Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Geschiedenis van Europa
Dit artikel is een overzicht van de (menselijke) geschiedenis van het werelddeel Europa. Deze valt ruwweg chronologisch in te delen in de prehistorie, de klassieke oudheid, de middeleeuwen, de nieuwe tijd, de moderne tijd en de eigentijdse tijd.
Een Europese economische eenheid bestond in de oudheid in de vorm van het Romeinse handelsnetwerk; dit besloeg echter vooral het zuidelijke deel van het continent. Vanaf de Middeleeuwen is een groeiende culturele eenwording waar te nemen, die hand in hand ging met de verspreiding van het christendom over het gehele continent; dit verdrong langzaamaan vrijwel alle andere religies, zij het dat het noordelijk deel veel langer vasthield aan de Germaanse religie.[1] Een mate van economische eenheid, vergelijkbaar met die in Romeinse tijden, werd pas weer bereikt in de 16e eeuw met de opkomst van het kapitalisme. Desondanks werd Europa nooit een staatkundige eenheid en was het getuige van bloedige strijd, die zijn dieptepunt vond in de Eerste en Tweede Wereldoorlog, beide Europese conflicten die zich over de aardbol verspreidden.
Vanaf de 16e eeuw begonnen Europese koloniale mogendheden andere delen van de wereld te overheersen, een overheersing die leidde tot een Europese hegemonie op het wereldtoneel in de 19e eeuw. In de Wetenschappelijke- en Industriële revoluties ontstane nieuwe ideeën en technieken konden door deze hegemonie vanuit Europa over de rest van de wereld worden verspreid.
De opkomst van de Verenigde Staten (van oorsprong een Europese kolonie) en de Sovjet-Unie (die deels in Europa lag) en de twee wereldoorlogen verdeelden het continent in de tweede helft van de 20e eeuw grofweg in twee gescheiden economisch-politieke blokken. Tegelijkertijd begon een groeiende groep landen door middel van economische en politieke samenwerking aan een proces dat de Europese eenwording wordt genoemd, vanuit de wens verdere oorlogen te voorkomen.
Pre- en protohistorie
De prehistorie (de tijd voor de geschiedschrijving) wordt ingedeeld in grofweg: steentijd (vanaf 2 miljoen jaar terug tot ca. 5.000 jaar geleden), bronstijd (vanaf ca. 3.000 v.Chr. tot 1.200 jaar voor onze jaartelling) en wordt dan gevolgd door de protohistorische ijzertijd. In noordelijk Europa begon de ijzertijd pas rond 800 voor onze jaartelling.
Steentijd
De geschiedenis van Europa begint met de komst van de mens, of een voorloper daarvan. De eerste periode in de geschiedenis van Europa is de steentijd. In de steentijd maakte de mens gebruiksvoorwerpen van steen, maar waarschijnlijk ook van hout, hoorn en been. De steentijd wordt ingedeeld in 'oude steentijd' (Paleolithicum) en 'nieuwe steentijd' (neolithicum). Daartussenin geldt vooral voor noordelijk Europa een 'tussensteentijd' (Mesolithicum).
Paleolithicum
In het Paleolithicum, ook wel de oude steentijd genoemd, kwamen de Homo erectus en de neanderthalers Europa binnen. De fossielen van de Homo erectus georgicus worden geschat op 1,77 miljoen jaar.[2] Schedels en zelfs hele geraamtes van de voorhistorische mens werden in heel Europa ontdekt. Hij maakte hier twee ijstijden door, waarna de Homo sapiens Europa rond 35.000 v.Chr. zou bereiken.[3] In Zuid-Europa brengt de Homo sapiens grotschilderingen aan en maakt beeldhouwwerken, waarvan de Venus van Laussel in de Dordogne de bekendste is.
Er zijn aanwijzingen dat Neanderthaler en Homo Sapiens een tijdlang gelijk zijn voorgekomen. Er bestaat geen bewijs dat Neanderthaler en Homo sapiens samen nakomelingen hebben verwekt en de meeste wetenschappers wijzen de theorie dat vermenging tussen de twee soorten zou hebben plaatsgevonden af. Als er al uitwisseling van genen heeft plaatsgevonden tussen de twee soorten, is dat op zeer beperkte schaal, met nauwelijks evolutionaire effect.[4]
Mesolithicum
Het Mesolithicum (middensteentijd) is de aanduiding voor de cultuurperiode in Noordelijk Europa die begint na het aflopen van de laatste ijstijd ca. 10.500 v.Chr. en eindigt wanneer een samenleving overschakelt op landbouw en veeteelt en tal van nieuwe technologieën ontwikkelt of overneemt (neolithicum). Jagen, vissen en verzamelen waren de middelen van bestaan van de mensen in Mesolithische culturen, die doorgaans als rondtrekkende jagers-verzamelaars leefden; nederzettingen zijn zeldzaam en meestal tijdelijk. Vondsten uit het Mesolithicum tonen aan dat steenbewerkingstechnieken verfijnder werden en dat magisch-religieuze gebruiken veelvuldiger voorkwamen.
