Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Samaritanen: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2: Regel 2:
'''De Samaritanen''' vormen een kleine etno-[[religie]]uze gemeenschap die in de [[Israël]]ische stad [[Holon]] en in de plaats [[Kiryat Luza]] (bij [[Nabloes]]) op de [[Westelijke Jordaanoever]] wonen.  
'''De Samaritanen''' vormen een kleine etno-[[religie]]uze gemeenschap die in de [[Israël]]ische stad [[Holon]] en in de plaats [[Kiryat Luza]] (bij [[Nabloes]]) op de [[Westelijke Jordaanoever]] wonen.  


In de 4e eeuw waren er naar schatting enkele honderdduizenden Samaritanen, maar na eeuwen van [[onderdrukking]], [[bloedbad]]en, [[bekering]]en tot het [[christendom]] in het laat-antieke [[Romeinse Rijk]] en de opkomst van de [[islam]] waren er in 1917 nog maar enkelen overgebleven die zichzelf als Samaritanen beschouwden. De naam van de Samaritanen is afgeleid van de landstreek [[Samaria]] waar zij als volk zijn ontstaan. Zij noemen zichzelf Sjomeriem (behoeders). De Samaritanen spreken modern [[Hebreeuws]] of Palestijns [[Arabisch]].
In de vierde eeuw waren er naar schatting enkele honderdduizenden Samaritanen, maar na eeuwen van [[onderdrukking]], [[bloedbad]]en, [[bekering]]en tot het [[christendom]] in het laat-antieke [[Romeinse Rijk]] en de opkomst van de [[islam]] waren er in 1917 nog maar enkelen overgebleven die zichzelf als Samaritanen beschouwden. De naam van de Samaritanen is afgeleid van de landstreek [[Samaria]] waar zij als volk zijn ontstaan. Zij noemen zichzelf Sjomeriem (behoeders). De Samaritanen spreken modern [[Hebreeuws]] of Palestijns [[Arabisch]].


==Geschiedenis==
==Geschiedenis==
In de 8e eeuw v. Chr. werd het [[koninkrijk Israël]] veroverd door de [[Assyrische Rijk|Assyriërs]]. Om de bevolking onderdanig te houden, werd een deel van de inwoners weggevoerd naar andere delen van het Assyrische Rijk en werden andere bevolkingsgroepen, afkomstig uit [[Babylon]], Kutha, Avva, Hamath en Sefarvaïm door koning Esar-Haddon naar Samaria gebracht. Deze vermengden zich met de overgebleven inwoners in de streek rond [[Samaria (stad)|Samaria]]; hieruit kwamen de Samaritanen voort. De nieuwe bewoners brachten hun religie van thuis mee en aanbaden goden zoals Sukkoth-Benoth, Nergal, Asima, Nibhaz, Tartak, Adrammelech en Anammelech. ({{Bijbel|2Koningen|17|24-41}})
In de achtste eeuw v. Chr. werd het [[koninkrijk Israël]] veroverd door de [[Assyrische Rijk|Assyriërs]]. Om de bevolking onderdanig te houden, werd een deel van de inwoners weggevoerd naar andere delen van het Assyrische Rijk en werden andere bevolkingsgroepen, afkomstig uit [[Babylon]], Kutha, Avva, Hamath en Sefarvaïm door koning Esar-Haddon naar Samaria gebracht. Deze vermengden zich met de overgebleven inwoners in de streek rond [[Samaria (stad)|Samaria]]; hieruit kwamen de Samaritanen voort. De nieuwe bewoners brachten hun religie van thuis mee en aanbaden goden zoals Sukkoth-Benoth, Nergal, Asima, Nibhaz, Tartak, Adrammelech en Anammelech. ({{Bijbel|2Koningen|17|24-41}})


Omdat zij aangevallen werden door leeuwen, dachten zij dit dit misschien te wijten was aan het feit dat zij de gebruiken van de god van dit land niet kenden. Dus werden een niet-[[levieten|levitische]] priester, van de door koning [[Jerobeam]] van Israël ingestelde priesterschap, ingedeeld die hen in de religie moesten onderwijzen. Bijgevolg aanbaden ze zowel hun traditionele goden uit hun vroegere streek alsook [[JHWH]] uit hun nieuwe land. Merk op dat de religie van Israël volgens de Bijbel al was afgeweken van de maatstaven die hun God hen had gesteld, en dat het net daarom was dat het land was ingenomen door de Assyriërs.
Omdat zij aangevallen werden door leeuwen, dachten zij dit dit misschien te wijten was aan het feit dat zij de gebruiken van de god van dit land niet kenden. Dus werden een niet-[[levieten|levitische]] priester, van de door koning [[Jerobeam]] van Israël ingestelde priesterschap, ingedeeld die hen in de religie moesten onderwijzen. Bijgevolg aanbaden ze zowel hun traditionele goden uit hun vroegere streek alsook [[JHWH]] uit hun nieuwe land. Merk op dat de religie van Israël volgens de Bijbel al was afgeweken van de maatstaven die hun God hen had gesteld, en dat het net daarom was dat het land was ingenomen door de Assyriërs.


