Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Karel van der Heijden: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Karel_van_der_Heijden&diff=cur&oldid=25795786 30 mei 2011 Robert Prummel 8 okt 2007 Menke)
 
(aanvulling)
 
(5 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
[[Afbeelding:Heijden, K van der.jpg|200px|thumb|Karel van der heijden na 1879]]
{{Infobox militair persoon
[[Afbeelding:Karel van der Heijden.jpg|200px|thumb|Karel van der heijden als jonge man omstreeks 1859]]
| naam = Karel van der Heijden
| afbeelding = Heijden, K. van der . Bron Eigen Haard 1900..jpg
| onderschrift = Generaal van der Heijden
| bijnaam = Kareltje Eenoog of Generaal Eenoog
| geboorteplaats = [[Batavia (Nederlands-Indië)|Batavia]]
| geboortedatum = 12 januari 1826
| sterfplaats = [[Arnhem]]
| sterfdatum = 26 januari 1900
| partij = [[Bestand:Flag of the Netherlands.svg|20px]] [[Nederlands-Indië]], kolonie van het [[Koninkrijk der Nederlanden]]
| onderdeel = [[infanterie]] van het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger]]
| dienstjaren = [[1841]]-[[1881]]
| rang = [[Luitenant-generaal]]
| leiding = militair en civiel gouverneur van [[Atjeh]]
| veldslagen = onder meer [[Tweede expeditie naar Bali]], [[Atjeh-oorlog: 1877-1881, onder leiding van Karel van der Heijden|de veldslagen te Atjeh gedurende de periode 1877-1881 als militair en civiel gouverneur van Atjeh]]
| onderscheidingen = onder meer [[Commandeur (ridderorde)|commandeur]] in de [[Militaire Willems-Orde]]
| overtuiging = [[Christendom|Christelijk]]
| anderwerk = Commandant van [[Bronbeek]]
| portaal = KNIL
}}
'''Karel van der Heijden''' ([[Batavia (Nederlands-Indië)|Batavia]], [[12 januari]] [[1826]] - [[Bronbeek]], [[26 januari]] [[1900]]) was een Nederlandse generaal.<ref>Volgens [[Egbert Broer Kielstra|Kielstra]] zou hij een [[buitenechtelijk kind]] zijn van [[Hubert Joseph Jean Lambert de Stuers]] en een, onbekend gebleven, [[Boeginezen|Boeginese]] vrouw en als kind zijn aangenomen door Jean van der Heyden en Wilhelmina Siebing (bron: Kielstra, E.B. (1911) [http://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu01_01/molh003nieu01_01_1758.php Heyden, Karel van der] in ''Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1'').</ref>


'''Karel van der Heijden''' ([[Batavia (Nederlands-Indië)|Batavia]], [[12 januari]] [[1826]] - [[Arnhem]], [[26 januari]] [[1900]]) was een [[Nederland]]s militair. In sommige bronnen word zijn familienaam als Van der Heyden geschreven. Hij was een [[buitenechtelijk kind]] van [[Hubert Joseph Jean Lambert de Stuers|Hubert Joseph Jean Lambert ridder de Stuers]] en een (naamloos gebleven) inlandse ([[Boeginezen|Boeginese]]) vrouw. Hij werd als kind aangenomen door Jean van der Heijden en Wilhelmina Siebing. Van der Heijden was achtereenvolgens getrouwd met Henrica Titia Mensinga en met Catharina de Jongh.
== Vroege jaren ==
De jonge Van der Heijden werd in Nederland op een [[Arnhem]]se kostschool opgevoed waar hij in 1841 dienst nam in het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger]] (KNIL). In 1848 maakte hij als [[sergeant]] de tweede expeditie tegen [[Bali (eiland)|Bali]] mee, en in 1849 de derde expeditie tegen Bali. Op 11 december van dat jaar werd hij benoemd tot [[Ridder (titel)|ridder]] in de [[Militaire Willems-Orde]]. In 1850 legde hij met goed gevolg zijn officiersexamen af en nam nog in hetzelfde jaar als [[luitenant]] deel aan de gevechten in [[Palembang]]. In 1859 werd hij controleur in de Zuidoostelijke Afdeling van [[Borneo]] en maakte daar als kapitein der infanterie de [[guerrilla]]oorlog mee van [[Bandjirmasin]] tegen de Nederlandse bezetting. In 1863 werd Van der Heijden bevorderd tot officier in de Militaire Willems-Orde.


==Vroege jaren==
In 1865 vertrok hij met verlof naar Europa en in juli en augustus 1866 maakte hij als gast van de Franse regering de jaarlijkse legermanoeuvres rond [[Châlons-sur-Marne]] bij. Zoals veel Nederlands-Indische officieren had Van der Heijden literaire aspiraties, hij publiceerde in 1867 een boek over het Franse leger en zijn tactieken:' ''Het kamp van Chalons-sur-Marne in de maanden juli en augustus 1866'' '
De jongen werd in Nederland op een [[Arnhem]]se kostschool opgevoed waar hij in 1841 dienst nam in het [[Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger]] (KNIL). In het KNIL zou hij zich opwerken tot officier.


