Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Madness

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zie Madness (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Madness.
Madness treedt op als "The Dangermen" in de Melkweg, Amsterdam, 19-07-2005

Madness is een Britse band die ska met pop vermengt. Hun succesperiode ligt in de jaren tachtig. Sinds 1979 heeft de band ruim 30 singles en 8 albums uitgebracht en is nog steeds actief.

Madness en UB40 hebben beide exact 214 weken in de Engelse top 40 doorgebracht, en delen hierdoor het record voor het doorbrengen van de meeste weken in de Britse top 40 in de jaren 80. Madness deed dit echter in een kortere periode (1980-1986).

Biografie

1976-1979; beginperiode

In Londen kwamen eind 1976 pianist Mike 'Monsieur Barso' Barson (22 april 1958), gitarist Chris 'Chrissy Boy' Foreman (8 augustus 1956) en saxofonist Lee 'El Thommo' Thompson (5 oktober 1957); drie jeugdvrienden met een verleden in straatbendes en een voorliefde voor ska, reggae en Motown samen.

De eerste helft van 1977 repeteerden ze op de kamer van Barson met drummer John Hasler en bassist Carl Smyth (14 januari 1959); ze wilden zich The Pirates noemen, maar omdat er al een Johnny Kidd & The Pirates bestond werd het The (North London) Invaders.

Op 30 juni trad de band voor het eerst op, op een verjaardagsfeest. Alleen Graham 'Suggs' McPherson (13 januari 1961) vond ze de moeite waard; hij voegde zich bij de band nadat iemand hem op een avond See You Later Alligator hoorde zingen, het enige nummer waarvan hij de tekst wist.

Aan het eind van het jaar stapte Smyth eruit omdat Barson hem een lift naar huis weigerde; Gavin Rogers werd zijn vervanger. Ook Thompson had het regelmatig aan de stok met Barson; na een gemist optreden in februari 1978 verhuisde hij met zijn ouders naar Luton vlak boven Londen. Thompson werd er lid van Gilt Edge, een band die Bruce Springsteen-covers speelde; hij probeerde echter zoveel mogelijk aanwezig te zijn bij repetities van de Invaders.

Dat is meer dan er van McPherson kan worden gezegd; die verspeelde zijn positie door vanwege het voetbal te gaan spijbelen. Hasler nam de zangmicrofoon over en gaf de drumstokken aan Garry Dovey. Rogers werd vervangen door Mark 'Bedders' Bedford (24 augustus 1961) die de band aan een optreden op zijn school hielp.

De Invaders speelden ook voor het bedrijf waar Bedford werkte; McPherson keerde terug omdat Hasler op vakantie was en Dovey werd na een ruzie met Thompson vervangen door Daniel 'Woody' Woodgate (19 oktober 1960). Eind 1978 keerde ook Thompson terug.

Omdat er al een Invaders bestond (met een contract bij het label van Sham 69-frontman Jimmy Pursey) herdoopte de band zich in februari 1979 tot Madness, naar een song van de Jamaicaanse ska-zanger Prince Buster; daarna pas kwamen er vaker verzoeken om op te treden. Smyth werd gevraagd om de band aan te kondigen en deed dat met uitspraken die van Prince Buster zijn geleend ("HEY YOU, DON'T WATCH THAT...").

1979-1980; The Prince en One Step Beyond

In mei 1979 maakt Madness kennis met de min of meer gelijkgestemde ska-groep The Specials; deze formatie uit Coventry is dan op tournee door het Londense clubcircuit ter promotie van debuutsingle Gangsters die op het door toetsenist Jerry Dammers opgerichte 2-Tone label is uitgebracht. Dammers, een domineeszoon die wars is van sterallures, brengt de nacht bij McPherson door en beloont Madness met een aantal voorprogramma's en een contract voor een single. Een van die voorprogramma's is tijdens de 2-Tone-avond op 21 juli in de heropende Electric Ballroom met het pas opgerichte The Selecter als openingsact.

Op 10 augustus verschijnt de debuutsingle van Madness: het door Thompson geschreven The Prince is een eerbetoon aan de naamgever en bevat dan ook Madness als B-kant. The Prince haalt in september de zestiende plaats in de Engelse top 40; daarna tekent Madness een contract bij het Stiff-label van Dave Robinson (op wiens bruiloft de band speelt). In nog geen drie weken tijd wordt het debuutalbum (One Step Beyond) opgenomen.

Op 19 oktober, Woody's 19e verjaardag, begint Madness met The Specials en The Selecter aan een uitverkochte tournee door heel Engeland. De 2-Tone-tournee is een succes, hoewel rechts-extremisten menig optreden komen verstoren; Madness wordt door de pers verantwoordelijk gehouden omdat het als enige van de drie bands een uitsluitend blanke bezetting heeft. Bovendien plaatst New Musical Express een interview met verdraaide uitspraken van Smyth die suggereren dat hij geen probleem zou hebben met aanhangers van het National Front.

Madness verlaat de tournee op 14 november tijdens het Schotse gedeelte; niet om alle controverse maar vanwege een reeks optredens in Amerika waar One Step Beyond pas na de jaarwisseling zal worden uitgebracht op het Sire-label. Smyth treedt in vaste dienst als trompettist en tweede zanger.

Ondanks alle controverse bereikt het eind oktober uitgebrachte One Step Beyond de tweede plaats; het staat 78 weken in de Engelse albumlijsten. De gelijknamige single wordt de eerste van negen top 10-hits op rij. Op 21 december 1979 verschijnt de tweede single My Girl; vanwege de releasedatum dreigt deze een stille dood te sterven, maar schiet begin 1980 door naar de Engelse top 40 om uiteindelijk de tweede plaats te halen.

Madness is dan op tournee door Europa en is vanaf 30 januari in Nederland voor vijf concerten waarvan dat in Paradiso op 2 februari wordt opgenomen door de KRO. Backstage ontmoet Barson zijn toekomstige echtgenote Sandra. Omdat Madness aan populariteit wint bij de jeugd wordt de tournee afgesloten met een kindermatinee in de Hammersmith Odeon op 16 februari. Zelfs de aanwezige journalisten zijn minderjarig.

Geïnspireerd door de Too Much Too Young-EP van The Specials brengt Madness in april Work Rest & Play uit, gedragen door het van One Step Beyond afkomstige Nightboat To Cairo. Ter promotie daarvan toert Madness zes weken door Engeland en Europa; Nederland is op 2 en 3 juni vertegenwoordigd met een playback-optreden in Rock Planet (TROS Top 50) en een concert op het Festival of Fools in Amsterdam.

1980-1981; Absolutely

Eind september 1980 verschijnt het tweede album. Op Absolutely zijn meer Motown- en music hallinvloeden te horen dan op One Step Beyond; met de voorafgegane single Baggy Trousers (een reactie op Another Brick In The Wall van Pink Floyd) manifesteert Madness zich met pakkende liedjes en humoristische videoclips met een onderliggende boodschap.

Daarna wordt er een maand lang door Europa getoerd; op 18 oktober staat Madness in een uitverkochte Jaap Edenhal tijdens het Countdown Festival met Raymond van het Groenewoud en The Specials. Een week later komt Absolutely de Nederlandse albumlijst binnen om drie maanden later de toppositie te bereiken; het wordt de bestverkochte plaat van 1981. Baggy Trousers en opvolger Embarrassment worden de grootste hits die Madness in Nederland scoort. In Engeland verschijnt er een derde single; het instrumentale Return Of The Los Palmas 7. De 12" versie bevat als extra de eerste editie van het Madness-fanzine.

In april 1981 komt er een nieuwe single uit (Grey Day) en begint Madness aan een tournee door Australië, Nieuw-Zeeland en Japan waar het nummer In The City wordt opgenomen voor een serie reclamespots ter promotie van de Honda City; deze worden pas in september gefilmd. Ook geeft de band vijf uitverkochte concerten in Amerika waar het contract met Sire is beëindigd na de tegenvallende verkoopcijfers van Absolutely. Op 8 juni staat Madness op Pinkpop.

1981-1982; Seven en Complete Madness

In de zomer van 1981 vliegt Madness naar de Bahama's om het derde album op te nemen. Het licht tropisch getinte Seven (voorafgegaan door de single Shut Up) wordt eind september/begin oktober uitgebracht en ontvangt lovende kritieken; de pers is er nu definitief van overtuigd dat Madness meer te bieden heeft dan alleen maar onderbroekenlol.

