Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Overleg:In

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 29 mei 2016 om 15:36
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Lijst

Als ik die lijst zie, ben ik wat verbaasd dat inderdaad ontbreekt. En innig, en Indiana Jones. Mendelo 29 mei 2016 17:24 (CEST)

Klik op uitklappen om de hele lijst te zien

Uitdrukkingen:

(genoemde Latijnse woorden zijn vernederlandste woorden)
  • "In abstracto" (Latijns): In het afgetrokkene, op zich zelf beschouwd.
  • "Inaccuraat": Niet nauwkeurig.
  • "Inactief": Werkeloos, buiten dienst.
  • "Inadequaat": Ontoereikend, onevenwichtig.
  • "In aeternum" (Latijns): Eeuwig, voor altijd.
  • "Inaliënabel": Onvervreemdbaar.
  • "Inalterabel": Onveranderlijk, onverstoorbaar.
  • "Inas": Afkorting van inrichtingsassistente (ook: inasser).
  • "Inbakeren": In luiers inwikkelen, warm instoppen.
  • "Inblazen": Influisteren, ingeving (ook: inblazing en inblazer: ophitser).
  • "Inboeren": In bezit achteruit gaan door zijn bedrijf.
  • "Inboeten": Iets in plaats van iets anders zetten. / Verliezen.
  • "Inboezemen": Ingeven, vervullen met, inprenten.
  • "Incapabel": Onbekwaam, ongeschikt (ook: incapaciteit).
  • "In casu" (Latijns): In (dit) geval.
  • "In caudavenenum" (Latijns): Het vergif zit in de staart, het minder aangename zit in de laatste woorden.
  • "Inchoatief" (Latijns: inchoativum, van: inchoare: beginnen): een ww. dat een aanvangend gebeuren uitdrukt (bijvoorbeeld: ontvlammen).
  • "Incommensurabel": (Onderling) onmeetbaar.
  • "Incommoderen": Hinderen, ongelegenkomen.
  • "In concreto" (Latijns): In werkelijkheid, in een bepaald geval. / Niet vaag, niet in het algemeen, met duidelijke voorbeelden.
  • "In confesso" (Latijns): Geen verder bewijs of bespreking behoevend. / Door de verdachte erkend, volledig bewezen.
  • "Incongruent" (Latijns): Niet gelijkvormig, niet overeenstemmend, ongelijk (ook: incongruentie).
  • "Inconstant": Onstandvastig.
  • "Inconstitutioneel": Ongrondwettig.
  • "Incontestabel": Onbetwistbaar.
  • "Inconveniënt": Ongelegenheid, ongerief, ongemak. / Bezwaar (ook: inconveniëren).
  • "Incrementeel": Geleidelijk oplopend, geleidelijk stijgend.
  • "Incrementum" (Latijns): Groei, uitbreiding, een filiaal.
  • "Incrimineren": Ten laste leggen, als strafbaar beschouwen.
    • "Inculpatie": beschuldiging, het aanklagen (ook: inculperen).
    • "Incuria": Voor het gerecht, op het raadhuis.
    • "Indagen / indaging": Dagvaarden, schriftelijke dagvaarding.
    • "In foro" (Latijns: in het forum): In of voor het gerecht.
  • "Indecent": Oneerbaar, onwelvoeglijk.
  • "Indeclinabel": Onverbuigbaar (grammatica).
  • "Indelicaat": Onkies.
  • "In deposito" (Latijns: in bewaring): Geld in bewaring geven bij een bank tegen rente.
  • "Indommelen": Insluimeren / Niet meer waakzaam zijn (ook: indutten: zoetjes aan in slaap vallen. / insluimeren: inslapen).
    • "Insussen": Sussend doen inslapen.
  • "Indonderen": Ruw taalgebruik: in elkaar storten / Met geweld en lawaai binnenkomen / Ruw iets ergens in smijten.
  • "In dorso" (Latijns): Op de rug (bijvoorbeeld van een wissel).
  • "Indroppelen": Drup-voor-drup brengen / komen in (ook: indruppelen).
  • "In dubio" (Latijns): In twijfel, in een twijfelachtig geval.
    • "In suspenso": In twijfel, onbeslist.
  • "In effigie" (Latijns): In beeltenis.
  • "In- en uitpraten": Vaag, onduidelijk iets betogen, verward uiteenzetten (ook: in- en uitpraterij).
  • "Inept / ineptie": Ongerijmd(heid), dwaas.
  • "In extremis / in extremis momentis": In de laatste ogenblikken, op zijn uiterste liggend, op sterven liggen. / In de hoogste nood.
  • "Infaam": Eerloos, snood, schandelijk.
  • "In facto": Inderdaad, werkelijk.
  • "Infamerend": Eerrovend, lasterlijk, onterend.
    • "Injurie / injuriëren": Krenking van eer, belediging, beledigen, uitschelden. / Mishandeling, schade.
  • "In favorem": Ten gunste van.
  • "Infideles" (Latijns: infidelis): Ongelovigen, heidenen (ook: in partibus infidelium).
    • "In partibus infidelium" (Latijns): In het land van de ongelovigen (inzake niet-katholiek)
  • "In flagranti / in flagranti delicto" (Latijns): Op heterdaad.
  • "In forma" (Latijns): In de (behoorlijke) vorm.
  • "In futurum": Voortaan, in het gevolg.
  • "Ingebakken": Aangeboren, krachtig levend (bijvoorbeeld een ingebakken wantrouwen). / Van nature aanwezig.
  • "Ingenieus": Scherpzinnig, vindingrijk, vernuftig.
  • "Ingénu": Naïef, ongekunsteld, argeloos. niet wereldwijs (ook: ingénue: een argeloos of naïef meisje, al-of-niet op toneel).
  • "Ingeroest": Onuitroeibaar.
  • "Ingewijde": Persoon die op de hoogte gebracht is van wat aan anderen onbekend is.
  • "In globo" (Latijns: globus: bol, massa): Als geheel, een massa, alles bijeengenomen.
  • "Ingoed": Door-en-door goed van inborst.
  • "Ingriffelen / ingriffen": Met een stift insnijden.
  • "In hoc casu" (Latijns): In dit geval.
  • "In honorem" (Latijns): Ter ere.
  • "In ipso termino" (Latijns): Op de vastgestelde dag.
  • "Initia" (Latijns: initium): Eerste beginselen.
  • "Initiator" (Latijns): Initiatiefnemer.
  • "Inkalven": Stuksgewijs inzakken.
  • "Inlikken": Door likken een bepaalde positie bereiken (ook: hielelikker).
  • "In loco" (Latijns): Op de plaats zelf.
  • "In margine" (Latijns): Op de rand (van een brief / blad), als kanttekening.
  • "In medio" (Latijns): In het midden.
    • "In medias res" (Latijns): Midden in de zaak, ineens midden in de discussie
  • "In memoriam" (Latijns): Ter gedachtenis / een plaat, een rede ter gedachtenis.
  • "In mora" (Latijns): Achterstallig, in gebreke (ook: periculum, in morastelling: ingebreke-stelling).
  • "In pace" (Latijns): In vrede, in goede rust.
  • "In parenthesi": Tussen haakjes.
  • "In patria": In het vaderland.
  • "In perpeetuum" (Latijns): Voor altijd, altijddurend.
  • "In petto" of "petto": In petto houden (tot gelegener tijd bewaren, voor zich houden).
  • "In plano" (Latijns): In hele, ongevouwen vellen.
  • "In pleno" (Latijns): In volle verdadering, terwijl al de leden aanwezig zijn (ook: plenair, plenum).
  • "In politicis" (Latijns): In politieke zaken, in politiek opzicht.
  • "Inprenten": Door herhaalde lering diep in het gemoed indrukken (ook: inscherpen).
    • "Inboezemen": Ingeven, vervullen met, inprenten.
  • "Inregelen": Een of het regelingsschema (opnieuw) in werking stellen.
  • "In saldo blijven" (van Latijns): Nog schuldig blijven.
  • "Ins en outs" (van Engels: ins and outs): Hoeken en gaten, (kleinste) bijzonderheden, finesses.
  • "Inseparabel": Onafscheidelijk.
  • "Inseraat / insereren / insertie" (Latijns: inserere): Het ingelaste, inlassen, invoeging, invoegen, opneming in een krant.
  • "In situ" (Latijns): Ter plaatse, in de oorspronkelijke toestand.
  • "Inslapertje": (Dikwijls stereotiepe) fantasie vóór het slapen / Glas drank, pil, poeder om het inslapen te bespoedigen.
  • "Insloffen": Zijn activiteit verliezen.
  • "Insociabel": Onverdraagzaam / Weinig geschikt voor, weinig doend aan het gezellig verkeer / Onverenigbaar met.
  • "Insolent(ie)": Onbeschoft, onbeschaamd(heid).
  • "In spe" (Latijns): In hope, toekomstig.
  • "Instantané": Momentopname (verouderd).
  • "Instomen": Stomend binnenkomen.
  • "Instoppen": Warm inpakken.
  • "In summa" (Latijns): Alles samengenomen.
  • "Interludium" (Latijns, inzake muziek): Tussenspel (letterlijk en figuurlijk).
  • "In termino" (Latijns): Op de bepaalde dag.
  • "Internos" (Latijns): Onder ons.
  • "In terrorem" (Latijns): Tot afschrik(ken).
  • "Intervisie": Gezamenlijk overleg.
  • "(Ergens) intippelen": Zich beet laten nemen, tegen de lamp lopen.
  • "Intitulé": Citeertitel (van een wet, ook: intituleren: betitelen).
  • "In totum" (Latijns): In het geheel.
  • "Intuimelen": Draaiend, buitelend neervallen in.
  • "In usu" (Latijn): Gewoonlijk, in gebruik (ook: in usum: ten gebruike, ten nutte).
  • "Invariabel": Onveranderlijk.
  • "Invenit" (Latijns): Hij, zij heeft het (uit)gevonden.
  • "Invectief" (Latijns: invectivum): Scheldwoord.
  • "In vino veritas" (Latijns): In de wijn (is) de waarheid (dronken mensen spreken de waarheid en tonen hun werkelijke aard).
  • "In vivo" (Latijns: vivus: levend, vivum: het levende): In het levende organisme.
  • "In voce" (Latijns): Op, bij dat woord.
  • "Inzwelgen": Naar binnen slaan, inslokken, gulzig opeten, versleten.

Zie ook

(ook voorkomend in de darmen en o.a. gebruikt voor de vervaardiging van parfumerieën).
(bijvoorbeeld: een hartinfarct en herseninfarct).