Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Charles Taze Russell: verschil tussen versies

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(+ uitleg 1874-1914 / People's Pulpit 1909; IBSA 1913; /+wereldreis /+begrafenis)
(familie verhuisd / zus / moeder overleden / waar laatste toespraak / waar begraven)
Regel 28: Regel 28:
== Biografie ==
== Biografie ==
=== Vroege jaren ===
=== Vroege jaren ===
Russell was de tweede zoon van ''Joseph Lytel Russell'' en ''Ann Eliza Russell-Birney'', die van Schots-Ierse afkomst waren en hem opvoedden in de [[presbyteriaan|presbyteriaanse]] leer. Uiteindelijk sloot Russell zich „aan bij de [[Congregationalisme|Congregationalistische Kerk]], omdat hij de voorkeur gaf aan de aldaar gehuldigde opvattingen.”<ref name=jv1>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen – Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv |titel= |pagina=43 }}</ref> Op elfjarige leeftijd werd hij medebestuurder in ''The Old Quaker Shop'', de herenkledingzaak van zijn vader. Rond het begin van de jaren 1870 of iets later had hij al een aanzienlijk fortuin verworven. Op zestienjarige leeftijd sloegen Russells [[religie]]uze gevoelens om in twijfel, met name vanwege de leerstelling van het [[hellevuur]]. Russell vond het onbegrijpelijk dat een [[God (christendom)|God]] van [[liefde]] mensen voor eeuwig zou pijnigen in een [[hel (geloofsconcept)|hel]]. Hoewel hij zijn geloof in de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]] verloor, bleef hij wel bidden tot God en zette zijn zoektocht naar waarheid voort.
Russell was de tweede zoon van ''Joseph Lytel Russell'' en ''Ann Eliza Russell-Birney'', die van Schots-Ierse afkomst waren. Van hun vijf kinderen bereikte alleen Charles T. en een jongere zus, Margaret (later gehuwd als ''Land'') de volwassenheid. Toen Charles R. Russell negen jaar was, overleed zijn moeder.
 
De familie Russell woonde in [[Philadelphia]], en later in [[Allegheny]] voor zij naar [[Pittsburgh]] verhuisden, waar zij naar de [[presbyteriaan|presbyteriaanse]] kerk gingen. Uiteindelijk sloot Charles T. Russell zich echter „aan bij de [[Congregationalisme|Congregationalistische Kerk]], omdat hij de voorkeur gaf aan de aldaar gehuldigde opvattingen.”<ref name=jv1>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen – Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv |titel= |pagina=43 }}</ref> Op elfjarige leeftijd werd hij medebestuurder in ''The Old Quaker Shop'', de herenkledingzaak van zijn vader. Deze begon uit te groeien tot een winkelketen. Rond het begin van de jaren 1870 of iets later had hij al een aanzienlijk fortuin verworven. Op zestienjarige leeftijd sloegen Russells [[religie]]uze gevoelens om in twijfel, met name vanwege de leerstelling van het [[hellevuur]]. Russell vond het onbegrijpelijk dat een [[God (christendom)|God]] van [[liefde]] mensen voor eeuwig zou pijnigen in een [[hel (geloofsconcept)|hel]]. Hoewel hij zijn geloof in de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]] verloor, bleef hij wel bidden tot God en zette zijn zoektocht naar waarheid voort.


Op 13 maart 1879 trad Russell in het huwelijk met Maria Frances Ackley (1850–1938).<ref>''Pittsburgh Gazette'', 14 maart 1879</ref>
Op 13 maart 1879 trad Russell in het huwelijk met Maria Frances Ackley (1850–1938).<ref>''Pittsburgh Gazette'', 14 maart 1879</ref>
Regel 64: Regel 66:


===Overlijden===
===Overlijden===
Op 16 oktober 1916 vertrokken C. T. Russell en zijn secretaris, Menta Sturgeon, met de trein op een rondreis om in het Westen en Zuidwesten van de [[Verenigde Staten]] lezingen te gaan geven. Russell was toen ernstig ziek. Ze gingen naar Detroit (Michigan), naar Illinois, Kansas, en Texas, en daarna naar Californië. Daar gaf Russell op zondag 29 oktober zijn laatste toespraak. Hij overleed twee dagen later, op [[31 oktober]] in de vroege namiddag, op 64-jarige leeftijd, op de trein in het plaatsje Pampa (Texas). Zijn overlijdensbericht verscheen in ''The Watch Tower'' van 15 november 1916.<ref name=overlijden>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen – Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv |titel=Hoofdstuk 6'': ''Een tijd van beproeving (1914–1918)'' - onderkopje: ''„Wat gaat er nu gebeuren?”'' |pagina=63, 64 }}</ref>
Op 16 oktober 1916 vertrokken C. T. Russell en zijn secretaris, Menta Sturgeon, met de trein op een rondreis om in het Westen en Zuidwesten van de [[Verenigde Staten]] lezingen te gaan geven. Russell was toen ernstig ziek. Ze gingen naar Detroit (Michigan), naar Illinois, Kansas, en Texas, en daarna naar Californië. Daar gaf Russell op zondag 29 oktober in Los Angeles zijn laatste toespraak. Hij was zo zwak dat hij zijn toespraak zittend hield. Hij overleed twee dagen later, op [[31 oktober]] in de vroege namiddag, op 64-jarige leeftijd, op de trein in het plaatsje Pampa (Texas). Zijn overlijdensbericht verscheen in ''The Watch Tower'' van 15 november 1916.<ref name=overlijden>{{Wachttorenref|publicatie=Jehovah’s Getuigen – Verkondigers van Gods Koninkrijk |editie= |jaar=1993 |code=jv |titel=Hoofdstuk 6'': ''Een tijd van beproeving (1914–1918)'' - onderkopje: ''„Wat gaat er nu gebeuren?”'' |pagina=63, 64 }}</ref>


Tot aan zijn dood was Russell ervan overtuigd dat de gebeurtenissen in 1914 zouden culmineren in de opname van alle ware [[christenen]] in de [[hemel]].
Tot aan zijn dood was Russell ervan overtuigd dat de gebeurtenissen in 1914 zouden culmineren in de opname van alle ware [[christenen]] in de [[hemel]].
Regel 71: Regel 73:
Zoals hij in zijn testament had gevraagd, werd er niet zoals meestal een begafenistoespraak door één persoon gehouden, maar zeiden verschillende personen kort iets.
Zoals hij in zijn testament had gevraagd, werd er niet zoals meestal een begafenistoespraak door één persoon gehouden, maar zeiden verschillende personen kort iets.


„Na de begrafenisdienst in The Temple in New York en in Carnegie Hall in Pittsburgh werd broeder Russell overeenkomstig zijn wens begraven in Allegheny, op het stukje grond dat de Bethelfamilie daar op een begraafplaats had. Een korte biografie van Russell, tezamen met zijn laatste wilsbeschikking, werd in ''The Watch Tower'' van 1 december 1916, alsook in volgende uitgaven van het eerste deel van de ''Studies in the Scriptures'' gepubliceerd.<ref name=overlijden/> Op de grafsteen van Russell staat: „Boodschapper van Laodicea”.<ref>Uit {{Bijbel|Openbaring|3|14}}</ref> De vroege Bijbelonderzoekers geloofden dat de zeven ’boodschappers’ (let. ’engelen’) van de zeven ’gemeenten’ (’kerken’) uit de [[Openbaring van Johannes|Openbaring]] in chronologische volgorde waren: [[Paulus (apostel)|Paulus]], [[Johannes (apostel)|Johannes]], [[Arius (theoloog)|Arius]], [[Petrus Waldo|Waldo]], [[John Wyclif|Wyclif]], [[Maarten Luther|Luther]] en Russell.
Een begrafenisdienst werd gehouden in The Temple in New York en in Carnegie Hall in Pittsburgh. Daarna werd Charles T. Russell overeenkomstig zijn wens begraven te Allegheny op het stukje grond dat de Bethelfamilie daar had op het Rosemont United Cemetery. Zijn laatste wilsbeschikking en een korte biografie verschenen in ''The Watch Tower'' van 1 december 1916, en in volgende uitgaven van het eerste deel van de ''Studies in the Scriptures''.<ref name=overlijden/> Op de grafsteen van Russell staat: „Boodschapper van Laodicea” (een citaat uit {{Bijbel|Openbaring|3|14}}). De vroege Bijbelonderzoekers geloofden dat de zeven ’boodschappers’ (let. ’engelen’) van de zeven ’gemeenten’ (’kerken’) uit de [[Openbaring van Johannes|Openbaring]] in chronologische volgorde waren: [[Paulus (apostel)|Paulus]], [[Johannes (apostel)|Johannes]], [[Arius (theoloog)|Arius]], [[Petrus Waldo|Waldo]], [[John Wyclif|Wyclif]], [[Maarten Luther|Luther]] en Russell.


Kort na Russells dood ontstond er een scheuring tussen diegenen die bij het [[Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap]] wilden blijven (deze namen in 1931 de naam „[[Jehovah’s Getuigen]]” aan) en diegenen die het Genootschap verlieten. De laatstgenoemden versplinterden snel in kleinere groepen.<ref>In de resolutie uit 1931 waarmee de naam „[[Jehovah's Getuigen]]” op een congres in Ohio werd aangenomen, worden een aantal namen van deze groepen vermeld. —{{Wachttorenref|publicatie=Yearbook I.B.S.A. |editie= |jaar=1932 |code=yb1932 |titel= |pagina=21-22 }}</ref>
Kort na Russells dood ontstond er een scheuring tussen diegenen die bij het [[Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap]] wilden blijven (deze namen in 1931 de naam „[[Jehovah’s Getuigen]]” aan) en diegenen die het Genootschap verlieten. De laatstgenoemden versplinterden snel in kleinere groepen.<ref>In de resolutie uit 1931 waarmee de naam „[[Jehovah's Getuigen]]” op een congres in Ohio werd aangenomen, worden een aantal namen van deze groepen vermeld. —{{Wachttorenref|publicatie=Yearbook I.B.S.A. |editie= |jaar=1932 |code=yb1932 |titel= |pagina=21-22 }}</ref>

Versie van 21 mrt 2013 12:14

Charles Taze Russell
Charles Taze Russell en zijn vrouw Maria Frances Ackley.

Charles Taze Russell (Allegheny (Pennsylvania), Verenigde Staten, 16 februari 1852Pampa (Texas), Verenigde Staten, 31 oktober 1916) of Pastor Russell was een vooraanstaande restaurationistische predikant in de Verenigde Staten, stichter van de International Bible Students Association (Bijbelonderzoekers), en mede-oprichter van het Wachttoren Traktaatgenootschap (Zion’s Watch Tower Tract Society).[1]

Biografie

Vroege jaren

Russell was de tweede zoon van Joseph Lytel Russell en Ann Eliza Russell-Birney, die van Schots-Ierse afkomst waren. Van hun vijf kinderen bereikte alleen Charles T. en een jongere zus, Margaret (later gehuwd als Land) de volwassenheid. Toen Charles R. Russell negen jaar was, overleed zijn moeder.

De familie Russell woonde in Philadelphia, en later in Allegheny voor zij naar Pittsburgh verhuisden, waar zij naar de presbyteriaanse kerk gingen. Uiteindelijk sloot Charles T. Russell zich echter „aan bij de Congregationalistische Kerk, omdat hij de voorkeur gaf aan de aldaar gehuldigde opvattingen.”[2] Op elfjarige leeftijd werd hij medebestuurder in The Old Quaker Shop, de herenkledingzaak van zijn vader. Deze begon uit te groeien tot een winkelketen. Rond het begin van de jaren 1870 of iets later had hij al een aanzienlijk fortuin verworven. Op zestienjarige leeftijd sloegen Russells religieuze gevoelens om in twijfel, met name vanwege de leerstelling van het hellevuur. Russell vond het onbegrijpelijk dat een God van liefde mensen voor eeuwig zou pijnigen in een hel. Hoewel hij zijn geloof in de Bijbel verloor, bleef hij wel bidden tot God en zette zijn zoektocht naar waarheid voort.

Op 13 maart 1879 trad Russell in het huwelijk met Maria Frances Ackley (1850–1938).[3]

Adventisme

Ergens in 1869 was Jonas Wendell de spreker op een adventistische vergadering, in een zaaltje[4] waar Russell ’s avonds onderweg van de winkel naar huis langskwam. Omdat Russell hen hoorde zingen, besloot hij even binnen te kijken en bleef naar de spreker luisteren. Later beschreef Russell dat hoewel hij de lezing niet helemaal duidelijk vond, dit toch genoeg was om zijn geloof in de inspiratie van de Bijbel te herstellen. Onmiddellijk daarna startte Russell een Bijbelstudieklas met enkele van zijn vrienden en zijn vader.[2]

De vroege opvattingen van Russell zijn in grote mate beïnvloed door – of zelfs ontstaan uit – de opvattingen van de Second Adventist-beweging. De grondlegger van die beweging was William Miller, die geloofde dat Christus zou wederkomen in 1844. Nadat die voorspelling niet was uitgekomen, viel de beweging in verschillende richtingen uiteen. Russell nam ideeën van sommige van deze groeperingen over, zonder dat hij zelf lid werd van één ervan. Russell betuigde bijvoorbeeld zijn erkentelijkheid aan George Stetson,[5] een voorganger van de Advent Christian Church in Edinboro (Pennsylvania, VS).