Mesolithicum in Europa (uitklapbaar) | ||
---|---|---|
Periode | Noordelijk en West-Europa | Zuidelijk en Oost-Europa |
11.350 v.C. IJstijd |
Het Weichselien (de laatste ijstijd) raakt ten einde. In Noordwest-Europa is er geen ijs en sneeuw, maar toendra. De mensen in deze streken van de paleolithische Hamburgcultuur en Magdalénien, jagen op kuddes trekkende rendieren. Zelfs op mammoeten, tot zelfs op de drooggevallen Doggersbank van de Noordzee. | |
11.350 - 10.700 v.C. Allerød |
Dan volgt een wat warmere periode, Allerød-interstadiaal met bijna de huidige temperaturen. De mensen hier van de laat-Paleolithische Federmessercultuur, Magdalénien, en Ahrensburgcultuur, jagen op rendieren. In noord-Amerika smelten gletsjers en ontstaan reusachtige glaciale meren. | |
10.500 v.C. Mesolithicum |
Einde van de ijstijd. | |
10.000 v.C. Jonge Dryas |
Van ongeveer 10.000 v.Chr. tot 9000 v.Chr. heerst in de noordelijke delen van Europa de zogenaamde Jonge Dryas-stadiaal, waardoor het klimaat in Nederland en België overeenkomt met een poolwoestijn. De Jonge Dryas is een koude periode die het warmer worden van het klimaat aan het einde van de ijstijd tijdelijk onderbreekt. Ahrensburgcultuur in Noord-Duitsland en het zuiden van Scandinavië. | Dit millennium en het volgende zijn een tijd van grote veranderingen in klimaat, geografie en fauna. De zeespiegel begint te stijgen. Hoewel dit zich over een langere periode uitstrekt sterven vele dieren uit, vooral de grotere zoals mammoet, wolharige neushoorn, sabeltandtijger, grondluiaard en het Amerikaanse paard en kameel. |
9.560 v.C. | De jonge Dryas houdt plotseling op. Binnen een paar decennia wordt het veel warmer. | |
8.000 v.C. | De Fosna-Hensbackacultuur (ca. 8300-7300 v.Chr.) in Zweden en Noorwegen maakt de overgang van Paleolithicum naar Mesolithicum en wordt opgevolgd door de Nøstvet- en Lihultcultuur. | 8000–7000: Sauveterrien |
7.500 v.C. | In Noordwest-Europa ontstaat de mesolithische Maglemosecultuur (7500 - 6000 v.C.) | Rond 7500 ontstaat de nederzetting Çatal Hüyük in Anatolië. In Griekenland ontstaat de Sesklocultuur, 7400 - 6200 v.C. Vanaf hier loopt de verspreiding van het Neolithicum over heel Europa. |
Neolithicum
In het neolithicum, de nieuwe steentijd, bestond er niet zoiets als één cultuur in Europa. Er waren, in het algemeen matrilineaire, samenlevingsvormen van plaatselijke volksstammen, die soms enige samenhang vertoonden, waardoor er van een "cultuur" sprake kon zijn. Het neolithicum begon in Centraal-Europa al in het 6e millennium v.Chr., terwijl het omwille van de zich terugtrekkende ijstijd pas duizend jaar later in Noord-Europa zou aanbreken.
Na het einde van de ijstijd leefden de mensen in het noorden van Europa nog lange tijd overwegend van jagen en verzamelen. Meer in het zuiden van Europa begon het neolithicum - gekenmerkt door de overgang op landbouw en veeteelt - al vroeg. De eerste vaste huizen die zijn gevonden, bij Sesklo in Griekenland, dateren uit het 7e millennium v.Chr.: de Sesklocultuur.
