Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Magie

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Bestand:Pentagram and human body (Agrippa).jpg
Pentagram als magisch symbool, de tekens zijn astrologisch

Het concept magie beschrijft de opvatting dat onzichtbare krachten invloed zouden hebben op gebeurtenissen in de materiële wereld. In het westen wordt magie onderscheiden van andere vormen van religiositeit die ook beroep doen op het bovennatuurlijke als verklaringsmodel, al is dit vanuit antropologisch standpunt niet goed verdedigbaar. Praktijken die als magisch worden aangezien zijn onder meer voorspellen, astrologie, bezweringen, alchemie, tovenarij en spiritisme.

Etymologie

Magie stamt etymologisch af van het Griekse magikē (zie mantike), vrouwelijke vorm van magikos (μαγικός), waarmee de magische kunsten worden aangeduid, refererend aan de Magoi (μάγος), - enkelvoud mágos, μάγος)- Zoroastrische priesters die astrologische voorspellingen deden. De Griek Heraclitus (6e eeuw v.Chr.) was de eerste die de mágos en hun 'goddeloze rituelen' vernoemde.

Theorievorming over magie

Antropologische en psychologische bevindingen over haar ontstaan.

Het geloof dat iemand bovennatuurlijke krachten kan manipuleren door gebed, offeren of aanroepingen, dateert vanuit prehistorische religies en is ook aanwezig in de vroegste geschreven cultuurbronnen zoals Egyptische piramideteksten en Indische veda's. Van deze laatste zijn de Atharvaveda magisch te noemen en de Vedische Brahmins zijn vergelijkbaar met die van andere oude priestervoorschriften.

James George Frazer oordeelde dat magie een bedrieglijk systeem was en dat magische observaties niet meer waren dan verkeerde interpretaties, veroorzaakt door een verwarring van eigen ideeën en de externe wereld. Anderen, zoals N. W. Thomas en Sigmund Freud, verwierpen deze verklaring. Frazers visie op magie is gebaseerd op zijn theorie van de 'Sympathische Wet". Daarbij wordt er van uitgegaan dat dingen elkaar van op een afstand kunnen beïnvloeden doordat 1) er een zekere gelijkaardigheid is tussen hen (homeopathische of mimetische magie) of 2) ze ooit met elkaar in contact zijn geweest (contactmagie [1]) of 3) ze deel uitmaken van elkaar. Een van de best gekende 'toepassingen' van de mimetische magie is het 'prikken' van een afbeelding van een vijand om die schade toe te brengen.

Freud vond dat de essentie van magie eerder lag in het vervangen van de natuurlijke wetten door eigen psychologische wetten. De drijvende kracht die iemand beroep deed doen op magie was volgens hem de kracht van de wensen, de wil.

De antropoloog R. R. Marett beschouwt religie en magie als twee vormen van een sociaal fenomeen dat oorspronkelijk een het hetzelfde was. De primitieve mens, zo stelt hij, had een instelling die zich bezighield met het bovennatuurlijke, en die instelling lag aan de oorsprong van zowel magie als religie, die slechts geleidelijk van elkaar onderscheiden werden. [2]

Elementen van de magie

Adepten van de magie verklaren de werking van de magie op basis van de volgende door hen
vooronderstelde principes:

  • werking van elementaire krachten die niet door de wetenschap gedetecteerd kunnen worden
  • tussenkomst van geesten
  • een 'mystieke kracht' die bestaat in alle dingen, ook in magische objecten zoals ringen en stenen.
  • manipulatie van de 4 elementen (Aarde, Water, Vuur en Lucht) door de wil van de magiër, met symbolen of objecten die de 4 elementen vertegenwoordigen.
  • manipulatie van de energie van het menselijk lichaam door bijvoorbeeld handoplegging en het uitspreken van formules.
  • manipulatie van symbolen; adepten geloven dat symbolen de plaats kunnen innemen van het ding of fenomenen die ze vertegenwoordigen. Door het symbool te manipuleren proberen magiërs de werkelijkheid te veranderen die het symbool representeert.
  • de principes van de sympathische magie van James George Frazer, zoals uitgelegd in zijn The Golden Bough [3] Deze principes omvatten ook de 'Wet van gelijkaardigheid' (law of similarity) en de 'Wet van het contact' of van 'besmetting'. (Law of contact, of contagion). De magische manier van denken gaat er dus volgens Frazer van uit dat het 'gelijke het gelijke aantrekt' en van het ogenblik dat ze met elkaar in contact zijn gebracht ook vanop afstand invloed op elkaar kunnen blijven uitoefenen. Anders geformuleerd: het gevolg lijkt op zijn oorzaak.
  • concentratie of meditatie: door zich te concentreren op een al dan niet aanwezig object hoopt de magiër een soort vereniging van subject en object te bewerkstelligen, wat magisch manipulatie mogelijk maakt. [4]
  • de magische kracht die de onbewuste geest kan uitoefenen: magiërs proberen het onbewuste (door o.a. symbolen en rituelen) ervan te overtuigen om veranderingen te bewerkstelligen, door geesten en energieën.
  • verbondenheid met de kosmos, die alles verbindt
  • de eenheid in alles, gebaseerd op het concept van het monisme, poneert de eenheid van het het universum

