Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Hagiografie: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(+)
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 1: Regel 1:
'''Hagiografie''', '''hagiologie''' of '''heiligenleer''' is de beschrijving van het leven van een (christelijke) [[heilige (christendom)|heilige]]. Het woord is ontstaan uit een samentrekking van de [[Grieks]]e woorden ''hagios'', heilig, en ''grafein'', schrijven. Het woord verwijst zowel naar de tak van de [[literatuurwetenschap]] en [[geschiedschrijving]] die zich hiermee bezig houdt, als naar het eigenlijke literaire werk. Een bedrijver van de hagiografie heet een ''hagiograaf''.
'''Hagiografie''', '''hagiologie''' of '''heiligenleer''' is de beschrijving van het leven van een (christelijke) [[heilige (christendom)|heilige]]. Het woord is ontstaan uit een samentrekking van de [[Grieks]]e woorden ''hagios'', heilig, en ''grafein'', schrijven. Het woord verwijst zowel naar de tak van de [[literatuurwetenschap]] en [[geschiedschrijving]] die zich hiermee bezig houdt, als naar het eigenlijke literaire werk. Een beoefenaar van de hagiografie heet een ''hagiograaf''.


Meerdere aspecten spelen bij hagiografie een rol:
Meerdere aspecten spelen bij hagiografie een rol:
Regel 8: Regel 8:
Geschiedkundige realiteit en [[fictie]] lopen in een heiligenverhaal dikwijls door elkaar. Men mag een hagiografie dan ook niet a priori als een objectieve historische bron beschouwen.  
Geschiedkundige realiteit en [[fictie]] lopen in een heiligenverhaal dikwijls door elkaar. Men mag een hagiografie dan ook niet a priori als een objectieve historische bron beschouwen.  


De hagiografie was vooral populair tijdens de [[Middeleeuwen]], in het bijzonder in het [[Byzantijnse Keizerrijk]].
De hagiografie was vooral populair tijdens de [[middeleeuwen]], in het bijzonder in het [[Byzantijnse Keizerrijk]].


Hagiografische werken kunnen in vele versies voorkomen:
Hagiografische werken kunnen in vele versies voorkomen:
Regel 17: Regel 17:
* een ''elevatio'': een verhaal over de heiligverklaring van de reliek van een heilige.
* een ''elevatio'': een verhaal over de heiligverklaring van de reliek van een heilige.


Tot de vroegste heiligenlevens behoren de zogeheten ''Acta martyrum''. Een belangrijk officieel overzicht van heiligen was het ''[[Martyrologium Romanum]]'', dat ten onrecht op naam van de kerkvader [[Hiëronymus van Stridon|Hiëronymus]] werd gezet. Het eerste en invloedrijkste voorbeeld van een heiligenleven is de ''Vita Antonii'' uit de vierde eeuw door [[Athanasius van Alexandrië]] over [[Antonius van Egypte]]. Paus [[Paus Gregorius I|Gregorius de Grote]] gaf een grote impuls aan het genre heiligenlevens door zijn verhalen over Italiaanse monniken in zijn ''Dialogi''. Met name het gedeelte over [[Benedictus van Nursia]] werd een klassiek voorbeeld van een heiligenleven. Onder andere auteurs als [[Usuardus]], [[Beda]], [[Hrabanus Maurus]] en [[Notger|Notker van Sankt Gallen]] hebben dit [[martyrologium]] aangevuld. In de dertiende eeuw verscheen de beroemdste verzamelingen van heiligenlevens en legenden over heiligen, de [[Legenda Aurea]] van de [[dominicanen|dominicaan]] [[Jacobus de Voragine]]. Als bronnen gebruikte hij verschillende eerdere verzamelingen heiligenlevens. Van vele heiligen bestaan er meerdere ''vitae''. Vaak was de [[heiligverklaring]] aanleiding voor het schrijven van een nieuwe versie van een heiligenleven.
Tot de vroegste heiligenlevens behoren de zogeheten ''Acta martyrum''. Een belangrijk officieel overzicht van heiligen was het ''[[Martyrologium Romanum]]'', dat ten onrecht op naam van de kerkvader [[Hiëronymus van Stridon|Hiëronymus]] werd gezet. Het eerste en invloedrijkste voorbeeld van een heiligenleven is de ''Vita Antonii'' uit de vierde eeuw door [[Athanasius van Alexandrië]] over [[Antonius van Egypte]]. Paus [[Gregorius I|Gregorius de Grote]] gaf een grote impuls aan het genre heiligenlevens door zijn verhalen over Italiaanse monniken in zijn ''Dialogi''. Met name het gedeelte over [[Benedictus van Nursia]] werd een klassiek voorbeeld van een heiligenleven. Onder andere auteurs als [[Usuardus]], [[Beda]], [[Hrabanus Maurus]] en [[Notger|Notger van Sankt Gallen]] hebben dit [[martyrologium]] aangevuld. In de dertiende eeuw verscheen de beroemdste verzamelingen van heiligenlevens en legenden over heiligen, de [[Legenda Aurea]] van de [[dominicanen|dominicaan]] [[Jacobus de Voragine]]. Als bronnen gebruikte hij verschillende eerdere verzamelingen heiligenlevens. Van vele heiligen bestaan er meerdere ''vitae''. Vaak was de [[heiligverklaring]] aanleiding voor het schrijven van een nieuwe versie van een heiligenleven.