Neolithicum in Europa (uitklapbaar) | ||
---|---|---|
Periode | Noordelijk en West-Europa | Zuidelijk en Oost-Europa |
7.500 v.C. | In Noordwest-Europa ontstaat de mesolithische Maglemosecultuur (7500 - 6000 v.C.) | Rond 7500 ontstaat de nederzetting Çatal Hüyük in Anatolië. In Griekenland ontstaat de Sesklocultuur, 7400 - 6200 v.C. Vanaf hier loopt de verspreiding van het Neolithicum over heel Europa. |
7.000 v.C. Aardewerk |
Het varken wordt in Klein–Azië tot huisdier gemaakt. Aardewerk verschijnt nu op vele plaatsen in het Midden–Oosten, het Middellandse Zeegebied, in het westen tot in Spanje en in het zuiden tot in Ethiopië | |
6.500 v.C. Verspreiding |
Engeland wordt een eiland. De zeespiegel blijft stijgen en een groot deel van het Noordzeegebied, waaronder het Doggerseiland, verdwijnt onder de golven. | Het Neolithicum begint zich vanuit de vruchtbare sikkel en zuid-Anatolië te verspreiden over Europa. Mogelijk wordt deze verspreiding versneld door het onderstromen van de Zwarte Zee. Deze verspreiding gebeurt tot in de Balkan en het Middellandse Zeegebied voornamelijk door migratie[5], maar verder richting Noordwest-Europa, voornamelijk door imitatie (via sociale- en handelscontacten)[6]. De nieuwe neolithici hebben de volgende vaardigheden: landbouw en veeteelt, een paar eeuwen later ook pottenbakken. Er zijn twee verspreidingsroutes van het Neolithicum naar Europa.
|
6.200 v.C. Landbouw |
Landbouw bereikt de Balkan, waarschijnlijk vanuit Anatolië. Starčevo-Köröscultuur in Oost-Europa en de Balkan, 6200 - 5600 v.C. Hieruit is waarschijnlijk de Bandkeramische cultuur voortgekomen. De oudste landbouwnederzettingen treft men op Sicilië; waarschijnlijk zijn ze van de Balkan afkomstig. | |
6.000 v.C. | Kongemosecultuur (6000 - 5200 v.C.) | Vinčacultuur (6.000 - 2.500 v.C.) in Zuidoost–Europa |
5.500 v.C. Inwijkelingen |
Rond 5500 breekt de landengte tussen Denemarken en Zweden door en wordt het Ancylusmeer de Oostzee. De Bandkeramische cultuur ontstaat in onder andere Zuid-Limburg. en lijkt 'afgekeken' van de neolithici van de Starčevo-Köröscultuur. Inwijkelingen brengen al hun vaardigheden mee: landbouw, veeteelt en pottenbakken. |
|
5.300 v.C. | De Ertebøllecultuur (ca. 5300 v.Chr. - 3950 v.Chr.) is een voornamelijk Zuid-Scandinavische cultuur van jager-verzamelaars en vissers van het eind van het Mesolithicum en het begin van het Neolithicum. | |
5.000 - 4.500 v.C. Godincultus |
Cycladische, Maltezer en Kretenzische kunst is verwant. Cycladen (eilandenring rond Delos) hebben typisch gestileerde godinnenbeeldjes in ‘nachthemdvorm’ of andere in 'vioolvorm' van ca. 18 cm met lange nek. Mannelijke figuurtjes, die er ook bij aangetroffen worden soms, zijn altijd muzikanten. | |
4.400 v.C. | Vincacultuur (ca. de Balkan): 700 landbouwsites teruggevonden: godinbeeldjes ("stiff-neck godesses") (5de – 4de millennium v.C.) altijd rond de 5 cm groot. Soms met gaatjes (gebruik als amuletten?) | |
4.000 v.C. - Megalieten |
De neolithische trechterbekercultuur in het zuiden van Scandinavië volgt de Ertebøllecultuur op. | Megalithische tempels van Malta: (4de -3de millennium v.C.) vergelijkbaar met megalithische constructies Frankrijk en Engeland. Hoefijzervormige ‘tempels’ en grotten. Marija Gimbutas noemt het baarmoedervormen. Er zijn ook moedergodinbeelden aangetroffen. |
3.700 - 3.000 v.C. | Een tweede golf van uitbreidingen van het Neolithicum naar Denemarken en Engeland[5]. | |
3.300 v.C. | tussen 3350 en 3210 - Ötzi, de ijsman van de Alpen, vindt de dood in wat nu het grensgebied tussen Oostenrijk en Italië is. Hij blijkt een koperen bijl te hebben. | |
3.200 v.C. | De neolithische Pitted-warecultuur vangt in het zuiden van Scandinavië aan (tot -2300). Begin van de megalithische cultuur op de Britse eilanden en in Noordwest-Frankrijk. In het oosten van Ierland bouwt men Newgrange. |
In Hongarije wordt het wiel gebruikt. |
3.000 v.C. | Uit die tijd is in de Lage Landen een wiel gevonden. Het is onder andere ook uitgevonden in de landen rond de Alpen. | Begin van de Minoïsche beschaving op Kreta. Naast de Minoïsche beschaving ontstaan nog gelijkaardige godinvererende beschavingen in en rond de Egeïsche Zee: op de Cycladen, het vasteland van Griekenland en in Klein-Azië. |
Bronstijd
Na de steentijd volgde rond 3000 v.Chr. de bronstijd, al begon die niet overal op hetzelfde moment. In Midden-Europa en Anatolië was er tussen de nieuwe steentijd en de bronstijd nog een kopertijd. Brons verving vanuit Zuid-Europa geleidelijk vuursteen als belangrijkste materiaal voor gereedschap en wapens en werd ook gebruikt voor sieraden.
