Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
AMO-K: verschil tussen versies
(start) |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''AMO-K''' is een [[empirie|empirisch]] [[model (economie)|model]] van de [[Nederlands]]e [[economie]] dat in de periode 1981-1995 werd gebruikt voor het maken van [[scenario|toekomstscenario]]'s en het berekenen van de effecten van [[overheidsbeleid]] en gebeurtenissen. De [[vergelijking (model)|vergelijkingen]] van het model, die op [[macro-economie|macro-economisch]] niveau het gedrag beschrijven van [[producent]]en, [[consument]]en, [[beroepsbevolking]] enz., zijn geschat met [[econometrie|econometrische]] technieken aan de hand van gegevens over de Nederlandse economie vanaf het jaar 1960. De naam AMO-K staat voor "Arbeidsmarktmodel met kwaliteiten arbeid". In het model wordt namelijk onderscheid gemaakt tussen [[handarbeid]] en [[hoofdarbeid]].<ref>Heijke JAM, De Koning J, Maas RJM, Den Broeder G, "A model of the Dutch Labour Market (AMO-K)", De Economist, 1985, vol. 133, nr. 4</ref> | '''AMO-K''' is een [[empirie|empirisch]] [[model (economie)|model]] van de [[Nederlands]]e [[economie]] dat in de periode [[1981]]-[[1995]] werd gebruikt voor het maken van [[scenario|toekomstscenario]]'s en het berekenen van de effecten van [[overheidsbeleid]] en gebeurtenissen. De [[vergelijking (model)|vergelijkingen]] van het model, die op [[macro-economie|macro-economisch]] niveau het gedrag beschrijven van [[producent]]en, [[consument]]en, [[beroepsbevolking]] enz., zijn geschat met [[econometrie|econometrische]] technieken aan de hand van gegevens over de Nederlandse economie vanaf het jaar [[1960]]. De naam AMO-K staat voor "Arbeidsmarktmodel met kwaliteiten arbeid". In het model wordt namelijk onderscheid gemaakt tussen [[handarbeid]] en [[hoofdarbeid]].<ref>Heijke JAM, De Koning J, Maas RJM, Den Broeder G, "A model of the Dutch Labour Market (AMO-K)", De Economist, 1985, vol. 133, nr. 4</ref> | ||
== Karakteristieken == | == Karakteristieken == | ||
De eerste versie van AMO-K bestond uit 108 vergelijkingen<ref name="boek">Heijke JAM, De Koning J, Maas RJM, Den Broeder G, "AMO-K, een arbeidsmarktmodel met twee categorieën arbeid", NEI/Nationaal Programma Arbeidsmarktonderzoek, 1982, 403 p.</ref>, de laatste uit 200<ref>Den Broeder G, "AMO-K '91-10. Modelbeschrijving en simulaties", Magnana Mu Publishing & Research, 1992, ISBN 90-5518-205-2</ref>. Het model onderscheidde zich van andere modellen door: | De eerste versie van AMO-K bestond uit 108 vergelijkingen<ref name="boek">Heijke JAM, De Koning J, Maas RJM, Den Broeder G, "AMO-K, een arbeidsmarktmodel met twee categorieën arbeid", NEI/Nationaal Programma Arbeidsmarktonderzoek, [[1982]], 403 p.</ref>, de laatste uit 200<ref>Den Broeder G, "AMO-K '91-10. Modelbeschrijving en simulaties", Magnana Mu Publishing & Research, [[1992]], ISBN 90-5518-205-2</ref>. Het model onderscheidde zich van andere modellen door: | ||
* Een uitgebreide beschrijving van de [[arbeidsmarkt]] waarbij voor twee soorten [[arbeid]] een verklaring werd gegeven voor de ontwikkeling van het arbeidsaanbod, de vraag naar arbeid, [[frictiewerkloosheid|fricties]] op de arbeidsmarkt, [[werkloosheid]], [[vacature]]s, [[migratie]], [[grenspendel]], [[arbeidsongeschiktheid]], [[onderwijs]]deelname en [[loon]]vorming. | * Een uitgebreide beschrijving van de [[arbeidsmarkt]] waarbij voor twee soorten [[arbeid]] een verklaring werd gegeven voor de ontwikkeling van het arbeidsaanbod, de vraag naar arbeid, [[frictiewerkloosheid|fricties]] op de arbeidsmarkt, [[werkloosheid]], [[vacature]]s, [[migratie]], [[grenspendel]], [[arbeidsongeschiktheid]], [[onderwijs]]deelname en [[loon]]vorming. | ||
* Een jaargangen-productiefunctie voor drie en later vier [[productiefactor]]en (twee soorten [[arbeid]], [[kapitaal]] en [[energie]]) met een verklaring voor [[substitutie]] en [[technische ontwikkeling]].<ref>Den Broeder G, "Substitutie en endogene technische ontwikkeling in een produktiefunctie met jaargangen en twee categorieën arbeid", Nederlands Economisch Instituut, 1986</ref> | * Een jaargangen-productiefunctie voor drie en later vier [[productiefactor]]en (twee soorten [[arbeid]], [[kapitaal]] en [[energie]]) met een verklaring voor [[substitutie]] en [[technische ontwikkeling]].<ref>Den Broeder G, "Substitutie en endogene technische ontwikkeling in een produktiefunctie met jaargangen en twee categorieën arbeid", Nederlands Economisch Instituut, [[1986]]</ref> | ||
* Een lange [[horizon]] voor het maken van toekomstscenario's. De voorspelkracht van de eerste, academische versie van het model was nog voor verbetering vatbaar.<ref>Van Schaik ABTM, Van Zundert CC, "Over de kwaliteit van een model. Een onderzoek naar de voorspelkracht van AMO-K over de periode 1965-1981", met commentaar van Den Broeder G en naschrift in: Maandschrift Economie, 1985, jrg. 49, p.484-496</ref> De latere, voor de beleidsvoorbereiding gemaakte versies werden gebruikt voor een horizon van 15-25 jaar. | * Een lange [[horizon]] voor het maken van toekomstscenario's. De voorspelkracht van de eerste, academische versie van het model was nog voor verbetering vatbaar.<ref>Van Schaik ABTM, Van Zundert CC, "Over de kwaliteit van een model. Een onderzoek naar de voorspelkracht van AMO-K over de periode [[1965]]-[[1981]]", met commentaar van Den Broeder G en naschrift in: Maandschrift Economie, [[1985]], jrg. 49, p.484-496</ref> De latere, voor de beleidsvoorbereiding gemaakte versies werden gebruikt voor een horizon van 15-25 jaar. | ||
Voor het model werden diverse nieuwe technieken<ref>Den Broeder G, "VARM, een computerprogramma voor numerieke optimalisatie", Nederlands Economisch Instituut, BRUINE Reeks nr. 8, 1982</ref> | Voor het model werden diverse nieuwe technieken<ref>Den Broeder G, "VARM, een computerprogramma voor numerieke optimalisatie", Nederlands Economisch Instituut, BRUINE Reeks nr. 8, [[1982]]</ref> | ||
<ref>Den Broeder G, "A family of market transaction functions", Nederlands Economisch Instituut, Foundations of Empirical Economic Research, 1983</ref> en economische begrippen<ref>Den Broeder G, Heijke JAM, De Koning J, "Friction between supply and demand on the Netherlands labour market", D. Vitry en B. Marechal (red.), Emploi-chômage, modelisation et analyses quantitatives, Dijon, 1984</ref><ref>Den Broeder G, Heijke JAM, De Koning J, "Een vastgelopen arbeidsmarkt: kon het ook anders?", Economisch Statistische Berichten, 1985, 7 augustus</ref> ontwikkeld. | <ref>Den Broeder G, "A family of market transaction functions", Nederlands Economisch Instituut, Foundations of Empirical Economic Research, [[1983]]</ref> en economische begrippen<ref>Den Broeder G, Heijke JAM, De Koning J, "Friction between supply and demand on the Netherlands labour market", D. Vitry en B. Marechal (red.), Emploi-chômage, modelisation et analyses quantitatives, Dijon, 1984</ref><ref>Den Broeder G, Heijke JAM, De Koning J, "Een vastgelopen arbeidsmarkt: kon het ook anders?", Economisch Statistische Berichten, [[1985]], 7 augustus</ref> ontwikkeld. | ||
== Geschiedenis == | == Geschiedenis == | ||
AMO-K werd onder leiding van de econoom [[Hans Heijke]] ontwikkeld door het [[Nederlands Economisch Instituut]] (NEI) in opdracht van het [[Nationaal Programma Arbeidsmarktonderzoek]].<ref>Heijke JAM, Klaassen LH en C.J. Offereins, "Naar een arbeidsmarktmodel", Tjeenk Willink, Groningen, 1975</ref><ref>Nationaal Programma Arbeidsmarktonderzoek, "De strategie voor het arbeidsmarktonderzoek", 1976, publicatie nr. 1, Den Haag</ref> Aanvankelijk was het de bedoeling dat er alleen een model van de arbeidsmarkt zou worden ontwikkeld, om dat vervolgens te koppelen aan het model [[VINTAF II]] van het [[Centraal Planbureau]] (CPB).<ref>Heijke JAM, Maas RJM, "De arbeidsmarkt in model. Uitgangspunten op basis van een studie van theorie en werkelijkheid", Nederlands Economisch Instituut, 1978</ref> Toen het CPB-model niet geschikt bleek om recente economische ontwikkelingen te beschrijven werd AMO-K echter op initiatief van econometrist [[Guido den Broeder]] uitgebouwd tot een volledig macro-economisch model.<ref name="boek"/><ref>Den Butter FAG, "De empirie van de arbeidsvraag", Vrije Universiteit Amsterdam, Faculteit de Economische Wetenschappen en Econometrie, 1991, Research Memorandum 1991-42 [http://dare.ubvu.vu.nl/bitstream/1871/12234/1/Scanjob_199100042.pdf]</ref> Het CPB verving enkele jaren later het VINTAF II-model door het model [[FREIA]]. | AMO-K werd onder leiding van de econoom [[Hans Heijke]] ontwikkeld door het [[Nederlands Economisch Instituut]] (NEI) in opdracht van het [[Nationaal Programma Arbeidsmarktonderzoek]].<ref>Heijke JAM, Klaassen LH en C.J. Offereins, "Naar een arbeidsmarktmodel", Tjeenk Willink, Groningen, [[1975]]</ref><ref>Nationaal Programma Arbeidsmarktonderzoek, "De strategie voor het arbeidsmarktonderzoek", [[1976]], publicatie nr. 1, Den Haag</ref> Aanvankelijk was het de bedoeling dat er alleen een model van de arbeidsmarkt zou worden ontwikkeld, om dat vervolgens te koppelen aan het model [[VINTAF II]] van het [[Centraal Planbureau]] (CPB).<ref>Heijke JAM, Maas RJM, "De arbeidsmarkt in model. Uitgangspunten op basis van een studie van theorie en werkelijkheid", Nederlands Economisch Instituut, [[1978]]</ref> Toen het CPB-model niet geschikt bleek om recente economische ontwikkelingen te beschrijven werd AMO-K echter op initiatief van econometrist [[Guido den Broeder]] uitgebouwd tot een volledig macro-economisch model.<ref name="boek"/><ref>Den Butter FAG, "De empirie van de arbeidsvraag", Vrije Universiteit Amsterdam, Faculteit de Economische Wetenschappen en Econometrie, [[1991]], Research Memorandum 1991-42 [http://dare.ubvu.vu.nl/bitstream/1871/12234/1/Scanjob_199100042.pdf]</ref> Het CPB verving enkele jaren later het VINTAF II-model door het model [[FREIA]]. | ||
Het was de bedoeling van het NPAO dat het model als kapstok zou dienen voor verder arbeidsmarktonderzoek. Het NPAO werd echter kort na het verschijnen van AMO-K opgeheven. Voorstellen van het [[SISWO]] in dezelfde richting<ref>Van Hoof JJ, "Arbeidsmarkt en onderzoek in de jaren 90", Stichting Interuniversitair Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek (SISWO), 1992, publicatie 359</ref> werden nooit gehonoreerd. | Het was de bedoeling van het NPAO dat het model als kapstok zou dienen voor verder arbeidsmarktonderzoek. Het NPAO werd echter kort na het verschijnen van AMO-K opgeheven. Voorstellen van het [[SISWO]] in dezelfde richting<ref>Van Hoof JJ, "Arbeidsmarkt en onderzoek in de jaren 90", Stichting Interuniversitair Instituut voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek (SISWO), [[1992]], publicatie 359</ref> werden nooit gehonoreerd. | ||