==Indische expedities==
== Atjeh ==
In [[1848]] maakte hij als [[sergeant]] de tweede expeditie tegen [[Bali (eiland)|Bali]] (zie [[Tweede Bali-expeditie]]) mee, en in 1849 de derde expeditie tegen Bali (zie de [[Derde Bali-expeditie]]). Op 11 december van dat jaar werd hij benoemd tot [[Ridder (titel)|ridder]] in de [[Militaire Willems-Orde]]. In 1850 legde hij met goed gevolg zijn officiers-examen af en nam nog in hetzelfde jaar als [[luitenant]] deel aan de gevechten in [[Palembang]].
In 1867 werd hij benoemd tot [[majoor]] en gewestelijk militair commandant van [[Banka]]. In 1872 werd hij [[luitenant-kolonel]] en in deze rang nam hij in 1874 deel aan de campagne om de [[Atjeh]]se [[kraton]] te veroveren. Generaal [[Köhler]] was dat in 1873 niet gelukt. Na een periode als militair commandant in [[Semarang (regentschap)|Semarang]] en [[Padang]] keerde hij als [[kolonel]] terug naar het nog steeds onrustige Atjeh.
 
In 1859 werd hij controleur in de Zuidoostelijke Afdeling van Borneo en maakte daar als kapitein der infanterie de gehele zogeheten "Bandjermansinse krijg" mee (zie [[de oorlog in Bandjermasin]]), een [[guerrilla]]oorlog tegen de Nederlandse aanwezigheid. Op [[7 maart]] [[1863]] werd Van der Heijden [[Officier]] in de Militaire Willems-Orde.
 
==Europese jaren==
In [[1865]] vertrok hij met verlof naar Europa waar hij als gast van de Franse regering de jaarlijkse manoeuvres rond [[Châlons-sur-Marne]] in de maanden juli en augustus 1866 bijwoonde. Zoals veel Nederlands-Indische officieren had Van der Heijden literaire aspiraties en hij publiceerde een boek over het Franse leger en haar tactieken. In [[1867]] werd hij benoemd tot [[majoor]] en gewestelijk militair commandant van [[Banka (Banka-Billiton)|Banka]].  
 
==De [[tweede Atjeh-oorlog]]==
In [[1872]] werd hij [[luitenant-kolonel]] en in deze rang nam hij in [[1873]] en [[1874]] deel aan de operaties ter verovering van de [[Atjeh]]se [[kraton (paleis)|kraton]]. Bij de omtrekkingen op 23 januari 1874 liep hij daarbij een schampschot op langs de rechterlies en onderbuik.  
 
Na een periode als militair commandant in [[Semarang (regentschap)|Semarang]] en [[Padang]] keerde hij als [[kolonel]] in 1876 terug naar het nog steeds onrustige Atjeh (zie [[Atjeh-oorlog: 1877-1881, onder leiding van Karel van der Heijden]]).
 
==Na de tweede Atjeh-expeditie tot 1881==
Vanaf juni [[1877]] was hij daar vervolgens waarnemend Militair en Civiel Gezaghebber. Tijdens de expeditie naar [[Samalanga]] en [[Meureudoe]] in augustus 1877 kreeg hij op 26 augustus een matte kogel tegen het linker voorhoofd ter hoogte van de wenkbrauw en een doordringende kogelwond in zijn linkeroog. Door dit ongeval noemden de Atjehers hem ook wel ''Generaal-eenoog''.
   
   
Op [[22 september]] werd hij tot Commandeur in de Militaire Willems-Orde benoemd vanwege het onderwerpen en voor de handel openen van Samalangan. In januari [[1878]] werd kolonel Van der Heijden benoemd tot Gouverneur en Militair bevelhebber in Atjeh.
Op 23 januari 1874 werd kolonel Van der Heijden tijdens de tweede expeditie naar Atjeh vrij ernstig gewond. Hij kreeg een schampschot langs de [[lies (anatomie)|rechterlies]] en [[onderbuik]], maar herstelde van deze verwondingen. Daarna was hij vanaf juni 1877 waarnemend militair en civiel gezaghebber in Atjeh. Tijdens de expeditie naar [[Samalanga]] en [[Meureudoe]] in 1877 verloor hij op 26 augustus in de strijd een oog. Op 22 september werd hij benoemd tot commandeur in de Militaire Willems-Orde vanwege het onderwerpen en voor de handel openen van [[Samalangan]]. In januari 1878 werd kolonel Van der Heijden benoemd tot gouverneur en militair bevelhebber in Atjeh.


Waar eerdere pogingen om Atjeh te veroveren hadden gefaald behaalde Van der Heijden successen. Drie kolonnes van het KNIL, aangevuld met marechaussee drongen Groot Atjeh binnen, het gebied dat onmiddellijk achter [[Kota Radja]] lag. De tijdens deze expeditie tot [[Generaal-majoor]] bevorderde Van der Heijden drong met zijn manschappen dertig kilometer landinwaarts door. Maar ook deze veldtocht, die tot augustus [[1879]] duurde en gepaard ging met grote verwoestingen en zware verliezen aan beide zijden, bracht de fanatieke Atjehers nog niet definitief op de knieën. In januari [[1880]] werd Van der Heijden tot luitenant-generaal bevorderd. Atjeh was nu een gebied waar weinig werd gevochten en waar handel en landbouw zich weer herstelden.  
Waar eerdere pogingen om Atjeh te veroveren hadden gefaald, behaalde Van der Heijden successen. Drie colonnes van het KNIL, aangevuld met marechaussee, drongen Groot Atjeh binnen, het gebied dat onmiddellijk achter [[Kota Radja]] lag. De tijdens deze expeditie tot [[generaal-majoor]] bevorderde Van der Heijden drong met zijn manschappen dertig kilometer landinwaarts door. Maar ook deze veldtocht, die tot augustus 1879 duurde en gepaard ging met grote verwoestingen en zware verliezen aan beide zijden, bracht de Atjehers niet definitief op de knieën. Van der Heijden liet daarom een bezettingsmacht van 6000 militairen achter.