Russell werd ook beïnvloed door George Storrs en via hem door Henry Grew. Storrs was uitgever van het tijdschrift The Bible Examiner, in Brooklyn, New York. Van Storrs nam Russell zijn ideeën over inzake de sterfelijkheid van de ziel, de verzoening en de wederherstelling.[5]

In januari 1876 kreeg Russell een exemplaar in handen van het tijdschrift The Herald of the Morning, dat uitgegeven werd door Nelson H. Barbour uit Rochester. Barbour had voordien bekendgemaakt dat de aarde in 1874 geoordeeld en vernietigd zouden worden. Later was hij gaan geloven dat Christus’ wederkomst niet ten doel had de families van de aarde te vernietigen, maar hen te zegenen en dat hij niet in het vlees zou komen maar als een geest.[5] Ook Russell en zijn Bijbelstudiegroep geloofden dit sinds enige tijd. Barbour geloofde dat het jaar 1874 correct was, maar dat Christus onzichtbaar was teruggekomen. Van 1874 tot 1914 zag hij als een veertigjarige slotperiode van het ’evangelietijdperk’. Russell accepteerde Barbours interpretatie over deze jaren. In 1877 gaven Barbour en Russell samen het boek Three Worlds, and the Harvest of This World uit.[6] Dit 196 bladzijden tellende boek behandelde de wederherstelling en Bijbelse tijdprofetieën. Hoewel beide onderwerpen al eerder door anderen waren behandeld, was dit volgens Russell „het eerste boek waarin de idee van de wederherstelling met tijdprofetieën werd gecombineerd”. Het zette de opvatting uiteen dat Jezus Christus sinds de herfst van 1874 onzichtbaar tegenwoordig was.[5]

In 1878 begon Barbour in zijn tijdschrift de mening uiteen te zetten dat Christus’ Jezus’ offeranderlijke dood niet geldig kon zijn als volledige loskoopprijs voor de hele zondige mensheid. Russell reageerde door de waarde van Christus’ loskoopoffer te verdedigen. Nadat Barbour en Russel hun standpunt enkele maanden in The Herald of the Morning hadden verdedigd, besloot Russel dat het beter was om de omgang met Barbour stop te zetten.

Bijbelonderzoekers

Na dit conflict met Barbour begon Russell in 1879 een eigen blad uit te geven, dat toen de naam „Zion’s Watch Tower and Herald of Christ’s Presence” had (nu: De Wachttoren – Aankondiger van Jehovah’s Koninkrijk). Hij schreef verscheidene boeken (met als belangrijkste de serie „Schriftstudiën”, delen 1 tot en met 6), pamfletten en andere geschriften.[7] Samen met o.a. zijn oudere vriend William Henry Conley richtte hij in 1881 Zion’s Watch Tower Tract Society op. Conley werd president en Russell fungeerde als secretaris-penningmeester. Op 15 december 1884 werd dit genootschap rechtspersoonlijkheid verleend in Pittsburgh (Pennsylvania, Verenigde Staten) als Watch Tower Bible and Tract Society met Charles Taze Russell als president.[8] Na verloop van tijd ontwikkelden groepjes abonnees op „The Watchtower” tot Bijbelstudieklassen en later tot ecclesia’s (gemeenten) en was er sprake van een opzichzelfstaande beweging. Deze stond bekend als „Internationale Bijbelonderzoekers Vereniging” (International Bible Students, IBSA) of „(Ernstige) Bijbelonderzoekers”. Door anderen werden ze ook „Russellieten” genoemd.

Hij werd ook president van de Peoples Pulpit Association, georganiseerd in 1909, (waarvan de naam later gewijzigd werd naar Watchtower Bible and Tract Society of New York, Incorporated) en de „International Bible Students Association” die in 1913 in Londen als corporatie gevormd werd.

Russell was gefascineerd door de archeologische onderzoekingen in Egypte in verband met de Grote piramide (van Gizeh). De afmetingen ervan en de gangen en kamers in de erin schenen hem een bevestiging te zijn van Bijbelse profetieën, zoals hij ook in een aantal werken uiteenzette.[9] Niet ver van zijn grafsteen werd door J. A. Bohnet een gedenkteken opgericht in de vorm van een piramide.