Met enige regelmaat verschenen er nieuwe versies van AMO-K, eerst door het NEI en later door [[Magnana Mu Publishing & Research]]. Dit gebeurde in een periode waarin de economische modelbouw in Nederland floreerde.<ref>Den Butter FAG, "Macro-economische modelbouw", in: 'Economische theorie: de stand van zaken', L. van der Geest (red), Schoonhoven: Academic service, 1990</ref> Eind jaren | Met enige regelmaat verschenen er nieuwe versies van AMO-K, eerst door het NEI en later door [[Magnana Mu Publishing & Research]]. Dit gebeurde in een periode waarin de economische modelbouw in Nederland floreerde.<ref>Den Butter FAG, "Macro-economische modelbouw", in: 'Economische theorie: de stand van zaken', L. van der Geest (red), Schoonhoven: Academic service, [[1990]]</ref> Eind jaren 80 verkreeg het Centraal Planbureau een [[monopolie]]-positie voor opdrachten van de [[rijksoverheid]] en raakte het inzetten van alternatieve modellen voor het doorrekenen van overheidsbeleid in Nederland geleidelijk in onbruik, en werden afdelingen op ministeries die van dergelijke externe expertise gebruik maakten ontmanteld.<ref>Terpstra J, "Tussen actualiteit en reflexie. Evaluatie van tien jaar COSZ-onderzoek", Commissie Onderzoek Sociale Zekerheid, VUGA, [[1994]], ISBN 90-5520-879-8</ref> | ||
== Invloed == | == Invloed == | ||
Het model werd vooral ingezet ter voorbereiding van het strategisch beleid van de Nederlandse overheid. Doorgerekend werden beleidsopties met effecten op langere termijn, zoals ten aanzien van [[arbeidstijdverkorting]], [[loonmatiging]], [[overheidsfinanciën]], [[participatie]], [[arbeidsongeschiktheid]], [[export]], [[lastenverschuiving]] en enkele grote projecten, zoals de aanleg van de [[Markerwaard]].<ref name="atv"/><ref>Den Broeder G, Heijke JAM, "Een verkenning van de macro-economische effecten van het aanleggen van de Markerwaard", Nederlands Economisch Instituut, 1983</ref><ref>Nederlands Economisch Instituut, "Maatschappelijke evaluatie van een vaste oververbinding over/onder de Westerschelde", 1983</ref><ref>Den Broeder G, Heijke JAM, "Ombuigingen in de collectieve sector: zagen in het houten been?", Economisch Statistische Berichten, 1984, 12 september</ref><ref>Nederlands Economisch Instituut, Landbouw Economisch Instituut, SIBAS, "De economische gevolgen van een ongeval in een kerncentrale", 1987 | Het model werd vooral ingezet ter voorbereiding van het strategisch beleid van de Nederlandse overheid. Doorgerekend werden beleidsopties met effecten op langere termijn, zoals ten aanzien van [[arbeidstijdverkorting]], [[loonmatiging]], [[overheidsfinanciën]], [[participatie]], [[arbeidsongeschiktheid]], [[export]], [[lastenverschuiving]] en enkele grote projecten, zoals de aanleg van de [[Markerwaard]].<ref name="atv"/><ref>Den Broeder G, Heijke JAM, "Een verkenning van de macro-economische effecten van het aanleggen van de Markerwaard", Nederlands Economisch Instituut, [[1983]]</ref><ref>Nederlands Economisch Instituut, "Maatschappelijke evaluatie van een vaste oververbinding over/onder de Westerschelde", [[1983]]</ref><ref>Den Broeder G, Heijke JAM, "Ombuigingen in de collectieve sector: zagen in het houten been?", Economisch Statistische Berichten, [[1984]], 12 september</ref><ref>Nederlands Economisch Instituut, Landbouw Economisch Instituut, SIBAS, "De economische gevolgen van een ongeval in een kerncentrale", [[1987]] | ||
