Union Sint-Gillis
Union![]() | ||||||
Naam | Royale Union Saint-Gilloise | |||||
Bijnaam | les Unionistes l'Union 60 la Vieille Dame | |||||
Stamnummer | 10 | |||||
Opgericht | 1897 | |||||
Plaats | Sint-Gillis | |||||
Stadion | Joseph Marienstadion Koning Boudewijnstadion (tijdelijk) | |||||
Capaciteit | 5.500 | |||||
Capaciteit | 5.500 | |||||
Voorzitter | ![]() | |||||
Trainer | ![]() | |||||
Competitie | Eerste klasse B | |||||
| ||||||
geldig voor 2017/18 |
Union Sint-Gillis, officieel Royale Union Saint-Gilloise, is een Belgische voetbalclub, afkomstig uit Sint-Gillis in Brussel. Union werd opgericht in 1897 en speelt sinds de jaren 20 in het Joseph Marienstadion. De club is aangesloten bij de Belgische Voetbalbond met stamnummer 10 en heeft blauw-gele clubkleuren. Union was de succesvolste Belgische club voor de Tweede Wereldoorlog en wist elf maal de landstitel te veroveren. Het laat daarmee vooralsnog enkel RSC Anderlecht en Club Brugge voor zich.
Union houdt het record wat het aantal opeenvolgende ongeslagen wedstrijden in de Belgische Eerste Klasse betreft, namelijk 60. Dit gebeurde in de seizoenen 1933, 1934 en 1935. Union verloor uiteindelijk van Daring Club de Bruxelles. Het elftal werd later bekend onder de naam Union 60. In België wordt er nog jaarlijks een beker uitgereikt aan de ploeg die het langst ongeslagen blijft, de Pappaertbeker, genoemd naar de kapitein van Union 60, Jules Pappaert.
Geschiedenis
In 1897 werd Union Saint-Gilloise opgericht; de club sloot het jaar erna aan bij de UBSSA. De eerste jaren verhuisde de club enkele malen van terrein en speelde op velden in Ukkel, Sint-Gillis en Vorst. In 1898 ging Union van start in de Tweede Afdeling, in de Brabantse reeks. In 1898/99 haalde Union daar al een derde plaats, het seizoen erop won Union zijn reeks en stootte in de play-offs door naar de finale die het won. In 1901/02 startte Union dan voor het eerst in de Ereafdeling, zoals de Eerste Klasse toen heette, en waar de club sterk bleef presteren. Union won meteen zijn reeks, maar werd vierde en laatste in de eindronde. Het jaar erop werd Union tweede in de eindronde, tot het in 1903/04 voor het eerst raak was: Union pakte zijn eerste landstitel. Datzelfde jaar was de club met zes spelers ook hofleverancier voor de eerste interland die België speelde tegen Frankrijk. Ook de komende drie jaar bleef Union dominant en werd zo nog drie maal landskampioen. Niet alleen de eerste ploeg deed het goed, ook de reserveploeg van Union, die in de Tweede Afdeling aantrad, pakte enkele jaren op rij daar de titel. In 1908 werd Union even tweede en moest de titel laten aan stadsgenoot Racing Club de Bruxelles, maar de volgende twee jaar was het opnieuw Union dat de beste was. Tegen 1910 had Union zo zes titels veroverd in zeven jaar tijd. In deze tijd presteerde de club ook internationaal op het Franse Challenge international du Nord-toernooi, waar het onder meer won in de finale van Olympique Lillois. In 1911 werd filiaal Union Scolaire Saint-Gilloise opgericht.
Na een minder seizoen met een vierde plaats in 1911, streed Union weer mee voor de titel. In 1912 strandde men nog als tweede op slechts twee punten van Daring Club de Bruxelles, in 1912/13 was het echter opnieuw raak voor de club. Deze titel was echter felbevochten. Pas op de allerlaatste speeldag was Union in de rangschikking op gelijke hoogte gekomen van Daring Club en had zo een testwedstrijd kunnen afdwingen. Bovendien was Union in opspraak gekomen. De club werd van professionalisme beschuldigd. Men zou immers premies betaald hebben aan de spelers, wat toen in strijd was met de wet in verband met het professionalisme. Union dreigde zijn titel te verliezen, maar concurrent Daring weigerde die. Daring wenste op haar palmares enkel een titel die het op sportieve wijze verkreeg. Het was de zevende titel in 10 jaar tijd en de laatste voor de Eerste Wereldoorlog, want in 1914 strandde men weer op een tweede plaats. In 1913 en 1914 won Union ook twee maal een Beker van België.