De band toert zes weken lang door Engeland met de uit The Bodysnatchers voortgekomen The Belle Stars (min of meer een vrouwelijke Madness). Te midden van de concerten in Sheffield en Bristol is er in hartje Camden de première van Take It Or Leave It, de autobiografische film waarin Madness de eigen beginperiode naspeelt. Een kaskraker wordt het echter niet vanwege distributieproblemen. Niet voor niets grapt McPherson in 1992: "We hebben eens een film gemaakt die in anderhalve bioscoop te zien was".

Ook tijdens de tournee wordt een coverversie opgenomen van Labi Siffres It Must Be Love; het wordt eind november de nieuwe single en tegen de tijd dat McPherson zijn jawoord geeft aan zangeres Bette Bright (22 december 1981) staat het in de top 5.

De volgende single is afkomstig van Seven; Cardiac Arrest wordt echter geboycot door de BBC omdat het over een zakenman gaat die zich naar z'n werk haast en een hartaanval krijgt. Desondanks haalt het de 14e plaats, maar voor Madness-begrippen is het een behoorlijke tegenvaller omdat de band nu geen tien top 10-hits op rij heeft.

Eind april 1982 verschijnt de verzamel-lp Complete Madness en de daarvan afkomstige single House Of Fun; een maand later staan deze tegelijkertijd op nummer 1 in de Engelse hitlijsten. Madness toert op dat moment door Japan met Bow Wow Wow en neemt er ook twee nieuwe City-spotjes op. Als Complete Madness in juli ook de video top 10 aanvoert is de hattrick compleet. Tijdens de zomervakantie wordt er een hit gescoord met Driving In My Car; de bijbehorende clip bevat een gastrolletje van ex-Specials-leden Terry Hall, Lynval Golding en Neville Staple (Fun Boy Three) en is in 1985 op de Nederlandse televisie te zien in het Veronica-programma 100 Jaar Auto.

1982-1983; The Rise & Fall en succes in Amerika

In november 1982 komt Madness met een nieuw studioalbum; The Rise & Fall klinkt een stuk serieuzer dan de vorige drie platen, zowel muzikaal als inhoudelijk. De teksten gaan voornamelijk over de schade die het Margaret Thatcher-beleid heeft aangericht.

Hoewel de fans langzaam maar zeker beginnen af te haken staat Madness nog altijd garant voor hits en volle zalen; Our House (eind 1982) en Tomorrow's Just Another Day (begin 1983) zetten de tweede reeks top 10-hits voort en de Engelse tournee van februari en maart 1983 is van tevoren uitverkocht.

Speciaal voor de Amerikaanse markt wordt een titelloze Best Of uitgebracht met oude hits en Rise & Fall-nummers; dankzij regelmatige airplay op MTV staat Our House in juli op nr. 7 in de Billboard Hot 100. In augustus begint Madness aan een vijf weken durende tournee door de VS, als headliner en als voorprogramma van David Bowie en The Police.

It Must Be Love wordt de opvolger van Our House maar blijft op de 33e plaats steken; niet zozeer vanwege de grafscènes aan het begin van de videoclip als wel het feit dat Madness toch te Brits is om het Amerikaanse succes te continueren.

Tijdens de tournee scoort Madness op het thuisfront met Wings Of A Dove (opgenomen met een gospelkoor); de tweede nr. 1 lijkt in zicht maar die plek wordt bezet door Red Red Wine van UB 40. Het in november uitgebrachte The Sun & The Rain is voorlopig de laatste Engelse top 10-hit.

Madness sluit het jaar af met een benefietconcert voor Greenpeace op 21 december 1983. Dit is tevens het afscheid van de naar Amsterdam verhuisde Barson; zijn bekering tot het boeddhisme heeft hem doen besluiten om zijn (gehate) leven als popster achter zich te laten.

1984-1985; Keep Moving en Zarjazz

Voorafgegaan door de single Michael Caine verschijnt in februari 1984 Keep Moving waarmee een traditie van najaarsreleases wordt doorbroken; ter promotie van dit gekraakte album toert Madness door Californië met Paul Carrack als vervangend toetsenman die zijn met Squeeze opgenomen hit Tempted ten gehore mag brengen. Maar omdat Carrack slechts tijdelijk beschikbaar is moet een Oostkusttournee in april worden afgezegd; de (twee) Engelse concerten en de playbackoptredens worden gedaan met James Mackie.

Victoria Gardens (met medewerking van ex-Beat-leden Dave Wakeling en Ranking Roger) zou de tweede single zijn maar op het laatste moment kiest Dave Robinson voor One Better Day. Madness is daar niet blij mee, en dat geldt ook voor andere zaken; de fusie met Island, de nutty vleesreclames die Robinson heeft geregisseerd (Woody en Barson zijn vegetariër) en Tracey Ullmans versie van My Girl (My Guy; waarop Bedders trouwens heeft meegespeeld) zijn allemaal redenen om het aflopende contract niet te verlengen.

Vanuit hun Liquidator-studio begint Madness een eigen platenlabel; Zarjazz, ontleend aan 2000 AD, de favoriete strip van McPherson en Smyth.

De eerste single is het met Feargal Sharkey opgenomen weggevertje Listen To Your Father (oorspronkelijk uitgeprobeerd tijdens de Seven-periode). Anders dan bij Tracey Ullman verschijnt Madness wel in Top of the Pops als begeleidingsband van de ex-Undertones-zanger die in oktober 1984 zijn eerste solo top 30-hit te pakken heeft.

In het kielzog van Band Aid neemt Madness het initiatief om Starvation van The Pioneers te coveren met een aantal ska- en reggae-artiesten; Ali Campbell van UB40 neemt de leadzang voor zijn rekening. Starvation verschijnt in januari 1985 maar de BBC weigert het te draaien omdat het genoeg heeft van singles over de hongersnood in Ethiopië; het komt dan ook niet verder dan de 33e plaats (waarop UB40 de inkomsten van hun Afrikaanse tournee doneert).

McPherson en Smyth hebben niet meegedaan aan Starvation (alleen Woody en Bedders) omdat ze zich met zoveel artiesten overbodig voelden, en bovendien hebben zij hun eigen single te promoten; het als "The Fink Brothers" opgenomen Mutants in Megacity One, wederom een eerbetoon aan 2000 AD.

1985-1986; Mad Not Mad en aankondiging breuk

In februari 1985 geeft Madness een geheim concert waarbij voor het eerst de nummers worden gespeeld die op de nieuwe plaat komen te staan. Met de opnamen wil het echter niet vlotten en ondertussen verandert Zarjazz in een geldverslindend monster doordat artiesten gratis mogen opnemen in de studio.

Pas in augustus verschijnt er een nieuwe single; Yesterday's Men ligt in het verlengde van One Better Day en wordt in een radio-interview door McPherson omschreven als "een soulvol deuntje dat (True van) Spandau Ballet als (Anarchy In The UK van) de Sex Pistols doet klinken". Hiermee komt de teller op twintig top 20-hits.

Mad Not Mad ziet eind september het levenslicht en ontvangt lovende kritieken; kort samengevat, eindelijk heeft Madness een serieuze plaat gemaakt die weet te overtuigen. Het publiek denkt daar echter anders over, want Mad Not Mad komt niet hoger dan de 16e plaats in de albumlijst en de concerten tijdens de vijf weken durende tournee (met voorprogramma van nieuwe 2 Tone-aanwinst The Friday Club) zijn lang niet allemaal uitverkocht. De ouderwets nutty single Uncle Sam (een aanklacht tegen de veramerikanisering van Engeland) komt als 21e single niet verder dan nr. 21. In Nederland haalt hij wel de eerste plaats, en wel in VARA's Clipparade.

Die dalende lijn zet zich door met de Scritti Politti-cover The Sweetest Girl die voorjaar 1986 niet hoger komt dan nr. 35 en wegens hoog opgelopen kosten moet de Liquidator-studio worden verkocht.

In april begint Madness aan een tournee door Australië en Amerika en daarna zijn de Europese festivals aan de beurt waaronder Glastonbury, Parkpop en ter afsluiting een verregend Roskilde.

In de zomer van 1986 neemt Madness demo's op voor een nieuwe plaat maar de lol is eraf en op 6 september verschijnt McPherson in het radioprogramma Roundtable om het einde van de band aan te kondigen. Het jaar wordt afgesloten met de tweede single-/clipverzamelaar Utter Madness en de met Barson opgenomen afscheidssingle Waiting For The Ghost Train. De B-kant is het door Thompson gezongen Maybe In Another Life.

