Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

The Specials (skaband)

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

The Specials is een Britse popgroep die in 1977 in Coventry is opgericht. Ze zijn de grondleggers van de 2 Tone-ska, vernoemd naar het platenlabel 2 Tone dat Specials-toetsenist Jerry Dammers in 1979 oprichtte.

Geschiedenis

Beginjaren; The Automatics

The Specials begonnen in 1977 als The Hybryds; naast Jerry Dammers bestond de groep uit bassist Horace Panter, gitaristen Roddy Radiation en Lynval Golding, drummer Silverton Hutchinson en zanger Tim Strickland, later vervangen door Terry Hall. De Hybryds veranderden hun naam in The Coventry Automatics en gingen op tournee met The Clash. Neville Staple was toen nog een roadie, maar kwam er pas bij tijdens de eerste van vier avonden in de Londense Music Machine.

In 1978 werd de groepsnaam gewijzigd in Special AKA Coventry Automatics, later ingekort tot Special AKA. Omdat een poging om reggae met punk te vermengen op niets uitliep werd die eerste stijl vervangen door ska. Hutchinson, een reggaedrummer, was daar niet blij mee en hield het voor gezien. John Bradbury nam zijn plaats in.

Doorbraak; The Specials

In 1979 verscheen de single Gangsters, waarvan de eerste persingen op Rough Trade uitkwamen. Dit nummer betekende de doorbraak van de groep die inmiddels The Specials werd genoemd en berucht was om hun live optredens. Ze verwierven een platencontract bij platenmaatschappij Chrysalis Records, die als enige Jerry Dammers de mogelijkheid gaf om zijn eigen label, genaamd 2 Tone Records, op te richten om er The Specials en andere bands op uit te brengen. In juli ging de band ging na het tekenen van het platencontract direct op tournee door Engeland en kwam tussendoor ook even naar Nederland voor een mediaoffensief en om hun single te playbacken voor tv. Gangsters werd ook in Nederland een grote hit.

In de zomer van dat jaar werd het titelloze debuutalbum opgenomen met Elvis Costello als producer. Gastbijdragen waren er van Chrissie Hynde (op Nite Klub), de Jamaicaanse trombonist Rico Rodriguez en de zwaarbesnorde trompettist Dick Cuthell. Beide blazers maakten ook deel uit van de live-bezetting.

2 Tone landelijk bekend

In de herfst en winter van 1979 werd 2 Tone landelijk bekend in Groot-Brittannië. Via 2 Tone bracht Madness hun debuutsingle The Prince uit; het pas opgerichte The Selecter kwam met On My Radio; The Beat met debuutsingle Tears of A Clown en The Specials zelf, met de cover A Message To You Rudy. Het werden allemaal hits en zelfs nadat Madness en The Beat bij andere platenmaatschappijen tekenden, hadden zij het 2 Tone stempel opgekregen, omdat zij allen hun eigen variatie van ska muziek maakten en zich vaak kleedden in dezelfde stijl van onder andere pakken en pork pie hats.
Ter promotie gingen The Specials op tournee met The Selecter en Madness (per 15 november 1979 vervangen door Dexys Midnight Runners). Alle concerten waren uitverkocht en heel Engeland was in de ban van het skavirus van 2 Tone en vele jongeren gingen gekleed in deze specifieke stijl. Ook op het Europese vasteland ging men voor de bijl. De 2 Tone rage ging maar door, in november brachten The Specials en Madness hun debuutplaten uit en beiden werden een groot succes.

Begin 1980 kwam daar ook de band Bad Manners bij, die weliswaar geen single op 2 Tone had uitgebracht maar desondanks tot de 2 Tone-beweging werd gerekend. In januari 1980 toerde The Specials door Europa en traden op in Rotterdam en in de Amsterdamse Paradiso. In februari 1980 hadden The Specials met een live-uitvoering van Too Much Too Young een nummer 1-hit te pakken. In Groot-Brittannië werd deze plaat als een ep uitgebracht genaamd The Special AKA Live! en bevatte totaal 5 nummers. Ook de andere ska bands bleven maar hits scoren en in de lente van 1980 kwam daar nog eens een zesde 2 Tone band bij, de vrouwen ska band The Bodysnatchers; hun debuutsingle Let's Do Rocksteady werd ook een hit.

