Eigen

WikiWoordenboek

Doorverwijzing Eigen kan verwijzen naar:

• Aan een persoon of zaak zelf toebehorend (bijvoorbeeld : een eigen huis).
• Iets dat van iemand of van een zaak zelf uitgaat (bijvoorbeeld : eigen woorden).
• Iemand of een zaak zelf treffend of betreffend (bijvoorbeeld : op eigen risico / in eigen persoon).
• Iets dat aangeboren en/of kenmerkend is (bijvoorbeeld : dat is eigen aan hem).
• Gewend zijn (bijvoorbeeld : ik ben hier al geheel eigen).
• Vertrouwelijk (bijvoorbeeld : eigen met iemand worden).
• Het- of dezelfde (bijvoorbeeld : op de eigen dag, ook : eigenste).
• Het eigene, hetgeen de eigen aard karakteriseert (bijvoorbeeld : zich bezinnen op de eigen ik).
  • Anders zijn

Ook :

• Eigena(a)r(es), wie iets toebehoort, wie het recht van eigendom (zaak, goed) heeft.
• Eigenschap (doorverwijzing).

Uitdrukkingen :

• "Eigen haard is goud waard" : Men is nergens beter dan in zijn eigen huis.
• "Op eigen benen staan" : Zelfstandig, eigenstandig(heid), financiëel onafhankelijk.
• "Zich iets eigen maken" : De kennis, het hanteren van iets verwerven.
• "Eigenaardig" : Van of met een eigen aard / bijzonder / opmerkelijk.
• "Eigegereid" : Wie zijn eigen gang gaat, niet plooibaar is (soms bekrompen) / eigenmachtig optredend.
• "Eigenhandig" : Met eigen hand geschreven / gedaan.
• "Eigenheid" : Bijzonderheid, karakteristieke, zelfstandige trekken.
• "Eigenlof" : Lof van zichzelf, eigenroem.
• "Eigenwillig" : De eigen wil / zin volgend, eigenzinnig (geneigd zijn de eigen zin te volgen).

Zie ook

• Eigenbaat, eigenbelang (maar dan sterker).
  • Eigenbelang, eigen voordeel (maar minder ongunstig dan eigenbelang).
• Eigendunk, een hoge dunk aangaande zichzelf hebben, eigenwaan (iets minder sterk, ook : eigendunkelijk, eigengerechtig).
  • Eigenwaan, verwaandheid, een hinderlijk hoge dunk van zichzelf hebben.
• Eigenhandel, handel op eigen risico (tegengestelde van commissiehandel).
• Eigenheimer, een aardappelsoort.
  • Ook : iemand die alles voor zichzelf houdt, egoïst.
• Eigenlands, nationaal.
• Eigenliefde, narcisme, (overdreven, ziekelijke) liefde tot zichzelf, ingenomenheid met eigen persoon(lijkheid).
• Eigennaam, bijzondere naam van een zelfstandigheid ter onderscheiding (tegengestelde van soortnaam) /

de naam van andere zelfstandigheden van de zelfde soort (bijvoorbeeld : Jan).

• Eigentijds (contemporain), al dat geschikt voor of passend bij de huidige tijd is, of de kenmerken ervan vertoont.
• Eigenwaarde (verbonden met gevoel), het gevoel van hetgeen men waard is / aan zichzelf verplicht is.
• Eigenwijs, niet toegankelijk voor raadgeving zijn / waanwijs als een betweter zijn.
  • Ook : de aanduiding voor eigenaardig-grappig (bijvoorbeeld : de egel met zijn eigenwijs snuitje).

Dit is een doorverwijspagina, bedoeld om onderscheid te maken tussen de verschillende betekenissen en gebruiken van de term Eigen. Op deze pagina staat een uitleg van de verschillende betekenissen van Eigen en verwijzingen naar de betreffende artikelen. Bekijk alle artikelen waarvan de titel begint met Eigen, waarvan de titel Eigen bevat of waarvan de titel of inhoud de term Eigen bevat.