In de zestiende eeuw begon het meer wetenschappelijke onderzoek naar heiligenlevens. De [[Bollandist]]en, een genootschap van [[jezuïeten]], hebben sinds de 17e eeuw zeer veel [[Tekstkritiek van de Bijbel|tekstkritisch]] onderzoek naar heiligenlevens verricht en gepubliceerd in de monumentale reeks van de [[Acta Sanctorum]] en in andere publicaties, zoals hun tijdschrift ''Analecta Bollandiana''.
In de zestiende eeuw begon het meer wetenschappelijke onderzoek naar heiligenlevens. De [[bollandist]]en, een genootschap van [[jezuïeten]], hebben sinds de 17e eeuw zeer veel [[Tekstkritiek|tekstkritisch]] onderzoek naar heiligenlevens verricht en gepubliceerd in de monumentale reeks van de [[Acta Sanctorum]] en in andere publicaties, zoals hun tijdschrift ''Analecta Bollandiana''.


Het woord hagiografie wordt ook wel gebruikt voor een uitermate bewonderende biografie van een (niet heilige of niet religieuze) persoon.
Het woord hagiografie wordt ook wel gebruikt voor een uitermate bewonderende biografie van een (niet heilige of niet religieuze) persoon.

Huidige versie van 15 jul 2018 om 01:20

Hagiografie, hagiologie of heiligenleer is de beschrijving van het leven van een (christelijke) heilige. Het woord is ontstaan uit een samentrekking van de Griekse woorden hagios, heilig, en grafein, schrijven. Het woord verwijst zowel naar de tak van de literatuurwetenschap en geschiedschrijving die zich hiermee bezig houdt, als naar het eigenlijke literaire werk. Een beoefenaar van de hagiografie heet een hagiograaf.

Meerdere aspecten spelen bij hagiografie een rol:

  • de historische of biografische beschrijving die de hagiograaf wil geven;
  • de uitdrukking van zijn bewondering voor de heilige;
  • het overbrengen van een stichtend verhaal via een vorm van legende of mirakelverhaal.

Geschiedkundige realiteit en fictie lopen in een heiligenverhaal dikwijls door elkaar. Men mag een hagiografie dan ook niet a priori als een objectieve historische bron beschouwen.

De hagiografie was vooral populair tijdens de middeleeuwen, in het bijzonder in het Byzantijnse Keizerrijk.

Hagiografische werken kunnen in vele versies voorkomen:

  • een vita (meervoud vitae) is de eigenlijke biografie van de heilige;
  • een passio of martyrion verhaalt over de marteling van een heilige;
  • miracula vertellen over de wonderen en andere miraculeuze gebeurtenissen tijdens het leven of tijdens de verering van de heilige, meestal als aanvulling op een reeds bestaande vita;
  • een translatio: een verhaal geschreven ter gelegenheid van de overbrenging van een reliek naar een ander vereringsoord of een nieuw schrijn;
  • een elevatio: een verhaal over de heiligverklaring van de reliek van een heilige.

Tot de vroegste heiligenlevens behoren de zogeheten Acta martyrum. Een belangrijk officieel overzicht van heiligen was het Martyrologium Romanum, dat ten onrecht op naam van de kerkvader Hiëronymus werd gezet. Het eerste en invloedrijkste voorbeeld van een heiligenleven is de Vita Antonii uit de vierde eeuw door Athanasius van Alexandrië over Antonius van Egypte. Paus Gregorius de Grote gaf een grote impuls aan het genre heiligenlevens door zijn verhalen over Italiaanse monniken in zijn Dialogi. Met name het gedeelte over Benedictus van Nursia werd een klassiek voorbeeld van een heiligenleven. Onder andere auteurs als Usuardus, Beda, Hrabanus Maurus en Notger van Sankt Gallen hebben dit martyrologium aangevuld. In de dertiende eeuw verscheen de beroemdste verzamelingen van heiligenlevens en legenden over heiligen, de Legenda Aurea van de dominicaan Jacobus de Voragine. Als bronnen gebruikte hij verschillende eerdere verzamelingen heiligenlevens. Van vele heiligen bestaan er meerdere vitae. Vaak was de heiligverklaring aanleiding voor het schrijven van een nieuwe versie van een heiligenleven.

In de zestiende eeuw begon het meer wetenschappelijke onderzoek naar heiligenlevens. De bollandisten, een genootschap van jezuïeten, hebben sinds de 17e eeuw zeer veel tekstkritisch onderzoek naar heiligenlevens verricht en gepubliceerd in de monumentale reeks van de Acta Sanctorum en in andere publicaties, zoals hun tijdschrift Analecta Bollandiana.

Het woord hagiografie wordt ook wel gebruikt voor een uitermate bewonderende biografie van een (niet heilige of niet religieuze) persoon.

Verwante begrippen

Een aantal gelijkaardige woorden met andere betekenissen:

  • De Hagiografen is een ander woord voor een aantal Bijbelboeken, die in het Hebreeuws de Ketoevim (Geschriften) heten.
  • In het Grieks betekent hagiagrafie (Αγία Γραφή, modern Griekse uitspraak: aja grafi): de Heilige Schrift: de Bijbel.