Gouverneur Generaal [[Johan Wilhelm van Lansberge]], die [[James Loudon]] had opgevolgd meende echter over meer strategische kennis te beschikken dan Van der Heijden zelf en was vastbesloten voor het einde van zijn termijn als gouverneur generaal een officieel einde te maken aan de Atjeh oorlog. Hij dwong Van der Heijden (die nog geen reden zag voor een civiel bestuur en dus om als militair gouverneur af te treden) ontslag te nemen als militair -en civiel gouverneur van Atjeh omdat er anders een strafrechtelijk onderzoek tegen Van der Heijden en het hoofd toezicht van de dwangarbeiders, kapitein Kaufmann, opgestart zou worden wegens vermeende mishandeling. Zo zouden de dwangarbeiders met een beürineerde rotan zweep geslagen worden. Twee andere aanklachten waren: een havenopzichter te [[Oleelheue|Olehleh]], die illegale gelden in eigen broekzak stak en een postdirecteur, die 10.000 gulden verduisterd heeft. Dat deze beschuldigingen vermeend waren bleek hier uit dat het gerechtshof negatief adviseerde op de vraag van Van Lansberge of deze klacht ontvankelijk was. Met een dergelijk niet te kwalificeren handelen van een gouverneur generaal werd Van der Heijden aldus gedwongen af te treden en Atjeh over te laten aan de civiele gouverneur [[A. Pruijs van der Hoeven]] (zie de [[Atjeh-oorlog: de periode van het civiele bestuur]]).  
De opdracht aan Van der Heijden was de Atjehers een ‘voorbeeldlooze tuchtiging’ toe te dienen vanwege hun verzet. Volgens Azarja Harmanny (2009)<ref>[http://www.azarjaharmanny.nl/artikel-generaal-eenoog ‘Generaal Eenoog’] in ''Mars et Historia'', 2009, nr. 3.</ref> kwam dit neer op het platbranden van [[Kampong (nederzettingstype)|kampongs]], vernielen van rijstvelden, kappen van vruchtbomen, vernielen van voorraadschuren en wegvoeren van vee. Daarmee ontnam hij de bevolking haar middelen van bestaan. Dankzij deze harde aanpak luwde het verzet inderdaad.


Voor de zoveelste keer was ten onrechte de vrede in Atjeh verklaard. De gevolgen bleven niet uit: het verzet hergroepeerde zich en alle voordelen van het bewind van generaal van der Heijden gingen weer verloren.  
In januari 1880 werd Van der Heijden tot luitenant-generaal bevorderd. Atjeh was nu een gebied waar weinig werd gevochten en waar handel en landbouw zich weer herstelden. "Generaal Eenoog", zoals de inheemse bevolking hem noemde, kreeg van de regering niet de gelegenheid om zijn werk af te maken en ook de laatste tegenstand neer te slaan. Gouverneur-generaal [[Johan Wilhelm van Lansberge]] meende dat de oorlog al voorbij was en de Nederlandse regering zag dat Van der Heijdens wijze van oorlogvoering veel geld kostte.<ref>Prof. dr. P.M.H. Groen, [http://www.militairespectator.nl/sites/default/files/uitgaven/inhoudsopgave/MS%205-2013%20Groen%20Geweld%20en%20geweten.pdf ‘Geweld en geweten: Koloniale oorlogvoering en militaire ethiek in Nederlands-Indië, 1816-1941’], ''Militaire Spectator'', 2013, nr. 5</ref> Begin maart 1881 werd Van der Heijden, ondanks zijn tegenwerpingen, eervol ontheven van het ambt van Gouverneur van Atjeh en Onderhorigheden en op 17 maart ook van zijn functie als militair bevelhebber op [[Noordelijk Sumatra]]. Van der Heijden ontving het Grootkruis van de [[Orde van de Gouden Leeuw van Nassau]]. Het bestuur werd overgenomen door burgers onder leiding van de civiele gouverneur [[Abraham Pruijs van der Hoeven]] en het verzet laaide weer op.


Begin maart [[1881]] werd Van der Heijden eervol ontheven van het ambt van Gouverneur van Atjeh en Onderhorigheden en op [[17 maart]] ook van zijn functie als Militair bevelhebber op [[Noordelijk Sumatra]]. Van der Heijden ontving het Grootkruis van de [[Orde van de Gouden Leeuw van Nassau]].
== Verlof ==
In 1881 vertrok Van der Heijden voor een jaar verlof naar Nederland. Hij zou zijn geboorteland niet meer terug zien. Nadat hij op 1 februari 1882 op eigen verzoek was gepensioneerd, werd hij in 1887 op aandrang van de koning commandant van het Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis te [[Bronbeek]], bij Arnhem.


==Zijn leven terug in Nederland==
Van der Heijden was [[adjudant]] van [[Willem III der Nederlanden|Willem III]] en van Koningin [[Wilhelmina der Nederlanden|Wilhelmina]] en stond bij de Oranjes zeer in de gunst. Hij werd door koningin-regentes [[Emma der Nederlanden|Emma]] in aanwezigheid van de jonge Wilhelmina op 6 juli 1895 persoonlijk toegesproken bij het verlenen van de [[Lombokkruis]]en. Een van deze kruisen was - postuum - voor de op [[Lombok]] gesneuvelde zoon van de bejaarde generaal bestemd. In 1898 werd Van der Heijden uitverkoren om tijdens de [[inhuldiging]] van Wilhelmina het [[Rijkszwaard]] te dragen.
In [[1881]] vertrok Van der Heijden voor een jaar verlof naar Nederland. Hij zou zijn geboorteland niet meer terug zien. Hij werd in [[1887]] op aandrang van de koning commandant van het Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis te [[Bronbeek]], bij Arnhem en bleef dit tot zijn overlijden.