1988-1989; The Madness en It Must Be Love (Again)

Eind 1986 besluiten McPherson, Smyth, Foreman en Thompson om gevieren door te gaan en alsnog de opvolger voor Mad Not Mad te maken; ze tekenen een contract bij Virgin en maken veelvuldig gebruik van synthesizers en drumcomputers. Een nieuwe naam wordt overwogen maar uiteindelijk kiezen ze toch voor The Madness, als in The Specials.

Begin 1988 verschijnt de single I Pronounce You die buiten de Engelse top 40 valt; het playback-optreden in de comedy-show Friday Night Live met (ex-)leden van The Attractions en The Specials is dus niet voldoende.

Het titelloze album dat in april wordt uitgebracht krijgt positieve reacties, maar wordt de grootste flop in de Madness-geschiedenis met slechts één week op nr. 65, en mede door het ontbreken van een videoclip haalt What's That ? de onderste regionen van de hitlijsten niet eens. Het contract wordt niet verlengd wegens het niet aanleveren van nieuwe demo's, en The Madness gaat uit elkaar.

Voorjaar 1989 wordt It Must Be Love opnieuw uitgebracht nadat het is gebruikt in de film The Tall Guy waarin McPherson het bewuste nummer ten gehore brengt. Er komen aanbiedingen binnen om op te gaan treden maar die worden allemaal afgewezen omdat ze zich afspelen in het verfoeide Goud van Oud-circuit. Daarmee lijkt Madness nu definitief een afgesloten hoofdstuk.

1992-1998; Divine Madness en eerste reünieconcerten

Naar aanleiding van een reclame verschijnt It Must Be Love in januari 1992 voor de derde keer op single en ditmaal met meer succes; het brengt Madness terug in de top 10. Op initiatief van Smyth, inmiddels werkzaam als A&R-manager bij Go! Discs, komen de heren bij elkaar om zich te laten fotograferen voor de single-/clipverzamelaar Divine Madness. Van een reünie is vooralsnog geen sprake, "anders zouden we nu demo's op zak hebben en die hebben we niet, en om geld zitten we niet verlegen" zegt Smyth in het Engelse muziekblad Q.

Maar door het aanhoudende succes van Divine kunnen ze er niet omheen; in april spelen ze vier nummers tijdens een pilot voor een nieuw muziekprogramma en eind juni wordt bekendgemaakt dat Madness op 8 augustus (de 36e verjaardag van Foreman) een reünieconcert geeft in Finsbury Park. Al snel wordt er een extra concert ingelast op 9 augustus en een try-out in het Haagse Paard op de 6e.

Door de toevoeging van een uitgebreid voorprogramma wordt Madstock een weekend-festival; het is een succes maar niet dankzij Morrissey die zich de woede van het publiek op de hals haalt door gehuld in een Union Jack op het podium te verschijnen en een nummer als National Front Disco te vertolken. Maar dit had zo z'n redenen.

Madness zelf krijgt een heldenontvangst en brengt met veel enthousiasme een greatest hits-set ten gehore die de eerste vijf albums beslaat. Ook worden de openings- en sluitingszin van The Prince bewaarheid.

"An earthquake is erupting" ... Er wordt daadwerkelijk een aardbeving opgemeten.

"Bring back the Prince" ... Op beide avonden doet Prince Buster mee tijdens One Step Beyond en Madness.

Maar vanwege een rechtenkwestie ontbreekt de Prince op de cd- en videoregistratie die in november verschijnen. De afsluitende Jimmy Cliff-cover The Harder They Come verschijnt op single.

In december 1992 begint Madness aan een uitverkochte arenatournee waarbij de fans op een nieuw nummer worden getrakteerd; het door Barson geschreven Moondance. Dit schept verwachtingen die echter niet kunnen worden waargemaakt omdat Madness zich niet weer in een druk schema wil laten duwen zoals in het verleden.

De anderhalf jaar na het in ontvangst nemen van een onofficiële Brit Award voor Beste Oude Nieuwkomer wordt gevuld met wat festivaloptredens, een kersttournee ter promotie van de verzamelbox The Business (singles, B-kantjes en rariteiten) en een tweede (eendaagse) Madstock.

Boze tongen, zowel binnen als buiten de fanbasis, spreken echter van het Droste-effect omdat nieuw materiaal uitblijft en de minder vaak gespeelde nummers (lees; B-kantjes en albumtracks) uit de set zijn gefilterd. Zelfs voor Bedders is de lol eraf en als Madness in 1995 aan een kersttournee begint laat hij verstek gaan; de tien jaar oudere Ian Dury and the Blockheads-bassist Norman Watt-Roy neemt zijn plaats in en doet dat ook tijdens de derde Madstock en het opwarmconcert voor de EK-finale in Manchester.

