Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Bob Claessens

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

François Maria 'Bob' Claessens (Antwerpen 4 mei 1901 - Orchimont 12 augustus 1971) was een Belgische advocaat en communist.[1][2][3][4]

Levensloop

Interbellum

Claessens kwam uit de rijkere burgerij, zijn vader was handelaar en was vrijmetselaar. Hij liep school in het Koninklijk Atheneum Antwerpen] en studeerde nadien rechten aan de Université libre de Bruxelles waar hij in 1923 afstudeerde. Na zijn stage schreef hij zich in 1928 in aan de balie in Antwerpen.

In 1921 huwde hij Jacqueline de Haan in 1921 met wie hij twee kinderen kreeg, Jean-Jacques (1922) en Claudine (1926). Hij zou later hertrouwen met de communiste Céline Haardt.

Zijn moeder overleed in het voorjaar van 1930, zijn vader pleegde in juli van datzelfde jaar zelfmoord waarbij naast de dood van zijn echtgenote ook de crisis van de jaren 1930 zou hebben gespeeld.

Claessens was medeoprichter van het tijdschrift Lumière dat heeft bestaan van 1919 tot 1923, Claessens schreef vooral kunst- literatuur en filmrecensies. hij schreef echter sporadisch ook politieke getinte artikelen schreef zoals over 'The Anarchists and the Revolution Experience Russian' van de Russiche communistische auteur Victor Serge, artikelen die er op hinten dat hij toen al linkse denkbeelden had. Desondanks werd hij 1921 lid van de loge van Marnix van Sint-Aldegonde.

In 1934 werd Claessens door Piet Akkerman verzocht om een Pro deo-zaak te pleiten voor de communistische Internationale Rode Hulp. Claeesens bepleitte niet enkel de zaak, maar raakte geïnspireerd door Piet en werd lid van de Kommunistische Partij van België. De economische gevolgen van de economische crisis en de opkomst van Adolf Hitler speelden echter eveneens een rol.

Claeesssend hielp als advocaat de zaken van de IRH. In 1934 verhuisde hij naar Brussel. In 1936 en 1939 kwam hij voor de KPB op bij de Senaatsverkiezingen.

Claessens engagement in de IRH werd groter tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939). Hij behandelde als advocaat daarenboven dossiers van individuele Spanjestrijders zoals Florent Leenaerts die in België vervolgd werden voor desertie. In 1937 reisde hij op last van de SRI zelf naar Madrid, terug in België werd hij door de KPB aangesteld als verantwoordelijke voor het Hulpcomité voor de Spaanse republiek. Hij was ook actief in andere communistische internationale hulpverenigingen. Hij reisde meermaals naar het buitenland en pleitte in een rechtszaak in Zürich.

Tweede Wereldoorlog

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vluchtte Claessens net als honderdduizenden anderen in mei 1940 naar Frankrijk. Tegen het einde van het jaar keerde hij terug naar België. Hij schortte tijdens de oorlog alle politieke activiteiten stop, onder meer door persoonlijke en financiële problemen.

Claessens werd op 7 juli 1941 in Antwerpen gearresteerd en opgesloten in de gevangenis van Antwerpen. Zijn echtgenote Céline Haardt werd in 1943 eveneens gearresteerd en overleed tijdens de evacuatie van Ravensbrück.

Voor Claessens volgde een odyssee door de concentratiekampen Fort van Breendonk (aangekomen op 1 augustus 1941), Neuengamme (22 september 1941) en tot slot op 27 juli 1942 Allach (een bijkamp van Dachau). Dat hij de kapen zo lang overleefde kwam onder meer door zijn kameraadschap met Jean Borremans en Georges Walraeve. In de kampen zelf bleef hij een gevleugeld communist, maar hij sprak ook over cultuur. Na de bevrijding van Allach werd hij voorzitter van het i'nternationale comité van gevangenen'. Op 18 juni 1945 kwam hij eindelijk terug aan in België. In een hagiografie uit 1950 over de vermoorde Julien Lahaut zou hij later een glimp geven over het leven in de kampen.[5]

Na de oorlog

Na de oorlog werd hij bij de KPB nationaal secretaris van Solidariteit waarin hij de belangen van oorlogsslachtoffer verdedigt in vershillende comités van ex-kampgevangenen.

In 1946 was hij in Antwerpen lijsstrekker tijdens de Belgische verkiezingen 1946. Hij werd niet verkozen maar werd wel kabinetsmedewerker bij het Ministerie van Wederopbouw van minister Jean Terfve (minister in 1946-1947). Zijn kandidatuur voor het Centraal Comité werd op het 8ste partijcongres verworpen. In 1948 wist hij alsnog lid te worden van het comité waarvan hij lid zou blijven tot 1958 tot hij ompersoonlijke redenen ontslag nam. In 1960 trad hij echter alweer toe tot het centraal comité.

Van 1947 tot mei 1949 was hij de hoofdredacteur van het tijdschrift Rénovation. In mei 1949 werd hij secretaris van de dat jaar opgerichte Belgische Unie voor de Verdediging van de Vrede (B.U.V.V.) (thans Vrede vzw).

Hij werkte samen met de Cercle d'éducation populaire (CEP) waarvoor hij onder meer lezingen gaf over het dialectisch materialisme, marxisme en het Christendom (De CEP zou ook zijn boek 'Aimer Breughel' uitgeven).

Door zijn lezingen in eigen land mocht hij ook bijdragen leveren voor de radio waarin hij voornamelijk over kunst sprak. Door deze bekendheid werd hij ook even hoogleraar esthetiek aan de Von Humboldt Universiteit in Oost-Berlijn.

Vrije tijd

In zijn vrije tijd was Claessens kunstliefhebber- en criticus. Hij vertaalde de romans Pallieter (Felix Timmermans) en Max Havelaar (Multatuli) naar het Frans. Hij schreef zelf ook toneelstukken en publiceerde over Breughel in het boek 'Aimer Breughel' (1963) en Notre Breughel (1969), voor dat laatste deelde hij de redactie met Jeanne Rousseau.

Bibliografie

  • 1963 Aimer Breughel (Cercle d'éducation populaire)

Nagedachtenis

Arié Mandelbaum schilderde een portret ter nagedachtenis van Claessens, het werk werd vermoedelijk ergens gemaakt in de periode 1975-1979. Het werk is eigendom van het Joods Museum van België.

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
rel=nofollow
rel=nofollow