Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

William Miller (predikant): verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(hernieuwde link)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 53: Regel 53:
Pas toen zijn geloofsgenoten hem vroegen om deze opvattingen ook in het openbaar uiteen te zetten, stemde hij toe. Hij had nog niet dikwijls in het openbaar gesproken en voelde zich niet bekwaam voor het grote werk dat voor hen lag. Op de eerste zondag van augustus 1831 begon hij in een stadje genaamd Dresden openlijk te verkondigen wat hij geloofde.  
Pas toen zijn geloofsgenoten hem vroegen om deze opvattingen ook in het openbaar uiteen te zetten, stemde hij toe. Hij had nog niet dikwijls in het openbaar gesproken en voelde zich niet bekwaam voor het grote werk dat voor hen lag. Op de eerste zondag van augustus 1831 begon hij in een stadje genaamd Dresden openlijk te verkondigen wat hij geloofde.  


Dat jaar stopte hij ook zijn medewerking aan de Vrijmetselaarsloge, en in 1833 schreef hij aan zijn vrienden om [[Vrijmetselarij]] te behandelen zoals ze elk ander kwaad zouden behandelen.<ref>[http://books.google.com/books?id=xVilO-Mqr3sC&printsec=frontcover&dq=God%27s+Strange+Work:+William+Miller+and+the+End+of+the+World&source=bl&ots=44zWO0n5SH&sig=iByTA8kvFs9D5UcAjBCwxUCxqvw&hl=en&ei=7kx3TJPnFIGongeAjJD4AQ&sa=X&oi=book_result&ct=result&resnum=2&ved=0CBoQ6AEwAQ#v=snippet&q=%22as%20they%20would%20any%20other%20evil%22&f=false God's Strange Work: William Miller and the End of the World] William Miller brief gedateerd 10 april 1833, geciteerd in David L. Rowe, ''God's Strange Work: William Miller and the End of the World'', Eerdmans, 2008, p. 94.</ref>
Dat jaar stopte hij ook zijn medewerking aan de Vrijmetselaarsloge, en in 1833 schreef hij aan zijn vrienden om [[Vrijmetselarij]] te behandelen zoals ze elk ander kwaad zouden behandelen.<ref>[http://books.google.com/books?id=xVilO-Mqr3sC&dq=God%27s+Strange+Work:+William+Miller+and+the+End+of+the+World ''God’s Strange Work: William Miller and the End of the World'']; William Miller, brief gedateerd 10 april 1833, geciteerd in David L. Rowe, ''God's Strange Work: William Miller and the End of the World'', Eerdmans, 2008, p. 94.</ref>


Bij zijn eerste lezing werden dertien gezinnen, op twee personen na, overtuigd van zijn zienswijze over Christus’ Wederkomst. In 1832 gaf hij zijn serie van zestien toespraken aan de ''Vermont Telegraph'', een baptistische krant. Het eerste artikel in de reeks werd gepubliceerd op 15 mei. Miller werd overstelpt met brieven waarin lezers meer details vroegen over zijn zienswijze. Omdat hij niet persoonlijk op al de vragen kon ingaan, liet hij in 1834 een uiteenzetting drukken in de vorm van een traktaat van 64 bladzijden, onder de titel ''Evidence from Scripture and History of the Second Coming of Christ, about the Year 1843: Exhibited in a Course of Lectures.''
Bij zijn eerste lezing werden dertien gezinnen, op twee personen na, overtuigd van zijn zienswijze over Christus’ Wederkomst. In 1832 gaf hij zijn serie van zestien toespraken aan de ''Vermont Telegraph'', een baptistische krant. Het eerste artikel in de reeks werd gepubliceerd op 15 mei. Miller werd overstelpt met brieven waarin lezers meer details vroegen over zijn zienswijze. Omdat hij niet persoonlijk op al de vragen kon ingaan, liet hij in 1834 een uiteenzetting drukken in de vorm van een traktaat van 64 bladzijden, onder de titel ''Evidence from Scripture and History of the Second Coming of Christ, about the Year 1843: Exhibited in a Course of Lectures.''
Regel 63: Regel 63:
Miller zette geen exacte datum vast voor de Wederkomst van Christus, maar gaf aan dat dit zou gebeuren in het [[Joodse kalender|joodse jaar]] dat in het [[gregoriaans kalender|gregoriaanse jaar 1843 begon, naar hij schatte zou dit tussen 21 maart 1843 en 21 maart 1844 gebeuren. Toen 21 maart 1844 voorbijging, dacht men, gebaseerd op de karaïtisch-joodse kalender, eventjes aan 18 april 1844.
Miller zette geen exacte datum vast voor de Wederkomst van Christus, maar gaf aan dat dit zou gebeuren in het [[Joodse kalender|joodse jaar]] dat in het [[gregoriaans kalender|gregoriaanse jaar 1843 begon, naar hij schatte zou dit tussen 21 maart 1843 en 21 maart 1844 gebeuren. Toen 21 maart 1844 voorbijging, dacht men, gebaseerd op de karaïtisch-joodse kalender, eventjes aan 18 april 1844.


