Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Koninklijk Paleis van Brussel
Koninklijk Paleis van Brussel | ||
Het Koninklijk Paleis van Brussel | ||
Het Koninklijk Paleis van Brussel | ||
Locatie | Brussel | |
Coördinaten | 50°50′N 4°21′E | |
Huidig gebruik | Koninklijk paleis | |
Start bouw | 1820 | |
Bouw gereed | 1826 | |
Verbouwing | 1865-1877 | |
Monumentstatus | Beschermd | |
Overig | ||
Verdiepingen | 5 | |
Architect | Ghislain-Joseph Henry Charles Vander Straeten Tieleman Franciscus Suys | |
Eigenaar | Koninklijke Schenking | |
Detailkaart | ||
Het Koninklijk Paleis van Brussel is het paleis waar de koning der Belgen zijn functie uitoefent. Hij houdt er audiënties en behandelt er staatszaken. De koning woont niet in dit paleis, maar in het Kasteel van Laken.
Geschiedenis
Nederlandse periode
Prins Willem VI van Oranje werd na de val van Napoleon Bonaparte uitgeroepen tot koning der Nederlanden, die zowel de Zuidelijke als de Noordelijke staten omvatten. De Staten-Generaal voorzagen in een residentie voor de nieuwe vorst. Alleen was het vorige Paleis op de Koudenberg in 1731 volledig afgebrand. De vorst moest tevreden zijn met twee oude woningen: het Di Belgioioso-Huis en het Von Benderhuis. Al snel stond het vast dat er iets ruimers moest worden gevonden en er werd een wedstrijd uitgeschreven. Na een artistieke strijd, bleven twee kandidaten over: Jean Baptiste Vifquin en Louis-Charles Louyet.
Architect des konings Ghislain-Joseph Henry begon de bouwwerken, maar overleed nog voor de aanvang van de eerste fase (1820). Het werk begon traag en de architecten begonnen onderling te ruziën. Het werd zelfs zo erg, dat de nieuwe architect Charles Vander Straeten werd ontslagen. Hij werd vervangen door Tieleman Franciscus Suys. Die stond onder grote druk, want de koning werd ongeduldig. Bovendien moesten nog een paar belangrijke zaken worden afgewerkt, met beperkte middelen; de koning had bijvoorbeeld laten besparen op alle beeldhouwwerk.
Het resultaat was een strenge gevel (1826), die niet zo in de smaak viel bij de burgerij. De binnenkant werd beter ontvangen: Suys mocht daar meer zijn zin doen. Zo werden verschillende zalen vergroot, waaronder de empirezaal. Rond 1829 kon de koning eindelijk in zijn paleis vertoeven. Dit was echter van korte duur, want in 1830 brak de Belgische Revolutie uit. De koning moest vertrekken, zonder paleis of meubilair.
Belgische periode
Toen koning Leopold I op 21 juli 1831 de troon besteeg, kon hij beschikken over een gloednieuw paleis. In 1859 werden nieuwe plannen gemaakt om het paleis wat uit te breiden. Toen de bouw in 1865 opnieuw aanvatte, overleed de eerste koning der Belgen. De jonge Leopold II kreeg van de staat 700.000 frank om het paleis te verfraaien. Een paar salons kregen een nieuwe verflaag en de oude trap van het Di Belgioioso-huis werd heringericht. Opnieuw werd de bouw van het paleis vertraagd, maar in 1877 was de eerste fase achter de rug. Het geld was echter op, zodat de voorziene vergulding moest worden uitgesteld. Uit deze tijd stammen de monumentale Eretrap en de Troonzaal, waar Auguste Rodin voor de bas-reliëfs zorgde. Leopold voorzag het paleis van bronzen gasluchters versierd met geslepen kristal.
Wel was de oppervlakte van het paleis verdubbeld. De koning kon zich nu bezighouden met de inrichting van het paleis. Tegen het einde van de regering van koning Leopold II werden eveneens werken uitgevoerd aan de te strenge en te sobere voorgevel, die uit de Nederlandse Tijd stamde. Omdat Suys inmiddels was overleden, werd Henri Maquet aangesteld. Financiële problemen waren er niet en de bouw kon opnieuw beginnen. De gevel kreeg nu een monumentaal karakter en werd van de straat gescheiden door voortuinen, alles naar de plannen van architect Maquet. De kosten waren aanzienlijk - dertien miljoen goudfranken - en het werk was bovendien niet voltooid toen de koning stierf. Na de voltooiing van de gevel bleef alles bij het oude.
Na de dood van koning Leopold was de Congozaal nog niet voltooid. Oop de wanden moesten allegorische taferelen komen over de Onafhankelijke Congostaat. Na de dood van Leopold II in december 1909 besloot koning Albert I deze oppervlakten te vullen met spiegels. Deze zaal werd de Spiegelzaal.
De laatste grote wijziging werd op verzoek van koningin Paola uitgevoerd. In de Spiegelzaal werd Heaven of Delight vervaardigd door Jan Fabre. Het plafond, dat nooit was afgewerkt, werd volledig ingelegd met groene schubben van de exotische Thaise juweelkever. Het duurde ruim drie maanden om de anderhalf miljoen groene schildjes een voor een te bevestigen. Uiteraard was deze aanpassing een probleem voor Monumentenzorg, aangezien het paleis volledig beschermd patrimonium is. Dankzij een impuls van Jan Hoet kreeg Jan Fabre uiteindelijk zelfs toestemming om een van de drie grote kroonluchters te transformeren. De vorstin was onder de indruk, en heeft zelf haar eigen initiaal vervaardigd op het plafond. De spiegelzaal wordt nu gebruikt voor grote recepties.
Architectuur
Het paleis wordt gekenmerkt door veel neostijlen, waar Leopold een aanhanger van was. Van het oude paleis bleven alleen de zuilengalerij en het balkon bewaard. De straat werd verschoven, zodat er plaats was voor een voortuin, bestaande uit drie ingegraven parterres. De gevel, die volledig symmetrisch is, werd in het midden bekroond met een groot fronton. Langs de straatzijde zijn er twee erehekken en op de hoeken twee paviljoenen.
Het paleis heeft ook drie binnenplaatsen en aan de achterkant een grote tuin.
De salons zijn gebouwd in functie van de ceremoniële rol. Er is een eetzaal, troonzaal, grote galerij, spiegelzaal en eretrap. Sommige salons zijn intact gebleven, zoals de Empiresalon, die een paar jaar geleden gerestaureerd werd. Het merendeel dateert nog van vóór Leopold II.
De koning voegde een paar grote zalen toe zodat het paleis niet voor andere grote koninklijke residenties moest onderdoen; hij betaalde alles zelf met geld uit de Onafhankelijke Congostaat. Het interieur bevat Frans meubilair geschonken door de schoonouders van koning Leopold I, stukken uit de Oostenrijkse tijd en nog een deel meubels van Napoleon en Willem I. Nadien werd alles aangevuld met stukken uit de koninklijke collectie van Leopold II; hij verkoos meubelen in de eclectische Lodewijk XVI-stijl.
Op de eerste verdieping vinden we dan ook veel staatssalons en zalen die verlicht zijn met prachtige luchters, wat toentertijd zeer modern was.
Functie
Het paleis is geen eigendom van de monarch, maar wordt hem door de staat ter beschikking gesteld om zijn functie te kunnen uitoefenen. Voor de regeerperiode van de huidige koning Filip werd dit principe vastgelegd in artikel 6 van de wet van 27 november 2013 houdende vaststelling van de Civiele Lijst voor de duur van de regering van Koning Filip.[1]
Vroeger was het paleis daadwerkelijk persoonlijk eigendom, maar vanwege het ontbreken van een troonopvolger en de ruzie met zijn dochters schonk Leopold II het paleis samen met alle andere goederen aan de staat: de Koninklijke Schenking.
In het paleis zijn de verschillende diensten van de koning en de andere leden van de koninklijke familie gevestigd, onder andere de koninklijke hofhouding. Ook is hier het Koninklijk Archief gevestigd, dat zo'n drie kilometer lopende banden bezit. Iedereen kan het archief raadplegen voor historisch onderzoek.
De koning, Filip van België, woont niet in het paleis, maar in het Kasteel van Laken. Zijn vader Albert II van België gebruikte het paleis eveneens als werkpaleis, maar woonde tijdens zijn regeerperiode en nu nog steeds in kasteel Belvédère.
