Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Waterpolo
Waterpolo ontstond halverwege de 19e eeuw als de 'watervariant' van handbal of rugby. Het is een sport die vooral in Zuid- en in Oost-Europa grote populariteit geniet, en daar op professionele basis wordt beoefend. Waterpolo is een teambalsport die zwemmend wordt uitgeoefend. De bedoeling is om een bal zo vaak mogelijk in het doel van de tegenpartij te werpen. Elke geslaagde poging levert één 'doelpunt' op. Het team dat aan het eind van de wedstrijd de meeste doelpunten heeft gemaakt, wint.
Geschiedenis
Er is niet echt zekerheid over het ontstaan van waterpolo. De Engelse sportjournalist en oud-waterpolospeler Kelvin Juba noemt een zekere William Wilson, in 1844 uit Schotse ouders geboren, als de uitvinder van het 'handbal in water'. Hem zou in 1876 door zijn zwemvereniging Aberdeen zijn gevraagd regels voor een balspel te water te ontwerpen. In 1877 zou de eerste officiële waterpolowedstrijd zijn gespeeld tijdens het Bon Accord Swimming Festival in de Schotse rivier de Dee. Het is niet bekend of Wilson het spel verder heeft ontwikkeld.
In 1885 werd waterpolo officieel erkend. In 1887 werden voor de eerste maal echte doelen gebruikt. In 1888 werd in Engeland een waterpolocommissie opgericht en het eerste nationale kampioenschap gespeeld. In datzelfde jaar werden regels vastgelegd en werd het spel vanuit Engeland naar de Verenigde Staten (Boston) geëxporteerd. Het waterpolo won snel aan populariteit. In 1894 begon men er in Duitsland en Oostenrijk mee, in 1895 in Frankrijk, in 1897 in Hongarije en 1900 in Italië.
Leiden (LZ - 1886) en Amsterdam (Het Y - 1892) waren de eerste steden in Nederland waar de waterpolosport beoefend werd.
Teams
Een team bestaat uit zes veldspelers en een keeper. De spelers dragen een cap; in de lagere competities wit voor het thuisspelend team en blauw voor het uitspelend team. In de hogere klasses wordt de kleur bepaald aan de hand van tossen. Beide keepers hebben een rode cap. Alle spelers hebben oorbeschermers aan hun cap. De oorbeschermers zijn belangrijk: deze moeten de oren beschermen tegen grote druk van buiten als een bal hard tegen de oren wordt gegooid. Spelers hebben tegenwoordig ook vaak een gebitsbeschermer, een toque en een tweede zwembroek of badpak aan. Bij de jeugd kunnen teams uit minder spelers bestaan.
Wedstrijd
Een wedstrijd is verdeeld in vier perioden, die afhankelijk van de leeftijd van de spelers, het competitieniveau en het land, 3 tot 8 zuivere minuten duren. Dit betekent dat de tijdmeting wordt stilgelegd tussen het begaan van een overtreding (op het fluitsignaal van één van de één of twee scheidsrechters) en het nemen van de daaropvolgende vrije worp. De scheidsrechter(s) zwemmen zelf niet mee, maar staan aan de lange zijde van het speelveld. In de meeste competitiewedstrijden wordt gebruik gemaakt van de 30 seconden regel. Dit houdt in dat er binnen 30 seconden een schot op het doel moet zijn geweest, anders gaat de bal naar de tegenpartij. Dit wordt aan de jurytafel bijgehouden. Als na een schot op het doel de bal weer in het bezit komt van dezelfde (aanvallende) partij, wordt de klok weer op 30 seconden gezet. Meestal hangt die 30 seconden klok aan beide zijden van het bad en loopt van 30 terug naar 0. Deze regel is ingevoerd om het waterpolospel aantrekkelijker te maken. In de laatste periode wordt er door middel van een signaal aangegeven dat er nog één minuut te spelen is. Na 2 periodes wisselen de teams van speelhelft. Indien er een verlenging is wisselen de teams na 1 periode van speelhelft. Een periode in de verlenging duurt altijd 3 minuten zuivere speeltijd. Een verlenging heeft 2 periodes. Er is alleen een verlenging bij wedstrijden waar een winnaar uit moet komen, bijvoorbeeld een bekerwedstrijd. Als er na de verlenging nog geen winnaar is worden er strafworpen genomen.
Speelveld
Het speelveld is maximaal 20 meter breed en 30 meter lang bij heren, bij dames is de maximale lengte 25 meter. Is het bad waarin gespeeld wordt groter, dan wordt het speelveld afgebakend door drijvende lijnen. Bij kleinere baden wordt dispensatie verleend op de afmetingen van het speelveld. De minimale grootte van het veld is 10 meter breed en 20 meter lang.
De minimale diepte van het bad is 1,80 meter. Wanneer dit maar net gehaald wordt en wat grotere spelers dus op de bodem kunnen staan, dan is dit alleen toegestaan wanneer de betreffende speler de bal niet in zijn bezit heeft. Zodra een speler de bal krijgt móet hij zwemmen. Blijft hij toch staan, of zet hij zich af van de bodem, dan wordt dit bestraft met een vrije worp voor de tegenpartij. De beide doelen bevinden zich midden op de achterlijnen van het veld. Ze zijn 3 meter breed, 0,90 meter hoog en 1 meter diep. Is het bad waarin gespeeld wordt niet geschikt voor een doel met een diepte van 1 meter, dan moet het doel ten minste 0,30 meter van de badrand geplaatst worden. In een bad met een diepte minder dan 1,50 meter dient de afstand tussen de bodem en onderkant van de doellat 2,40 meter te zijn. De doelpalen en dwarslat dienen 0,075 meter breed te zijn en wit geschilderd.
De bal
De sport wordt beoefend met een speciale bal. De bal die gebruikt wordt door herenteams is ongeveer even groot als een voetbal en heeft een gewicht van 400 à 450 gram. De bal die gebruikt wordt bij dames- en jeugdteams is iets kleiner en iets lichter. Een belangrijk kenmerk van de bal is dat hij veel grip heeft, zodat je hem ondanks zijn grootte toch met één hand kunt vasthouden. Als de bal vaak gebruikt wordt verliest hij zijn grip, en moet hij vervangen worden. Waterpoloballen worden ook gebruikt bij kanopolo.
De bal mag door veldspelers maar met één hand tegelijk worden aangeraakt. De keepers mogen de bal met twee handen aanraken binnen de 5 meterzone. Verder mogen spelers die de bal vasthouden onder water worden geduwd, maar de bal zelf mag niet onder water komen, als een speler wordt aangevallen. De bal met twee handen tegelijk aanraken of de bal onder water duwen als je wordt aangevallen wordt bestraft met een vrije worp voor de tegenpartij. Als dit echter binnen de 5 meter zone gebeurt met de bedoeling een doelpunt te voorkomen dan zal er een vijfmeter-bal toegekend worden aan de tegenstander. In tegenstelling tot de veldspelers mag de keeper tot maximaal de helft van het bad komen.
Overtredingen
Lichte overtredingen worden bestraft met een vrije worp. Deze kan de speler gebruiken om de bal af te spelen op een van zijn medespelers of om zelf mee te gaan zwemmen. De vrije worp mag direct op het doel geschoten worden als de overtreding buiten de vijfmeter-zone is begaan. Indien dit niet het geval is, dan dient de bal via een medespeler te gaan.
Zware overtredingen zoals iemand vasthouden tijdens het zwemmen worden bestraft met een U20. Bij een U20 moet de bestrafte speler naar de hoek zwemmen (aangegeven met rode lijn) bij de eigen doellijn tegenover de tafel van het wedstrijdsecretariaat (waar de score en tijd worden bijgehouden), en moet daar 20 seconden blijven liggen tot de tafel een vlag met de kleur van de cap omhoog houdt, tenzij in die tijd de bal in bezit komt van de eigen partij. Dan mag de bestrafte speler weer de hoek verlaten op teken van de scheidsrechter. Wanneer hij nog niet in de hoek ligt, moet hij daar echter alsnog eerst naartoe zwemmen. Bij het verlaten van de hoek moet men verplicht bij de rode markering het veld terug inkomen en mag men de lijn niet opheffen, maar moet er onderdoor zwemmen. Het weggooien van een bal nadat er gefloten is voor een overtreding wordt ook bestraft met een U20. In tegenstelling tot sommige andere sporten wordt het bij waterpolo over het algemeen niet getolereerd dat een speler commentaar heeft op de leiding. De speler kan in dit geval met een UMV (uitsluiting met vervanging) uit het veld gestuurd worden. Wanneer een zware overtreding binnen de vijfmeter-zone (strook van vijf meter vanaf de doellijn van de partij die in dat gebied verdedigt) plaatsvindt met een kans om te scoren, kent de scheidsrechter een vijfmeter-bal toe. Dit is vergelijkbaar met een penalty bij voetbal. Wanneer een speler meedoet met het spel terwijl deze niet mee mag doen, bijvoorbeeld als hij niet helemaal in de hoek is gaan liggen bij een U20, wordt er ook een vijf-meterbal toegekend (een strafworp, vanaf vijf meter met alleen de doelverdediger op de doellijn). Indien een speler driemaal wordt uitgesloten voor 20 seconden, dan mag hij/zij niet meer deelnemen aan het spel. Een medespeler mag zijn/haar plaats innemen.
Heel zware overtredingen worden bestraft met een UMV of UMV4 (brutaliteit). UMV staat voor Uitsluiting Met Vervanging, waar de toevoeging "4" staat voor "4 minuten". Een medespeler mag na verstrijken van de straftijd de plaats innemen van de bestrafte speler. Een UMV wordt gegeven in geval het spel niet tolereerbaar is. De straf wordt bijvoorbeeld gegeven voor onbesuisd spel of het beledigen van de scheidsrechter of andere official. De duur van uitsluiting is 20 seconden netto speeltijd, waarna een ploeggenoot de speler mag vervangen. De speler zelf mag niet meer deelnemen aan het spel. Wanneer een speler zich schuldig maakt aan een zeer zware overtreding, bijvoorbeeld het maken van een slaande beweging, kan hij een UMV4 krijgen, wat staat voor een Uitsluiting Met Vervanging na 4 minuten, waarna betreffende speler zelf geen deel meer mag nemen aan het verdere spel. De ploeg in kwestie speelt dan 4 minuten met een speler minder in het veld. Na het verstrijken van 4 minuten netto speeltijd mag een vervangende speler zijn plaats innemen. Bij een brutaliteit zoals slaan volgt er ook altijd een penalty voor de andere ploeg ook al gebeurd de fout niet op eigen speelhelft Van iedere UMV of UMV4 moet een rapport worden opgemaakt, waarna een tuchtcommissie uitspraak doet over de strafmaat. De standaardstraf is een schorsing voor twee wedstrijden.
Internationale toernooien
Het waterpolo kent vele internationale toernooien, waaronder het Wereldkampioenschap, het Europees kampioenschap en de FINA World League (allen met nationale teams). Sinds 1900 is waterpolo een Olympische sport voor de mannen. Honderd jaar later, in Sydney, maakten de vrouwen hun Olympisch debuut.
Waterpolo in Nederland
Mannen
Zie Nederlandse waterpoloploeg (mannen) voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Het Nederlandse waterpoloteam haalde zijn grootste succes tijdens de Olympische Zomerspelen 1948 in Londen en Olympische Zomerspelen 1976 in het Canadese Montréal. Beide keren is er een bronzen medaille gehaald. Vanwege deze prestatie is het waterpoloteam in 1976 uitgeroepen tot Nederlandse Sportploeg van het jaar 1976. Sindsdien is het Nederlands herenteam de aansluiting met de wereldtop min of meer kwijtgeraakt.
Vrouwen
Zie Nederlandse waterpoloploeg (vrouwen) voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
De dames bevinden zich nog wel in de wereldtop. Nederland plaatste zich via een sterk optreden in het olympisch kwalificatietoernooi, waarin ze Europees kampioen Rusland in de finale versloegen, voor de Olympische Spelen van 2008 in Peking. Op dat toernooi werd de gouden medaille veroverd, door in de finale het team van de Verenigde Staten te verslaan met 9-8.
De Nederlandse competitie
Zie Nederlands landskampioenschap waterpolo voor het hoofdartikel over dit onderwerp. |
Nederland heeft de een van de grootste waterpolocompetities ter wereld[feit?], dankzij de talrijke recreatieve teams. In de meeste landen wordt vooral op het hoogste niveau gespeeld in slechts een paar klassen, maar in Nederland wordt de sport ook door veel amateurs beoefend.
