Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Natuurgeneeskunde

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Natuurgeneeskunde of naturopathie is een verzamelbegrip voor een heel spectrum van verschillende methoden, die natuurlijke middelen of stimulansen gebruiken om de genezing te bevorderen of de lichaamseigen capaciteiten met natuurlijke middelen tot genezing willen stimuleren.

Term

De term naturopathie zou voor het eerst gebruikt zijn door de New Yorkse arts John Scheel in 1895, en werd overgenomen door Benedict Lust, de „vader van de naturopathie in de V.S.”[1]

Volgens een definitie van Alfred Brauchle uit 1952 behoren tot de natuurgeneeswijzen (Naturheilverfahren) de zon, licht, lucht, beweging, rust, de voeding, water, koude, aarde, de ademhaling, de gedachten, de emoties en de wil. In een ruimere definitie behoort ook het gebruik van „natuurlijke” geneesmiddelen hiertoe, vooral geneeskrachtige planten en bereidingen daaruit.

Ook bepaalde takken van de alternatieve geneeskunde of complementaire geneeswijzen worden vandaag de dag dikwijls onder de noemer natuurgeneeskunde gezet.

Ideologie

De meeste natuurgeneeskundige en alternatieve methoden gaan uit van een holistische benadering. Dat houdt in dat zij zich richten op de gehele mens en niet alleen op de zieke delen of de ziekteverwekkers. Het zelfgenezend vermogen van de mens staat centraal evenals de wisselwerking tussen de mens en zijn omgeving.

Ziektesymptomen worden beschouwd als nuttige signalen die duiden op zelfbeschermende en zelfgenezende processen. De behandeling heeft als doel deze processen te stimuleren (te prikkelen), te ondersteunen en in goede banen te leiden.

Vijf basisprincipes van de natuurgeneeskunde, gebaseerd op de benadering van Hippocrates, zijn:

  1. Eerst en vooral geen schade aanbrengen („primum non nocere”)
  2. De natuur is de genezer („vis medicatrix naturae”)
  3. De oorzaak vaststellen en behandelen („tolle causam”)
  4. Het organisme ontgiften en reinigen („deinde purgare”)
  5. Educatie/informatie verstrekken over gezond leven („docere”)

Geneeswijzen

De indeling wat er precies tot de natuurgeneeskunde behoort, varieert. Over het algemeen rekent men onder andere de volgende natuurgeneeswijzen tot de „klassieke” natuurgeneeskunde:[2]

  • Fytotherapie – het gebruik van planten en kruiden als medicijn
  • Hydrotherapie en Balneotherapie – Therapieën met het gebruik van water
  • Bewegingstherapie
  • Diëtetiek – Het ondersteunden van de behandelingen door een gezonde voeding en een dieet dat passend is voor het betreffende ziektebeeld.
    • Vastenkuren[3] – zich tijdelijk volledig of gedeeltelijk onthouden van voedsel (kan als ondercategorie in de diëtetiek worden gesorteerd)
  • Kinesitherapie en chiropractie – maakt alleen gebruik van manuele behandelingen
  • Ordetherapie – een evenwichtige levenswandel in regelmatig ritme en in harmonie met de natuur

Bij uitbreiding rekent men dikwijls ook onderstaande uiteenlopende alternatieve geneeskundige behandelmethoden tot de natuurgeneeskunde. (Er staat telkens een beknopte beschrijving van de reden waarom deze behandelwijze onder natuurgeneeskunde kan woren gesorteerd.)

Bijkomende diagnosemethoden die soms in combinatie met de natuurgeneeskunde worden gebruikt, zijn:

Geschiedenis

In het hippocratische begrip uit de oudheid werd de natuur gezien als levenskracht en als geneeskracht. De genezing van de patiënt gebeurde door de natuur, terwijl de arts slechts de behandeling uitvoerde: Medicus curat, natura sanat.