In de bronstijd zagen de eerste beschavingen het licht. Op de Cycladen kwam de Cycladische beschaving tot bloei. De eerste geletterde beschaving in Europa die we op dit moment kennen is de Minoïsche beschaving op Kreta, die daar ontstond rond 3000 v.Chr.[7] Daar werd het Lineair A ontwikkeld. De sedentaire culturen rond het Middellandse Zeegebied breidden naar alle kanten even snel uit en behielden Kreta als centrum. Het was daar een intens centrum van handelsverkeer over zee met de Cycladen, Anatolië, Mesopotamië, het Oude Egypte en, via het eerste Suezkanaal (dat van oost naar west liep en de Nijl verbond met de Rode Zee) ook met het Verre Oosten via Elam tot de bloeiende Indusbeschaving toe.
Rond 2200 v.Chr. kwamen de Indo-Europeanen vanuit hun stamgebied in de Oekraïne Europa binnen. Zo'n twee eeuwen later splitsten zij op in afzonderlijke volkeren en trok een westelijke groep richting Balticum (later bekend als de Letten en Litouwers). Een subgroep trok nog westelijker en vestigde zich in Centraal-Europa (de latere Italiërs, Germanen, Slaven en Kelten). Na ca. 1900 v.Chr. begonnen enkele Indo-Europese stammen die zich in Griekenland hadden gevestigd, die samen de Achaeërs worden genoemd, een Griekse identiteit te vormen.
Rond 1800 v.Chr. begon de kolonisatie van West-Europa door de (nog altijd mysterieuze) Liguriërs. Zij kwamen ofwel voort uit de klokbekercultuur in de regio, ofwel waren dit Indo-Europeanen uit Zuid-Rusland die lang vóór de uittocht van de andere Indo-Europeanen naar westelijk Europa trokken.
Voor 1600 v.Chr. hadden de Achaeërs het schiereiland Peloponessus bereikt en er de Pelasgen de oorspronkelijke voor-Griekse bevolking onderworpen. Voortaan zouden de Achaeërs de Myceners genoemd worden. De Myceners woonden aanvankelijk naast de Minoïsche en Cycladische beschaving en ze zouden veel van de oorspronkelijke bewoners van Griekenland overnemen. De Myceners waren echter een krijgsvolk, ze woonden in burchten, vestingen boven op akropolissen. Hun rijk bestond uit verschillende kantons en sub-kantons met elk een eigen hoofdplaats, en een hiërarchie geleid door een militaire aristocratie. De Myceners leefden vooral van landbouw en veeteelt, handel maar ook plunderingen van buurvolken. Zo kwamen zij in conflict met de Minoïsche beschaving. Ze hebben veel op het eiland Kreta geplunderd en waren verantwoordelijk voor de ondergang van deze beschaving, die ergens in de 14e of 15e eeuw v.Chr. plaats vond, al namen zij er veel van over. De Myceners zouden tegelijk de Cycladische beschaving ten val brengen. Tussen 1400 en 1200 v.Chr. kende het Myceense rijk een periode van expansie en had het door intensief scheepvaartverkeer zijn invloed in het oostelijke deel van de Middellandse Zee en tot in Italië vergroot. In dit hele gebied hadden de Myceners handelscontacten met andere volken; plunderen deden ze daarnaast nog steeds. De Myceners werden tussen 1200 en 1000 v.Chr. door de eveneens Griekse Doriërs onderworpen, waarmee de Griekse klassieke oudheid begon.
De Fenicische en Filistijnse handelaars, ook wel 'Zeevolken' genoemd, betrokken bij de uitwisseling van goederen en cultuurelementen ook Spanje en Portugal, en zelfs het zuiden van Engeland. Ook te land was er vanouds de 'Zijderoute' die zorgde voor uitwisseling van goederen, personen en cultuur met India en verder verwijderde streken in Azië.
Bronstijd in Europa (uitklapbaar) | ||
---|---|---|
Periode | Noordelijk en West-Europa | Zuidelijk en Oost-Europa |
3.000 v.C. | Uit die tijd is in de Lage Landen een wiel gevonden. Het is onder andere ook gevonden in de landen rond de Alpen. | Begin van de Minoïsche beschaving op Kreta. Naast de Minoïsche beschaving ontstonden gelijkaardige godinvererende beschavingen in en rond de Egeïsche Zee: op de Cycladen, het vasteland van Griekenland en in Klein-Azië. |
2.900 - 2.500 v.C. | Begin van de touwbeker- of standvoetbekercultuur. De bekers werden gemaakt in een slanke S-vorm. In het zuiden van Engeland begon men te bouwen aan Stonehenge, door het aanleggen van een ringgracht. | De Vroeg-Minoïsche beschaving brak aan en duurde tot 2000 v.Chr. In die periode worden talrijke havensteden gesticht op oostelijk Kreta. Er zijn ronde graven gevonden op Mesara. De Vroeg-Minoïsche beschaving beleefde rond 2200 v.Chr. zijn hoogtepunt. |
2.500 v.C. | De touwbeker- of standvoetbekercultuur maakte plaats voor de klokbekercultuur. De cultuur kende voornamelijk in het gebied van het latere Nederland een grote bloei. Stonehenge, een megalithisch monument uit de Jonge Steentijd en de Bronstijd, werd in die tijd opgericht. Het bestaat thans nog uit aardwerken rondom een cirkelvormig arrangement van grote staande stenen. |
In Midden-Europa (Tsjechië) kent men de Unetice-cultuur. In Griekenland begon de Vroeg-Helladische tijd (tot 1850 v.Chr.). In het Egeïsche gebied ontstonden verschillende culturen. In Griekenland zelf ging het vooral om de Boerencultuur. Het gebied omvatte Argolis, Attika, Boeotië, Korinthe, Phokis en Thracië. |
2.400 v.C. | In Europa werd rond deze tijd voor het eerst koper gesmolten en bewerkt. | |
2.300 v.C. | In zuidelijk Europa werd brons bewerkt en werden meer en meer gebruiksvoorwerpen vervaardigd in dit materiaal, ter vervanging van een aantal aardewerken voorwerpen. | |
2.200 v.C. | Krijgshaftige nomaden (Hunnen) trokken uit de streek van het huidige Zuid-Rusland naar Europa. Ze maakten gebruik van aardewerk. | |
2.000 v.C. | In Nederland zijn vondsten gedaan van nederzettingen, ook koperen voorwerpen, waaruit af te leiden valt dat hier "handelaars" waren, mogelijk uit zuidelijk Europa. Aan de streken langs de kust vestigden zich mensen, die leefden van de visvangst, en ook landbouw raakt meer en meer verspreid. In Zuid-Engeland beleefde de Wessex-cultuur haar hoogtijdagen en er werd brons bewerkt. Rond deze tijd werd Stonehenge afgewerkt. | Midden-Minoïsche beschaving. Op Kreta verschenen de eerste paleizen, zoals die van Knossos, Malia en Phaistos. Ze getuigen nog steeds van de bloei van de Minoïsche beschaving. De Kretenzers dreven handel met het Griekse vasteland, maar ook met havensteden in Syrië en Egypte. Ze voerden het beeldschrift in, met als voorbeeld Egypte. |
1.900 v.C. De ploeg |
ca. 1950 - Rond deze tijd deed de ploeg haar intrede in West-Europa. Met deze eenvoudige ploeg kon men al voren trekken in lichte grond. In de Lage Landen begon het Bronstijdperk. Steeds vaker komen er koperen en bronzen voorwerpen voor in deze periode Er trokken handelaren met metalen voorwerpen rond in onze landen. De doden werden begraven in grafheuvels (Drenthe). |
Op Kreta ontstond een meer gestileerd schrift (Minoïsch Lineair schrift), gebaseerd op lettergrepen. |