Van der Heijden was [[adjudant (functie)|adjudant]] van [[Willem III der Nederlanden|Willem III]] en van Koningin [[Wilhelmina der Nederlanden|Wilhelmina]] en stond bij de Oranjes zeer in de gunst. Hij werd door Koningin-regentes [[Emma der Nederlanden|Emma]] in aanwezigheid van de jonge Wilhelmina op [[6 juli]] [[1895]] persoonlijk toegesproken bij het verlenen van de [[Lombokkruis]]en. Een van deze kruisen was -postuum- voor de op [[Lombok (eiland)|Lombok]] gesneuvelde zoon ([[Hubert Adrien Charles van der Heijden]]) van de oude generaal bestemd (zie de [[pacificatie van Lombok]]). In [[1898]] werd Van der Heijden uitverkoren om tijdens de [[inhuldiging]] van Wilhelmina het [[Rijkszwaard]] te dragen.
Op 17 november 1887 werd Van der Heijden benoemd tot commandant van [[Bronbeek]]. Zijn adjudant en vriend was daar majoor [[Heinrich Friedrich Valentin Moriz Schwing|Schwing]]. In juni 1891 werd hij benoemd tot adjudant van H.M. [[Wilhelmina der Nederlanden|de Koningin]] in buitengewone dienst en op 18 november 1894 sneuvelde zijn zoon [[Hubert Adrien Charles van der Heijden|Hubert]] tijdens de [[Pacificatie van Lombok|Lombok-expeditie]]. Vroeg in het jaar 1900 werd Van der Heijden ernstig ziek en overleed op 26 januari. Hij ligt begraven op de Arnhemse begraafplaats [[Moscowa]].<ref>[http://www.pentalpha.nl/baroe/index.php/diversencxcxc/articles-13 Indische graven]</ref> Als commandant van Bronbeek werd hij opgevolgd door luitenant-kolonel [[Nicolaas Cornelis van Heurn|Van Heurn]].


Hij overleed op 74-jarige leeftijd in [[Huis Bronbeek|Bronbeek]] te Arnhem aan een [[hartaanval]].
Van der Heijden publiceerde onder meer ''Het Kamp van Chalons-sur-Marne in de maanden juli en aug. 1866'' (1867), ''Memorie van luitenant generaal K. van der Heijden, naar aanleiding van het voorgevallene op 18 november 1881 in de tweede kamer der Staten Generaal. '' (1881) en de ''De Militaire dagjournalen betreffende de Atjeh-oorlog door de commandant.'' Zijn zoon [[Eeldert Christiaan van der Heijden|Eeldert Christiaan]] werd voor zijn verrichtingen tijdens de Lombok-expeditie, waar zijn broer sneuvelde, benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde.


== Onderscheidingen ==
== Onderscheidingen ==
(bron: 1882. K. van der Heijden)
In 1882 ontving Van der Heijden het [[Grootkruis]] in de [[Orde van de Eikenkroon]]. Hij was ook Ridder in de [[Orde van de Nederlandse Leeuw]], drager van het [[Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven]] met vier gespen en de [[Atjeh-medaille 1873-1874]]. Als oud-officier én onderofficier droeg hij zowel het [[Onderscheidingsteken voor Langdurige, Eerlijke en Trouwe Dienst]] als onderofficier, als het [[Onderscheidingsteken voor langdurige dienst als officier]]. Frankrijk maakte hem Officier in de [[Orde van de Academische Palmen|"Ordre l’Instruction Publique"]]


* 1849. Ridder der Militaire Willemsorde vierde klasse (KB 11 december 1849, nr. 44): krijgsverrichtingen tegen Bali.  
==Decoraties==
* 1863. Ridder der Militaire Willemsorde derde klasse (KB 7 maart 1863, nr. 68): krijgsverrichtingen van Borneo in 1860 en 1861.  
[[Bestand:Heijden, Karel van der.tif|thumb|250px|Van der Heijden ten tijde van de [[expeditie naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo]]]]
*1864. Krijgsonderscheidingen in de zuider -en ooster afdeling van Borneo
 