</ref><ref>Den Broeder G, "Alternatieve heffingsgrondslagen voor de sociale zekerheid. Micro-, meso- en macro-economische effecten", Nederlands Economisch Instituut / Magnana Mu Publishing & Research, 1987, 195+16 p.</ref><ref>Den Broeder G, "Homeostatische financiering van de sociale zekerheid", Magnana Mu Publishing & Research, 1992, ISBN 90-5518-204-4</ref><ref>Den Broeder G, "Het belang van de AOB's voor de Nederlandse economie", Magnana Mu Publishing & Research, 1995, ISBN 90-5518-209-5</ref> | </ref><ref>Den Broeder G, "Alternatieve heffingsgrondslagen voor de sociale zekerheid. Micro-, meso- en macro-economische effecten", Nederlands Economisch Instituut / Magnana Mu Publishing & Research, [[1987]], 195+16 p.</ref><ref>Den Broeder G, "Homeostatische financiering van de sociale zekerheid", Magnana Mu Publishing & Research, [[1992]], ISBN 90-5518-204-4</ref><ref>Den Broeder G, "Het belang van de AOB's voor de Nederlandse economie", Magnana Mu Publishing & Research, [[1995]], ISBN 90-5518-209-5</ref> | ||
Na een publicatie in ESB van 2 en 9 november 1983<ref name="atv">Den Broeder G, Heijke JAM, De Koning J, "De arbeidsmarkt tot 2000: een verdelingsvraagstuk", Economisch Statistische Berichten, 1983, 2 en 9 november, ''zie ook:''<br/>Kapteyn A, "Sprookjes vertellen over arbeidsduurverkorting", Economisch Statistische Berichten 1984, 69, pp. 261-263 met naschrift van Den Broeder G, Heijke JAM, De Koning J op 14 maart [http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=69244]</ref> sprak de toenmalige premier [[Ruud Lubbers]] uit dat hij zou aftreden, indien de werkloosheid zoals voorspeld boven de 1 miljoen zou uitkomen. Zover is het niet gekomen.<ref>Heineken KA, "Waarom het miljoen werklozen er niet kwam: een "whatif"-simulatie van de middellange-termijnverkenning 1984-1987", Centraal Planbureau, Den Haag, 1988</ref> De [[definitie]] van werkloosheid werd door de regering aangepast waardoor minder mensen zonder baan in het cijfer werden meegeteld. | Na een publicatie in ESB van 2 en 9 november [[1983]]<ref name="atv">Den Broeder G, Heijke JAM, De Koning J, "De arbeidsmarkt tot [[2000]]: een verdelingsvraagstuk", Economisch Statistische Berichten, [[1983]], 2 en 9 november, ''zie ook:''<br/>Kapteyn A, "Sprookjes vertellen over arbeidsduurverkorting", Economisch Statistische Berichten [[1984]], 69, pp. 261-263 met naschrift van Den Broeder G, Heijke JAM, De Koning J op 14 maart [http://arno.uvt.nl/show.cgi?fid=69244]</ref> sprak de toenmalige premier [[Ruud Lubbers]] uit dat hij zou aftreden, indien de werkloosheid zoals voorspeld boven de 1 miljoen zou uitkomen. Zover is het niet gekomen.<ref>Heineken KA, "Waarom het miljoen werklozen er niet kwam: een "whatif"-simulatie van de middellange-termijnverkenning [[1984]]-[[1987]]", Centraal Planbureau, Den Haag, [[1988]]</ref> De [[definitie]] van werkloosheid werd door de regering aangepast waardoor minder mensen zonder baan in het cijfer werden meegeteld. | ||
==Externe links== | ==Externe links== |
Huidige versie van 12 sep 2008 om 13:37
AMO-K is een empirisch model van de Nederlandse economie dat in de periode 1981-1995 werd gebruikt voor het maken van toekomstscenario's en het berekenen van de effecten van overheidsbeleid en gebeurtenissen. De vergelijkingen van het model, die op macro-economisch niveau het gedrag beschrijven van producenten, consumenten, beroepsbevolking enz., zijn geschat met econometrische technieken aan de hand van gegevens over de Nederlandse economie vanaf het jaar 1960. De naam AMO-K staat voor "Arbeidsmarktmodel met kwaliteiten arbeid". In het model wordt namelijk onderscheid gemaakt tussen handarbeid en hoofdarbeid.[1]
Karakteristieken
De eerste versie van AMO-K bestond uit 108 vergelijkingen[2], de laatste uit 200[3]. Het model onderscheidde zich van andere modellen door:
- Een uitgebreide beschrijving van de arbeidsmarkt waarbij voor twee soorten arbeid een verklaring werd gegeven voor de ontwikkeling van het arbeidsaanbod, de vraag naar arbeid, fricties op de arbeidsmarkt, werkloosheid, vacatures, migratie, grenspendel, arbeidsongeschiktheid, onderwijsdeelname en loonvorming.