Niet alle theorieën zijn hier opgesomd, en veel praktiserende occultisten zullen deze concepten vermengen.
De sleutelbegrippen voor het gebruik van magie zijn eigenlijk eenvoudig te resumeren: concentratie en visualisatie. Het uitspreken van bezweringen gebeurt vaak onder een "trance", die beschreven wordt als een soort meditatieve toestand om zich beter op het beoogde effect te kunnen concentreren en het doel te kunnen visualiseren.

Rol van de magie

Over de hele wereld zijn vele volkeren bij wie magie een belangrijke rol speelt in het dagelijks leven. Naast een medische functie heeft magie vaak ook een socialiserende, individualiserende en religieuze functie binnen samenlevingen. In de antropologie wordt onderscheid gemaakt tussen de "instrumentele" en de "expressieve" functies van magie.

Instrumentele functie

De instrumentele functie van magie is gebaseerd op het manipuleren en beïnvloeden van de natuur en het menselijk gedrag en wordt afgemeten aan het al dan niet bereikte gewenste resultaat. Antropologen identificeren bij de instrumentele functie drie belangrijke types: productief, beschermend en destructief.

  • Daarbij wordt productieve magie aangewend om een gunstige afloop te verzoeken of af te dwingen, bijvoorbeeld voor een goede oogst of jacht.
  • Beschermende magie tracht een individu of een gemeenschap te beschermen tegen de grillen van de natuur of het kwaad dat anderen hen willen aandoen. Het gebruik van amuletten om besmettelijke ziekten af te wenden of het reciteren van bezweringen voor de aanvang van een reis zijn voorbeelden van deze beschermende functie.
  • De destructieve magie ten slotte, ook 'tovenarij' genoemd, heeft als functie om anderen kwaad aan te doen. Afgunst en andere motieven maken haar sociaal verstorend, waardoor het aanwenden van een bestrijding van tovenarij - ook door magie - binnen die samenleving noodzakelijk wordt.

Expressieve functie

De expressieve functie van de magie is het resultaat van de symbolische en sociale betekenissen die aan de uitoefening ervan worden gehecht, ook al zijn de beoefenaars zich mogelijk niet bewust van deze functie. Magie bezorgt op deze manier de gemeenschap een samenhorigheidsgevoel en groepsidentiteit door de gemeenschappelijke beleving van de rituelen. Tezelfdertijd kan zij de magiër als bijzondere persoon isoleren van de rest van de gemeenschap. Magie functioneert ook als creatieve uitlaatklep of soort entertainment en is daardoor onlosmakelijk verbonden met het gehele systeem van denken, geloof en gebruiken in een gegeven samenleving.

Magie, ritueel en religie

Vanuit een niet-theïstisch standpunt lijken veel religieuze rituelen en overtuigingen erg op, of zijn identiek aan magische opvattingen. Zo zijn gebed en een magische incantatie te beschouwen als een vorm van beroep doen op een bovennatuurlijke kracht. Deze god of dit wezen wordt dan gevraagd om te interveniëren ten behoeve van de persoon die het gebed formuleert. Theoretisch is het verschil dat een gebed van een gelovige gericht is aan een godheid met een onafhankelijke wil (die al dan niet het verzoek kan inwilligen), terwijl dit bij magie anders is. Magie wordt geacht effectief te zijn

  • door uitvoering van de magische handeling zelf
  • door de kracht van de wil van de magiër
  • doordat de magiër gelooft dat hij wezens uit de geestenwereld kan bevelen.

Als een gebed in een religie niet helpt dan betekent dat in de praktijk dat de god verkozen heeft om niet in te grijpen. Als magie faalt, dan ligt dit aan een fout in de magische procedure zelf. Vandaar dat magische rituelen exact geformuleerd moeten worden en minder ex-tempore zijn.

Literatuur

Zie ook

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  • The Golden Bough, James George Frazer
  • Encyclopaedia Britannica 2008, Ultimate reference Suite: 'Magic'
  • Encyclopaedia Britannica 11th Edition: 'Magic'
  1. º 'Contagious'
  2. º Encyclopaedia Britannica 11th edition, pagina 305: ‘Magic’
  3. º The Golden Bough, a study in magic and religion - James George Frazer: Wordsworth Classics pagina 11
  4. º Aleister Crowley: Book Four, Part 1: Mysticism)
rel=nofollow
rel=nofollow