Op een camp-meeting in Exeter presenteerde [[Samuel Sheffield Snow]] de visie dat [[22 oktober]] [[1844]] de definitieve datum was, en na enige aarzeling naam ook Miller deze datum aan.
Op een [[camp meeting]] in Exeter presenteerde [[Samuel Sheffield Snow]] de visie dat [[22 oktober]] [[1844]] de definitieve datum was, en na enige aarzeling naam ook Miller deze datum aan.


Toen op die datum niets gebeurde, kwam deze dag bekend te staan als de ''[[Great Disappointment]]'' („Grote Teleurstelling”) van de adventisten.
Toen op die datum niets gebeurde, kwam deze dag bekend te staan als de ''[[Great Disappointment]]'' („Grote Teleurstelling”) van de adventisten.
Regel 100: Regel 100:
==Noten en verwijzingen==
==Noten en verwijzingen==
<references/>
<references/>
{{Catalogusnummers|TYPE=p|VIAF=18021736}}
{{authority control|TYPE=p|VIAF=18021736|Wikidata=Q353723}}
 
{{DISPLAYTITLE:William Miller <small><small><font color="gray">(predikant)</font></small></small>}}
{{DISPLAYTITLE:William Miller <small><small><font color="gray">(predikant)</font></small></small>}}
{{DEFAULTSORT:Miller, William}}
{{DEFAULTSORT:Miller, William}}
Regel 107: Regel 106:
[[Categorie: Amerikaans theoloog]]
[[Categorie: Amerikaans theoloog]]
[[Categorie: Baptist]]
[[Categorie: Baptist]]
[[Categorie: Adventisme]]
[[Categorie: Adventist]]
[[Categorie: Restaurationisme]]
[[Categorie: Geboren op 15 februari]]
[[Categorie: Geboren in 1782]]
[[Categorie: Overleden op 20 december]]
[[Categorie: Overleden in 1849]]

Versie van 21 mei 2016 21:45

rel=nofollow

William Miller (15 februari 178220 december 1849) was een Amerikaans baptist die de aanstoot gaf voor de adventistische beweging, waaruit later verschillende denominaties ontstonden.

Leven

Vroege jaren

William Miller werd geboren op 14 februari 1782 in Pittsfield, Massachusetts. Zijn ouders waren kapitein William Miller, een veteraan van de Amerikaanse revolutie, en Paulina, de dochter van Elnathan Phelps. Het gezin verhuisde naar het landelijke Low Hampton, New York, toen William jr. vijf jaar was.

Op 29 juni 1803 trouwde Miller met Lucy Smith. Het echtpaar kreeg na verloop van tijd tien kinderen, waarvan er acht de volwassenheid bereikten. William ging naar het dichtbijgelegen dorp wonen waar Lucy vandaan kwam, Poultney, Vermont, en begon er zijn eigen boerderij. Hij verrichtte een aantal burgerlijke functies in Poultney, te beginnen met constable (agent). In 1809 werd hij hulpsheriff.

Niet lang nadat hij in Poultney was komen wonen, wendde hij zich af van de baptistische achtergrond waarin hij was opgevoed en werd een deïst. In zijn biografie schreef hij dat dit gebeurde door de omgang met de vooraanstaande mannen van Poultney, goede burgers met een goede moraal, die hem boeken van Voltaire, David Hume, Thomas Paine, Ethan Allen en andere deïstische schrijvers te lezen gaven.

In Poultney ging hij ook naar de Vrijmetselaarsloge Morning Star Lodge.

Toen de Onafhankelijkheidsoorlog in 1812 uitbrak, werd hij ingezet in het 30e regiment van de infanterie als luitenant. Op 1 februari promoveerde hij tot kapitein.

Een explosie op het slagveld van Plattsburgh verwondde drie van zijn vrienden en doodde een vierde, maar William kwam er heelhuids vanaf.