More Specials

Terug van Europa en de Verenigde Staten begonnen The Specials te werken aan het altijd moeilijke tweede album, getiteld More Specials waaraan o.a. The Go-Go's, Rhoda Dakar van The Bodysnatchers en Lee Thompson van Madness hun medewerking verleenden. De druk was hoog en de opnamen liepen stroef. Om het gat te vullen na Too Much Too Young werd de single Rat Race uitgebracht, dat hun vierde top 10 hit werd in Engeland. Tussen de opnamen door van More Specials trad de band live op, onder andere op Pinkpop. More Specials dat in september 1980 verscheen, is opgedeeld in een ska-kant en een experimentele kant. Jerry Dammers zei hierover "Ik haat het om deel uit te moeten maken van een groep die zichzelf blijft herhalen".

Na het uitkomen van More Specials en de single Stereotype toerden The Specials uitgebreid door Engeland, om daarna ook Nederland aan te doen. Ze playbackten in Hilversum hun single in geheel eigen stijl voor het programma TROS Top 50 en gaven twee concerten; een in Rotterdam en een op 18 oktober op het Countdown Festival van Veronica in de Amsterdamse Jaap Edenhal samen met Madness en de dan razend populaire Belgische zanger Raymond van het Groenewoud. Er werden dan ook tv opnamen gemaakt voor Veronica's muziekprogramma Countdown. In die special is te zien hoe, tijdens het nummer Sock It to 'Em J.B. het simpele podium in elkaar zakt na een stage invasion van dansende fans. Gelukkig kan iets later het spetterende optreden toch afgemaakt worden.

Do Nothing

Concerten van The Specials werden regelmatig ontsierd door gewelddadige incidenten (meestal door aanhangers van het National Front), en als het op 9 oktober 1980 zover komt dat ook Jerry Dammers en Terry Hall in de boeien worden geslagen besluiten ze om te stoppen met toeren en alleen nog maar weekendconcerten te geven. Aan het eind van de maand wordt een rustpauze ingelast die twee maanden later wordt onderbroken om in Top of the Pops de single Do Nothing te playbacken. Op de B-kant staat een veelzeggende coverversie van het Bob Dylan-nummer Maggie's Farm.

Dance Craze

In 1981 was de 2 Tone rage over zijn hoogtepunt heen en werd het door de media als passé gezien, de New Romantics met zijn glamour waar bij bands als Duran Duran en Spandau Ballet bij gerekend werden domineerden nu de popbladen, The Bodysnatchers vielen uit elkaar en The Selecter had 2 Tone Records verlaten. In februari 1981 kwam de concertfilm Dance Craze uit in de bioscoop, het had als doel om de 2 Tone fans de kans te geven om al hun bands live te zien, het bestond uit diversen live optredens van The Specials, The Selecter, Madness, The Beat, The Bodysnatchers en ook Bad Manners, opgenomen in 1980. Helaas werd het geen grote hit, het was te laat uitgekomen. Ondanks dat het in de film ontbreekt aan beelden achter de schermen, is en blijft het een uniek document over de 2 Tone ska revival. Er werd ook een album uitgebracht met 15 van de 27 nummers van de film, dit werd wel een succes en nu hoorde Bad Manners officieel echt bij 2 Tone. Alleen in Nederland werd er speciaal een single van het album uitgebracht om deze te promoten; namelijk het door Roddy geschreven en gezongen Concrete Jungle.

Ghost Town

1981 was over het algeheel een wat rustiger jaar, wat maar goed was na twee tropenjaren vol met live optredens, promotietours, 2 platen uitbrengen, hit na hit scoren en het proberen leiding te geven aan 2 Tone Records, de druk om te scoren was hoog, de spanning in de 7 koppige band is om te snijden, Jerry Dammers is ook druk met het afwerken van de concertfilm Dance Craze. Toch werd er ook getoerd, The Specials traden onder andere in april op in de IJsselhallen in Zwolle en gaan de studio in en nemen drie nieuwe nummers op. In de zomer van 1981 scoren The Specials een Engelse nummer 1-hit met Ghost Town, volgens velen de beste 2 Tone-single. Het nummer brengt onder woorden de afbraak van de Britse steden in die tijd, de hoge jeugdwerkeloosheid zonder perspectief en de onderliggende woede. Datzelfde moment breken de er in Engeland rellen uit, waardoor dit nummer als de soundtrack van die rellen wordt gezien.

