werk is auteursrechtelijk beschermd".
  • Vermelden of een werk auteursrechtelijk beschermd is, b.v. met het symbool ©, verandert niets aan de beschermde status; het is alleen handig voor de duidelijkheid. Zo'n expliciete vermelding was tot 1989 wel nodig in de Verenigde Staten (waar pas in dat jaar de Conventie van Bern in werking trad).
  • Auteursrecht maakt het de maker gemakkelijker om zijn werk te exploiteren. Maar ook als een maker zijn werk niet wil exploiteren is het auteursrecht van belang, want die geeft de maker ook de zeggenschap om te belissen dat zijn werk zelfs niet - of alleen onder bepaalde voorwaarden - door anderen geëxploiteerd mag worden. Dit is de manier waarop het auteursrecht wordt gebruikt bij open source, en andere "copyleft"-toepassingen.
  • Op eigennamen en uitvindingen rust geen auteursrecht, maar kan wel een handelsmerk of een octrooi rusten (in het Engels respectievelijk met trademark en patent aangeduid).
  • Omgekeerd kan een handelsmerk overigens wel tevens door het auteursrecht beschermd worden, maar dan moet het voldoende origineel zijn. Dit soort samenloop komt veel voor in het recht van de intellectuele eigendom. het is echter geen doublure: het auteursrecht biedt een andere bescherming dan het merkenrecht.
  • Inbreuk maken op iemands auteursrecht is niet hetzelfde als diefstal of plagiaat. De vergelijking met diefstal wordt vaak gemaakt. Diefstal heeft echter tot gevolg dat de eigenaar geen toegang meer tot zijn bezit heeft; in het geval van werken is dat moeilijk te beweren. Diefstal leidt tot directe schade in het vermogen van het slachtoffer, auteursrechteninbreuk tot indirecte schade (misgelopen winst).
  • Een opzettelijk schending van auteursrecht is niettemin een misdrijf waar een geldboete dan wel vrijheidsstraf op staat. Een slachtoffer van auteursrechteninbreuk kan aangifte doen bij de politie. Alleen bij inbreuken met grote economische schade gaat de Officier van Justitie tot vervolging over.
  • Op nieuws en actualiteiten rust een beperkt auteursrecht: deze twee mogen door andere nieuwsmedia (dus niet door iedereen) vrijelijk gebruikt worden, mits met bronvermelding. Deze uitzondering dient de 'free flow of information'.
  • Iedereen die een creatief werk maakt, heeft daar auteursrecht op. Een onderbelichte, slecht samengestelde foto op een persoonlijke homepage is net zo zeer beschermd als de twee meter hoge afdruk van een perfecte foto door een professionele fotograaf.
    Auteursrecht geldt alleen op oorspronkelijke (dat wil zeggen: originele) werken. De maker van het werk moet enige creativiteit hebben gebruikt bij het maken van het werk, hij moet een bepaalde creatieve beslissing genomen hebben bij het maken om voor bescherming in aanmerking te komen. Een foto van een bestaand schilderij met niets anders erop is bijvoorbeeld niet een werk dat een eigen bescherming kan genieten (zie het Van Dale/Romme-arrest). Het maakt daarbij niet uit of het uiteindelijke werk mooi of lelijk is. Hoe ver dit gaat, wisselt een beetje per land. Pasfoto's zijn in België een voorbeeld van werken die uitgesloten zijn van auteursrecht omdat ze op een standaard manier ('mechanisch') geproduceerd worden. Op pasfoto's rust echter wel een portretrecht. In Nederland daarentegen is er wel auteursrecht van toepassing op pasfoto's, al wordt dat recht beperkt door het portretrecht: zonder toestemming van de geportretteerde mag de pasfoto niet worden gepubliceerd.
  • Een auteur kan zijn rechten ook overdragen aan een ander, bijvoorbeeld door het gebruik van securitisatie. De auteur ontvangt in dat geval de huidige waarde van toekomstige (auteursrecht) geldstromen op het moment van publieke aanbieding.
  • Auteursrecht duurt tijdelijk (bijvoorbeeld 70 jaar na overlijden van de maker), daarna komt een werk in het publiek domein. Een auteur kan ook voortijdig afstand doen van zijn recht ten behoeve van wie het maar wil gebruiken. Dat wil nog niet in alle gevallen zeggen dat een werk dan vrij gekopieerd en gepubliceerd mag worden. Op portretten rust bijvoorbeeld het portretrecht van de geportretteerde en op afbeeldingen van kunstuitingen kan beeldrecht rusten. Bovendien is het zo dat de auteur van een werk altijd bepaalde rechten behoudt, zelfs als hij van zijn auteursrechten afstand doet; te denken valt aan het recht om als auteur/maker van het werk genoemd te worden in of op of bij dat werk. Dit zijn de zogenaamde persoonlijkheidsrechten of 'morele rechten'.

Copyleft en Free Culture-beweging

De toenemende wetgeving op het gebied van auteursrecht heeft sommige mensen er toe bewogen actie te voeren voor een minder restrictief en 'vrijer' auteursrechtenbeleid. Deze beweging wordt ook wel de Free Culture-beweging genoemd. Een aantal belangrijke 'leden' van deze beweging zijn onder meer Creative Commons, die lossere licenties aanbiedt die auteurs op hun werk kunnen gebruiken en burgerrechtenorganisaties als het Amerikaanse EFF en het inmiddels grotendeels opgeheven Nederlandse Bits of Freedom.

De licenties die deze organisaties propageren vallen vaak onder het kopje copyleft, met als teken een omgedraaide C:

Ook Wikisage gebruikt een copyleftlicentie, de GNU-licentie voor vrije documentatie (GFDL).