Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Philebus: verschil tussen versies
(aanvulling) |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Zijbalk dialogen Plato}} | |||
De '''Philebus''' (of Over het Plezier) is een van de 'late dialogen' van [[Plato]], momenteel beschouwd als zijn op een na laatste (voor [[Nomoi]], de Wetten). Hij geeft daarin een antwoord op de vraag 'Wat is het Goede'? Philebus, naar wie de dialoog genoemd is, speelt maar een bescheiden rol. De hoofdrollen zijn weggelegd voor Protarchus en [[Socrates]]. | De '''Philebus''' (of Over het Plezier) is een van de 'late dialogen' van [[Plato]], momenteel beschouwd als zijn op een na laatste (voor [[Nomoi]], de Wetten). Hij geeft daarin een antwoord op de vraag 'Wat is het Goede'? Philebus, naar wie de dialoog genoemd is, speelt maar een bescheiden rol. De hoofdrollen zijn weggelegd voor Protarchus en [[Socrates]]. | ||
Versie van 1 aug 2011 07:40
Dit artikel is een deel van de serie over: De Dialogen van Plato |
Vroege periode: |
Apologie van Socrates – Charmides |
Protagoras - Euthyphro |
Ion – Crito – Alcibiades I |
Hippias Major – Hippias Minor |
Laches – Lysis – Euthydemus |
Middenperiode: |
Cratylus – Gorgias |
Menexenus – Meno |
Phaedo - Symposium |
Staat – Phaedrus |
Late periode: |
Parmenides – Theaetetus |
Timaeus – Critias |
Sofist – Staatsman |
Philebus – Wetten |
Betwiste geschriften: |
Clitopho – Epinomis |
Brieven – Hipparchus |
Minos - Theages |
Alcibiades II – Minnaars |
Niet geschreven: |
Hermocrates - Ongeschreven leer |
De Philebus (of Over het Plezier) is een van de 'late dialogen' van Plato, momenteel beschouwd als zijn op een na laatste (voor Nomoi, de Wetten). Hij geeft daarin een antwoord op de vraag 'Wat is het Goede'? Philebus, naar wie de dialoog genoemd is, speelt maar een bescheiden rol. De hoofdrollen zijn weggelegd voor Protarchus en Socrates.
Plato argumenteert via het personage van Socrates dat noch plezier, noch verstand op zichzelf met het Goede kunnen worden geïdentificeerd. Immers: niemand zou tevreden zijn met een leven waarin slechts een van beide aanwezig was terwijl het andere volledig ontbrak. Plato stelt daarom voor om het Goede te duiden als proportie, schoonheid en waarheid. Verstand (intelligentie) krijgt een hogere waarde dan plezier omdat het van aard nauwer verwant is met deze drie. Net als in de vorige (midden) -dialogen stelt Plato dat een juist begrip van het Goede dient te worden gefundeerd in de metafysica. Om de rol van plezier in een menselijk leven te kunnen evalueren hebben we een methode nodig die toepasbaar is op alle andere kennisgebieden.
Zo dienen we volgens Plato te weten dat alles in een van vier mogelijke categorieën kan worden geplaatst:
- het onbegrensde
- het begrensde
- een vermenging van beide
- en de intelligente schepping van dit mengsel
Stilistisch is de Philebus niet Plato's meest geslaagde dialoog. De humor ontbreekt (met uitzondering van enkele mindere grappen), van de ironie van Socrates is niets te merken, en de personages zijn niet zo sterk uitgebeeld. De opbouw geeft een onzekere indruk en ideeën worden niet scherp omlijnd of uitgewerkt. Protarchus wordt in de dialoog bijvoorbeeld verondersteld om het standpunt van de aanhangers van het genot te verdedigen, maar wordt al snel door de argumenten van Socrates verleid om de andere kant te kiezen. In de loop van het gesprek verandert hij nog enkele keren van mening. Philebus mengt zich zelden in het gesprek, en dan alleen maar om te bevestigen dat hij achter het standpunt van het plezier als het Goede blijft staan. Veel punten blijven onopgehelderd, zoals bijvoorbeeld het indelen van plezier in de 'onbegrensde' categorie terwijl wat later gezegd wordt dat plezier en pijn zetelen in de derde of gemengde categorie. Deze twee beweringen blijven onverklaard, en de lezer blijft daardoor wat in verwarring achter. De algemene indruk die het op een lezer maakt is dat het poëtische element plaats heeft moeten ruimen voor het speculatieve, het filosoferen.