Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Belgitude

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het woord belgitude wordt gebruikt om de Belgische ziel en identiteit uit te drukken. Het is het geheel van culturele waarden, eigen aan Belgen.[1]

Oorsprong van het woord

In november 1976 schreven Pierre Mertens en Claude Javeau essays voor het dossier Une autre Belgique in een nummer van Nouvelles littéraires, waarin ze de Belgische identiteit in vraag stelden, beide uit hun eigen invalshoek: literatuur en sociologie.[2] In deze samenhang werd het woord ’belgitude’ geboren.[3] Het woord werd gecreëerd naar het model van de term ’négritude’ rond zwart zijn.

Het woord sloeg snel aan. De Belgische zanger Jacques Brel, een Franstalige Vlaming, vermeldde het in zijn nummer Mai 1940, dat hij uiteindelijk niet op zijn laatste album uit 1977 zou zetten, maar sindsdien wel op cd verkrijgbaar is. In dit lied zingt Brel over de Duitse soldaten die tijdens de Tweede Wereldoorlog België bezetten en zijn belgitude uitveegden:

D’un ciel plus bleu qu’à l’habitude,
Ce mai 40 a salué
Quelques Allemands disciplinés
Qui écrasaient ma belgitude.[4]

Het woord „Belgitude” werd opgenomen in de uitgave 2012 van de Franse encyclopedie Le Petit Larousse illustré,[5] en in de uitgave 2013 van de Petit Robert.[6] Het woord staat nog niet in het Van Dale woordenboek.[7]

Geschiedenis van het Belgisch identiteitsgevoel

Belgica in de tijd van Julius Caesar.
Een deel van de tekst van de Brabançonne gegraveerd in het standbeeld in het Quartier des Libertés in Brussel. De Brabançonne is het nationale volkslied van België. Het lied was oorspronkelijk in het Frans geschreven. Meer dan 100 jaar later kwam er een versie in het Nederlands en ten slotte in het Duits.

De Belgische identiteit wordt gezien als een „holle identiteit”:[bron?] het wordt vooral gedefinieerd door wat het niet is. Historisch gezien maakte het grondgebied altijd deel uit van de bezettingsmacht die het veroverd had. Tegen de tijd dat België in 1830 onafhankelijk werd, waren er mensen die zich respectievelijk als Vlaams, Waals of Brussels identificeerden,[feit?] maar zelfs binnen die groepen zijn er mensen die niet het gevoel hebben dat ze deel uitmaken van een natie, eerder van een communautaire gemeenschap of een gewest.

Volgens professor Jacques Dubois en Jean-Marie Klinkenberg is ’belgitude’ een volledig artificieel concept, een sofisme, een Brusselse uitvinding,[8] a posteriori bedacht om te proberen het schrijnende gebrek aan culturele eenheid in België op te vullen.[9]

Het citaat van Julius Caesar: „Horum omnium fortissimi sunt Belgae” uit zijn Commentarii de bello Gallico (verslag over de Gallische Oorlog) (Van al dezen zijn de Belgen de dappersten) werd in de jaren 1830 erg populair toen het nieuw ontstane koninkrijk België op zoek was naar een eigen identiteit en werd tot in de twintigste eeuw graag gebruikt in Belgische geschiedenisboekjes. Hoe Caesars beschrijving verderging, bleef vaak op de achtergrond: „Van al dezen zijn de Belgen de dappersten, omdat zij het verst verwijderd zijn van de materiële en geestelijke beschaving van de Provence en omdat uiterst zeldzaam handelaars naar hen gaan en die dingen invoeren, die dienen om de geesten week te maken, en omdat zij het dichtst bij de Germanen leven (lett: zijn), die over de Rijn wonen, met wie ze voortdurend oorlog voeren.[10]

Het meest bekende citaat rond het Belgisch identiteitsgevoel[feit?] werd geuit door de Waalse socialist Jules Destrée, die in 1912 aan koning Albert I meldde: „Sire, il y a des Flamands et des Wallons. Il n’ y a pas de Belges.” (Nederlands: „Er zijn Vlamingen en Walen. Er zijn geen Belgen.”)

De in België wonende Nederlandse essayist Benno Barnard schreef: „De belgitude heeft dan ook een vrolijk, epicurisch, zacht-cynisch karakter, dat voor buitenstaanders evenwel verborgen blijft achter rolluiken, bureaucratie, vormelijkheid, distantie – de gezichtseinder van buitenstaanders in België valt gewoonlijk samen met de rand van hun restauranttafel. Die onbegrijpelijkheid van de belgitude voor oningewijde draagt omgekeerd weer bij tot de levensvreugde van de Belgische Belg, voor wie het Belg-zijn ook een strategische kant heeft: hoe minder de anderen van België begrijpen, hoe beter.[11]

Cultuur van de lach

Zoals Nederland Jan Klaassen als hoofdpersonage in het volkspoppenspel heeft kent België er verschillende. Pierke in Gent, de Neus in Antwerpen, Woltje in Brussel en Tchantchès in Luik. Tijl Uilenspiegel is bekend in de streken van Hasselt, Tienen en Mechelen.[feit?] Al deze figuren halen doorgaans streken uit, nemen het op voor de zwakkeren, zijn anti-autoritair en bestrijden én overwinnen de slechteriken.

Voorbeelden van belgitude

Frietkot in Brussel (stad). In België is de frituur zowat het nationale symbool geworden. België heeft (2012) ongeveer 5000 frituren. In Brugge is er een frietmuseum en Antwerpen heeft een gratis toegankelijk frietkotmuseum (boven frietkot Max op de Groenplaats). Sinds 2014 worden Belgische frietkoten als cultureel erfgoed erkend door de Vlaamse minister van cultuur. Friterie Maison Antoine in Etterbeek is (2014) volgens fritmap.com de beste Belgische frituur.

Belgitude laat zich vooral kenmerken door zaken die eigen zijn aan de Belgische cultuur, zoals Belgisch Nederlands en Belgisch Frans. Het Nederlands in België heeft vele gallicismen en het Frans in België diverse neerlandismen, zowel qua woordgebruik als zinsbouw. Beide heten ook belgicismen. Het woord „bourgemestre” (burgemeester) in Wallonië is bijvoorbeeld duidelijk uit het Nederlands afgeleid en verschilt aanzienlijk van de algemene Franse term „maire”. Het woord „plezant” (leuk) in Vlaanderen is dan weer van het Franse woord „plaisant” afgeleid en wordt in Nederland amper gebruikt.[12] Het Belgisch Nederlands kent vele uitdrukkingen die in noordelijke varianten van het Nederlands onbekend zijn en soms tot verwarring leiden, bijvoorbeeld „Zijn kat sturen” (Nederlands: Niet op komen dagen) en „Vijgen na Pasen” (Nederlands: „Mosterd na de maaltijd”). Typisch Belgisch Nederlands is ook de uitdrukking „Zeker en vast” (Nederlands: „Vast en zeker”). In het Belgisch Frans zijn, gelijkaardig aan het Zwitsers Frans, de afwijkende telwoorden het opvallendst, 73 is bijvoorbeeld septante-trois (Frans: soixante-treize) en 94 is nonante-quatre (Frans: quatre-vingt-quatorze).

Ook typische dranken en gerechten, zoals Belgisch bier, mosselen met friet, speculaas, waterzooi, witloof, spruitjes, chocolade... worden als pijlers van de belgitude gezien. Evenals historische personages (Ambiorix, Godfried van Bouillon, koning Boudewijn, Keizer Karel V, Adolphe Sax...) en culturele figuren zoals Manneken Pis, de Gilles van Binche, Peter Paul Rubens, Kuifje, Maigret, Jacques Brel, René Magritte, Soeur Sourire, Django Reinhardt,...)... De kortstondige new beat-rage in 1988-1989 was een plotselinge opflakkering van het Belgisch gevoel. Qua sportfiguren zijn Eddy Merckx en de Rode Duivels goede voorbeelden. Het liedje Potverdekke, it’s great to be a Belgian (1998) door Mr. John is ook een uiting van de belgitude.

In 2005 deed het tijdschrift Reader’s Digest, ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van België, een onderzoek naar de Belgische volksaard. Daaruit bleek dat de Belg zichzelf ziet als levensgenieter, vermaard voor zijn meertaligheid en bereid tot het sluiten van compromissen.

Ook het ontduiken van belastingen werd gezien als een typisch Belgische karaktertrek. Acht op tien Belgen bleek uit het onderzoek van Reader’s Digest fier Belg te zijn. Als typische symbolen werden friet, de Belgische vlag, bier, chocolade en het koningshuis genoemd. Typisch Belgische gerechten vond men mosselen met friet, steak friet en witloof met hesp.

Anti-Belgisch nationalisme

Ceci n'est pas un pays graffiti in Brussel (Loxumstraat)
Zie Vlaams nationalisme

Spanningen tussen Vlamingen en Walen hebben de afgelopen decennia geleid tot staatshervormingen en meer autonomie voor de gemeenschappen. In 2010 werd voor het eerst in het 180-jarige bestaan van België een Vlaams-nationalistische partij die aanstuurt op splitsing van het land de grootste partij. De N-VA (Nieuw-Vlaamse Alliantie) kreeg 27 zetels in het federale parlement, één zetel meer dan de Parti Socialiste (PS), die de winnaar aan Waalse zijde was. In 2014 werd voor het eerst een Vlaams nationalist (Geert Bourgeois van de N-VA) minister-president van Vlaanderen.

Het gebrek aan onderlinge tolerantie uit zich vooral in de taalstrijd. In Brussel bijvoorbeeld wordt deze strijd tot in de metro uitgevochten. Zelfs over de volgorde van aankondigingen zijn er parlementaire vragen. Elk station heeft zijn taalrol: in het station De Brouckère hoor je de aankondigen eerst in het Nederlands, in het station Bruxelles-Central/Brussel-Centraal eerst in het Frans. Nadat de lichte instrumentale muziek in de metro in 2005 werd vervangen door popmuziek, vond de metromaatschappij dat het spelen van Franstalige of Nederlandstalige muziek te gevoelig lag.[13] Een proef in mei 2011 waarbij een Franstalig chanson als achtergrondmuziek langskwam, leverde tientallen klachten van Vlaamse reizigers op. De metromaatschappij besloot daarom enkel nummers in het Engels, Spaans of Italiaans te spelen. Sinds juni 2011 kan men opnieuw Frans- en Nederlandstalige muziek in de metrostations horen, maar alles naar quotum.[14]

Citaten over de belgitude

Zie ook

Lectuur

  • Jeroen Brouwers, Sire, er zijn geen Belgen, 1988. ISBN: 907006667x
    (Een cursus Vlaanderen voor Nederlanders)

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties
  1. º Petit Larousse Illustré, 2012.
  2. º Bainbrigge, Susan, Culture and identity in Belgian francophone writing: dialogue, diversity and displacement. Peter Lang, 2009. Opgehaald op 14 december 2011
  3. º (fr) Revue Nouvelle, br. 7, 2016, Quarante ans de belgitude – Nommer l’indéfinissable, https://www.revuenouvelle.be/Quarante-ans-de-belgitude-Nommer-l-indefinissable
  4. º Jecques Brel, Mai 40, tekst, op genius.com
    Ook besproken in: Ons Erfdeel. Jaargang 46 (2003), p. 750, online op dbnl.org
  5. º (fr) Le Figaro, 16 juni 2011, Les petits nouveaux du Petit Larousse
  6. º (fr) RFI, 21 juni 2012, «Gloups», les nouveaux mots du Petit Robert 2013 sont arrivés
  7. º Opzoeken in de Van Dale
  8. º Antoine Pickels, Jacques Sojcher, Belgique toujours grande et belle, Éditions Complexe, 1998, p. 13.
  9. º „La belgitude, c’est le supplétif à l’angoisse existentielle de la bourgeoisie bruxelloise”, citaat uit: Jacques Sojcher, La Belgique malgré tout, 1980.
  10. º De Bello Gallico op perseus.tufts.edu
    Nederlandse vertaling: http://www.latijnengrieks.com/vertaling/perystilium/deel_1_de_bello_gallico_i_1_1
  11. º Benno Barnard, Door God bij Europa verwekt, Atlas, 1996, p. 197.
  12. º http://www.vlaamsetaal.be/artikel/171/franse-invloed
  13. º http://www.brusselnieuws.be/nl/nieuws/metro-frans-en-nederlandstalige-muziek-ligt-communautair-te-gevoelig
  14. º http://www.taalblad.be/e-zine/kort-en-klein/nederlandstalige-muziek-in-brusselse-metro/780.html
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow