Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Toilet (WC)
Een toilet (afkorting: wc. Ook wel watercloset) is een onderdeel van het sanitair bedoeld voor opvang en wegspoelen van urine en ontlasting. Het woord toilet wordt zowel gebruikt voor het sanitair zelf als voor de ruimte waarin het sanitair staat. Het woord wordt metonymisch ook gebruikt voor een afgesloten ruimte die alleen gebruikt wordt voor het toilet. Tegenwoordig is er meestal een plafondventilator aanwezig, die middels een buizenwerk de lucht afzuigt (kan bij het uiteinde van het buizenwerk zijn, met bijvoorbeeld een buisventilator, of bij het begin, namelijk over het ontluchtingsgat (tegen het plafond) met behulp van een douche/toiletventilator, die op het licht aan te sluiten is, en indien de juiste elektriciteitsdraden, ook een (in te stellen) tijd doordraait wanneer het licht uitgedaan is. Veel toiletten hebben van oudsher een raampje (WC-raampje) met of vitrage (en/of gordijntje) ervoor, of met ondoorzichtig (ook gekleurd) glas).
Een westers toilet heeft een toiletpot waar men op gaat zitten. Bij het urineren echter, blijven mannen meestal staan.
Het heeft een hogergelegen waterreservoir, dat bij leegstromen via een verticale buis de urine en ontlasting in de toiletpot wegspoelt. Het leegstromen gebeurt bij het trekken aan een ketting of touw, of het drukken op een knop (doortrekken). Er is een speciale constructie die ervoor zorgt dat het water in de uitgangssituatie niet wegstroomt maar bij het doortrekken wel (bijv. hevelwerking).
Het water in het reservoir wordt aangevuld via een kraan die bij een laag waterniveau automatisch opengaat, en bij een hoog niveau weer dicht.
Het afvalwater gaat verder door het riool naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Een waterslot (sifon) voorkomt stank vanuit het riool.
Vóór de komst van het watercloset was de wc meestal buitenshuis geplaatst in een huisje, dat boven de beerput of boven een sloot stond.
In het verleden en onder primitievere omstandigheden werd de ontlasting in een pot of emmer opgevangen of verdween in een gat in de grond, een moderne versie hiervan is het composttoilet.
Het woord toilet is afkomstig van het Franse toilette. Wc is de afkorting van het Engelse water closet letterlijk: waterkast.
Bij uitgebreidere toiletfaciliteiten, zoals openbare toiletten en toiletten in kantoren, zijn er vaak gescheiden afdelingen voor mannen en vrouwen.
Geschiedenis
Minoïsche beschaving
De oudste toiletten stammen waarschijnlijk af van de Minoïers. In hun paleizen zijn resten van rioleringen en toiletten teruggevonden. Helaas is hun cultuur met de eeuwen verloren gegaan, en daarmee de kennis over hun toiletten en rioleringen. Het duurde tot de Romeinse tijd voordat er weer een soort gelijk systeem grootschalig werd gebruikt.
Grieken
Bij de Grieken kon men al een toilet terugvinden met een buizensysteem van klei. De gebruiker moest dan op een houten bril gaan zitten, waaronder een pot van aardewerk bevestigd was.
Romeinen
In de tijd van de Romeinen werden er al 'kleinste kamertjes' op een continu spoelend rioolsysteem aangesloten. Deze kan men de eerste toiletten noemen. Het gewone volk ('plebs') moest de behoefte doen in een emmer.
In deze tijd ontstonden de eerste openbare toiletten. Hier ligt de oorsprong van een spreekwoord dat wij nu nog steeds kennen. Nero had ooit urinebelasting opgelegd aan eigenaren van openbare toiletten, die de urine aan wasserijen en volders verkochten. Keizer Vespasianus herintroduceerde deze urinebelasting. Toen zijn zoon Titus bezwaar maakte tegen deze belasting, liet hij hem ruiken aan een munt. Titus moest toegeven dat hij niets rook. Hierop antwoordde Vespasianus: Pecunia non olet (geld stinkt niet).
Middeleeuwen
In de Middeleeuwen was het de gewoonte om de behoeften te doen in het gemak, een aan de buitenmuur van een kasteel bevestigd kamertje. Van een spoelsysteem was geen sprake. De uitwerselen kwam dan (net als al het andere rommel) in een slotgracht of in een ravijn terecht. Aangezien het water uit een slotgracht meestal als drinkwater werd gebruikt, werden op deze manier verschillende ziekten verspreid. Voor de gewone mens was het allemaal nog eenvoudiger, hij deed zijn behoefte gewoon waar hij zin had[feit?]: in de vrije natuur, op een mesthoop, of gewoon op straat. Soms werd een emmer gebruikt die dan op bepaalde momenten ergens geleegd moest worden. Dat gebeurde dikwijls op straat. (Tegenwoordig gaat het in arme en dichtbevolkte landen zoals India vaak nog steeds zo in de grote steden).
Ancien Régime
In de renaissance verschenen de eerste gemakstoelen of kakstoelen. Dat waren gewoon stoelen met een gat erin, waar dan een emmer onder geplaatst kon worden. Deze stoel werd niet alleen in de slaapkamer, maar ook in woonkamers gezet. Toen was er blijkbaar minder behoefte aan privacy bij het doen van de behoeften. Lodewijk XIV ging bijvoorbeeld gewoon door met zijn gesprekken tijdens het doen van zijn behoefte.
