Hebraïcus
Een hebraïcus is een specialist in joodse en Hebreeuwse studies, iemand die geldt als een groot kenner van deze Semitische taal en/of deze onderwijst.
Heel wat Britse en Duitse taalwetenschappers uit de 18e en 19e eeuw die betrokken waren bij de studie van de Hebreeuwse taal en literatuur, toen het Hebreeuws weinig gebruikt of begrepen werd buiten de joodse gemeenschappen, werden bekend als hebraïci, (soms met de uit het Engels of Duits stammende term hebraïst).
In de 18e eeuw bestond heel wat interesse in het Hebreeuws, om diverse en dikwijls polemische redenen. De ontdekking van het Sanskriet, het ontcijferen van de hiërogliefen en archeologische vondsten in het Nabije Oosten brachten enorme veranderingen teweeg in het wetenschappelijke zicht op de Bijbelse geschiedenis.
Bekende hebraïci
- Eliëzer Ben-Jehoeda (1858–1922), Joods-Litouws-Palestijns hebraïcus, ontwerper van het moderne Hebreeuws
- Wilhelm Gesenius (1786–1842), Duits theoloog, taal- en geschiedkundige, hoogleraar
- Albert van der Heide (1942), Nederlands hebraïcus en judaïst, hoogleraar
- Johannes Reuchlin (1455–1522), Duits humanist, graecus en hebraïcus
- Kurt Schubert (1923–2007), Oostenrijks hebraïcus en judaïst, hoogleraar
- Simon de Vries (1870–1944), Nederlands rabbijn, hebraïcus en publicist
- Joseph Wijnkoop (1842–1910), Nederlands rabbijn en hebraïcus