Bij die laatste twee optredens worden nieuwe nummers gespeeld: Wonderful, Saturday Night Sunday Morning en Culture Vulture. Maar wederom wordt het geduld van de fans op de proef gesteld omdat ook McPherson uit Madness stapt om zich op zijn succesvolle solocarrière te richten. De band wordt gevraagd om een bijdrage te leveren aan een Noël Coward-tribute-album maar door ruzie komt daar niks van terecht en gaat 1997 voorbij als het eerste Madness-loze jaar sinds de aankondiging van de reünie.

Ondertussen is in Amerika de derde skagolf uitgebroken; bands die ska met harcore-punk vermengen en de Grote Drie van 2-Tone als inspiratiebron noemen. Vandaar dat Madness in 1998 weer bijeenkomt voor een Westkusttournee en de voorlopig laatste Madstock; dit zijn uitsluitend greatest hits-shows en het verhaal wil dat Bedders zich voor het concert tijdens het Weenie Roast-festival in Californië heeft laten vervangen door een dubbelganger.

1999-2000; Wonderful en Ian Dury-tribute

Begin 1999 duikt Madness dan eindelijk de studio in om aan een nieuw album te werken; tussendoor wordt er tijd vrijgemaakt voor een tournee door Amerika ter promotie van de live-cd Universal Madness die in Los Angeles is opgenomen, maar ook om de nieuwe nummers uit te proberen.

In juli verschijnt de single Lovestruck die dankzij een uitgebreide promotiecampagne een top 10-hit wordt. Opvolger Johnny The Horse, dat met vertraging in oktober wordt uitgebracht, weet dit succes niet te evenaren; door gebrek aan hitpotentie valt het buiten de Engelse top 40.

Ook Wonderful, dat alle fases van Madness in zich verenigt, loopt enige vertraging op en ontvangt gemengde reacties, ook bij de fans. Meer dan een top 20-notering zit er niet in.

De kersttournee daarentegen is wel een succes; vooral omdat er maar liefst zeven nummers van het album worden gespeeld. De Ierse fans hebben echter het nakijken want het openingsconcert in Dublin is zonder taal of teken afgelast.

In februari 2000 wordt het met Ian Dury opgenomen Drip Fed Fred de derde single, maar om dezelfde redenen als Johnny The Horse (verschuiving van releasedatum, weinig hitpotentie) blijft de top 40 buiten bereik.

Nadat Dury op 27 maart aan kanker overlijdt ontstaat er een massale coming out onder Madness-fans die zich aanmelden als donateur van het kankerbestrijdingsfonds. Zelf doen de heren een duit in het zakje door My Old Man op te nemen voor het in 2001 te verschijnen tribute-album Brand New Boots & Panties en op 16 juni mee te doen aan een herdenkingsconcert in de Brixton Academy; ze delen er de affiche met o.a. ex-stalgenote Kirsty MacColl die een half jaar later bij een speedbootongeluk in Mexico om het leven komt.

2002-2003; Our House, the Musical

Net als 1997 wordt ook 2001 een jaar zonder Madness; daar komt ook bij dat een biografie over de band wordt afgekeurd vanwege de slechte kwaliteit van de inhoud. Thompson: "Echt zo'n boek dat je op het laatste moment afraffelt".

Ondertussen is er een musical in de maak waarin diverse nummers van Madness zijn verwerkt, Our House gaat over een jongen (Joe) die op Sliding Doors-achtige wijze wordt geconfronteerd met de gevolgen van zijn beslissing om wel of niet een overval te plegen. Speciaal hiervoor neemt Madness twee nieuwe nummers op; Sarah's Song en Back In My Arms, die geen van beide een plekje krijgen in de setlist van de kersttournee.

Met de nu gebruikelijke vertraging gaat Our House in november 2002 in première; de musical loopt bijna een jaar en wordt bekroond met een Olivier Award. In juni 2003 neemt McPherson tijdelijk de rol van Joes vader over. Ook Thompson krijgt last van acteerstuipen, want vier maanden later speelt hij mee in een eenmalige opvoering van Oliver Twist.

