Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Brits-Israëlisme

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Brits-Israëlisme (ook Anglo-Israëlisme) is een theologische leer die inhoudt dat de Britten en andere Noord-Europese volkeren afstammen van de tien „verloren stammen van Israël”.

Inhoud

Volgens het Bijbelverslag viel het volk Israël, dat oorspronkelijk uit twaalf stammen bestond, na de dood van koning Salomo uiteen in twee verschillende rijken (1 Koningen 12:20). Het noordelijke rijk, Israël, bestond uit tien stammen, het zuidelijke rijk Juda uit twee stammen. De stammen van het zuidelijke rijk bestaan nog steeds als de joden. De tien noordelijke stammen (2 Koningen 17:6) zouden hun identiteit hebben verloren.

Volgens het Brits-Israëlisme zouden deze verloren stammen niet geassimileerd zijn in de bevolking van het Assyrische rijk, zoals de meeste historici veronderstellen, maar zouden zij geïdentificeerd kunnen worden als de Skythen. Zij zouden via Turkije, de Kaukasus en zuidelijk Rusland naar West- en Noord-Europa zijn getrokken, waar de Angelsaksen, de latere Britten, direct van hen zouden afstammen.

Zienswijzen van het Brits-Israëlisme komen ook in het Nederlands taalgebied voor. De aanhangers van deze zienswijze stellen dat de personen van het Huis Israël of „de verloren schapen van Israël” in noordwestelijke richting trokken, dwars door Europa. Via Duitsland (wat voorgesteld wordt door Assur of Assyrië) trokken zij naar Nederland, België en Noord-Frankrijk, de Scandinavische landen en de Britse eilanden. Daar zouden zij nog steeds zijn, met uitzondering van de stam Manasse, die zich later in Noord-Amerika vestigde en de Verenigde Staten vormde.[1]

Naast de beschrijving uit de Bijbel zijn er een aantal legenden die mogelijk bijdroegen tot het ontwikkelen van de theorie van het Brits-Israëlisme, zoals de verhalen dat Joseph van Arimathea en Paulus van Tarsus naar Engeland zouden zijn gekomen, de Arthur-legenden en het verhaal dat de laatste telg uit het huis van koning David bij de val van Jeruzalem naar Ierland zou zijn gevlucht en zo het huis David hebben voortgezet.

De eerste aanhangers van het Brits-Israëlisme concludeerden hieruit dat deze volkeren uiteindelijk samen met de joden het beloofde land Israël zouden bewonen. In latere varianten van de leer ging men ervan uit dat de Joden de beloften hadden verloren en dat deze waren overgegaan op de „Angelsaksische”, namelijk „christelijke” volkeren, die zo de erfgenamen van de beloften uit het Oude Testament werden.

Symbool

In het Brits-Israëlisme wordt dikwijls een bijzondere waarde toegekend aan de Schotse kroningssteen steen van Scone, die van 1296 tot 1996 onder de kroningstroon van de Engelse koningen in Westminster lag. Dit zou de steen zijn geweest waarop Jacobs hoofd rustte toen hij in een droom de hemelsladder zag (Genesis 28:10-22).

Geschiedenis

In de Declaration of Arbroath uit het jaar 1320, die wordt beschouwd als de Schotse onafhankelijkheidsverklaring, is een sterke identificatie aanwezig met het volk van Israël.[2] De brief spreekt over voorouders die uit Scythië via Spanje in Schotland terecht zouden zijn gekomen. Vanaf de aankomst van deze voorouders in Schotland wordt teruggerekend tot de Exodus van het volk Israël uit Egypte.

De Engelse jurist John Sadler (1615–1674) bracht voor het eerst de Brits-Israël-theorie onder woorden in 1649 („The rights of the kingdom”). In 1840 publiceerde de Ierse geestelijke John Wilson een geschrift met de titel Our Israelitish Origin: Lectures on Ancient Israel, and the Israelitish Origin of the Modern Nations of Europe (Onze Israëlitische oorsprong: Lezingen over het oude Israël, en de Israëlitische oorsprong van de moderne naties van Europa), waarin hij deze theorie uitbreidde op andere „Teutoonse” volkeren, vooral uit Duitsland, Italië, Frankrijk en Zwitserland. Hij geloofde dat zij van verschillende Skythische stammen afstamden, die op hun beurt afkomstig waren van de tien verloren stammen van Israël.

Pas in 1874 werd het Brits-Israëlisme in ruimere kring bekend, toen Edward Hine, die in 1840 een lezing van Wilson had gehoord, een boek uitgaf met de titel „Forty-Seven Identifications of the British Nation with the Lost Ten Tribes of Israel” (47 identificaties van de Britse natie met de verloren tien stammen van Israël), waarin hij het toenmalige Britse Rijk met het Bijbelse Israël uit de Hebreeuwse Bijbel gelijk zette.

Hine en zijn volgelingen waren niet antisemitisch ingesteld, maar wensten daarentegen dat het „Angelsaksische volk” zich ooit opnieuw zou verenigen met de stammen Juda en Levi in het „beloofde land”. Hij geloofde dat deze hereniging de Wederkomst van Christus zou inleiden.

In 1884 besloot Hine deze beweging in de Verenigde Staten te verspreiden, om de van Europeanen afstammende Amerikanen hun werkelijke identiteit bekend te maken. Aanvankelijk hadden zijn pogingen geen succes. In de jaren 1920 werd Howard Rand overtuigd van het Brits-Israëlisme. In 1928 werd hij National Commissioner van de Anglo-Saxon Federation of America en in 1937 begon hij met de uitgeverij Destiny Publishers, die tot op heden een aantal van zijn werken uitgeeft.

Rand verklaarde dat de Joden niet enkel van het oude Israël afgescheiden werden, maar dat ze ook de ware stammen van Israël hadden verlaten en daarom niet meer Gods volk waren. Het blanke „Angelsaksische volk” van overwegend Europese afstamming zou daarentegen het ware uitverkoren volk Israël zijn. Zijn uitleg had nog geen racistische trekken, maar verenigde de aanhangers in het geloof dat Gods oudtestamentische beloften op hen van toepassing waren.

De aanhangers van het Anglo-Israëlisme zijn niet georganiseerd, maar bevinden zich in diverse kerkgemeenschappen. Schattingen van het aantal aanhangers variëren sterk: van 2000 tot 100.000.

Een variante van het Brits-Israëlisme werd verspreid door Herbert W. Armstrong, die hierop zijn „Wereldwijde Kerk van God” fundeerde. Armstrong kwam in contact met de ideeën van het Brits-Israëlisme door de geschriften van Greenberry G. Rupert. Na Armstrongs overlijden splitste de kerk in talrijke groepen, waarvan een aantal afsplitsingen vasthouden aan het Brits-Israëlisme. De hoofdgroep veranderde zich in de richting van een evangelische vrije kerk.

In het conflict in Noord-Ierland, stichtte William McGrath, een aanhanger van het Brits-Israëlisme, Tara, een unionistisch loyalistisch-protestantse paramilitaire organisatie.

Extreme versies van de leer van Howard Rand werden reeds vroeg overgenomen door de Ku Klux Klan en Amerikaanse Nazi-groepen (Nazi supremacist groups) en vormen de achtergrond van de racistisch-antisemitische Christian Identity-beweging.

Weblinks

Bronverwijzingen

  1. º God waarschuwt Nederlands Israël, website „Gemeente van God”, 2013.
  2. º The Declaration of Arbroath
rel=nofollow

Q2302742 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow