Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Hauptamt SS-Gericht
U kunt dit artikel verbeteren. Op de overlegpagina of de vertaalpagina is mogelijk meer informatie te vinden.
Hauptamt SS-Gericht | ||
Opgericht | juni 1933 | |
Voorganger(s) | SS-Gericht | |
Opgeheven | 8 mei 1945 | |
Jurisdictie | Derde Rijk | |
Hoofdkantoor | Wagmüllerstraße 16, München (tot WOII)[1] Karlstraße 10, München[1] Hotel Kronprinzen Hotel Chiemsee Prien am Chiemsee (zomer 1944)[1] | |
Aantal werknemers | 650 | |
Verantwoordelijke minister | Reichsführer-SS Heinrich Himmler | |
Valt onder | SS-Hauptamt | |
Directeur | zie directeuren |
Hauptamt SS-Gericht (afgekort HA SS-Gericht) was de juridische afdeling van de SS in nazi-Duitsland. Ze was verantwoordelijk voor het opstellen van de wetten en reglementen voor de SS en diverse onderdelen van de politie. Het Hauptamt SS-Gericht voerde zelf hun eigen onderzoeken en processen, en beheerde de SS- en politierechtbanken en het strafrechtsysteem.
Geschiedenis
In het begin van het nazi-regime werd het SS-personeel in het concentratiekamp Dachau in 1934 beschuldigd van wetsovertredingen bij hun werkzaamheden. Onder die omstandigheden vond het nazi-regime het verstandig om de SS- en politie-eenheden onder het civiel recht vandaan te halen. Men stuurde hiervoor een verzoek aan het Reichsministerium der Justiz.
Deze wettelijke status hield in dat al het SS-personeel alleen verantwoordelijkheid hoefde af te leggen aan het Hauptamt SS-Gericht. Dit zorgde ervoor dat de SS boven de Duitse wet werd geplaatst, en dat ze hun eigen regels en conventies hadden.
Organisatie
Het Hauptamt SS-Gericht was een uitbreiding van het SS-Gericht, een organisatie die onderzoeken uitvoerde onder de SS- en politiemacht met betrekking tot hun gedragscodes. Het Hauptamt SS-Gericht had vier afdelingen (Duits: Ämter of Amtsgruppe):
- Ambt I: Juridische zaken - SS-Oberführer Dr. Gunther Reinecke
- Ambt II: Organisatie, personeel & disciplinaire aangelegenheden - SS-Obersturmbannführer Erberhardt Hinderfeld
- Ambt III: Gratiën, uitstellen en de uitvoering van vonnissen - Bruno Kegel (1939-1943), SS-Sturmbannführer Gunther Burmeister (1943-1945)
- Ambt IV: Verbindingsbureau - Martin Tondock (1939-1944), SS-Obersturmbannführer Dr. Hans Brausse (1944-1945)
Het hoofdkantoor van het Hauptamt SS-Gericht was het kantoor van het hooggerechtshof in München. Bij het Hauptamt SS-Gericht werkten meer dan 600 juristen die vonnissen over de Duitse krijgsmacht en de SS uitspraken. De Reichsführer-SS Heinrich Himmler wilde wel eens tussenkomen als hij dat nodig achtte. In 1944 werd het aantal kantoren van het SS-Hauptamt in Duitsland uitgebreid van acht naar twaalf.
SS- en politierechtbanken
Het Hauptamt SS-Gericht onderzocht ook 38 regionale SS-rechtbanken door geheel nazi-Duitsland heen, wat onder de wettelijke jurisdictie viel welke de civiele rechtbanken verving. Deze wetten waren bedoeld voor alle SS'ers en politie.
- SS- und Polizeigericht: standaard SS- en politierechtbank, voor officieren, onderofficieren en manschappen beschuldigd van kleine vergrijpen en enigszins ernstige misdrijven.
- Feldgerichte: Waffen-SS rechtbank, krijgsraad voor het Waffen-SS militair personeel beschuldigd van overtreden van de strafwetboek van de Duitse strijdkrachten.
- Oberstes SS- und Polizeigericht: opperste SS- en politierechtbank, voor ernstige misdrijven en ook overtredingen door SS-generaals gepleegd.
- SS- und Polizeigericht z.b. V.: de buitengewone zitting van de SS- en politierechtbank, was een geheim tribunaal dat bij elkaar kwam om de zeer gevoelige zaken, die zelfs voor de SS geheim gehouden moesten worden.
De enige uitzondering voor de SS- en politierechtbanken en hun bevoegdheid was het SS-personeel dat actief in de Wehrmacht diende. In dit soort zaken moest het SS-lid zich ondergeschikt stellen aan de militaire rechtbank van de Wehrmacht.
Onderzoeken door rechter Georg Konrad Morgen
In 1943 begon SS-Sturmbannführer Konrad Morgen met zijn onderzoeken van corruptie en criminele activiteiten in het concentratiekampsysteem. Hij vervolgde uit eindelijk zoveel SS-officieren dat Himmler hem in april 1944 het bevel gaf zijn onderzoeken te beperken. Onder de mensen die hij onderzocht waren Karl Koch, de commandant van de concentratiekampen Buchenwald en Majdanek, en zijn vrouw Ilse Koch. En de dokter van Buchenwald Waldemar Hoven, die beschuldigd werd van het vermoorden van gevangenen en kampbewakers die tegen Koch dreigden te getuigen.
In 1944, terwijl hij onderzoek deed naar de kampcommandant van Auschwitz, Rudolf Höss, verdween zijn assistent SS-Hauptscharführer Gerhard Putsch. Een theorie over wat er gebeurd zou zijn, is dat dit gold als waarschuwing voor Morgan. Niet veel later hierna werden de opgeslagen dossiers verbrand.
Morgan die SS-rechter en onderzoeker was geweest, getuigde later in de Proces van Neurenberg. Hij claimde dat hij vocht voor rechtvaardigheid gedurende het nazi-tijdperk, en citeerde de lange lijst van 800 onderzoeken van criminele activiteiten in de concentratiekampen gedurende de twee jaar van zijn werkzaamheden.
Directeuren
- SS-Oberfuhrer Ernst Bach (? - 12 juni 1933)
- SS-Obergruppenfuhrer Paul Scharfe (29 juni 1933 - 15 augustus 1942)
- SS-Obergruppenfuhrer Franz Breithaupt (18 augustus 1942 - 29 april 1945)
- SS-Oberfuhrer Gunther Reinecke (29 april 1945 - 8 mei 1945)
Externe links
- (en) SS-Hauptscharfuhrer Konrad Morgen - the Bloodhound Judge.
- (en) Herlinde Pauer-Studer. Law and Morality under Evil Conditions: The SS Judge Konrad Morgen
Literatuur
- McNab, Chris. The SS 1923-1945 : The Essential Facts and Figures for Himmler's Stormtroopers. Amber Books Ltd, Londen 2010, ISBN 978-1-906-62648-8
Bronnen, noten en/of referenties
|