*1867. Onderscheidingsteken voor langdurige Nederlandse dienst als officier (gouvernementsbesluit, 28 november 1867).  
* 1849. Ridder der Militaire Willemsorde vierde klasse (Koninklijk Besluit 11 december 1849, nr. 44): krijgsverrichtingen tegen Bali.<ref name="Militaire Willems-Orde: Heyden, K. van der, niveau MWO 4">{{nl}}[https://www.defensie.nl/onderwerpen/onderscheidingen/inhoud/dapperheidsonderscheidingen/databank-dapperheidsonderscheidingen/1849/12/11/heyden-k-van-der Militaire Willems-Orde: Heyden, K. van der, niveau MWO 4. Gezien op 30 maart 2016.]</ref>
*Ereteken voor belangrijke krijgsbedrijven 1848-1849 (Bali), 1850-1863 (Zuid- oostkust van Borneo), 1873-1874 (Atjeh) en 1877 (Samalangan).  
* 1863. Ridder der Militaire Willemsorde derde klasse (Koninklijk Besluit 7 maart 1863, nr. 68): krijgsverrichtingen van Borneo in 1860 en 1861.<ref name="Militaire Willems-Orde: Heyden, K. van der, niveau MWO 3">{{nl}}[https://www.defensie.nl/onderwerpen/onderscheidingen/inhoud/dapperheidsonderscheidingen/databank-dapperheidsonderscheidingen/1863/03/07/heyden-k-van-der Militaire Willems-Orde: Heyden, K. van der, niveau MWO 3. Gezien op 30 maart 2016.]</ref>
*1874. Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw (onderscheiden bij de tweede expeditie tegen het rijk van Atjeh, KB 6 oktober 1874).  
* 1864. Krijgsonderscheidingen in de zuider -en ooster afdeling van Borneo.
* 1867. Onderscheidingsteken voor langdurige Nederlandse dienst als officier (gouvernementsbesluit, 28 november 1867).
* Ereteken voor belangrijke krijgsbedrijven 1848-1849 (Bali), 1850-1863 (Zuid- oostkust van Borneo), 1873-1874 (Atjeh) en 1877 (Samalangan).
* 1874. Ridder in de [[Orde van de Nederlandse Leeuw]] (onderscheiden bij de tweede expeditie tegen het rijk van Atjeh, Koninklijk Besluit 6 oktober 1874).
* Atjeh-medaille 1873-1874.
* Atjeh-medaille 1873-1874.
*1877. Commandeur der Militaire Willemsorde ("als blijk van zijne majesteits hoge tevredenheid waarop hij de onlangs tegen Samalangan (noordkust Atjeh) ondernomen expeditie heeft aangevoerd." KB 22 september 1877).
* 1877. Commandeur der Militaire Willemsorde (''als blijk van zijner majesteits hoge tevredenheid waarop hij de onlangs tegen Samalangan (noordkust Atjeh) ondernomen expeditie heeft aangevoerd.'' Koninklijk Besluit 22 september 1877).<ref name="Militaire Willems-Orde: Heyden, K. van der, niveau MWO 2">{{nl}}[https://www.defensie.nl/onderwerpen/onderscheidingen/inhoud/dapperheidsonderscheidingen/databank-dapperheidsonderscheidingen/1877/09/22/heyden-k-van-der Militaire Willems-Orde: Heyden, K. van der, niveau MWO 2. Gezien op 30 maart 2016.]</ref>
* 1879. Bij telegram d.d. 20 juni 1879 van de gouverneur generaal de bijzondere tevredenheidsbetuiging van ZM de koning wegens de vermeestering van Glei-eng.  
* 1879. Bij telegram d.d. 20 juni 1879 van de gouverneur-generaal de bijzondere tevredenheidsbetuiging van ZM de koning wegens de vermeestering van Glei-eng.
* 1881, Betuiging van waardering en dank der regering voor de krachtige leiding gedurende de tijd dat hij belast is geweest met het ambt van gouverneur van Atjeh en onderhorigheden, tevens militair bevelhebber aldaar (kabinets-missive van de gouverneur generaal, 11 maart 1881).  
* 1881, Betuiging van waardering en dank der regering voor de krachtige leiding gedurende de tijd dat hij belast is geweest met het ambt van gouverneur van Atjeh en onderhorigheden, tevens militair bevelhebber aldaar (kabinets-missive van de gouverneur-generaal, 11 maart 1881).
*1881. [[Huisorde van de Gouden Leeuw van Nassau]] (bij besluit van ZM de koning van 11 april 1881).
* 1881. [[Huisorde van de Gouden Leeuw van Nassau]] (bij besluit van Z.M. de koning van 11 april 1881).
*1882. Ridder Grootkruis der orde van [[Orde van de Eikenkroon]] (KB. 6 januari 1882).  
* 1882. Ridder Grootkruis der [[Orde van de Eikenkroon]] (Koninklijk Besluit. 6 januari 1882).
 
Frankrijk benoemde hem tot officier in de [[Orde van de Academische Palmen|"Ordre l’Instruction Publique"]].
Frankrijk maakte hem Officier in de [[Orde van de Academische Palmen|"Ordre l’Instruction Publique"]]
 
== Publicaties ==
* 1867. K. van der Heijden. ''Het Kamp van Chalons-sur-Marne in de maanden Juli en Aug. 1866'' Den Haag
* 1882. K. van der Heijden. ''Memorie van luitenant generaal K. van der Heijden, naar aanleiding van het voorgevallene op 18 november 1881 in de tweede kamer der Staten Generaal. '' Henri J. Stemberg, Den Haag.
* K. van der Heijden ''De Militaire dagjournalen betreffende de Atjeh-oorlog door de commandant'' (Rijksarchief).
 
{{bron|bronvermelding=
* H.C. Zentgraaff. ''Atjeh'' in de Indische Encyclopaedie.
* Het Gedenkboek van het K.N.I.L., uitgave ''Madjoe.''
*1896. L.F.A. Winckel. ''Levensbeschrijving van Generaal K. van der Heyden'' en ''De Militaire loopbaan van den Luitenant-Generaal K. van der Heyden.'' Utrecht. Met een portret door Jan Veth.
*1865. [[Willem Adriaan van Rees]]. ''De Bandjermansinse krijg.'' Arnhem
*1883-84. [[Egbert Broer Kielstra]]. ''Beschrijving van den Atjehoorlog.'' Den Haag}}


{{wikisource|Toost van Koning Willem III en antwoord van Karel van der Heijden in 1881.}}
== Linken ==
{{wikisource|De begrafenis van generaal Van der Heijden op woensdag 31 Januari 1900 in "Het Vaderland".}}
*[http://www.nederlandsekrijgsmacht.nl/index.php/historie-nl-leger/97-onderdelen-nederlandse-leger/koninklijk-nederlandsch-indisch-leger/knil-militairen/299-karel-van-der-heijden Karel van der Heijden]
{{wikisource|Beschrijving van de onthulling van een monument voor Karel van der Heyden in "Het Vaderland". }}
*[http://www.atchin.nl/Atchin/Home.html Atchin]
*[http://www.cervantes.nu/LetterstoElizabeth/19981111JHLH.html Cervantes.nu, LetterstoElizabeth]
*[http://www.azarjaharmanny.nl/wp-content/uploads/Mars-et-Historia-2009.pdf Nederlandse Vereniging voor MiliÍaire Historie]
*[https://javapost.nl/2015/07/08/de-vergeten-atjeh-oorlog/ De vergeten Atjeh-oorlog]
*[http://www.groene.nl/artikel/we-are-sorry Honderd jaar na de Atjeh-oorlog]
*[http://uitgeverijprometheus.nl/wp-content/uploads/2015/09/Prometheus_Non_Fictie_book_zomer2016_LR.pdf Anton Stolwijk]
{{Commonscat|Karel van der Heijden}}
{{Wikisource|Toost van Koning Willem III en antwoord van Karel van der Heijden in 1881.}}
{{Wikisource|De begrafenis van generaal Van der Heijden op woensdag 31 januari 1900 in "Het Vaderland".}}
{{Wikisource|Beschrijving van de onthulling van een monument voor Karel van der Heyden in "Het Vaderland".}}
{{Appendix|1=alles|2=
* 1865. [[Willem Adriaan van Rees|W.A. van Rees]]. ''De Bandjermansinse krijg.'' Arnhem
* 1882. K. van der Heijden. ''Memorie van luitenant-generaal Karel van der Heijden naar aanleiding van het voorgevallene op 18 november 1881 in de Tweede Kamer der Staten Generaal.'' Henri J. Stemberg. Den Haag
* 1883-84. [[Egbert Broer Kielstra|E.B. Kielstra]]. ''Beschrijving van den Atjehoorlog.'' Den Haag
* 1896. L.F.A. Winckel. ''Levensbeschrijving van Generaal K. van der Heyden'' en ''De Militaire loopbaan van den Luitenant-Generaal K. van der Heyden.'' Utrecht. Met een portret door Jan Veth
* H.C. Zentgraaff. ''Atjeh'' in de Indische Encyclopaedie
* Het Gedenkboek van het K.N.I.L., uitgave ''Madjoe''
* 1878 en 1880. G.F.W. Borel. ''Onze vestiging in Atjeh: Drogredenen zijn geen waarheid'', opnieuw uitgegeven door Eburon, Delft in 2009
{{References}}
{{Wikidata|Q2102388}} }}
{{StartOpvolging}}
{{OpvolgingCombi
| lijst = [[Atjehoorlog#De Atjeh-oorlog: overzicht|Gouverneur van Atjeh]]<br />1877-1881
| vorige = [[August Diemont|A.J.E. Diemont]]
| volgende =[[Abraham Pruijs van der Hoeven|A. Pruijs van der Hoeven]]
}}
{{EindOpvolging}}
{{StartOpvolging}}
{{OpvolgingCombi
| lijst = [[Bronbeek#Commandanten van Bronbeek|Commandant van Bronbeek]] <br />[[1887]] - [[1900]]
| vorige = [[Johannes Cornelis Jacobus Smits|J.C.J. Smits]]
| volgende = [[Nicolaas Cornelis van Heurn |N.C. van Heurn]]
}}
{{EindOpvolging}}


[[Categorie:Officier in de Militaire Willems-Orde|Heijden, Karel van der]]
{{DEFAULTSORT:Heijden, Karel van der}}
[[Categorie:Commandeur in de Militaire Willems-Orde|Heijden, Karel van der]]
[[Categorie:Officier in de Militaire Willems-Orde]]
[[Categorie:Nederlands militair|Heijden, Karel van der]]
[[Categorie:Commandeur in de Militaire Willems-Orde]]
[[Categorie:Atjeh-oorlog|Heijden, Karel van der]]
[[Categorie:Nederlands generaal]]
[[Categorie:Nederlands vrijmetselaar]]
[[Categorie:Militair in het KNIL]]
[[Categorie:Persoon in de Atjeh-oorlog]]
[[Categorie:Ridder in de Militaire Willems-Orde]]

Huidige versie van 10 mei 2016 om 10:48

rel=nofollow

Karel van der Heijden (Batavia, 12 januari 1826 - Bronbeek, 26 januari 1900) was een Nederlandse generaal.[1]

Vroege jaren

De jonge Van der Heijden werd in Nederland op een Arnhemse kostschool opgevoed waar hij in 1841 dienst nam in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL). In 1848 maakte hij als sergeant de tweede expeditie tegen Bali mee, en in 1849 de derde expeditie tegen Bali. Op 11 december van dat jaar werd hij benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde. In 1850 legde hij met goed gevolg zijn officiersexamen af en nam nog in hetzelfde jaar als luitenant deel aan de gevechten in Palembang. In 1859 werd hij controleur in de Zuidoostelijke Afdeling van Borneo en maakte daar als kapitein der infanterie de guerrillaoorlog mee van Bandjirmasin tegen de Nederlandse bezetting. In 1863 werd Van der Heijden bevorderd tot officier in de Militaire Willems-Orde.

In 1865 vertrok hij met verlof naar Europa en in juli en augustus 1866 maakte hij als gast van de Franse regering de jaarlijkse legermanoeuvres rond Châlons-sur-Marne bij. Zoals veel Nederlands-Indische officieren had Van der Heijden literaire aspiraties, hij publiceerde in 1867 een boek over het Franse leger en zijn tactieken:' Het kamp van Chalons-sur-Marne in de maanden juli en augustus 1866 '

Atjeh

In 1867 werd hij benoemd tot majoor en gewestelijk militair commandant van Banka. In 1872 werd hij luitenant-kolonel en in deze rang nam hij in 1874 deel aan de campagne om de Atjehse kraton te veroveren. Generaal Köhler was dat in 1873 niet gelukt. Na een periode als militair commandant in Semarang en Padang keerde hij als kolonel terug naar het nog steeds onrustige Atjeh.

