Alexander Calder (Lawnton (Pennsylvania), 22 juli 1898 - New York, 11 november 1976) was een van de bekendste Amerikaanse beeldhouwers.
Leven en werk
Alexander Calder stamde uit een echte beeldhouwersfamilie: zijn grootvader Alexander Milne Calder (afkomstig uit Schotland) heeft de 250 figuren van de Philadelphia City Hall in Philadelphia gebeeldhouwd en ook zijn vader, Alexander Stirling Calder, was een gerenommeerde beeldhouwer. Calder is als autodidact begonnen. Calder vertrok in 1926 naar Parijs, bezocht hier de Académie de la Grande Chaumière en leerde andere avant-gardistische tijdgenoten als Joan Miró, Hans Arp, Piet Mondriaan, Theo van Doesburg en Marcel Duchamp kennen.
In 1929 ontmoette Calder tijdens een reis naar New York zijn toekomstige echtgenote, Louisa James, een achternicht van de schrijver Henry James. Zij trouwden in 1931.
Uit een ontmoeting in 1930 met Piet Mondriaan in diens Parijse studio ontstonden zijn eerste mobiles, die ogenschijnlijk niet aan de wetten van de zwaartekracht onderworpen waren. Met deze mobiles werd hij uiteindelijk bekend en al in 1931 had hij zijn eerste grote tentoonstelling in Parijs. Hij was lid van de Kunstenaarsgroep Abstraction-Création, die een grote invloed had op zijn verdere ontwikkeling richting abstractie. Al in 1934 creëerde Calder zijn eerste voor de buitenruimte geconstrueerde mobile, daarnaast bouwde hij ook al zijn eerste abstracte, grote beeldhouwwerken. Deze noemde hij op aanraden van Arp stabiles om een duidelijk onderscheid te maken met de mobiles. Voor hem was het erg belangrijk, daarin gestimuleerd door Marcel Duchamp en anderen, abstractie en beweging met elkaar te verbinden. Zo maakte hij naast mobiles, die door luchtcirculatie bewogen werden, ook door motoren aangedreven beelden.
Voor de Wereldtentoonstelling van 1937 in Parijs bouwde hij een kwikfontein ter herinnering aan de slachtoffers van de kwikmijnbouw. De fontein bevindt zich in het Miró-museum (Museu Fundació Joan Miró) in Barcelona.
Alexander Calder wordt gerekend tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de Kinetische kunst. Het levenslange contact met zijn vriend Joan Miró heeft een positieve invloed gehad op zijn kunstenaarschap.
Lijst van werken in Europa
België
Denemarken
- Slender Ribs, 1963, Sculpture Garden, Louisiana Museum, Humlebaek
- Little Janey Waney, 1976, Sculpture Garden, Louisiana Museum, Humlebaek
- Almost Snow Plow, 1976, Sculpture Garden, Louisiana Museum, Humlebaek
Duitsland
- Têtes et Queue, 1965, Neue Nationalgalerie, Berlijn
- Les Triangles, 1963, Museum Ostwall, Dortmund
- Hextopus, 1955, American Consulate General, Frankfurt am Main
- Le Hallebardier, 1971, Sprengel Museum Hannover, Hannover
- Pointes et Courbes, 1970, Skulpturengarten Museum Abteiberg, Mönchengladbach
- Cinq Pics, 1972, Museum Insel Hombroich, Neuss
- Crinkly avec disc rouge, 1973, Schlossplatz, Stuttgart
Frankrijk
- Crinkly, 1969, pl Emile Gounin, Amboise
- Caliban, 1964, Maison de la Culture de Bourges, Bourges
- Monsieur Loyal (Mr. Loyal), 1967, beeldenpark, Musée de Grenoble, Grenoble
- Trois pics (Three Peaks), 1967, Nouvelle Gare SNCF Train Station, Grenoble
- Stabile-mobile, 1970, Théâtre National de Nice/Musée d'Art Moderne et d'Art Contemporain, Nice
- L'araignée rouge (The Red Spider), 1976, Etablissement Public pour L'Aménagement de la Région de la Défense, La Défense
- Nageoire (Fin), 1964, Musée National d'Art Moderne, Centre Georges Pompidou, Parijs
- La Spirale, 1958, UNESCO, Parijs
- Les ailes brisées (The Broken Wings), 1967, Saint Exupéry College, Perpignan
- Totem-Saché, 1974, Saché
- Les trois ailes (The Three Wings), 1963, Musée d'art Moderne, Saint-Étienne
- Les Renforts (The Reinforcements), 1963, Fondation Maeght, Saint-Paul-de-Vence
- Empennage (Airplane Tail), 1953, Fondation Maeght, Saint-Paul-de-Vence
- onbekend, donjon de Vez (The Keep of Vez), Vez
- Guillotine pour huit (Guillotine for Eight), 1963, Lille Métropole Museum voor Moderne kunst, Hedendaagse kunst en Art brut, Villeneuve-d'Ascq
- Reims croix du sud (Southern Cross of Reims), 1969, Lille Métropole Museum voor Moderne kunst, Hedendaagse kunst en Art brut, Villeneuve-d'Ascq
Italië
Ierland
Nederland
Portugal
Spanje
Zweden
Zwitserland
- The Tree, 1966, Fondation Beyeler, Bazel
- Big Spider, 1959, Kunstmuseum Bazel, Bazel
- Brasilia, 1965, Fondation Pierre Gianadda, Martigny
- Stabile, 1963, The Nestle Art Collection, Le Vevey
Fotogalerij
Literatuur
- Jacob Baal-Teshuva: Alexander Calder 1898 - 1976. Verlag Taschen, Keulen 2002, ISBN 3-8228-7915-0
- Pedro E. Guerrero: Calder at Home. The Joyous Environment of Alexander Calder. Stewart, Tabori & Chang, New York 1998 ISBN 1-55670-655-3
- Marla Prather: Alexander Calder 1898 - 1976. National Gallery of Art, Washington D.C. 1998 ISBN 0-89468-228-8
- Margaret Calder Hayes: Three Alexander Calders: A Family Memoir. Paul S. Eriksson, 1977, ISBN 0839780176
- Alexander Calder: An Autobiography With Pictures. Harper Collins. ISBN 0-06-853268-7
Zie ook
Externe links
![](/w/images/3/36/1px.png)
![Wikiquote](/w/images/thumb/3/32/Wikiquote-logo.png/18px-Wikiquote-logo.png)
Citaten van of over Alexander Calder op Wikiquote
Bronnen
![](/w/images/3/36/1px.png)
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Alexander Calder op Wikimedia Commons.