De landelijke (bonds)competitie
De bondscompetitie vormt, prestatief gezien, de top van de totale opzet. Bij de dames is de indeling als volgt: (totaal 60 teams):
- Hoofdklasse (12 teams)
- Eerste klasse (12 teams)
- Tweede klasse (3 poules van ieder 12 teams)
De heren spelen via de volgende indeling: (totaal 192 teams):
- Hoofdklasse (12 teams)
- Eerste klasse (12 teams)
- Tweede klasse (2 poules van ieder 12 teams)
- Derde klasse (4 poules van ieder 12 teams)
- Vierde klasse (8 poules van ieder 12 teams)
De districtscompetitie
In principe vormt de districtscompetitie de schakel tussen de bonds- en de kringcompetitie. In de districten I (Groningen, Friesland en Drenthe) en V (Noord-Brabant, Zeeland en Limburg) is deze opzet gewijzigd. In het eerstgenoemde district bestaat er geen kringcompetitie en in district V kent alleen Noord-Brabant een kringcompetitie.
Waterpolo in België
Het Belgische waterpolo kende zijn hoogtijdagen aan het begin van de 20e eeuw. De Belgische ploeg haalde vier maal Olympisch zilver (in 1900, 1908, 1920 en 1924) en twee maal brons (in 1912 en 1936).
Hoewel België tot vóór enkele decennia één van de beste waterpolonaties ter wereld was, heeft zij zich laten voorbijsteken door vroegere Oostbloklanden en door verregaande professionalisering van deze sport in landen als Italië en Spanje.
Twee jaar geleden won België nog wel het zeslandentoernooi in Limerick. De Belgian Lions wonnen op dit toernooi overtuigend al hun wedstrijden. Tegenstanders waren Groot-Brittannië, Zwitserland, Ierland, Denemarken en Zweden
Momenteel zijn er nog slechts een veertigtal ploegen in België.
De Belgische Competitie
Mannen
Landelijke competitie Heren
- Eerste divisie (11 ploegen)
Kortrijk - Moeskroen - Doornik - Eeklo - Antwerpen - Mechelen - Tielt - Brussel - La Louvière - Gentse - Nationale Junioren
- Tweede divisie (10 ploegen)
- Derde divisie (10 poegen)
- Vierde dvisie (8 ploegen)
De topteams van de laatste jaren zijn Kortrijk, Antwerpen, Doornik en Moeskroen. In 2008-2009 pakte Kortrijk zijn vijfde titel op rij, na winst tegen Moeskroen in de best of three.
Dames
In het seizoen 2007-2008 werd na jaren van afwezigheid opnieuw een damescompetitie gestart. Er speelden vijf damesteams in competitie en Eeklo won de landstitel. Voorheen was er maar één damesploeg in België, KV. Omdat na de afdeling miniemen jongens en meisjes gescheiden worden in België en er geen andere clubs waren met een volledige damesploeg, werden de dames van KV ingedeeld in de hoogste reeks waar Kindervreugd in vertegenwoordigd was door een ploeg, namelijk de afdeling kadetten. Als gevolg van een beslissing van de Belgische bond waardoor het voortaan verboden is om dames uit verschillende clubs in hetzelfde team in te schrijven is de damescompetitie na één seizoen al weer afgeschaft.
Jeugd
Sinds een aantal jaren is men in België meer en meer energie aan het steken in de jeugdwerkingen bij verschillende clubs en in samenwerkingen met lokale zwemclubs voor doorstroming naar waterpolo. Zo zijn er al verschillende nieuwe clubs bijgekomen die mee in dit project springen. Hiermee hoopt België de funderingen te leggen voor een sterkere en grotere competitie naar de toekomst toe.
Bij de jeugd, van eendjes tot junioren, zijn vooral Antwerpen, Eeklo en Mechelen de dominante ploegen die elk al verschillende landstitels behaalden.
Landelijke Jeugd
- Junioren (8 ploegen)
- Kadetten (A) 8 ploegen, B) 7 ploegen, C) 7 ploegen)
- Miniemen (A) 8 ploegen, B) 4 ploegen, C) 5 ploegen)
- Benjamins (A) 5 ploegen , B) , C) 5 ploegen, D) 4 ploegen)
- Eendjes (A) 4 ploegen, B) 4 ploegen, C) 4 ploegen, D) 5 ploegen)
Recreanten
Sinds vorig jaar is er in België ook een recreantencompetitie gestart. Momenteel bestaat deze uit 3 ploegen van oud-spelers of sympathisanten. Zij spelen onderling 3 toernooien georganiseerd door de respectievelijke ploegen.
Externe links
Olympische sporten |
---|
Olympische zomersporten Olympische wintersporten Voormalige Olympische sporten |
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Water polo op Wikimedia Commons.