Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Aristarchos van Samothrake

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Aristarchos van Samothrace (Grieks Ἀρίσταρχος / Aristarchos, ca. 217Cyprus, 145 v.Chr.) was een Grieks grammaticus. Hij was bibliothecaris van de Alexandrijnse bibliotheek, en in die functie was hij één van de opvolgers van zijn leraar Aristophanes.

Biografie

Aristarchos kreeg zijn opleiding in Alexandrië, in de school van Aristophanes van Byzantium. Onder koning Ptolemaeus VI Philometor was hij werkzaam als opvoeder van de prins Eupator. Rond 153 v.Chr. volgde hij Apollonius Eidographos op aan het hoofd van de Koninklijke bibliotheek van Alexandrië.

Bij de troonsbestijging van Ptolemaeus VIII in 145 v.Chr. vluchtte hij wegens de wraakacties van de nieuwe koning tegen alle intellectuelen die hem hadden dwarsgezeten vanuit Alexandrië naar Cyprus, waar hij niet lang daarna overleed. Volgens één bron weigerde hij alle voedsel en drank, nadat werd vastgesteld dat hij aan een ongeneeslijk oedeem leed.

Wetenschappelijke arbeid

Aristarchos van Samothrace werd bekend als een groot expert in de kennis van de Homerische epiek. Hij verzorgde een – voor de geschiedenis van de tekstkritiek zeer belangrijke – kritische uitgave van de Homerische gedichten, waarin hij vooral oog had voor de metrische correctheid van de tekst, en het accentuatiesysteem van zijn leermeester Aristophanes consequent toepaste. Mogelijk was hij verantwoordelijk voor de indeling van de Ilias en de Odyssee in 24 zangen elk, maar deze indeling wordt ook wel toegeschreven aan één van zijn voorgangers, Zenodotus.

Volgens de Souda, een middeleeuws Byzantijns lexicon, schreef Aristarchos een 800-tal wetenschappelijke verhandelingen over de meest uiteenlopende onderwerpen. Deze gingen echter allemaal verloren, op enkele citaten na in de kanttekeningen bij andere teksten.

Hij mag beschouwd worden als de grondlegger van de wetenschappelijke tekstkritiek, en zijn onderzoek omvatte het brede spectrum van grammatica, etymologie, orthografie, literatuurwetenschap en tekstkritiek. Een en ander leverde hem de bijnaam ὁ γραμματικώτατος op, „de grootste taalgeleerde”. Cicero[1], Horatius,[2] en Hiëronymus[3] gebruiken zijn naam metaforisch voor „strenge criticus”.

De werken van Aristarchos gelden als een hoogtepunt van de antieke filologie. Tot zijn bekendste leerlingen behoorden Apollodoros en Dionysios Thrax, wiens grammatica maatgevend gebaseerd was op de resultaten van zijn leraar.

Overzicht van zijn wetenschappelijk werk

Betekenis voor de geschiedenis van de tekstkritiek

Vooral ten behoeve van zijn onderzoekingen over Homerus maakte hij gebruik van een reeks symbolen om weer te geven dat hij twijfelde aan de authenticiteit van de tekst, de correcte volgorde van de verzen, enz.

  • de obelos (÷ of —) om tekstdelen aan te duiden die als twijfelachtig werden beschouwd.
  • de hypolemniskos (streepje met een punt eronder) om aan te geven dat meerdere vertalers of versies een tekstdeel hetzelfde weergeven.
  • de antilambda of chevron (>) om te wijzen op een kritische notitie. Dikwijls drukte hij hiermee uit dat hij niet akkoord ging met Zenodotos.
  • de antisigma (Ɔ) om een vers aan te duiden dat van plaats verschoven was.
  • de asterisk (*) om aan te duiden wat de juiste plaats lijkt te zijn van bijvoorbeeld een per vergissing herhaald woord.

Meer dan zijn voorgangers in de bibliotheek richtte hij zijn aandacht op het weren van zogenaamde ’corrupte’ passages uit de grondtekst, door de nauwgezette keuze van de ’beste’ manuscripten, zijn grondige kennis van de Homerische taal- en stijlkenmerken en zijn verfijnd literair gevoel. De onderzoekstraditie die hij startte in Alexandrië bleef zeker nawerken tot in de Keizertijd.

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

Verwijzingen
  1. º Cicero, Ad Atticum I, 14, 3
  2. º Horatius, Ars Poetica 450
  3. º Hiëronymus, epistula 57, 12
rel=nofollow