Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed
Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Neus: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
(Neus (doorverwijzing).) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 70: | Regel 70: | ||
* [[Neusklank]] (nasaal), een klank waarbij de lucht ten dele of uitsluitend door de neus gaat. | * [[Neusklank]] (nasaal), een klank waarbij de lucht ten dele of uitsluitend door de neus gaat. | ||
* [[Neusrot]] (rot), een [[plantenziekte|ziekte]] bij bepaalde [[vrucht (plant)|vruchten]]. | * [[Neusrot]] (rot), een [[plantenziekte|ziekte]] bij bepaalde [[vrucht (plant)|vruchten]]. | ||
* | * [[Neusschaaf]], een (kleine) [[handschaaf]] met een stompe neus, voor het schaven in hoeken. | ||
* [[Neuswarmertje]], een kort ([[steen|stenen]]) [[pijp (rookgerei)|pijpje]]. | * [[Neuswarmertje]], een kort ([[steen|stenen]]) [[pijp (rookgerei)|pijpje]]. | ||
* [[eigenwijs|Neuswijs]], eigenwijs, betweterig, verwaand. | * [[eigenwijs|Neuswijs]], eigenwijs, betweterig, verwaand. | ||
{{dp}} | {{dp}} |
Versie van 30 jan 2011 18:50
Neus kan verwijzen naar: |
- Neus (zintuig), vooruitstekend deel van het hoofd waar het reukzintuig (reukvermogen) zetelt.
(neusdelen : neusbeen, neusgat, neusholte, neusvleugel, neuswortel.)
- Ook : drankneus, jeneverneus, haviksneus, puntneus, mopneus, snotneus.
- Een vooruitstekende punt of uiteinde ergens van (bijvoorbeeld : de neus van een schoen).
- De indruk die wijn maakt op het reukorgaan (reukvermogen, bijvoorbeeld : wijn die nagenoeg geen geur verspreidt, heeft geen neus, ook : bourgogneneus).
- Nes (of neus), een oud Nederlands woord voor landtong.
- Een parfumeur.
- Willem Holleeder, bijgenaamd 'De Neus'.
- "Hij doet alsof zijn neus bloedt" : Alsof er niets aan de hand is, alsof de zaak hem niet aangaat, houdt zich van de domme.
- "De neus voor iemand ophalen / optrekken" : Hem minachtend bejegenen.
- "De neus voor iets ophalen" : Iets te min achten, er niet van gediend zijn.
- "De neuzen tellen" : De aanwezigen, inzake bij een stemming.
- "Een frisse (of : koude) neus halen" : Bij koud weer een wandeling maken.
- "Iemand een lange neus maken" : (Hem bespotten door) de uitgespreide hand met de duim tegen de neus te houden, hem honen, duidelijk maken dat men niet wil luisteren.
- "Een wassen neus" : Iets, voor de vorm bestaand.
- "Zijn neus krult" : Hij is trots op het complimentje.
- "Niet verder kijken dan zijn neus lang is" : Kortzichtig zijn.
- "Zijn neus overal insteken" : Zich overal mee bemoeien.
- "Zijn neus in de wind steken" : Trots op iets zijn.
- "Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht" : Wie van een bloedverwant kwaad vertelt, deelt in de schade.
- "Zijn neus (of : zijn hoofd) stoten" : Een weigerend antwoord op een verzoek krijgen.
- "Dat gaat zijn neus voorbij" : Daarvan krijgt hij niets.
- "Zijn neus voorbij praten" : Iets verklappen.
- "Iemand iets niet aan de neus hangen" : Hem onkundig laten.
- "Dat kan ik aan zijn neus niet zien" : Aan zijn uiterlijk, dat kon ik immers niet weten.
- "Je zal het aan je neus hebben hangen" : Gezegd als iets zwaarder, lastiger is dan een ander meent.
- "Iemand bij de neus hebben, nemen" : Foppen.
- "Iemand iets door de neus boren" : Hem niet geven wat hem toekomt of zou komen.
- "Iets in de neus (of : het snotje) krijgen" : In de gaten krijgen / door hebben.
- "Iets langs zijn neus weg zeggen" : Schijnbaar terloops als iets onbelangrijks.
- "Met de neus op iets gedrukt worden" : Gedwongen worden de werkelijkheid te zien.
- "Iemand met de neus op de feiten drukken" : Hem de harde waarheid laten zien.
- "Met de neus erbij staan" : Vlak vooraan, vlak erbij.
- "Overal met zijn neus bij zijn" : Alles willen weten en zien.
- "Met zijn neus in de boter vallen" : Op een buitengewoon gelukkig ogenblik komen. / Heel goed terechtkomen.
- "Iemand een tik over zijn neus geven" : Hem berispen.
- "Iets tussen neus en lippen doen" : In verloren ogenblikken.
- "Tussen neus en lippen door" : Terloops.
- "Uit zijn neus eten" (plat taalgebruik) : Zijn tijd verdoen met niets.
- "Je neus uitkomen" : Er schoon genoeg van hebben of krijgen.
- "Het ligt vlak voor je neus" : Vlak bij je.
- "Iemand iets voor de neus wegnemen" : Terwijl hij er bij is.
- "Iets voor iemands neus weghalen, wegpikken" : Het net even te vlug af zijn.
- "Iemand de deur voor de neus dicht doen" : Terwijl hij er voor staat.
- "Het is geen knip voor zijn neus waard" : Niets.
- "Iemand iets onder de neus wrijven" : Verwijten.
- "Op zijn neus kijken" : Beteuterd.
- "Iemand een pen op de neus zetten" : Hem streng berispen.
- "Me neus ! / Ja, me neus ! / Aan me neus !" : Ik denk er niet over ! / ben je gek ! / Kom nou !
- "Een fijne neus hebben" : (Inzake honden) goed kunnen ruiken / Iets terstond opmerken, snel de juiste waarde van iemand of iets onderkennen (als bij intuïtie).
- "Feestneus" : Iemand die veel of graag feest viert (oorspronkelijk een opzetneus om bij feest op te zetten).
- "Snotneus" : Snotaap, een jongen die (nog) van niets weet, maar graag wel wil weten, veelal (nog) te jong.
- "Speurneus" : Iemand die snel en gemakkelijk iets vindt.
- "Wijsneus" : Iemand die denkt alles te weten of iemand die bijdehand is/doet.
- "Zwamneus" : Zwetser, praatjesmaker (uit de nek zwammen).
- "Het neusje van de zalm" : (In het algemeen) het fijnste / lekkerste / beste.
- "Neusstem" : Stem van iemand die door de neus spreekt.
- "Neuslengte" : Inzake sport, een kleinigheid, korte afstand (ook : banddikte, taflengte).
Zie ook
- Neusaap (Nasalis larvatus), een langneuzige aap op Borneo.
- Neusbeer, een klein roofdier in Midden- en Zuid-Amerika, genoemd naar zijn lange, beweeglijke neus.
- Neushoorn (neushoren, rinoceros), een groot zoogdier met op de neusrug een enkele of een dubbele hoorn.
- Neushoornkever (Oryctes nasicornis), een bladsprietige, kastanjebruine kever (het mannetje draagt op de kop een achterovergebogen hoorn).
- Neushoornvogel (neusvogel, Dichoceros bicornis), een vogel met grote snavel en uitwassen op de bovensneb.
- Neusbloeding, het bloeden door de neus.
- Neusklank (nasaal), een klank waarbij de lucht ten dele of uitsluitend door de neus gaat.
- Neusrot (rot), een ziekte bij bepaalde vruchten.
- Neusschaaf, een (kleine) handschaaf met een stompe neus, voor het schaven in hoeken.
- Neuswarmertje, een kort (stenen) pijpje.
- Neuswijs, eigenwijs, betweterig, verwaand.
Dit is een doorverwijspagina, bedoeld om onderscheid te maken tussen de verschillende betekenissen en gebruiken van de term Neus. Op deze pagina staat een uitleg van de verschillende betekenissen van Neus en verwijzingen naar de betreffende artikelen.
Bekijk alle artikelen waarvan de titel begint met Neus, waarvan de titel Neus bevat of waarvan de titel of inhoud de term Neus bevat. |