Tot het midden van de 19e eeuw was de natuurgeneeskunde niet te onderscheiden van de toenmalige wetenschappelijke geneeskunde. De medische wetenschap baseerde zijn ervaring en therapieën op de natuurlijke geneeswijzen. De opkomst van de chemische industrie, die het mogelijk maakte de actieve bestanddelen uit geneeskrachtige kruiden te extraheren en deze of nieuwe werkzame stoffen te synthetiseren, droeg ertoe bij dat de natuurgeneeskunde en de wetenschappelijke geneeskunde uit elkaar groeiden. Parallel met de ontwikkeling van de farmaceutische industrie kwamen er talrijke pogingen om de natuurgeneeskunde te bewaren, zowel van de kant van de medische wereld als van de leken. Wanneer nieuwe theorieën of concepten faalden, trokken sommigen zich terug tot de natuurgeneeskunde.

Als belangrijke pionier van de natuurgeneeskunde geldt de arts Christoph Wilhelm Hufeland. Een benadering was het gebruik van water voor geneeskundige doeleinden te gebruiken in de hydrotherapie. Vinzenz Prießnitz gebruikte rond 1848 de combinatie van actieve en passieve bewegingstherapie, het gebruik van lucht, baden en water, en eenvoudige gemengde voeding voor het eerst als natuurgeneeswijze (Naturheilverfahren). Johann Schroth verbond de watertoepassingen met vasten in de Schrothkuur. Latere bewegingen rond het tijdschrift Der Naturarzt of de Deutsche Bund der Vereine für Gesundheitspflege und arzneilose Heilweisen waren gekenmerkt door vijandigheid tegenover geneesmiddelen en vaccinaties. De door de priester Sebastian Kneipp populair geworden vorm van de hydrotherapie zei het principe van het niet gebruiken van geneesmiddelen vaarwel.

In 1888 verscheen een werk van de hand van Friedrich Eduard Bilz dat als standaardwerk over de natuurgeneeskunde wordt gezien.

Benedict Lust, die door Kneipp was onderwezen in de verschillende methoden van de hydrotherapie, begon in 1901 de American School of Naturopathy in New York. Lust gaf naturopathie een brede definitie, en bedoelde er niet een enkele bepaalde methode mee. Het hield technieken in als hydrotherapie, kruidengeneeskunde en homeopathie, zowel als het tegengaan van teveel eten, koffie, thee en alcohol.[4]

Vele andere leken in de geneeskunde, maar ook artsen, ontwierpen verdere natuurgeneeskundige systemen. De Beierse militaire arts Lorenz Gleich (1798–1865) gebruikte het begrip Naturheilkunde als een verzamelbegrip voor de natuurinstinctleer („instinctief correct geleid menselijk gedrag in de omgang met gezondheid en ziekte”), de natuurdiëtiek („door het instinct geleide natuurlijke voedingswijze”) en de natuurgeneeswijzen. Enkele artsen zoals August Bier zetten zich in tegen het groeiende wantrouwen tussen de natuurgeneeskunde en de wetenschappelijke geneeskunde.

De alternatieve geneeskundige Arthur Lutze (1813–1870) verbond de kennis uit de natuurgeneeskunde met homeopathische elementen. In zijn indrukwekkende kliniek in Köthen behandelde hij duizenden patiënten met zelfontworpen wellness-geneespraktijken, baden en vegetarische diëten. Zijn boek Lebensregeln der naturgemäßen Heilkunde verscheen in 64 oplagen.

Verspreiding

Natuurgeneeskunde wordt vanuit verschillende hoeken gebruikt, die een verschillende benadering kunnen hebben. Enerzijds maken artsen er gebruik van. Ten tweede zijn er de toegelaten geneeskundigen (Heilpraktiker), zoals die in Duitsland werken in overeenstemming met de wet op de alternatieve geneeskunde (Heilpraktikergesetz), en ten derde gebruiken mensen de natuurgeneeskunde voor zelfbehandeling. Natuurgeneeskunde is vooral verspreid in de rehabilitatiegeneeskunde.

Zie ook

Literatuur

Weblinks

Wikibooks  (de) Wikibooks: Naturheilkunde

Verwijzingen

rel=nofollow

Wikisage is niet aansprakelijk voor eventuele onjuistheden of toepassing van de in dit lemma gegeven medische informatie.    lees meer