De meeste potten werden uitgevoerd in aardewerk of porselein, ze hadden een handvat. Als de spijsvertering zijn werk had gedaan, werden de uitwerpselen afgedekt met een doek en verwijderd. Bij zieke patiënten werden de urine en uitwerpselen eerst nagekeken door de chirurgijn. De andere, armere mensen moesten zich maar behelpen met wat de natuur bood. In het Kasteel van Versailles is nooit één toilet gebouwd, terwijl er duizenden hovelingen vertoefden, in hun eigen stank. Parfums en andere trucjes zoals handschoenen waren dus onontbeerlijk.
Uit deze tijd stamt ook het herontdekken van de latrines, een houten of stenen plank met een gat erin, bovenop een goot of sloot. Het was zelfs niet ongebruikelijk dat er in zo'n plank meerdere gaten waren, zodat zoals de Romeinen in de oudheid, meerdere personen tegelijk, en naast elkaar, hun behoefte konden doen.
Modern toilet
Wie de uitvinder is van het moderne toilet is niet duidelijk. Het kleppenspoelsysteem zou uitgevonden zijn door John Harington, een hoveling van koningin Elizabeth van Engeland. Hij publiceerde in de 16e eeuw een pamflet met de instructies voor zo'n kleppensysteem, dat hij 'Ajax' genoemd had. In de 18e eeuw zou George Jennings de mechanismen in de loodgieterij geperfectioneerd hebben. In 1775 patenteerde ene Alexander Cumming een systeem om door te trekken. Dan is er nog Thomas Crapper, die het afvoersysteem verbeterd heeft met een combinatie van kleppen en een sifon, zoals dat in ons modern toilet terug te vinden is.
Attributen
Bij een modern toilet zijn meestal een aantal attributen aanwezig, zoals: een toiletborstel, een toiletrolhouder en vaak ook een kleine wasbak met een handdoekje. Soms is er luchtverfrisser aanwezig, bijvoorbeeld als spuitbus of een blokje dat zowel een parfum als een schoonmaakmiddel bevat en in de pot gehangen kan worden. Sommigen zetten of hangen een lektuurbak in het kamertje. Voor veel mensen is de toiletruimte de ideale plek om de verjaardagskalender op te hangen.
Ontwikkelingen
Met de komst van elektronica zijn er nieuwe ontwikkelingen in de 'toiletindustrie' op te merken. Om het comfort te verhogen hebben sommige toiletten de mogelijkheid om als bidet (achterwerk-douche) te functioneren. Een pulserende straal reinigt het onderlichaam en voor vrouwen is er een vaginale douche. Een föhn maakt alles weer droog.
Nieuwe ontwikkelingen spelen ook in op de behoefte het toilet zo net mogelijk te houden, vooral restaurants maken gebruik van een automatische toiletbrilreiniger. Dit systeem reinigt de bril telkens nadat er gespoeld wordt, zo blijft de hygiëne gegarandeerd zonder 'dure' poetsvrouw. De reiniging gebeurt door een uitklappende arm aan de spoelbak die de bril schoonmaakt terwijl deze ronddraait.
In veel vervoersmiddelen, zoals vliegtuigen en treinen, treft men vacuümtoiletten aan die niet langer afvoeren op een riool. Deze techniek wordt ook steeds vaker toegepast in gebouwen in verband met de grote waterbesparing.
Grootste toiletgebouw
Sinds juni 2007 staat het grootste toiletgebouw in Chiongqing (China). Het is een drie verdiepingen en 3000 m3 tellende gratis toegankelijke publieke toiletruimte in Egyptische stijl met in totaal meer dan 1000 toiletten. Gebruikers worden getrakteerd op een televisiescherm en rustgevende muziek.
Bijnamen en synoniemen
Omdat het toilet zo alledaags is en toch niet zo chic, zijn er allerlei bijnamen voor waarvan sommige wel en andere juist geen eufemistisch karakter hebben. Bijvoorbeeld:
- wc
- 't gemak
- poepdoos
- husie(n), huusjen, huisje, 't heuske
- nummer 100
- plee (vanouds een heel keurig woord)
- het kleinste kamertje, Kamer Kecil
- hudo (vooral in de jeugdbeweging gebruikte acroniem van houd uw darmen open, hurk en doe, en afkorting van hurkendoos. Meer waarschijnlijk is echter dat het is afgeleid van het indische howdah wat overdekt olifantenzadel betekent.)
- piesemopsantee (vernederlandsing van het Franse puis-je m'absenter? lett.: mag ik mij verwijderen?)
- bestekamer
- doos
- privaat
- retirade
- schijtdoos, schijthuis
- secreet
- kakdoos, kakhuis
- closet
- stinkhol(e)
- trollenbak
- de koer (stamt uit de tijd dat het toilet buiten was, op de "koer")
- kammenet (in Apeldoorn)
- jannetje éénoog (Bunschoten)
- bij juul (vroeger in België)
- de emmer (in Twente)
- ruftruimte
- tante Meier of tante Betje
- piespaleis, schijtpaleis
- pispot
Zie ook
- Beerput
- Chemisch toilet
- Frans toilet
- Ontlasting
- Gemak
- Poep- en pieshumor
- Strontkar
- Toiletblok
- Toiletpapier
- Toiletjuffrouw
- Urinesteen
- Urinoir
- Waterslot (sifon)
- Wc-bril
Vrije mediabestanden over Toilet op Wikimedia Commons
Zoek toilet op in het WikiWoordenboek. |