1.800 v.C. | In Scandinavië werd toen ook met brons gewerkt, dat werd ingevoerd in ruil voor barnsteen en dierenhuiden. Ook in Engeland werd brons als basismateriaal gebruikt voor onder andere wapens. |
Ook op het Iberisch schiereiland werd brons als basismateriaal gebruikt voor onder andere wapens. Indo-Europese stammen, Ioniërs en Eoliërs trokken de Griekse gebieden binnen. (De verschillende culturen zouden later versmelten in de Laat-Helladische cultuur rond 1100 v.Chr.) |
1.750 - 1.700 v.C. | Uit deze periode stammen de kleitabletten met daarop teksten in het nog onontcijferde schrift lineair A Op Kreta worden de Minoïsche paleizen van o.a Knossos en Phaistos door een hevige aardbeving verwoest. Een nieuwe generatie paleizen ontstond. Knossos werd hersteld en is tegenwoordig het meest bekende. Het centrale bestuur werd hier gevestigd. | |
1.700 - 1.600 v.C. Vulkanen |
ca. 1650 - Ontstaan van de steden in het zuiden van Griekenland: het begin van de Myceense cultuur. ca. 1630 - Op het Griekse eiland Thera in de Middellandse Zee, barstte een vulkaan uit. Kreta ondervond grote schade, ook van de asregen als gevolg van de uitbarsting. Een tsunami van 28 meter hoog vernielde het paleis van Knossos en de havens met haar vloot. | |
1.600 v.C. | Rond deze periode begon de Laat-Helladische of Myceense tijd. Kleine koninkrijkjes ontstonden in het zuiden van Griekenland. Adellijke heersers verbleven op hun versterkte burchten en werden verdedigd door strijders die gebruikmaakten van strijdwagens. Indo-Europese volkeren vestigden zich op de Peloponnesos en stichtten belangrijke plaatsen in Mycene en Tiryns. Deze volkeren ontwikkelden zich tot de belangrijke Myceense beschaving.
| |
1.500 v.C. Myceense beschaving |
1479 - 1470 v.Chr. - In Barger-Oosterveld wordt het Tempeltje van Barger-Oosterveld gebouwd. | ca. 1450 v.Chr. - De paleizen op Kreta werden voor de tweede keer verwoest.[8] De Myceners bonden de strijd aan met Kreta. Het paleis van Knossos werd vernietigd. De Myceners dreven handel in het westelijke en het oostelijke deel van de Middellandse Zee. Het lineair Myceense schrift, gebaseerd op het Kretenzische schrift werd ontwikkeld. 1425 v.Chr. - Het paleis van Knossos werd verwoest door een hevige brand, als gevolg van een mislukte opstand tegen de Myceners. |
1.400 v.C. | 1350 v.Chr. - In Hongarije worden de stoffelijke resten bij een begrafenis (na crematie) in urnen bewaard. 1390 v.Chr. - De Dionysuscultus verspreidde zich met veel geweld over Griekenland. | |
1.300 v.C. | In Nederland werd een juweel gevonden, "het halssnoer van Exloo", daterend uit dit millennium. | 1208 v.Chr. - Koning Agamemnon keerde terug naar Mycene en wordt vermoord door zijn vrouw Clytaemnestra. 1201 v.Chr. - Koning Orestes (1201 - 1150 v.Chr.) besteeg de Myceense troon. Clytaemnestra en haar minnaar Aegisthus werden uit w |
- º Deze cultus hield het langst stand in de Scandinavische landen, en werd door een IJslands geleerde min of meer te boek gesteld in de Edda.
- º A. Vekua, D. Lordkipanidze, G. P. Rightmire, J. Agusti, R. Ferring, G. Maisuradze, et al. (2002). A new skull of early Homo from Dmanisi, Georgia. In: Science, 297:85–89.
- º De archaïsche Homo sapiens, op andrebogaert.be
- º Neanderthal-human hybrid ’a myth’ op BBC news, 10 december 2007.
- ↑ 5,0 5,1 Quaternary Science Reviews 26 (2007) 2036–2041, Catastrophic early Holocene sea level rise, human migration and the Neolithic transition in Europe, Chris S.M. Turneya, Heidi Brown
- º Volkskrant
- º Drs. W. Jansen Heijtmajer, "De Geschiedenis van de schrijftaal".
- º Arthur Evans weet dit onder meer aan de Myceners, die het eiland vanaf de 15e eeuw v.Chr. binnengevallen zouden zijn.