Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Heide (vegetatie)

Uit Wikisage
Versie door SjorsXY (overleg | bijdragen) op 3 jul 2009 om 06:45 (Heide is een benaming voor vegetatie van dwergstruiken uit de Hei- en Kraaiheidefamilie. ([http://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Heide_(vegetatie)&oldid=16839142]))
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Heide is een benaming voor vegetatie vooral bestaand uit dwergstruiken uit de Hei- en Kraaiheidefamilie. Heide komt in een beperkt aantal landen voor. Behalve in Nederland en Vlaanderen ook in de kuststrook van West-Europa, Groot-Brittannië en Ierland. Het is een typische vegetatie die zich thuis voelt in streken met een hoge luchtvochtigheid, niet te warme zomers en geen strenge winters.

De natuurlijke verspreiding van heidevegetaties bestaat uit kalkarme gebiedjes vlak aan zee (duinen) en gebergtes boven de boomgrens. De heide in het binnenland is een cultuurlandschap ontstaan door onttrekking van voedingsstoffen door begrazing en afplaggen van zandige gronden.[1] Uit stuifmeelonderzoek blijkt dat ook in het binnenland altijd wel heidevegetaties voorkwamen, maar de grote boomloze heidevelden en de zandverstuivingen zijn ontstaan door de intensivering van de schapenteelt gedurende de Middeleeuwen.[2]

Verspreiding

In Nederland komen heidevelden voor op zandgronden (Oostelijk Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Oostelijk Utrecht, Het Gooi, Noord-Brabant en Noord Limburg), de Waddeneilanden en in de kalkarme duingebieden ten noorden van Bergen. In Vlaanderen komen heidevelden voor in de provincies Antwerpen en Limburg.

Flora

De droge heide is hoofdzakelijk begroeid met struikheide (Calluna vulgaris) en bochtige smele (Deschampsia flexuosa). Verder komen er korstmossen waaronder Rendiermos- en bekertjesmossoorten voor. Karakteristieke struiken zijn de brem (Cytisus scoparius) en de jeneverbes (Juniperus communis). Vooral op de Waddeneilanden, en verder in het noorden van het land en op de Veluwe komt ook kraaiheide, (Empetrum nigrum) voor.

De natte heide wordt gedomineerd door dopheide (Erica tetralix) en pijpenstrootje (Molinia caerulea). Andere soorten van de vochtige heide zijn ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia), gagel (Myrica gale), klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe) en beenbreek (Narthecium ossifragum).

De vennen en hoogvenen op de heiden hebben een bijzondere flora.

Fauna

Voor de fauna van de heide is de structuur belangrijk. Het karakter van de heide moet open blijven, maar plekken met open zand, pijpestrootje en wat verspreide bomen en struiken bieden de dieren een grotere keuze aan micromilieus om te zonnen of te schuilen, dan grote uniforme stukken heide. Als er dode bomen op de heide blijven liggen schept dat ook geschikte milieus voor allerlei bijzondere dieren.

Het zonnige en warme microklimaat van de heide is essentieel voor de aanwezige reptielen en insecten.

Op de heide komen veel specifieke insectensoorten voor, zoals de hoornaarroofvlieg, de bijenwolf, sluipwespen, mestkevers en allerlei specifieke sprinkhanen en vlinders.

De zoogdierfauna is vertegenwoordigd in de vorm van hazen, konijnen, vossen en verschillende soorten muizen. Ook reeën en andere herten komen vaak uit het naburige bosgebied om er te grazen.

Afhankelijk van de droogte van de heide komen er ook veel amfibieën voor, zoals heikikker, bruine kikker en rugstreeppad.

Heide is vooral belangrijk voor reptielen zoals de zandhagedis, de levendbarende hagedis, de hazelworm, de gladde slang, de ringslang en de adder. Adder en levendbarende hagedis hebben een voorkeur voor vochtige heide. De zandhagedis en de gladde slang komen bijna uitsluitend op heideterreinen voor.

Wat vogels betreft moeten we denken aan de bijna uitgestorven korhoenders, de weer toenemende nachtzwaluw, de roodborsttapuit, de boompieper en de veldleeuwerik. De klapekster is een klauwiersoort die ook flink in aantal achteruitgegaan is door afname van het heideareaal en de achteruitgang van de rest van het agrarische open landschap.

