Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Wal Rus

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
rel=nofollow

Wal Rus is een van de personages die vaak voorkomt in de Nederlandse stripreeks Tom Poes, oorspronkelijk geschreven en getekend door Marten Toonder. Hij is een antropomorfe walrus die werkt als de niet erg fijnbesnaarde, maar rechtdoorzee(!) gezagvoerder van het schip de Albatros. Hij is een ruwe/rauwe zeebonk, maar wel goudeerlijk.

Oorsprong

Kapitein Wal Rus is deels een afspiegeling van Marten Toonders eigen vader,[1] die zeekapitein was. Kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was hij de haven van Rotterdam uitgevaren. Op het moment dat het eerste verhaal met kapitein Wal Rus erin uitkwam (1941), wist Marten Toonder niet waar zijn vader zich bevond.[2]

Toen Marten Toonder een jongetje van acht was, mocht hij een keer meevaren van Rotterdam naar Hamburg op het stoomschip Algenib. Die ervaring is duidelijk in de scènes op de Albatros herkenbaar.

In de verhalen

Wal Rus komt al vroeg in de serie voor als medestander van Tom Poes bij het bestrijden van het kwaad. Hierbij blijkt hij al zéér opvliegend te zijn en gemakkelijk de vuisten te gebruiken om een geschil te beslechten. Hij doet − net als professor Sickbock − zijn intrede in het verhaal Het verdwijneiland uit 1941. De opvallende snor die hij in latere verhalen heeft, ontbreekt hier nog.[2]

Zijn vaderland is de Noordpool, zoals hij zelf vertelt in het verhaal Vriend Vijand. Hij is ooit begonnen als lichtmatroos op de Cornelia.[3]

Niet-zeelieden beschouwt hij bijna zonder uitzondering als "landrotten" (door hemzelf ook wel "landkwabben", "landkrabben", "landgarnaal", "landlubbers", landslobber, raasdonders, labberdoedassen, of "landkakalobbussen" genoemd). Daarnaast heeft hij een divers repertoire aan verdere krachttermen en scheldwoorden. Zaken die hij niet ziet zitten, noemt hij "overgehaald"; zo roept hij bijvoorbeeld geregeld "overgehaalde landrotten!" Tom Poes is zo ongeveer de enige waar hij meestal goed mee omgaat ("bedankt voor het waarnemen, Tom Poes"), máár soms kent hij óók voor Tom Poes geen genade ("en jij óók weg, of ik máák je patiënt!")

Met de Rommeldammers heeft Wal Rus weinig te maken, verder dan de haven komt hij zelden. Wel is hij soms op bezoek in Bommelstein. Eigenlijk wil hij de inwoners ook zo min mogelijk aan boord hebben, en ontvangt hen dan ook onvriendelijk. Heer Bommel weet hem echter steeds met geld over te halen om toch mee te mogen. Geld bied echter geen garantie; als het gedrag van zijn "gasten" hem niet bevalt, schopt hij ze woedend overboord! (zoals in "De tik van Joost"). Een enkele keer is Wal Rus ook te gast op slot Bommelstein om de goede afloop te vieren.

Wal Rus heeft vaak "moeite" om namen van anderen te onthouden. Vooral Heer Bommels naam "verbastert" hij op allerlei manieren, zoals Blobbers, Blommers, Boffers, Bobbels, Bommers, Bobbel, Blubber, Bubbels, Broddel, en Hobbels. Een enkele keer zegt hij de naam Bommel wel goed.[4][5] Ook anderen worden door de kapitein vaak niet bij hun juiste naam genoemd. Zo wordt de naam van professor Prlwytskofski door hem vervormd tot "Prullebofski/Prulleflopski", en de Maharadja wordt de "Hadjememare" genoemd. Correcte namen noemt hij alleen bij de eerste kennismaking in De Chinese waaier en in het verhaal Het griffoen-ei, en in sommige ballonstrip verhalen.

In het verhaal Mom Bakkesz wordt Wal Rus door muiters in een sloep overboord gezet, maar al snel vraagt de bemanning hem weer terug als gezagvoerder. Verder heeft hij af en toe te maken met markies de Canteclaer, die optreedt als de reder waarvoor hij vaart. Tegen het eind van de verhalenreeks is de gezagvoerder eigenaar geworden van zijn afgeschreven, doch goede schip.[6]

Meer kenmerkende uitspraken

  • "Briesende bruinvissen! Dat wordt een overgehaalde storm!"
  • "driedubbel overgehaald landrottenscherm!" (Hij bedoelt een paraplu)
  • Bobbels! Overgehaalde landhaai! Heeft een fatsoenlijk zeeman dan nergens rust van jou?!"
  • "Ik ga iemand bezeren, meneer!"
  • "Ik sla je tot appelmoes, Hobbels! Tot huzarensla....met slagroom!"
  • "Ik mag een haring worden als ik die twee landrotten niet ken"
  • "Ga nou als de gesmeerde bliksem van mijn schuit af!"
  • "Getikte landlubbers!"
  • "Bommel!(!) Altijd dezelfde! Kan een eerlijk zeeman niet ergens varen zonder dat jij met je troep op z'n nek valt?!!"
  • "Verdukdalfd nog an toe!"
  • "Eigenwijze kaneelpier"
  • "Ik kapseis van aandoening"
  • "Jij uitgeplozen zoetwaterharing!"

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Marten Toonder Autobiografie, ISBN 90 234 3803 5, uitg. De Bezige Bij, 1998, hoofdstuk VI.
  2. 2,0 2,1 Toonder, Marten, Meer avonturen van Tom Poes, De Bezige Bij
  3. º Zie het verhaal Het eiland van Grim, Gram en Grom.
  4. º John Kroon, In de hoofdrol, NRC, 2 april 1998
  5. º In De IJzervreters (in 1982 verschenen in Donald Duck) zorgt het woedende commentaar van Wal Rus via de radio ervoor dat de radio in Bommelstein ontploft. Later zegt heer Bommel tegen de kapitein "Zo ziet u, kapitein: de toorn van een Bommel is iets vreselijks". Wal Rus begrijpt dit niet en roept (later) uit "Je bent een ophakker! Wie heeft er nu ooit van de toren van Bommel gehoord?!!".
  6. º Zie Het griffoen-ei
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow