Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Taalkunde
Taalkunde oftewel taalwetenschap oftewel linguïstiek is de wetenschappelijke studie van de natuurlijke talen, dat wil zeggen door mensen tegen elkaar gesproken talen die op natuurlijke wijze als moedertaal verworven worden, versus de kunsttalen. Een belangrijk onderdeel van de taalkunde is de metataal. Het doel van de taalkunde is om talen te beschrijven zoals ze zijn; dat wil zeggen, zoals mensen ze in werkelijkheid gebruiken. Ingeval het onderzoek niet een specifieke taal betreft maar natuurlijke talen in het algemeen, spreken we van algemene of universele taalwetenschap.
Omdat taalgebruik en taalontwikkeling menselijke activiteiten zijn, heeft de studie van taal veel raakvlakken met humane wetenschappen zoals cognitiewetenschappen, psychologie, antropologie en sociologie. Binnen de taalkunde bestaat echter de traditie om taal als een afzonderlijk, samenhangend systeem te bestuderen, juist zo veel mogelijk onafhankelijk van kwesties die in die andere wetenschappen worden bestudeerd; taalkunde kan dan ook vaak gekarakteriseerd worden als formele wetenschap. Er is inhoudelijk een groot raakvlak met de constructie, bestudering en toepassing van formele talen, bijvoorbeeld talen die in de wiskunde worden gebruikt, en computertalen.
De meeste taalkunde is ontwikkeld voor de beschrijving van gesproken talen, waarbij vaak de taal wordt beschouwd zoals die wordt gesproken en geschreven, maar soms ook expliciet naar spreektaal of naar schrijftaal wordt gekeken. Ook gebarentaal wordt bestudeerd, maar uiteraard is niet alle bestaande taalkunde op gebarentaal van toepassing. In Nederland bestaan er naast de Nederlandse taal ook vele dialecten. Een tweede (echte) taal in Nederland is de Friese taal. Meer talen zijn er niet dan deze twee. Stadsfries is een dialect.
Taaluitingen
Als taaluitingen beschouwt de meeste taalkunde dus gesproken uitingen, opgebouwd uit klanken, morfemen, woorden, zinnen en teksten of discourses. De klanken worden bestudeerd door de fonetiek en de fonologie, de opbouw van woorden door de morfologie, en de groepering van woorden in zinnen door de syntaxis. De betekenis van taaluitingen wordt bestudeerd door de semantiek, wat de spreker met de taaluitingen probeert te bewerkstelligen, het doel dat ermee nagestreefd wordt, wordt bestudeerd door de pragmatiek. Tegenwoordig worden echter ook de gebaren van gebarentaalsprekers als taaluitingen opgevat. Taal in woorden, zinnen en beredeneringen zijn bij de meeste mensen een 'rechtstreekse' (letterlijke) uiting van hun gedachten die ook 'woordelijk' zijn. Mensen die beelddenkend zijn moeten hun 'denkbeelden' (en/of eerdere ervaringen) vertalen naar woordelijke gedachtengangen. Dat gebeurt bij beelddenkers op een intuïtieve manier (onbewust), oftewel zonder er bij na te denken.
Vakgebieden
Taalkundige disciplines zijn onder andere:
- Algemene taalkunde
- Theoretische en/of Structuralistische Taalkunde (vooral Grammatica):
- Pragmatiek, de studie van taalgebruik
- Semantiek, de studie van de betekenis van woorden, zinnen en teksten
- Semiotiek, tekenregels van een taal
- Syntaxis, zinsbouw
- Morfologie, studie van woordvormen
- Fonologie, de leer van de fonemen (betekenisonderscheidende klanken) van een taal (niet te verwarren met Fonetiek)
- Lexicologie, de "woordleer", alles wat met woorden te maken heeft - en lexicografie, de toepassing van lexicologische regels van een taal, zoals spelling en het maken van woordenboeken
- Fraseologie, de zinsleer van een taal
- Stilistiek, hoewel dit geen echt onderdeel is van de structurele taalkunde is het wel een onderwerp van de grammatica
- Toegepaste Taalkunde (ook wel Interdisciplinaire, Antropologische of Fenomenologische Taalkunde genoemd):
- Sociolinguïstiek
- Psycholinguïstiek, met inbegrip van taalverwerving
- Neurolinguïstiek, het verband tussen taal en hersenen
- Etnolinguïstiek
- Taaldidactiek, Tolkenopleiding
- Logopedie
- Afasiologie
- Taalpathologie
- Computationele taalkunde
- Forensische linguïstiek
- Rechtslinguïstiek
- Klinische linguïstiek
- Cognitieve linguïstiek
- Medialinguïstiek
- Mathematische taalkunde en/ of Taalstatistiek
- Literatuurwetenschap
- Tekstlinguïstiek
- Narratologie
- Corpuslinguïstiek,
- Theoretische en/of Structuralistische Taalkunde (vooral Grammatica):
- Historische en Vergelijkende Taalkunde:
- Diachrone taalkunde bestudeert de historische ontwikkeling van een taal en reconstrueert niet-overgeleverde oertalen
- Synchrone taalkunde bestudeert een taal in een bepaalde periode
- Vergelijkende taalkunde bestudeert de (mate van) verwantschap tussen verschillende talen, gebruikmakend van de reconstructiemethodes uit de historische taalkunde
- Contrastieve taalkunde bestudeert de verschillen tussen minstens twee talen
- Fonetiek, algemene klankleer (articulatorisch, akoestisch, perceptief alsook linguïstisch)
Zie ook
- Etymologie, de herkomst van woorden
- Onomastiek of Naamkunde
- Dialectologie
- Taal
- Talen van de wereld
- Lijst van talen van de wereld
- Taaluniversalia
- Taalfilosofie