Het jaar 2003 wordt afgesloten met alweer de zesde kersttournee sinds de aankondiging van de reünie. Er verschijnt een Singles Box Volume 1 en de fans hunkeren naar nieuw materiaal; Lovestruck en Johnny The Horse zijn inmiddels vier jaar oud en volledig geïntegreerd in de live-set.

2004-2005; The Dangermen

In mei 2004 geeft Madness onder het pseudoniem The Dangermen een aantal concerten in de Dublin Castle waarbij er hoofdzakelijk ska- en reggaecovers worden gespeeld. Dit zijn de nummers die op hun volgende album komen te staan. Begin 2005, halverwege de opnamen, wordt bekendgemaakt dat Foreman uit de band stapt wegens "time-consuming bollocks" (vrij vertaald: uit de hand gelopen meningsverschillen); zijn plek wordt afwisselend ingenomen door Kevin Burdett, gitarist in de coverbands van Thompson, en Segs Jummings.

Na een reguliere tournee door de bossen van Engeland verschijnt in juni The Dangermen Sessions Volume 1; dit album wordt niet onverdeeld ontvangen en roept bij tegenstanders opmerkingen op als 'Madness doet een UB40'.

In Engeland wordt The Dangermen Sessions met een 11e plaats het hoogstgenoteerde studioalbum sinds Keep Moving. In Frankrijk wordt het een nog groter succes, net als de eerste (en feitelijk enige) single Shame & Scandal In The Family.

Na vier optredens in Londen staat Madness op 19 juli in een uitverkochte Melkweg; de helft van het publiek reageert verward omdat er te weinig hits worden gespeeld en ook de pers spreekt van een veredelde bruiloftsband, maar door het online zetten van de Fabchannel-webcast is het concert alsnog een succes geworden.

In september is er een Dangermen USA Tour (waarbij de ontheemde Lynval Golding komt meespelen in Seattle) en in oktober geeft Madness drie concerten in Brussel (de 16e), Parijs (de 17e) en de Heineken Music Hall (de 18e); ditmaal krijgen de fans zowel de Dangermen-nummers als de bekende hits voorgeschoteld.

2006-2010; festivaltournees en The Liberty of Norton Folgate

Gedurende de zomer van 2006 toert Madness langs de Europese festivals met tussendoor een uitstapje naar Japan waar de band vriendschap sluit met Franz Ferdinand. De Lage Landen worden vertegenwoordigd door het Leuvense Marktrock en Engeland krijgt alweer de zevende kersttournee in 14 jaar tijd.

Ondertussen werkt Madness aan nieuw materiaal dat verdergaat op de met The Dangermen Sessions ingeslagen weg; een eerste voorproefje daarvan is de single Sorry die in februari 2007 wordt uitgebracht.

Speciaal voor de Duitse markt verschijnt in maart NW5, een nummer dat samen met een remix van It Must Be Love is opgenomen voor de film Neues Vom Wixxer (het vervolg op Der Wixxer uit 2004 waarvoor het van Wonderful afkomstige The Wizard is gebruikt.

Ook dit jaar trekt Madness langs de Europese festivals (waaronder Rock Zottegem op de datum 07-07-07) en de arena's van Engeland en Ierland.

NW5 krijgt eindelijk een Britse release; in januari 2008 wordt het nr. 24 in de top 40 en nr. 1 in de indie-charts.

Op 24, 25 en 26 juni geeft Madness drie concerten in de hoofdstedelijke Hackney Empire die aan het nieuwe album zijn gewijd; de bekende hits worden in een aparte set gespeeld.

Voor de derde keer op rij toert Madness langs de zomerfestivals en in december zijn er drie kerstoptredens in Manchester, Brussel en Londen.

The Liberty of Norton Folgate is een conceptalbum over Londen (Foreman: "En waar denk je dat onze vorige platen over gingen?"); fans die er nummers van hebben gehoord op de Myspace-pagina vergelijken het met o.a. Sgt. Pepper en A Night At The Opera.

Op 18 mei 2009, ruim vijf maanden na de downloadrelease en met de gebruikelijke vertraging, krijgt Norton Folgate dan de officiële release. Het album wordt lovend ontvangen en tijdens de vierde festivaltournee staat Madness 31 mei op Pinkpop. Op 17 juli wordt er voor het eerst sinds 1998 weer een Madstock gehouden die echter met een aantal tradities breekt; zo vindt nr. 5 in een oneven jaar plaats op een vrijdag en vormt Victoria Park ditmaal het decor.

Op 8 september vervangt Madness Oasis als hoofdact van een festival in Parijs nadat Noel Gallagher met ruzie uit de band is gestapt. Daarna houdt ook Bedders het (weer) voor gezien; in zijn afwezigheid gaat Madness verder op de ingeslagen weg en doet op 15 mei 2010 een uitverkochte Heineken Music Hall aan.

Op 31 oktober verschijnt de ruim 500 pagina's tellende biografie House Of Fun: The Story Of Madness.

Eind november 2010 begint Madness aan een (voor huidige begrippen) uitgebreide Engelse tournee waarin vijf matineeconcerten zijn opgenomen. Ook worden er twee nieuwe nummers gespeeld waarvan een de werktitel My Girl II draagt.

2011

Begin februari haalde Madness twee concerten in die door de hevige sneeuwstorm waren afgelast. Speciaal voor een bierreclame werd een nieuwe versie opgenomen van Baggy Trousers. Op het Meltdown-festival (gastprogrammeur: Ray Davies) werden drie nieuwe nummers gespeeld; You Can't Keep A Good Thing Down (dat Thompson oorspronkelijk voor Crunch schreef), 1978 en Death Of A Rude Boy. Dit bleken voorproefjes te zijn van het optreden van 25 november tijdens de zelfgeorganiseerde House Of Fun Weekender.

Discografie

Albums

Album(s) met hitnoteringen in
de Nederlandse Album Top 20/50/75/100
Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
 Hoogste 
positie
 Aantal 
weken
 Opmerkingen 
One Step Beyond... 1979 07-06-1980 12 17
Absolutely 1980 18-10-1980 1(3wk) 38
7 1981 10-10-1981 7 19
Complete Madness 1982 12-06-1982 16 10 Verzamelalbum
The rise and fall 1982 11-12-1982 47 3
Keep moving 1984 -
Mad not mad 1985 -
Utter Madness 1986 -
The Madness 1988 -
Divine Madness 1992 11-04-1992 62 8 Verzamelalbum
Madstock 1992 - Live album
Universal Madness - Live in Los Angeles 1999 - Live album
Wonderful 1999 -
The dangermen sessions - Volume One 04-07-2005 06-08-2005 59 3
The liberty of Norton Folgate 18-05-2009 30-05-2009 52 4
Album(s) met hitnoteringen in
de Vlaamse Ultratop 50/100
Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
 Hoogste 
positie
 Aantal 
weken
 Opmerkingen 
The dangermen sessions - Volume One 2005 27-08-2005 93 1
The liberty of Norton Folgate 2009 30-05-2009 70 2

Singles

Single(s) met hitnoteringen in
de Nederlandse Top 40
Datum van
verschijnen
Datum van
binnenkomst
 Hoogste 
positie
 Aantal 
weken
 Opmerkingen 
One step beyond 1979 08-12-1979 34 4
Nightboat to Cairo 1980 28-06-1980 21 8
Baggy trousers 1980 29-11-1980 4 10
Embarrassment 1981 31-01-1981 2 10 Alarmschijf
Grey day 1981 23-05-1981 25 6
Shut up 1981 24-10-1981 31 3
Mrs Hutchinson 1981 19-12-1981 tip7 -
In the city / Cardiac arrest 1982 13-03-1982 15 6 Alarmschijf
House of fun 1982 22-05-1982 tip5 -
Our house 1982 20-11-1982 tip13 -
Tomorrow's (Just another day) 1983 12-03-1983 tip18 -
Yesterday's man 1985 07-09-1985 tip6 -

Radio 2 Top 2000

Nummer(s) met noteringen in de Radio 2 Top 2000 '99 '00 '01 '02 '03 '04 '05 '06 '07 '08 '09 '10 '11 '12 '13 '14 '15 '16 '17 '18
Baggy Trousers - 495 1021 1042 627 805 1089 1471 1542 1119 606 681 802
Embarrassment - 1251 1705 1218 1476 1590 1981 - - - 1517 1704 -
Nightboat to Cairo - 888 1570 945 671 833 1206 1424 1642 1171 836 933 980
One Step Beyond 415 677 550 482 610 510 811 773 1116 729 421 463 508

Externe links