Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Thomas Stearns Eliot

Uit Wikisage
Versie door Jules (overleg | bijdragen) op 26 jul 2011 om 20:07 (+Belangrijke werken)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
T.S. Eliot in 1923

Thomas Stearns Eliot (Saint Louis (Missouri), 26 september 1888Londen, 4 januari 1965 was in een in de Verenigde Staten geboren dramaturg, dichter en literair criticus die een Brits staatsburger werd in 1927. Hij stond mee aan de wieg van de modernistische beweging in de literatuur en is een van de meest invloedrijke dichters van de 20e eeuw. De Nobelprijs voor de Literatuur werd hem in 1948 toegekend. Hij is tevens drager van de English Order of Merit en de U.S. Medal of Freedom.

Leven

Thomas Stearns Eliot werd geboren in Missouri op 26 september 1888. Hij woonde de eerste achttien jaren van zijn leven in St. Louis en in Harvard University. In Harvard schreef hij een aantal gedichten voor de Harvard Advocate en hij behaalde er verschillende bachelor- en mastergraden. In 1910 verliet hij de Verenigde Staten en ging naar de Sorbonne, de Universiteit van Parijs.

Na een jaar in Parijs keerde hij terug naar Harvard met de bedoeling een ​​doctoraat in de filosofie te behalen, maar hij bedacht zich, ging terug naar Europa en vestigde zich in Engeland in 1914. Het jaar daarop trouwde hij met Vivienne Haigh-Wood en begon te werken in Londen, eerst als leraar, en later voor Lloyd's Bank.

Het was in Londen dat Eliot onder de invloed kwam van zijn tijdgenoot Ezra Pound. Deze erkende zijn poëtisch genie meteen, en hielp hem om zijn werk gepubliceerd te krijgen in een aantal tijdschriften, met name "The Love Song of J. Alfred Prufrock" in 'Poetry' in 1915. Zijn dichtbundel Prufrock and Other Observations werd gepubliceerd in 1917, en vestigde meteen zijn reputatie als een belangrijk avant-gardedichter. Met de publicatie van The Waste Land in 1922, nu door velen beschouwd als het invloedrijke poëtische werk van de 20e eeuw, begon Eliots faam tot bijna mythische proporties uit te groeien. Vanaf 1930, en voor de komende dertig jaar, was hij in de Engelssprekende wereld de meest dominante figuur in poëzie en literaire kritiek.

Als dichter zette hij zijn affiniteit voor de Engelse metafysische dichters van de 17e eeuw (met name John Donne) en de 19e eeuwse Franse symbolistische dichters (o.a. Baudelaire en Laforgue) om in radicale vernieuwingen van de poëzie. Dit betrof niet alleen de techniek maar ook de keuze van de onderwerpen. In vele opzichten geven zijn gedichten een stem aan de jonge naoorlogse (WO I) generatie die zich verzette tegen de waarden en conventies, zowel literair als sociaal, van het Victoriaans tijdperk. Ook als criticus had Eliot een enorme impact op de heersende literaire smaak en opvattingen. Na zijn bekering tot het orthodoxe christendom in de jaren dertig waren zijn inzichten in toenemende mate gebaseerd op een sociaal en religieus conservatisme. Zijn belangrijkste latere gedichten zijn Ash Wednesday (1930) en Four Quartets (1943), Tot zijn werken op gebied van literaire en sociale kritiek behoren onder meer The Sacred Wood (1920), The Use of Poetry and the Use of Criticism (1933), After Strange Gods (1934), en Notes Towards the Definition of Culture (1940). Eliot was ook een belangrijk toneelschrijver. Hij schreef onder meer de drama's in verzen Murder in the Cathedral, The Family Reunion, en The Cocktail Party.

Eliot werd een Brits staatsburger in 1927, en bleef lang verbonden aan de uitgeverij van Faber & Faber waar hij veel werk van jongere dichters publiceerde. Uiteindelijk werd hij ook directeur van het bedrijf. Na een notoir ongelukkig eerste huwelijk scheidde Eliot in 1933 van zijn eerste vrouw , en hertrouwde met Valerie Fletcher in 1956. T.S. Eliot ontving de Nobelprijs voor de Literatuur in 1948, en stierf in Londen in 1965.

Belangrijke werken

  • 'The Love Song of J. Alfred Prufrock' (1915) is een dramatische monoloog, geschreven tijdens zijn undergraduate periode aan de universiteit van Harvard. Het gedicht exploreert, vanuit het standpunt van de verteller J. Alfred Prufrock, een man van middelbare leeftijd, de verzieking en het geestelijke verval van de samenleving. Prufrock is zich weliswaar veel scherper bewust van de wereld om hem heen, maar tegelijkertijd is hij ook verlamd door een gevoel van nihilisme en zinloosheid.
  • 'Portrait of a Lady' (1917) is een gedicht over het onvermogen van een man en een vrouw om met elkaar te communiceren. Dit onvermogen is te wijten aan de verstikkende conventies van wat wordt voorgesteld als een 'stervende samenleving'. Beiden zijn zich bewust van hun isolement, maar zijn niet in staat om te ontsnappen: de vrouw wil in haar eenzaamheid de man naar zich toe trekken, maar beseft dat zij hem niets meer heeft te bieden; de man ontsnapt aan haar eisen door zich achter gewoonten en sociale conventies te verstoppen.
  • 'The Waste Land' (1922) is een lang gedicht in vijf delen over de zoektocht naar betekenis te midden van de fragmentatie, zinloosheid, en troosteloosheid van het moderne leven. In dit werk breekt Eliot met traditionele poëtische technieken; de publicatie ervan was een mijlpaal in de ontwikkeling van de moderne Engelse poëzie.
  • 'Ash Wednesday' (1930) is het eerste gedicht van T.S. Eliot waarin hij de vrede bejubelt die hij ontdekte in het orthodoxe christendom. Het gedicht is als een poëtische liturgie en meditatie over de mystieke relatie met God.
  • 'Murder in the Cathedral' (1935) is een drama in verzen. Het onderwerp ervan is de moord op de aartsbisschop van Canterbury, Thomas Becket (1162-1170) die zich verzette tegen koning Hendrik II's poging om de privileges van de geestelijkheid te beperken. In Eliots toneelstuk wordt Thomas verleid door materiële beloningen die de koning hem aanbiedt, maar hij wijst het af ter ere van God, waardoor hij als martelaar de dood vindt.
  • 'Four Quartets' (1943) is een lang gedicht dat door veel critici beschouwd wordt als Eliots belangrijkste dichtwerk. Het gedicht is een uitgebreide verkenning van ideeën over tijd, eeuwigheid, sterfelijkheid en geloof, verdeeld in vier secties of "kwartetten" voor vier verschillende locaties. Eliot maakte hiermee bewust de analogie met een reek muzikale composities die elk een ander thema exploreren.

Bibliografie

Poëzie

  • Prufrock and Other Observations (1917)
    • The Love Song of J. Alfred Prufrock
    • Portrait of a Lady (gedicht)
  • Poems (1920)
    • Gerontion
    • Sweeney Among the Nightingales
    • "The Hippopotamus"
    • "Whispers of Immortality"
    • "Mr. Eliot's Sunday Morning Service"
    • "A Cooking Egg"
  • The Waste Land (1922)
  • The Hollow Men (1925)
  • Ariel Poems (1927–1954)
  • Ash Wednesday (1930)
  • Coriolan (1931)
  • Old Possum's Book of Practical Cats (1939)
  • The Marching Song of the Pollicle Dogs en Billy M'Caw: The Remarkable Parrot (1939) in The Queen's Book of the Red Cross
  • Four Quartets (1945)

Toneelstukken

  • Sweeney Agonistes (gepubliceerd in 1926, eerste opvoering in 1934)
  • The Rock (1934)
  • Murder in the Cathedral (1935)
  • The Family Reunion (1939)
  • The Cocktail Party (1949)
  • The Confidential Clerk (1953)
  • The Elder Statesman (eerste opvoering in 1958, gepubliceerd in 1959)

Non-fictie

  • Christianity & Culture (1939, 1948)
  • The Second-Order Mind (1920)
  • Tradition and the Individual Talent (1920)
  • The Sacred Wood: Essays on Poetry and Criticism (1920)
    • "Hamlet and His Problems"
  • Homage to John Dryden (1924)
  • Shakespeare and the Stoicism of Seneca (1928)
  • For Lancelot Andrewes (1928)
  • Dante (1929)
  • Selected Essays, 1917–1932 (1932)
  • The Use of Poetry and the Use of Criticism (1933)
  • After Strange Gods (1934)
  • Elizabethan Essays (1934)
  • Essays Ancient and Modern (1936)
  • The Idea of a Christian Society (1939)
  • A Choice of Kipling's Verse (1941) met een essay over Rudyard Kipling, London, Faber and Faber.
  • Notes Towards the Definition of Culture (1948)
  • Poetry and Drama (1951)
  • The Three Voices of Poetry (1954)
  • The Frontiers of Criticism (1956)
  • On Poetry and Poets (1957)


Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met T.S. Eliot op Wikimedia Commons.

rel=nofollow

1901: Prudhomme · 1902: Mommsen · 1903: Bjørnson · 1904: Mistral, Echegaray · 1905: Sienkiewicz · 1906: Carducci · 1907: Kipling · 1908: Eucken · 1909: Lagerlöf · 1910: Heyse · 1911: Maeterlinck · 1912: Hauptmann · 1913: Tagore · 1915: Rolland · 1916: Heidenstam · 1917: Gjellerup, Pontoppidan · 1919: Spitteler · 1920: Hamsun · 1921: France · 1922: Benavente · 1923: Yeats · 1924: Reymont · 1925: Shaw · 1926: Deledda · 1927: Bergson · 1928: Undset · 1929: Mann · 1930: Lewis · 1931: Karlfeldt · 1932: Galsworthy · 1933: Boenin · 1934: Pirandello · 1936: O'Neill · 1937: Gard · 1938: Buck · 1939: Sillanpää · 1944: Jensen · 1945: Mistral · 1946: Hesse · 1947: Gide · 1948: Eliot · 1949: Faulkner · 1950: Russell · 1951: Lagerkvist · 1952: Mauriac · 1953: Churchill · 1954: Hemingway · 1955: Laxness · 1956: Jiménez · 1957: Camus · 1958: Pasternak · 1959: Quasimodo · 1960: Perse · 1961: Andrić · 1962: Steinbeck · 1963: Seferis · 1964: Sartre · 1965: Sjolochov · 1966: Agnon, Sachs · 1967: Asturias · 1968: Kawabata · 1969: Beckett · 1970: Solzjenitsyn · 1971: Neruda · 1972: Böll · 1973: White · 1974: Johnson, Martinson · 1975: Montale · 1976: Bellow · 1977: Aleixandre · 1978: Singer · 1979: Elýtis · 1980: Miłosz · 1981: Canetti · 1982: García · 1983: Golding · 1984: Seifert · 1985: Simon · 1986: Soyinka · 1987: Brodsky · 1988: Mahfouz · 1989: Cela · 1990: Paz · 1991: Gordimer · 1992: Walcott · 1993: Morrison · 1994: · 1995: Heaney · 1996: Szymborska · 1997: Fo · 1998: Saramago · 1999: Grass · 2000: Xingjian · 2001: Naipaul · 2002: Kertész · 2003: Coetzee · 2004: Jelinek · 2005: Pinter · 2006: Pamuk · 2007: Lessing · 2008: Le Clézio · 2009: Müller · 2010: Vargas Llosa ·

2011: Tranströmer