Op 23 januari 1874 werd kolonel Van der Heijden tijdens de tweede expeditie naar Atjeh vrij ernstig gewond. Hij kreeg een schampschot langs de rechterlies en onderbuik, maar herstelde van deze verwondingen. Daarna was hij vanaf juni 1877 waarnemend militair en civiel gezaghebber in Atjeh. Tijdens de expeditie naar Samalanga en Meureudoe in 1877 verloor hij op 26 augustus in de strijd een oog. Op 22 september werd hij benoemd tot commandeur in de Militaire Willems-Orde vanwege het onderwerpen en voor de handel openen van Samalangan. In januari 1878 werd kolonel Van der Heijden benoemd tot gouverneur en militair bevelhebber in Atjeh.

Waar eerdere pogingen om Atjeh te veroveren hadden gefaald, behaalde Van der Heijden successen. Drie colonnes van het KNIL, aangevuld met marechaussee, drongen Groot Atjeh binnen, het gebied dat onmiddellijk achter Kota Radja lag. De tijdens deze expeditie tot generaal-majoor bevorderde Van der Heijden drong met zijn manschappen dertig kilometer landinwaarts door. Maar ook deze veldtocht, die tot augustus 1879 duurde en gepaard ging met grote verwoestingen en zware verliezen aan beide zijden, bracht de Atjehers niet definitief op de knieën. Van der Heijden liet daarom een bezettingsmacht van 6000 militairen achter.

De opdracht aan Van der Heijden was de Atjehers een ‘voorbeeldlooze tuchtiging’ toe te dienen vanwege hun verzet. Volgens Azarja Harmanny (2009)[2] kwam dit neer op het platbranden van kampongs, vernielen van rijstvelden, kappen van vruchtbomen, vernielen van voorraadschuren en wegvoeren van vee. Daarmee ontnam hij de bevolking haar middelen van bestaan. Dankzij deze harde aanpak luwde het verzet inderdaad.

In januari 1880 werd Van der Heijden tot luitenant-generaal bevorderd. Atjeh was nu een gebied waar weinig werd gevochten en waar handel en landbouw zich weer herstelden. "Generaal Eenoog", zoals de inheemse bevolking hem noemde, kreeg van de regering niet de gelegenheid om zijn werk af te maken en ook de laatste tegenstand neer te slaan. Gouverneur-generaal Johan Wilhelm van Lansberge meende dat de oorlog al voorbij was en de Nederlandse regering zag dat Van der Heijdens wijze van oorlogvoering veel geld kostte.[3] Begin maart 1881 werd Van der Heijden, ondanks zijn tegenwerpingen, eervol ontheven van het ambt van Gouverneur van Atjeh en Onderhorigheden en op 17 maart ook van zijn functie als militair bevelhebber op Noordelijk Sumatra. Van der Heijden ontving het Grootkruis van de Orde van de Gouden Leeuw van Nassau. Het bestuur werd overgenomen door burgers onder leiding van de civiele gouverneur Abraham Pruijs van der Hoeven en het verzet laaide weer op.

Verlof

In 1881 vertrok Van der Heijden voor een jaar verlof naar Nederland. Hij zou zijn geboorteland niet meer terug zien. Nadat hij op 1 februari 1882 op eigen verzoek was gepensioneerd, werd hij in 1887 op aandrang van de koning commandant van het Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis te Bronbeek, bij Arnhem.

Van der Heijden was adjudant van Willem III en van Koningin Wilhelmina en stond bij de Oranjes zeer in de gunst. Hij werd door koningin-regentes Emma in aanwezigheid van de jonge Wilhelmina op 6 juli 1895 persoonlijk toegesproken bij het verlenen van de Lombokkruisen. Een van deze kruisen was - postuum - voor de op Lombok gesneuvelde zoon van de bejaarde generaal bestemd. In 1898 werd Van der Heijden uitverkoren om tijdens de inhuldiging van Wilhelmina het Rijkszwaard te dragen.

Op 17 november 1887 werd Van der Heijden benoemd tot commandant van Bronbeek. Zijn adjudant en vriend was daar majoor Schwing. In juni 1891 werd hij benoemd tot adjudant van H.M. de Koningin in buitengewone dienst en op 18 november 1894 sneuvelde zijn zoon Hubert tijdens de Lombok-expeditie. Vroeg in het jaar 1900 werd Van der Heijden ernstig ziek en overleed op 26 januari. Hij ligt begraven op de Arnhemse begraafplaats Moscowa.[4] Als commandant van Bronbeek werd hij opgevolgd door luitenant-kolonel Van Heurn.

Van der Heijden publiceerde onder meer Het Kamp van Chalons-sur-Marne in de maanden juli en aug. 1866 (1867), Memorie van luitenant generaal K. van der Heijden, naar aanleiding van het voorgevallene op 18 november 1881 in de tweede kamer der Staten Generaal. (1881) en de De Militaire dagjournalen betreffende de Atjeh-oorlog door de commandant. Zijn zoon Eeldert Christiaan werd voor zijn verrichtingen tijdens de Lombok-expeditie, waar zijn broer sneuvelde, benoemd tot ridder in de Militaire Willems-Orde.