Bij staatsbezoeken wordt dit paleis ter beschikking van de bezoekende staatshoofden gesteld om er te overnachten. Ook worden hier ambassadeurs ontvangen, nieuwjaarsrecepties gehouden, huwelijksbanketten georganiseerd en na zijn overlijden wordt de vorst hier opgebaard in het Salon van de Denker.
Als de vorst in het land is, wordt de vlag gehesen op het middelste paviljoen. Als hij in het paleis aanwezig is, staat de erewacht aan de voorzijde.
Zalen in het Koninklijk Paleis
- De Eretrap; gebouwd door Leopold II
- De Grote Voorkamer
- De Venetiëtrap;
- De Empirezaal; 18e-eeuws
- Het Klein Wit Salon; 18e-eeuws
- Het Groot Wit Salon; 18e-eeuws
- Het Goya-Salon
- Het Leopold I-Salon
- Het Salon van de Denker
- De Spiegelzaal; gebouwd door Leopold II
- De Marmeren Zaal
- Het Appartement Fontainebleau
- Het Salon van de Vaas
- Het Salon van de Ambassadeurs
- Het Salon van de Maarschalken
- Het Blauwe Salon (het Salon Bleu)
- Het Lodewijk XVI-Salon
- De Britse Appartementen
- De Appartementen van Koningin Astrid
- De Troonzaal; gebouwd door Leopold II
- De Grote Galerij; gebouwd door Leopold II
- De Muziekzaal
Daarnaast heeft het paleis nog veel andere zalen en gangen, verspreid over vier verdiepingen en de kelder.
Chronologische lijst van bewoners/gebruikers
- Koning Willem I
- Kroonprins Willem der Nederlanden en kroonprinses Anna Paulowna
- Koning Leopold I
- Koning Leopold II
- Prinses Clementine
- Koning Leopold III
- Koning Boudewijn
- Koning Albert II
- Koning Filip
Varia
- De grote salons op de eerste verdieping zijn gratis te bezoeken tijdens de vakantie na de Nationale Feestdag.
- Het Koninklijk Archief is te raadplegen na schriftelijk verzoek.
Omgeving & bereikbaarheid
Het koninklijk paleis ligt aan het Paleizenplein, tegenover het Warandepark in Brussel. Het dichtstbijzijnde spoorwegstation is Brussel-Centraal. Voor de metro geldt dat het station Troon het dichtstbij is.
Bibliografie
- André Molitor e.a., Koninklijk Paleis Brussel. Musea Nostra. Gent, Gemeentekrediet & Ludion, 1993 (1).
- Liane Ranieri, Léopold II urbaniste. Bruxelles, Hayez, 1973.
- Irène Smets, Het Koninklijk Paleis in Brussel. Ludion, 2011. ISBN 9789055447831
- Arlette Smolar e.a., Le Palais de Bruxelles. Huit siècles d'art et d'histoire Bruxelles, Crédit Communal, 1991.
- Thierry Van Oppem, Aux origines du Palais Royal de Bruxelles, un hôtel ministériel de la fin du XVIIe siècle, in: Maison d'Hier et d'Aujourd'hui, (90), 1991, pp. 4-17.
- Anne van Ypersele de Strihou, Le Sculpteur François Rude et les architectes Charles Vander Straeten et Tilman-François Suys au Palais royal de Bruxelles, in: Maisons d'Hier et d'Aujourd'hui, 1989, (81), pp.4-17 ; 1989, (82), 37-49.
- Anne van Ypersele de Strihou, Auguste Rodin au Palais de Bruxelles. in: Maisons d'Hier et d'Aujourd'hui, 1990, (86), pp.59-68.
- Anne van Ypersele de Strihou, La décoration de la Grande Galerie du Palais royal de Bruxelles, de Louis XIV à Léopold II, in: Maisons d'Hier et d'Aujourd'hui, 1993, (98), pp. 10-32.
Zie ook
- Kasteel van Laken
- de Belgische Koninklijke Collectie
- De Koninklijke Residenties van België
- Archief van het Koninklijk Paleis
- Lijst van kastelen in België
- Lijst van kastelen in Brussel
Externe link
Bronnen, noten en/of referenties
|
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Royal Palace, Brussels op Wikimedia Commons.