Uitklappen
Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed
rel=nofollow

Belgisch-Duits

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Duits wereldwijd
Duitsland Oostenrijk Zwitserland Liechtenstein België Liechtenstein Namibië

Internationaal-Duits

Europees-Duits:

Duits:

Duitse creoolse talen:

Duitse taalfamilie:

Portaal  Portaalicoon  Duits

Het Belgisch-Duits (Deutsch in Ostbelgien – Ostbelgisches Deutsch) verwijst naar het Duits dat gesproken wordt in de Duitstalige Gemeenschap van België. Deze gemeenschap is de kleinste van de drie gemeenschappen in België en omvat negen gemeenten in het oosten van het land, dicht bij de Duitse grens.

Taal en bevolking

Duitstalige Gemeenschap

Ongeveer 97% van de inwoners van de Duitstalige Gemeenschap spreekt Duits als moedertaal. Dit gebied heeft ongeveer 76.300 inwoners.

Dialecten

In Ostbelgien (de Duitstalige Gemeenschap) worden zowel Standaardduits als diverse dialecten gesproken. Standaardduits, of Hoogduits, wordt voornamelijk gebruikt in formele contexten, zoals in het onderwijs, officiële documenten en de media. Het dient als een uniforme communicatietaal, vooral in schriftelijke en professionele situaties.

Naast Standaardduits zijn er verschillende dialecten die van dorp tot dorp variëren.

In de zuidelijke regio’s van Ostbelgien (regio Sankt Vith) worden Moezelfrankische dialecten gesproken die verwant zijn aan het Eifelisch van de aangrenzende Duitse Eifel. Deze dialecten hebben een eigen woordenschat en grammatica en worden meestal gebruikt in informele, dagelijkse gesprekken.

De zuidelijke Belgisch-Duitse dialecten en het Luxemburgs behoren beide tot de Moezelfrankische dialectgroep en delen daardoor bepaalde taalkundige kenmerken. Ze hebben zich echter los van elkaar ontwikkeld, waarbij het Luxemburgs een eigen gestandaardiseerde taal is geworden.

In het noordelijke deel (regio Eupen-Kelmis) worden Ripuarische dialecten gesproken, die behoren tot de Midden-Duitse dialectgroep. Het Ripuarisch heeft invloeden uit zowel Hoogduitse als Nederduitse dialecten en is nauw verwant aan dialecten uit de regio rond Keulen.

Daarnaast wordt in sommige grensdorpen van Ostbelgien nog het Platdiets gesproken, een dialect dat behoort tot de Nederfrankische dialectgroep. Het Platdiets deelt kenmerken met het Nederlands en Limburgs, maar het gebruik ervan is tegenwoordig sterk beperkt tot oudere generaties.

Geschiedenis

Oorsprong

De Duitstalige Gemeenschap is ontstaan na de Eerste Wereldoorlog, toen gebieden die voorheen Duits waren, aan België werden toegewezen via het Verdrag van Versailles in 1919. Dit leidde tot de oprichting van de Duitse Cultuurgemeenschap in 1970, die later werd omgevormd tot de Duitstalige Gemeenschap.

Taalgrens

In 1962 werd de taalgrens in België officieel vastgesteld, waarbij de Duitstalige Gemeenschap als een van de vier taalgebieden werd erkend. Dit zorgde ervoor dat de Duitstalige gebieden een eigen status kregen binnen de Belgische federale structuur.

Culturele en sociale aspecten

Faciliteiten voor Franstaligen

De gemeenten binnen de Duitstalige Gemeenschap zijn faciliteitengemeenten, wat betekent dat er voorzieningen zijn voor Franstalige inwoners, ondanks dat de meerderheid Duitstalig is.

Meertaligheid

Hoewel Duits de dominante taal is in deze gemeenschap, zijn er ook Franstalige inwoners en wordt er in sommige contexten Frans gesproken. De bewegwijzering is vaak twee- of meertalig Duits en Frans, minder vaak met Nederlands en soms Engels ten behoeve van internationale bezoekers en toeristen.

rel=nofollow