Uit elkaar

Binnen de band blijft het rommelen; Horace Panter heeft zich aangesloten bij de Exegesis-beweging en verandert van rustige bassist naar heel assertief en probeert de anderen over te halen om ook bij Exegesis te komen. Roddy Radiation ergert zich aan het stiefvadergedrag van Dammers. Terry Hall, Lynval Golding en Neville Staple hebben de bijnaam Fun Boy Three gekregen; ze voelen zich geremd in hun creativiteit. The Specials gaan op tournee door Amerika, samen met ex-Bodysnatchers-zangeres Rhoda Dakar, maar eigenlijk heeft niemand in de band echt er zin in; Jerry Dammers niet, die is eigenlijk overspannen. Aan het einde van de tournee stappen Terry Hall, Lynval Golding en Neville Staple uit de band om door te gaan als een trio, oftewel Fun Boy Three. Dit slaat in als een bom en de anderen voelen zich verraden.

Solocarrières en zijprojecten

Fun Boy Three

Zie Fun Boy Three voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Roddy Radiation

Roddy Radiation stapte vlak na het vertrek van de Funboys ook op omdat hij er niet langer tegen kan om met Jerry in een band te zitten ("Als ik was gebleven dan was ik of gek geworden of had ik iemand van kant gemaakt"). Roddy heeft dan al een eigen band opgericht (The Tearjerkers) en het genre skabilly uitgevonden. Gedurende de jaren tachtig laat hij horen wat hij allemaal niet (maar ook wel) kwijt kon bij de Specials. In de jaren negentig richt hij eerst de Bonediggers op en daarna de Skabilly Rebels; ook doet hij mee aan de 2 Tone Revue met Pauline Black en Ranking Roger (die sinds 2003 weer met The Beat optreedt). In 2005 tekent Roddy een contract bij het Duitse skalabel Grover Records.

Special AKA

Na een tournee door Duitsland in de band van Rico Rodriguez besluiten Jerry, Horace en Brad om door te gaan en dat derde album op te nemen; alleen mogen ze dat om juridische redenen niet als The Specials doen, en dus noemen ze zich weer Special AKA. De in januari 1982 uitgebrachte single The Boiler (dat zangeres Rhoda Dakar eerder opnam met The Bodysnatchers) wordt door de BBC naar de kleine uurtjes verbannen omdat het over een verkrachting gaat. War Crimes wordt helemaal niet gedraaid; een nummer over de Libanese kwestie is niet bepaald de ideale Kerstsingle. Ondertussen zijn er nieuwe musici gevonden in o.a. gitarist John Shipley (vroeger in 2 Tone-band The Swinging Cats) en zangers Egidio Newton (een jeugdvriendin van Dakar) en Stan Campbell (die bekendstaat als Grace Jones-lookalike). Dick Cuthell verzorgt de nodige blaaspartijen.

Een hecht collectief wil het niet worden, vandaar dat Horace al in april 1982 is vertrokken. De band heeft nog niet live opgetreden en een aantal leden wonen in Londen in plaats van in Coventry; mede daardoor worden de plaatopnamen zowel een financiële als geestelijke nachtmerrie, en daar verandert de in augustus 1983 uitgebrachte single Racist Friend/Bright Lights niets aan. Lonely Crowd, een nummer over de steekpartij die Lynval Golding in 1982 bijna het leven heeft gekost, staat gepland als volgende single maar wordt op het laatste moment vervangen door Free Nelson Mandela. Geproduceerd door Elvis Costello heeft de Special AKA eindelijk een hit in handen, een die de mensen bewust maakt van de Zuid-Afrikaanse vrijheidsstrijder. In augustus 1984 verschijnt het album In The Studio. Stan Campbell heeft inmiddels de band verlaten voor een solocarrière, en dus wordt de volgende single What I Like Most About You (Is Your Girlfriend), waarop Dammers zelf de leadzang voor zijn rekening neemt. De opnamen hebben het hele budget (goed voor drie extra albums) verslonden; Chrysalis Records wil geld zien maar Jerry voelt er niks voor om nog eens twee platen te maken in de wetenschap dat hij er geen cent aan overhoudt en gaat in staking. De Special AKA wordt met stille trom opgeheven waardoor de geplande single You Can't Take Love Seriously op de plank blijft liggen.

Jerry Dammers

Zie Jerry Dammers voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Horace Panter

Een andere reden dat Horace de Special AKA heeft verlaten is zijn nauwere betrokkenheid bij Exegesis; in 1984 wordt hij een herboren christen maar ook bassist bij General Public, oftewel Ranking Roger en Dave Wakeling van The Beat. Twee jaar later gaat dit duo met ruzie uit elkaar. Begin jaren 00 neemt Horace met ex-Selecter-gitarist Neol Davies het album Box of Blues op. In 2007 verschijnt zijn biografie Ska'd For Life.

John Bradbury

John Bradbury treedt na de Special AKA met zijn JB Allstars op; Alphabet Army wordt in januari 1986 de laatste single die op 2 Tone verschijnt.

Special Beat

In 1990 vormen Neville, Lynval, Roddy, Horace en Brad een 2 Tone-supergroep met ex-Beat-leden Ranking Roger en Saxa. Aangevuld met derde zanger Anthony Flynn toeren ze door Amerika als Special Beat. Dit bevalt zo goed dat ze besluiten bij elkaar te blijven; ze schrijven nieuwe nummers en brengen live-albums uit. In de herfst van 1993 valt dan toch het doek na een Amerikaanse tournee met de herenigde Selecter. Horace heeft inmiddels een deeltijdbaan als onderwijzer, en Brad houdt de muziekwereld helemaal voor gezien; hij gaat bij een Londens ICT-bedrijf werken.

Specials 2

Neville, Lynval, Horace en Roddy nemen een album op met Desmond Dekker (King of Kings) en maken een doorstart als The Specials 2. Brad wordt vervangen door ex-Selecter-drummer H. Bembridge, en Rico Rodriguez door Adam Birch. In 1996 brengen ze het met covers gevulde Today's Specials uit op Kuff Records, het label van UB 40-zanger Ali Campbell. De Specials 2 (ook wel Today's Specials genoemd) toeren veelvuldig, en voornamelijk door de Verenigde Staten waar de derde skagolf is uitgebroken. Maar zo'n zwaar schema eist z'n tol en Horace trekt zich in 1997 terug. In Californië, waar Neville inmiddels is neergestreken, wordt een album met nieuw materiaal opgenomen, maar tegen de tijd dat Guilty Till Proved Innocent uitkomt zijn ook de Specials 2 uit elkaar. Jerry en Terry kunnen daar niet rouwig om zijn, die hebben deze bezetting altijd publieksbedrog gevonden.

Neville Staple

Zie Neville Staple voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Terry Hall

In 1992 slaat Terry de handen ineen met Dave Stewart voor het project Vegas. In 2000 volgt er een samenwerking met de Dub Pistols met wie hij ook optreedt en Gangsters vertolkt. Na jarenlang in Londen te hebben gewoond is ook Terry teruggekeerd naar Coventry, al moest daar wel eerst een medische ingreep aan te pas komen.

Lynval Golding

Sinds 1994 woont Lynval Golding in Seattle waar hij vooral werkzaam is als producer. In de periode 2004-2005 vliegt hij over en weer naar Engeland voor optredens met de skaband Pama International. In september 2005 is hij te gast bij Madness wanneer de nutty boys zijn woonplaats aandoen met hun Dangermen-tournee. In juni 2007 is Lynval samen met Terry te gast bij Lily Allen op het Glastonbury Festival.

Reünie

In 2004 bestaat 2 Tone 25 jaar en doen geruchten de ronde dat de Specials weer bij elkaar komen voor een jubileumconcert in Coventry. Die geruchten worden echter de kop ingedrukt door een persverklaring van de band zelf.

"Er komt geen reünie omdat het torenhoge verwachtingen schept die we misschien niet kunnen waarmaken, en het laatste dat we willen is de fans teleurstellen". Maar op 7 april 2008 wordt bekendgemaakt dat de originele Specials de studio zijn ingedoken en dat er eventueel weer wordt opgetreden.

Op 16 juni worden de heren ingewijd in de MOJO Hall Of Fame ("The fame of Hall") en zijn ze allemaal aanwezig (behalve Neville Staple) om de onderscheiding aan te nemen.

Daarna wordt Jerry Dammers op vakkundige wijze buitenspel gezet door het management. De rest geeft begin september een verrassingsconcert Bestival.

Op 7 april 2009 spelen de Specials drie nummers in het muziekprogramma Later with Jools Holland; het is een kleine wereld want Rico (ook afwezig) maakt deel uit van Jools' Rhythm 'n Blues Orchestra.