Direct na de oorlog knoopte Union weer aan met de sterke prestaties. Op 14 september 1919 werd ook het nieuwe stadion, Dudenpark, ingewijd. Het zou echter drie nieuwe tweede plaatsen duren eer Union nog eens de landstitel kon pakken. In 1922 had Union nog de titel moeten prijsgeven aan Beerschot AC na het verlies in een testwedstrijd voor de titel; in 1923 liet Union de andere clubs echter ruim achter zich en pakte zijn achtste titel. Bij de 25ste verjaardag van de club in 1922 had die de koninklijke titel gekregen, de naam werd Union Saint-Gilloise Société Royale, ook bekend als Union Royale Saint-Gilloise. De rest van de jaren 20 zouden echter moeilijk zijn voor Union. De club zakte jaar na jaar verder weg in de eindstand. In 1925/26 werd het stadion gerestaureerd. De inwijding op 29 augustus 1926 werd bijgewoond door prins Karel van België. Het eerste dieptepunt kwam er bijna in 1930/31, toen Union nipt de degradatie kon vermijden. Union eindigde met evenveel punten als Racing FC Montegnée, maar het was deze laatste die op de voorlaatste plaats kwam en Union kon zo net blijven. De naam van het Dudenpark werd in 1931 omgedoopt naar Joseph Marienstadion, naar de oud-voorzitter. Union herpakte zich in de jaren 30 meteen. Na nipt de degradatie te hebben ontlopen, werd Union het jaar erop meteen derde.
De volgende drie seizoenen werden legendarisch. Union pakte in 1933, 1934 en 1935 opnieuw de landstitel, en slaagde er in die periode in om 60 competitiewedstrijden af te werken zonder nederlaag. De reeks van Union begon met een 2-2 gelijkspel tegen K. Liersche SK op 8 januari 1933 en duurde tot en met een 7-0-overwinning tegen RCS Brugeois op 3 februari 1935. Exact een week later maakte grote concurrent Daring Club de Bruxelles met een 2-0-overwinning een einde aan de reeks van Union. De ploeg kreeg toen de bijnaam Union 60. Om deze prestatie te herdenken, wordt jaarlijks een Pappaertbeker, genoemd naar Union-aanvoerder Jules Pappaert, uitgereikt aan de ploeg in de nationale afdelingen die het grootst aantal matchen zonder nederlaag heeft afgewerkt dat seizoen. De club had ondertussen 11 landstitels op zijn palmares staan.
Na deze sterke periode verminderden de resultaten van Union opnieuw jaar na jaar. De voetbalwereld werd steeds professioneler, maar de eerder familiale club Union paste zich niet volledig aan, wat zichtbaar werd in de resultaten. Union moest zijn plaats laten gaan als één van de dominante clubs uit de hoofdstad, een plaats die in die tijd door RSC Anderlecht zou worden overgenomen. In 1949 degradeerde Union uiteindelijk een eerste maal naar de Eerste Afdeling, toen de Tweede Klasse. Union kwam echter na twee seizoenen terug op het hoogste niveau, maar de club bleef een subtopper of middenmoter. Toch kon Union deelnemen aan enkele van de vroege Europese competities. Bij hun debuut in 1959/60 raakte Union in de halve finale van de Beker der Jaarbeurssteden, na het uitschakelen van Leipzig XI en AS Roma. Union nam de daaropvolgende jaren nog vier maal deel aan dit toernooi, maar met minder succes.
In de jaren 60 kreeg Union het opnieuw moeilijk en de club ging enkele malen op en neer tussen Eerste en Tweede Klasse. In 1973 zakte men dan definitief weg uit de Eerste Klasse. De naam werd dat jaar nog Royale Union. Twee jaar later, in 1975, zakte Union zelfs een eerste keer weg naar Derde Klasse. Union keerde na één seizoen terug in Tweede, maar op het eind van de jaren zeventig volgde een grotere terugval. In twee jaar tijd zakte Union van Tweede naar Vierde Klasse. Na twee seizoenen Vierde Klasse kon men in 1983 terug promoveren en in 1984 klom men weer op tot in Tweede Klasse. In 1984 werd de clubnaam voluit Royale Union Saint-Gilloise. Union zou echter al gauw weer terugzakken naar Derde Klasse, waar het de komende decennia zou blijven spelen, op enkele seizoenen Tweede Klasse na. Sinds 2004 speelt de club weer in de 2de klasse, de eerste twee seizoenen vocht de club tegen de degradatie. Het seizoen 2006/07 startte uitstekend maar daarna ging het bergaf. Trainer Joe Tshupula Kande werd ontslagen en Alex Czerniatynski nam over.
In mei 2007 stapte voorzitter Enrico Bove op samen met enkele andere leden van de raad van bestuur. De club zakte in 2008 terug naar Derde Klasse.