Nadat de inwoners van het [[Koninkrijk Juda|Juda]] in 537 v. Chr. waren teruggekeerd uit de [[Babylonische ballingschap]], vroegen de Samaritanen om de verwoeste [[joodse tempel|tempel]] in [[Jeruzalem]] mee te herbouwen, maar dit verzoek werd door de [[Juda (stam)|Judeeërs]] (vanaf die tijd [[Joodse diaspora|joden]] genaamd) afwezen. Daarop probeerden de Samaritanen het herbouwen van de tempel tegen te werken.
Nadat de inwoners van het [[Koninkrijk Juda|Juda]] in 537 v. Chr. waren teruggekeerd uit de [[Babylonische ballingschap]], vroegen de Samaritanen om de verwoeste [[joodse tempel|tempel]] in [[Jeruzalem]] mee te herbouwen ({{Bijbel|Ezra|4|1}}), maar dit verzoek werd door de [[Juda (stam)|Judeeërs]] (vanaf die tijd [[Joodse diaspora|joden]] genaamd) afwezen. Daarop probeerden de Samaritanen het herbouwen van de tempel tegen te werken. ({{Bijbel|Ezra|4|4}}, {{Bijbel|Nehemia|4|7}})


Mogelijk in de 4e eeuw v. Chr. bouwden zij een eigen [[tempel]] op de berg [[Gerizim]] in het heuvelland van Samaria.
Mogelijk in de vierde eeuw v. Chr. bouwden zij een eigen [[tempel]] op de berg [[Gerizim]] in het heuvelland van Samaria.


Nadat de [[Seleuciden|Seleucidische]] koning [[Antiochus IV Epiphanes]] het [[koninkrijk Israël]] veroverd had, gaf hij in [[168 v.Chr.]] bevel alle lokale tempels aan de [[Grieken|Griekse]] god [[Zeus]] te wijden. Dit lokte een opstand uit van de joden waarbij de priesterfamilie van de [[Hasmoneeën|Makkabeeën]] de leiding nam en vervolgens zelf een koninkrijk stichtte. In [[128 v.Chr.]], onder hogepriester-koning [[Johannes Hyrkanus]], vielen zij Samaria binnen en verwoestten de Samaritaanse tempel.
Nadat de [[Seleuciden|Seleucidische]] koning [[Antiochus IV Epiphanes]] het [[koninkrijk Israël]] veroverd had, gaf hij in [[168 v.Chr.]] bevel alle lokale tempels aan de [[Grieken|Griekse]] god [[Zeus]] te wijden. Dit lokte een opstand uit van de joden waarbij de priesterfamilie van de [[Hasmoneeën|Makkabeeën]] de leiding nam en vervolgens zelf een koninkrijk stichtte. In [[128 v.Chr.]], onder hogepriester-koning [[Johannes Hyrkanus]], vielen zij Samaria binnen en verwoestten de Samaritaanse tempel.

Versie van 3 jul 2020 16:37

De oude weg van Jeruzalem naar Jericho

De Samaritanen vormen een kleine etno-religieuze gemeenschap die in de Israëlische stad Holon en in de plaats Kiryat Luza (bij Nabloes) op de Westelijke Jordaanoever wonen.

In de vierde eeuw waren er naar schatting enkele honderdduizenden Samaritanen, maar na eeuwen van onderdrukking, bloedbaden, bekeringen tot het christendom in het laat-antieke Romeinse Rijk en de opkomst van de islam waren er in 1917 nog maar enkelen overgebleven die zichzelf als Samaritanen beschouwden. De naam van de Samaritanen is afgeleid van de landstreek Samaria waar zij als volk zijn ontstaan. Zij noemen zichzelf Sjomeriem (behoeders). De Samaritanen spreken modern Hebreeuws of Palestijns Arabisch.

Geschiedenis

In de achtste eeuw v. Chr. werd het koninkrijk Israël veroverd door de Assyriërs. Om de bevolking onderdanig te houden, werd een deel van de inwoners weggevoerd naar andere delen van het Assyrische Rijk en werden andere bevolkingsgroepen, afkomstig uit Babylon, Kutha, Avva, Hamath en Sefarvaïm door koning Esar-Haddon naar Samaria gebracht. Deze vermengden zich met de overgebleven inwoners in de streek rond Samaria; hieruit kwamen de Samaritanen voort. De nieuwe bewoners brachten hun religie van thuis mee en aanbaden goden zoals Sukkoth-Benoth, Nergal, Asima, Nibhaz, Tartak, Adrammelech en Anammelech. (2Koningen 17:24-41)

Omdat zij aangevallen werden door leeuwen, dachten zij dit dit misschien te wijten was aan het feit dat zij de gebruiken van de god van dit land niet kenden. Dus werden een niet-levitische priester, van de door koning Jerobeam van Israël ingestelde priesterschap, ingedeeld die hen in de religie moesten onderwijzen. Bijgevolg aanbaden ze zowel hun traditionele goden uit hun vroegere streek alsook JHWH uit hun nieuwe land. Merk op dat de religie van Israël volgens de Bijbel al was afgeweken van de maatstaven die hun God hen had gesteld, en dat het net daarom was dat het land was ingenomen door de Assyriërs.

Nadat de inwoners van het Juda in 537 v. Chr. waren teruggekeerd uit de Babylonische ballingschap, vroegen de Samaritanen om de verwoeste tempel in Jeruzalem mee te herbouwen (Ezra 4:1), maar dit verzoek werd door de Judeeërs (vanaf die tijd joden genaamd) afwezen. Daarop probeerden de Samaritanen het herbouwen van de tempel tegen te werken. (Ezra 4:4, Nehemia 4:7)

Mogelijk in de vierde eeuw v. Chr. bouwden zij een eigen tempel op de berg Gerizim in het heuvelland van Samaria.

Nadat de Seleucidische koning Antiochus IV Epiphanes het koninkrijk Israël veroverd had, gaf hij in 168 v.Chr. bevel alle lokale tempels aan de Griekse god Zeus te wijden. Dit lokte een opstand uit van de joden waarbij de priesterfamilie van de Makkabeeën de leiding nam en vervolgens zelf een koninkrijk stichtte. In 128 v.Chr., onder hogepriester-koning Johannes Hyrkanus, vielen zij Samaria binnen en verwoestten de Samaritaanse tempel.

Rond de tijd van Jezus Christus aan het begin van de jaartelling werden de Samaritanen door de Joden als tweederangsburgers en dito gelovigen behandeld.

De Samaritanen werden onder de heerschappij van het Romeinse Keizerrijk in de eerste eeuwen van de jaartelling onderdrukt. Later, onder de Oost-Romeinse (Byzantijnse) keizer Zeno in de vijfde eeuw werden Samaritanen en Joden veelal vervolgd. Een mislukte Samaritaanse onafhankelijkheidsoorlog vond in 529 plaats waarbij duizenden Samaritanen omkwamen. De Samaritaanse religie werd nog slechts getolereerd in het christelijke Byzantijnse Rijk.[bron?]

Vanaf 634, na de islamitische verovering in de slag bij Yarmuk, ontvluchtten vele Samaritanen de regio. Midden 8e eeuw vernietigden moslims vele Samaritaanse en overige synagogen.[bron?] Tijdens de 10e eeuw verbeterden de relaties tussen moslims, joden en Samaritanen.

In de 13e eeuw kwamen de Mammelukken aan de macht; zij plunderden alle Samaritaanse godsdienstige plaatsen en veranderden hun heiligdommen in moskeeën. Uit vrees voor hun leven bekeerden vele Samaritanen zich tot de islam. De vele Samaritaanse familienamen die men bij moslims kan aantreffen zijn daar vandaag de dag nog getuige van.[bron?]

Na de oprichting van de staat Israël verhuisde een deel van de Samaritanen van Nabloes naar de plaats Holon en verkreeg de Israëlische nationaliteit. De Samaritanen, die woonden in de westelijk gelegen wijk Haret es-Samira bij Nabloes, verhuisden begin jaren tachtig vanwege de Eerste Intifada[bron?] naar een nieuw gebouwd dorp, Kiryat Luza, bij de voor hen heilige berg Gerizim. Tegen de zuidkant van de berg werd in 1983 de Israëlische nederzetting Har Brakha gesticht. Medische diensten ontvangen de Samaritanen in de Israëlische nederzetting Ariël.

Barmhartige Samaritaan

Volgens het Evangelie volgens Lucas, in het Nieuwe Testament, antwoordde Jezus op de vraag van een rechtsgeleerde „wie is mijn naaste?” met de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan. In de gelijkenis werd een man onderweg van Jeruzalem naar Jericho door de rovers overvallen, die hem halfdood lieten liggen. Een priester en een leviet kwamen langs maar hielpen de man niet. Een Samaritaan bood echter hulp, verbond zijn wonden, en bracht hem naar een herberg. (Lukas 10:25-37)

rel=nofollow