Geschiedenis

De heiden ontstonden aan het eind van de middeleeuwen. De afgelegen gebieden werden overdag begraasd door schapen die 's nachts in de stal bleven, waarvan de bodem jaarlijks met verse heiplaggen bedekt werd, zogenaamse potstallen. De stalmest werd ieder jaar naar de akkers gebracht, die daardoor geleidelijk werden opgehoogd. Deze vorm van landbouw met de karakteristieke esdorpen en herdgangen bleef tot het einde van de 19e eeuw bestaan. In 1898 was nog ruim 20% van de oppervlakte van Nederland "woeste grond" en die bestond hoofdzakelijk uit heiden.

De uitvinding van de kunstmest verminderde de behoefte aan schapenmest en maakte het mogelijk de heiden tot landbouwgrond te ontginnen. Daarnaast werden veel heiden in bos omgezet. Speciaal met dit doel werd staatsbosbeheer opgericht. Ongeveer tegelijkertijd ontstond de belangstelling voor de heide bij natuurbeschermers. Als gevolg hiervan zag staatsbosbeheer af van de bebossing van waardevolle heiden en kocht Natuurmonumenten grote heiden, waaronder de Kampina. Aan het eind van de 20e eeuw bestond nog minder dan 1% van Nederland uit hei. Behalve de militaire oefenterreinen zijn vrijwel alle overgebleven heiden thans eigendom van staatsbosbeheer, de Vereniging Natuurmonumenten en de provinciale landschappen.

Bedreigingen

De heide in Nederland komt tegenwoordig steeds meer onder druk te staan, onder andere door recreatie en militaire activiteiten. Maar ook doordat er steeds meer behoefte is aan ruimte voor wegen, bebouwing en industrie. Door de opkomst van de industrie, intensieve veehouderij en het verkeer vanaf de jaren 1950 is de emissie van stikstofoxiden en zwaveldioxide verbindingen enorm toegenomen. Vanaf begin jaren 1970 kwam hier vanuit de landbouw nog een enorme toename van de ammoniak uitstoot bij. Op ecosysteem niveau leidde dit tot een toename van voedingstoffen en verzuring. Dit heeft een negatief effect gehad op het klassieke heidebeeld zoals we het van “vroeger” kennen. De heide is enorm aan het vergrassen. Tevens zijn veel van de kruidensoorten, korstmossen en mossen aan het verdwijnen. Deze afname van de floradiversiteit heeft direct zijn impact op de fauna. Op de heide worden bijvoorbeeld veel minder vlindersoorten aangetroffen dan voorheen.

Beheer

Het beheer van de resterende heide is vooral van de mens afhankelijk. Hiervoor is het schaap een goede hulp om de heide te onderhouden. De beste methode om de heide kort te houden is door deze periodiek te plaggen. Maar deze manier is kostbaar en wordt daarom vaak achterwege gelaten, met als gevolg dat veel van de heide "vergrast" met planten zoals de bochtige smele (Deschamsia felxuosa) en het pijpestrootje Molinia caerulea.

Plaggen is wel erg nadelig voor de fauna, omdat de structuur van het terrein ernstig wordt aangetast.[3] Het dient dan ook met mate en kleinschalig te gebeuren. Zolang de heide niet te ernstig vergrast is het ook goed mogelijk van tijd tot tijd wat opslag van bomen te verwijderen. Ook te intensieve begrazing is zeer schadelijk voor de typische heidefauna. Door het gehanteerde plagbeleid, waarbij grote stukken heide in één keer machinaal worden afgeplagd komen reptielenpopulaties onder druk te staan. Deze dieren geven de voorkeur aan een structuurrijke omgeving waarin naast wat oudere heide ook pijpestrootje en ,wat struiken en open plekjes aanwezig zijn. Voordat tot plaggen wordt overgegaan moet in ieder geval gekeken worden op welke plaatsen de reptielen het meest voorkomen en moeten deze plaatsen zo veel mogelijk met rust gelaten worden.

Kritiek

Heide op de zandgronden in het binnenland is een kunstmatig, door de mens geschapen milieu. Het is een cultuurlandschap dat het resultaat is van landgebruik uit het verleden en verdwijnt, tenzij de mens continu ingrijpt. Het manipuleren van heide om ze te behouden is moeilijk en duur.

Noten en externe links

<refs>