In 2010 kwam Enrico Bove terug als voorzitter en trok Italiaanse sponsors aan. Union bleef in Derde Klasse en kreeg het ook daar moeilijk. In 2012/13 telde de B-reeks waarin Union speelde uitzonderlijk 19 ploegen, wat betekende dat er drie rechtstreekse degradatieplaatsen waren. Union eindigde als 17de, dus op een degradatieplaats. Door een onregelmatige overdracht van patrimonium van reeksgenoot KVK Tienen, werd die club echter door de voetbalbond op het eind van het seizoen teruggezet naar Vierde Klasse en mocht Union vooralsnog een eindronde spelen voor het behoud. Union verzekerde zich hierin met een 1-0-overwinning op RFC de Liège van behoud in Derde Klasse. Het volgende seizoen deed de club het opmerkelijk beter met een zesde plaats en na een derde plaats in 2015 promoveerde de club naar de tweede klasse, omdat de nummers één en twee uit de competitie geen licentie aanvroegen voor de tweede klasse.
Andere sporten
In het begin van de 20ste eeuw was in de club ook een atletieksectie gecreëerd, waarvan de leden de komende halve eeuw diverse prijzen, titels en records zouden behalen. De club verdween in 1970.
Toen in de jaren 30 basketbal kwam overwaaien van de Verenigde Staten, werd ook in Union een basketsectie opgericht. Ook deze club zou zich tot op het hoogste niveau kunnen opwerken. In de jaren 60 zakte deze echter compleet weg en verdween in de jaren zeventig.
Erelijst
- winnaar (11x): 1903/04, 1904/05, 1905/06, 1906/07, 1908/09, 1909/10, 1912/13, 1922/23, 1932/33, 1933/34, 1934/35
- → Gouden Kampioenssterren: 1
(1 ster per 10 landstitels)
- → Gouden Kampioenssterren: 1
- tweede (8x): 1902/03, 1907/08, 1911/12, 1913/14, 1919/20, 1920/21, 1921/22, 1923/24
- winnaar (2x): 1913, 1914
- winnaar (3x): 1904, 1905, 1907
- finalist (1x): 1908
Individuele trofeeën
- Verschillende spelers behaalden een trofee toen ze voor de club speelden:
- Topscorer
- 1904 (Gustave Vanderstappen), 1907, 1910 (Maurice Vertongen), 1923 (Achille Meyskens), 1934 Vital Van Landeghem
Resultaten
Europese wedstrijden
- 1R = eerste ronde
- 1/8 = achtste finale / 1/4 = kwartfinale / 1/2 = halve finale
- PUC = punten UEFA coëfficiënten
Seizoen | Competitie | Ronde | Land | Club | Score | PUC |
---|---|---|---|---|---|---|
1958/60 | Jaarbeursstedenbeker | 1/8 | ![]() |
Leipzig XI | 6-1, 0-1 | 7.0 |
1/4 | ![]() |
AS Roma | 2-0, 1-1 | |||
1/2 | ![]() |
Birmingham City FC | 2-4, 2-4 | |||
1960/61 | Jaarbeursstedenbeker | 1/8 | ![]() |
AS Roma | 0-0, 1-4 | 1.0 |
1961/62 | Jaarbeursstedenbeker | 1R | ![]() |
Heart of Midlothian FC | 1-3, 0-2 | 0.0 |
1962/63 | Jaarbeursstedenbeker | 1R | ![]() |
Olympique Marseille | 0-1, 4-2 | 4.0 |
1/8 | ![]() |
GNK Dinamo Zagreb | 1-2, 1-0, 2-3 | |||
1964/65 | Jaarbeursstedenbeker | 1R | ![]() |
Juventus FC | 0-1, 0-1 | 0.0 |
Totaal aantal punten voor UEFA coëfficiënten: 12.0
![]() |
Spelerskern 2017-2018
Trainers
- 2004-2005
Jacques Urbain
- 2005-2006
Joe Tshupula Kande
- 2006-2007
Joe Tshupula Kande,
Alex Czerniatynski
- 2007-2008
Peter Mommaert,
Roland Vanden Bosch
- 2008-2009
Jacques Urbain,
Roland Vanden Bosch
- 2009-2010
Roberto Landi,
Zoltan Kovács
- 2010-2011
Dante Brogno
- 2011-2012
Dante Brogno,
Giancarlo Oriolo,
Marc Wuyts
- 2012-2013
Tom De Cock,
Ludo Wouters,
Tom De Cock
- 2013-2014
Jean-Pierre Vande Velde,
Grégory Vanmelkebeke,
Jacques Urbain
- 2014-2015
Dražen Brnčić
- 2015-2016
Marc Grosjean
- 2016-2017
Marc Grosjean
- 2017-2018
Marc Grosjean
Bekende spelers
![]() |
Externe link
Sjabloon:Navigatie voetbal België Eerste klasse B
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Royale Union Saint-Gilloise op Wikimedia Commons.