Onderscheidingen

In 1882 ontving Van der Heijden het Grootkruis in de Orde van de Eikenkroon. Hij was ook Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, drager van het Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven met vier gespen en de Atjeh-medaille 1873-1874. Als oud-officier én onderofficier droeg hij zowel het Onderscheidingsteken voor Langdurige, Eerlijke en Trouwe Dienst als onderofficier, als het Onderscheidingsteken voor langdurige dienst als officier. Frankrijk maakte hem Officier in de "Ordre l’Instruction Publique"

Decoraties

Bestand:Heijden, Karel van der.tif
Van der Heijden ten tijde van de expeditie naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo
  • 1849. Ridder der Militaire Willemsorde vierde klasse (Koninklijk Besluit 11 december 1849, nr. 44): krijgsverrichtingen tegen Bali.[5]
  • 1863. Ridder der Militaire Willemsorde derde klasse (Koninklijk Besluit 7 maart 1863, nr. 68): krijgsverrichtingen van Borneo in 1860 en 1861.[6]
  • 1864. Krijgsonderscheidingen in de zuider -en ooster afdeling van Borneo.
  • 1867. Onderscheidingsteken voor langdurige Nederlandse dienst als officier (gouvernementsbesluit, 28 november 1867).
  • Ereteken voor belangrijke krijgsbedrijven 1848-1849 (Bali), 1850-1863 (Zuid- oostkust van Borneo), 1873-1874 (Atjeh) en 1877 (Samalangan).
  • 1874. Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (onderscheiden bij de tweede expeditie tegen het rijk van Atjeh, Koninklijk Besluit 6 oktober 1874).
  • Atjeh-medaille 1873-1874.
  • 1877. Commandeur der Militaire Willemsorde (als blijk van zijner majesteits hoge tevredenheid waarop hij de onlangs tegen Samalangan (noordkust Atjeh) ondernomen expeditie heeft aangevoerd. Koninklijk Besluit 22 september 1877).[7]
  • 1879. Bij telegram d.d. 20 juni 1879 van de gouverneur-generaal de bijzondere tevredenheidsbetuiging van ZM de koning wegens de vermeestering van Glei-eng.
  • 1881, Betuiging van waardering en dank der regering voor de krachtige leiding gedurende de tijd dat hij belast is geweest met het ambt van gouverneur van Atjeh en onderhorigheden, tevens militair bevelhebber aldaar (kabinets-missive van de gouverneur-generaal, 11 maart 1881).
  • 1881. Huisorde van de Gouden Leeuw van Nassau (bij besluit van Z.M. de koning van 11 april 1881).
  • 1882. Ridder Grootkruis der Orde van de Eikenkroon (Koninklijk Besluit. 6 januari 1882).

Frankrijk benoemde hem tot officier in de "Ordre l’Instruction Publique".

Linken

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Karel van der Heijden op Wikimedia Commons.

rel=nofollow

Wikisource  Toost van Koning Willem III en antwoord van Karel van der Heijden in 1881. op Wikisource

Wikisource  De begrafenis van generaal Van der Heijden op woensdag 31 januari 1900 in "Het Vaderland". op Wikisource

Wikisource  Beschrijving van de onthulling van een monument voor Karel van der Heyden in "Het Vaderland". op Wikisource

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  • 1865. W.A. van Rees. De Bandjermansinse krijg. Arnhem
  • 1882. K. van der Heijden. Memorie van luitenant-generaal Karel van der Heijden naar aanleiding van het voorgevallene op 18 november 1881 in de Tweede Kamer der Staten Generaal. Henri J. Stemberg. Den Haag
  • 1883-84. E.B. Kielstra. Beschrijving van den Atjehoorlog. Den Haag
  • 1896. L.F.A. Winckel. Levensbeschrijving van Generaal K. van der Heyden en De Militaire loopbaan van den Luitenant-Generaal K. van der Heyden. Utrecht. Met een portret door Jan Veth
  • H.C. Zentgraaff. Atjeh in de Indische Encyclopaedie
  • Het Gedenkboek van het K.N.I.L., uitgave Madjoe
  • 1878 en 1880. G.F.W. Borel. Onze vestiging in Atjeh: Drogredenen zijn geen waarheid, opnieuw uitgegeven door Eburon, Delft in 2009
  1. º Volgens Kielstra zou hij een buitenechtelijk kind zijn van Hubert Joseph Jean Lambert de Stuers en een, onbekend gebleven, Boeginese vrouw en als kind zijn aangenomen door Jean van der Heyden en Wilhelmina Siebing (bron: Kielstra, E.B. (1911) Heyden, Karel van der in Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1).
  2. º ‘Generaal Eenoog’ in Mars et Historia, 2009, nr. 3.
  3. º Prof. dr. P.M.H. Groen, ‘Geweld en geweten: Koloniale oorlogvoering en militaire ethiek in Nederlands-Indië, 1816-1941’, Militaire Spectator, 2013, nr. 5
  4. º Indische graven
  5. º (nl) Militaire Willems-Orde: Heyden, K. van der, niveau MWO 4. Gezien op 30 maart 2016.
  6. º (nl) Militaire Willems-Orde: Heyden, K. van der, niveau MWO 3. Gezien op 30 maart 2016.
  7. º (nl) Militaire Willems-Orde: Heyden, K. van der, niveau MWO 2. Gezien op 30 maart 2016.
rel=nofollow

Q2102388 op Wikidata  Intertaalkoppelingen via Wikidata (via reasonator)

rel=nofollow
rel=nofollow
Voorganger:
A.J.E. Diemont
Gouverneur van Atjeh
1877-1881
Opvolger:
A. Pruijs van der Hoeven
Voorganger:
J.C.J. Smits
Commandant van Bronbeek
1887 - 1900
Opvolger:
N.C. van Heurn