Na de oorlog

Nadat hij na de oorlog op 18 juni 1815 ontslag nam uit het leger, keerde hij eerst terug naar Poultney, maar besloot kort daarop naar zijn familie in Low Hampton te verhuizen. Hij kocht er een farm.[1] Als gevolg van het recente overlijden van zijn vader en zus, en van zijn oorlogservaringen, stelde hij zich in die periode heel wat vragen over de dood en een leven na de dood.

Hij nam stappen om terug te keren naar de baptistische kerk. Eerst probeerde hij nog om zijn deïstische opinie te combineren met het bezoek aan de baptistische kerk. Zijn aanwezigheid in de kerk veranderde in deelname toen men hem vroeg om de preek van de plaatselijke voorganger, die dikwijls afwezig was, voor te lezen. Hij ging zich ook steeds meer betrokken voelen.

Nadat hij overtuigd baptist was geworden stond hij voor de uitdaging om zijn deïstische vrienden uit te leggen waarom hij zijn standpunt had gewijzigd.

Hij bereidde zich hierop voor door intensieve systematische bijbelstudie.

Door deze studie werd hij er persoonlijk van overtuigd dat het postmillenialisme onbijbels is, en dat de tijd van Christus’ Wederkomst onthuld wordt in de Bijbelse profetieën.

In 1818 kwam hij tot de conclusie dat Christus vijfentwintig jaar later zou terugkomen. Hij concludeerde dit uit Daniël 8:14 (NBG): „En hij zeide tot mij: Tweeduizend driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom in rechten hersteld worden;”[2] Miller nam aan dat het heiligdom hier de aarde betekende en dat de reiniging (of herstelling in rechten) van het heiligdom de reiniging van de aarde door vuur bij de Jezus’ Wederkomst betekende. Een profetisch aantal dagen zag hij volgens het principe van „een dag voor een jaar” als een overeenkomstig aantal jaren. Hij veronderstelde dat de periode van 2300 dagen in 457 v.Chr. waren begonnen met het decreet van Artaxerxes I van Perzië om Jeruzalem te herbouwen. Door vanaf die datum 2300 jaren te tellen, bleek dat die periode in 1843-1844 zou eindigen.

Hij zette zijn studie voort tot 1823, om zich van de juistheid van zijn redeneringen te vergewissen.

Eerst begon hij voorzichtig in eigen kring over zijn opvattingen te spreken.

Pas toen zijn geloofsgenoten hem vroegen om deze opvattingen ook in het openbaar uiteen te zetten, stemde hij toe. Hij had nog niet dikwijls in het openbaar gesproken en voelde zich niet bekwaam voor het grote werk dat voor hen lag. Op de eerste zondag van augustus 1831 begon hij in een stadje genaamd Dresden openlijk te verkondigen wat hij geloofde.

Dat jaar stopte hij ook zijn medewerking aan de Vrijmetselaarsloge, en in 1833 schreef hij aan zijn vrienden om Vrijmetselarij te behandelen zoals ze elk ander kwaad zouden behandelen.[3]

Bij zijn eerste lezing werden dertien gezinnen, op twee personen na, overtuigd van zijn zienswijze over Christus’ Wederkomst. In 1832 gaf hij zijn serie van zestien toespraken aan de Vermont Telegraph, een baptistische krant. Het eerste artikel in de reeks werd gepubliceerd op 15 mei. Miller werd overstelpt met brieven waarin lezers meer details vroegen over zijn zienswijze. Omdat hij niet persoonlijk op al de vragen kon ingaan, liet hij in 1834 een uiteenzetting drukken in de vorm van een traktaat van 64 bladzijden, onder de titel Evidence from Scripture and History of the Second Coming of Christ, about the Year 1843: Exhibited in a Course of Lectures.

Millers ideeën verwierven een grote groep aanhangers. Aanvankelijk hadden zij niet de bedoeling een eigen kerk te stichten maar werden door Miller opgeroepen in hun eigen kerk te blijven. Maar de beweging trok ook mensen aan die voordien ongelovig waren, en bovendien werden sommige adventgelovigen uit hun kerkgemeenschap gezet. In de zomer van 1843 gaf Charles Fitch een lezing waarin hij opriep om Babylon te verlaten (Openbaring 18:4 (NBG)). Velen gaven gehoor aan deze oproep.

Vanaf 1840 transformeerde de beweging rond Miller van een plaatselijke groep tot een nationale campagne. Een sleutelfiguur in deze transformatie was Joshua Vaughan Himes, de pastor van de Chardon Street Chapel in Boston, Massachusetts en een ervaren uitgever.

Miller zette geen exacte datum vast voor de Wederkomst van Christus, maar gaf aan dat dit zou gebeuren in het joodse jaar dat in het [[gregoriaans kalender|gregoriaanse jaar 1843 begon, naar hij schatte zou dit tussen 21 maart 1843 en 21 maart 1844 gebeuren. Toen 21 maart 1844 voorbijging, dacht men, gebaseerd op de karaïtisch-joodse kalender, eventjes aan 18 april 1844.

Op een camp meeting in Exeter presenteerde Samuel Sheffield Snow de visie dat 22 oktober 1844 de definitieve datum was, en na enige aarzeling naam ook Miller deze datum aan.

Toen op die datum niets gebeurde, kwam deze dag bekend te staan als de Great Disappointment („Grote Teleurstelling”) van de adventisten.

Vele Millerieten gaven deze zienswijzen op en keerden terug naar hun oude leven. Uit het overgebleven groepje ontstonden verschillende richtingen.

Miller zelf bleef vertrouwen dat Christus spoedig zou terugkeren. Hij overleed op 20 december 1849. Hij werd begraven in de nabijheid van zijn huis in Low Hampton, New York. De woning is geregistreerd als historisch monument (National Historic Landmark) en is nu ingericht als museum.[1]

Interpretatiewijze

William Millers benadering om de Bijbel te interpreteren was gebaseerd op de principes van sola scriptura, de eenheid en de zelfbevestiging van de Schrift. Hij beschreef een aantal interpretatieregels die hij zelf toepaste.

  1. Elk woord en elke zin is belangrijk en moet daarom gepaste aandacht krijgen.
  2. De hele Schrift is noodzakelijk, en kan worden begrepen door ijverige studie.
  3. Niets in de Schrift zal verborgen blijven voor wie er in geloof naar vragen.
  4. Om te weten wat de Bijbel over een thema zegt, zoek dan alle schriftplaatsen over het thema bijeen en bekijk de samenhang.
  5. De Bijbel verklaart zichzelf. Het gebruik van de Bijbel zelf is dus een regel om de Bijbel te begrijpen.
  6. God heeft geopenbaard wat nog zal komen, in visioenen en vergelijkingen. Sommige dingen staan meermaals in de Bijbel, maar in een ander visioen of een andere parabel. Om ze te begrijpen, moet men deze samen bekijken.
  7. Wanneer iets een visioen is, wordt ook bijgezegd dat het een visioen is.
  8. Figuurlijke beschrijvingen hebben een figuurlijke betekenis, en worden veel gebruikt in profetieën om toekomstige dingen en gebeurtenissen voor te stellen. De betekenis is vaak elders in de Bijbel te vinden. (Bijvoorbeeld: een berg die een regering betekent.)
  9. In de Bijbel staan parabels die een bepaald thema door een vergelijking illustreren. Om ze te verklaren moet men het thema en de context van de Bijbel beschouwen.
  10. Wanneer de letterlijke betekenis een zinnige betekenis heeft, heeft deze de voorrang.
  11. Figuurlijke motieven kunnen twee of meer betekenissen hebben. De correcte betekenis is zinnig en in harmonie met de context.
  12. Hoe men kan weten dat een woord figuurlijk is: wanneer de letterlijke uitleg zinnig is en niet in strijd met eenvoudige natuurwetten, is het ook letterlijk; indien niet is het figuurlijk.
  13. Om de figuurlijke betekenis van een woord te vinden, zoek je op hoe dit woord in de Bijbel gebruikt wordt. Wanneer je ergens de verklaring ervan vindt, pas deze dan toe op het vers dat je wil verklaren. Is de verklaring zinvol, zoek dan niet verder; indien de verklaring niet zinvol is, zoek dan verder.
  14. Om te onderzoeken of een historische gebeurtenis de vervulling was van een profetie, kijk dan of elk woord van de profetie vervuld is (houd er rekening mee dat sommige woorden figuurlijk zijn). Indien één woord onvervuld bleef, kijk dan uit naar een andere historische gebeurtenis of wacht op verdere ontwikkelingen.

Werken online

Weblinks

  • Lest We Forget, Adventist Pioneer Library, jaargang 1, 1991, nummer 2. Thema: William Miller

Zie ook

Adventisme

Noten en verwijzingen

  1. 1,0 1,1 (en) Adventist Heritage: Miller Farm en Learn More
  2. º King James Version: „then shall the sanctuary be cleansed.”
  3. º God’s Strange Work: William Miller and the End of the World; William Miller, brief gedateerd 10 april 1833, geciteerd in David L. Rowe, God's Strange Work: William Miller and the End of the World, Eerdmans, 2008, p. 94.
rel=nofollow