Eind 2009 gaan de Specials weer op tournee en in augustus 2010 staan ze op het Lowlandsfestival, jong en oud is onder de indruk van de swingende mannen op leeftijd.

Op 14 en 15 september 2011 geven The Specials twee uitverkochte concerten in Paradiso, in het kader van een uitgebreide Europese tour.

Specialized en live-album

In 2012 verscheen het tribute-album Specialized met bijdragen van onder andere Lee Thompson; (een solocover van Prince Buster's Madness en de Concrete Jungle B-kant Racquel met zijn eigen skaband), Roland Gift van Fine Young Cannibals en Rhoda Dakar. Opbrengsten van het album en de bijbehorende concerten gingen naar Teenage Cancer Trust.

28 mei stonden de Specials na 32 jaar weer op Pinkpop, en 12 augustus werd de tournee in Hyde Park afgesloten als voorprogramma van Blur.

Ook verscheen het live-album More... Or Less The Specials Live met zelfgeselecteerde hoogtepunten van de tournee van 2011.

Specials min vier

Op 10 januari 2013 werd bekendgemaakt dat Neville Staple na een jaar vol gezondheidsproblemen (30 gemiste concerten) de band heeft verlaten; hij richt zich nu op zijn solo-activiteiten. De Specials toerden in de zomer van 2013 door Amerika en gaven in november 2014 een concert voor Specialized dat inmiddels ook tribute-albums had uitgebracht van The Beat en Madness. Ondertussen was ook Roddy Radiation opgestapt; voor de concerten van 2014 werd Steve Cradock, gitarist van Paul Weller en Britrockband Ocean Colour Scene, als invaller aangetrokken. In 2015 overleden Rico Rodriguez en John Bradbury. De Specials toerden in oktober 2016 met Libertines-drummer Gary Powell als vervanger van Bradbury.

Op 2 juni 2018 staan de Specials in het voorprogramma van de Rolling Stones tijdens hun concert in Coventry.

Discografie

Albums

Album(s) met hitnoteringen in
de Nederlandse Album Top 20/50/75/100
Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
 Hoogste 
positie
 Aantal 
weken
 Opmerkingen 
Singles - Best Of 1991 -
The Gold Collection ? -
In The Studio (als Special AKA) 1984 -
Too Much Too Young: The Gold Collection 1996 -
The Specials 1979 -
More Specials 1980 - 38 3
Best Of 1996 -
The Best Of The Specials 2008 -

Singles

Single(s) met hitnoteringen in
de Nederlandse Top 40
Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
 Hoogste 
positie
 Aantal 
weken
 Opmerkingen 
Gangsters 1979 29-09-1979 11 7
A Message To You Rudy 1979 19-01-1980 35 7
Too Much Too Young (als Special AKA) 1980 15-03-1980 15 6
Stereotype 1980 15-11-1980 tip5
Ghost Town 1981 01-08-1981 12 9
Nelson Mandela (als Special AKA) 1984 07-04-1984 9 9

Radio 2 Top 2000

Nummer(s) met noteringen in de Radio 2 Top 2000 '99 '00 '01 '02 '03 '04 '05 '06 '07 '08 '09 '10 '11 '12 '13 '14 '15 '16 '17 '18
A message to you Rudy - 1650 1560 - 1564 1003 1897 - - - - 1884 1874 1186 1494 1584 - - -

Videografie

  • "Rudies Come Back Or The Rise And Rise Of 2-Tone" - Documentaire van BBC Arena (tv programma 1980)
  • "Dance Craze - The Best of British Ska... Live!" (VHS 1981)
  • "2-Tone Britain" - Documentaire van Channel 4 (tv programma 2004)
  • "The Best of the Specials" (cd/dvd 2008)
  • "The Specials - 30th Anniversary Tour" (dvd 2009)

Literatuur

  • "You're Wondering Now - The Specials from Conception to Reunion" van Paul Williams is het eerste boek die The Specials zo volledig mogelijk documenteert van het eerste begin tot naar succes, tot het uiteenvallen en eindigend met de reünie, maar beschrijft ook de diversen solo projecten van de bandleden.
  • "The Two Tone Story" van George Marshall is het boek over de opkomst en ondergang van het fenomeen 2 Tone, wat meer was dan alleen een label.
  • "Ska'd For Life" van Horace Panter is het persoonlijke verslag van de bassist van The Specials.
  • "Original Rude Boy" van Neville Staple is een autobiografie over zijn tijd voor, tijdens en na The Specials.

Externe link