- Een jaargangen-productiefunctie voor drie en later vier productiefactoren (twee soorten arbeid, kapitaal en energie) met een verklaring voor substitutie en technische ontwikkeling.[4]
- Een lange horizon voor het maken van toekomstscenario's. De voorspelkracht van de eerste, academische versie van het model was nog voor verbetering vatbaar.[5] De latere, voor de beleidsvoorbereiding gemaakte versies werden gebruikt voor een horizon van 15-25 jaar.
Voor het model werden diverse nieuwe technieken[6] [7] en economische begrippen[8][9] ontwikkeld.
Geschiedenis
AMO-K werd onder leiding van de econoom Hans Heijke ontwikkeld door het Nederlands Economisch Instituut (NEI) in opdracht van het Nationaal Programma Arbeidsmarktonderzoek.[10][11] Aanvankelijk was het de bedoeling dat er alleen een model van de arbeidsmarkt zou worden ontwikkeld, om dat vervolgens te koppelen aan het model VINTAF II van het Centraal Planbureau (CPB).[12] Toen het CPB-model niet geschikt bleek om recente economische ontwikkelingen te beschrijven werd AMO-K echter op initiatief van econometrist Guido den Broeder uitgebouwd tot een volledig macro-economisch model.[2][13] Het CPB verving enkele jaren later het VINTAF II-model door het model FREIA.
Het was de bedoeling van het NPAO dat het model als kapstok zou dienen voor verder arbeidsmarktonderzoek. Het NPAO werd echter kort na het verschijnen van AMO-K opgeheven. Voorstellen van het SISWO in dezelfde richting[14] werden nooit gehonoreerd.
Met enige regelmaat verschenen er nieuwe versies van AMO-K, eerst door het NEI en later door Magnana Mu Publishing & Research. Dit gebeurde in een periode waarin de economische modelbouw in Nederland floreerde.[15] Eind jaren 80 verkreeg het Centraal Planbureau een monopolie-positie voor opdrachten van de rijksoverheid en raakte het inzetten van alternatieve modellen voor het doorrekenen van overheidsbeleid in Nederland geleidelijk in onbruik, en werden afdelingen op ministeries die van dergelijke externe expertise gebruik maakten ontmanteld.[16]
Invloed
Het model werd vooral ingezet ter voorbereiding van het strategisch beleid van de Nederlandse overheid. Doorgerekend werden beleidsopties met effecten op langere termijn, zoals ten aanzien van arbeidstijdverkorting, loonmatiging, overheidsfinanciën, participatie, arbeidsongeschiktheid, export, lastenverschuiving en enkele grote projecten, zoals de aanleg van de Markerwaard.[17][18][19][20][21][22][23][24]
Na een publicatie in ESB van 2 en 9 november 1983[17] sprak de toenmalige premier Ruud Lubbers uit dat hij zou aftreden, indien de werkloosheid zoals voorspeld boven de 1 miljoen zou uitkomen. Zover is het niet gekomen.[25] De definitie van werkloosheid werd door de regering aangepast waardoor minder mensen zonder baan in het cijfer werden meegeteld.
Externe links
Referenties: |
|