Reizen

In 1910 was Russell op bezoek in Palestina en Rusland. Hij gaf er toespraken aan orthodoxe joden over de terugkeer van de Joden naar Palestina, iets wat hij als een vervulling van profetieën zag. In 1911 reisde hij als lid van een comité van zeven personen per trein en stoomboot rond de aarde, om de ontvankelijkheid voor christelijk zendingswerk, vooral in Japan, China, Korea en Indië, te onderzoeken.

Huwelijksmoeilijkheden

Na onenigheid omdat Maria Russells inspraak in de inhoud van het tijdschrift Zion’s Watch Tower teruggeschroefd werd terwijl zij aanvankelijk ook artikelen voor het tijdschrift schreef, woonden Charles en Maria vanaf 1897 niet meer samen. Russell zorgde voor woonruimte en verschafte haar de middelen voor levensonderhoud.[10]

In juni 1903 diende mevrouw Russell een verzoek in tot scheiding van tafel en bed bij de „Court of Common Pleas” in Pittsburgh, Pennsylvania. In 1906 volgde het verzoek tot echtscheiding, met als reden „mentale wreedheid” ten gevolge van hun overeenstemming inzake oneindig celibaat binnen het huwelijk. Tijdens het proces vertelde ze iets wat ze jaren voordien had gehoord van een medewerkster van de „Watch Tower” voor wie zij en haar man als voor een pleegkind hadden gezorgd. Dit werd als een insinuatie van seksueel losbandig gedrag geïnterpreteerd. Haar eigen advocaat vroeg haar of ze geloofde dat haar man schuldig was aan overspel. Ze antwoordde: „Nee”. In 1908 wees de jury scheiding van tafel en bed toe, met alimentatie.[10]

Op de begrafenis van Russell op 1 november 1916 betuigde Maria Russell haar respect door een bosje lelietjes-van-dalen op de kist van Russell te leggen met daaraan een lint met de woorden: „Aan mijn geliefde echtgenoot”.[10] Maria Russell stierf op 12 maart 1938 op 88-jarige leeftijd in St. Petersburg, Florida aan complicaties die samenhingen met de ziekte van Hodgkin.[11]

Afscheuring

Wegens meningsverschillen over iets wat Russell had geschreven in verband met Gods verbond met Abraham en het Nieuwe Verbond, begon M. L. McPhail met een eigen groep, onafhankelijk van Russell. Zij noemden zich de New Covenant Believers (later Christian Believers) of werden informeel „Free Bible Students” genoemd. In Australië scheurde E. C. Henninges zich af en begon met een groep genaamd de New Covenant Fellowship.[12]

Overlijden

Op 16 oktober 1916 vertrokken C. T. Russell en zijn secretaris, Menta Sturgeon, met de trein op een rondreis om in het Westen en Zuidwesten van de Verenigde Staten lezingen te gaan geven. Russell was toen ernstig ziek. Ze gingen naar Detroit (Michigan), naar Illinois, Kansas, en Texas, en daarna naar Californië. Daar gaf Russell op zondag 29 oktober in Los Angeles zijn laatste toespraak. Hij was zo zwak dat hij zijn toespraak zittend hield. Hij overleed twee dagen later, op 31 oktober in de vroege namiddag, op 64-jarige leeftijd, op de trein in het plaatsje Pampa (Texas). Zijn overlijdensbericht verscheen in The Watch Tower van 15 november 1916.[13]

Tot aan zijn dood was Russell ervan overtuigd dat de gebeurtenissen in 1914 zouden culmineren in de opname van alle ware christenen in de hemel.

Na zijn dood

Zoals hij in zijn testament had gevraagd, werd er niet zoals meestal een begafenistoespraak door één persoon gehouden, maar zeiden verschillende personen kort iets.

Een begrafenisdienst werd gehouden in The Temple in New York en in Carnegie Hall in Pittsburgh. Daarna werd Charles T. Russell overeenkomstig zijn wens begraven te Allegheny op het stukje grond dat de Bethelfamilie daar had op het Rosemont United Cemetery. Zijn laatste wilsbeschikking en een korte biografie verschenen in The Watch Tower van 1 december 1916, en in volgende uitgaven van het eerste deel van de Studies in the Scriptures.[13] Op de grafsteen van Russell staat: „Boodschapper van Laodicea” (een citaat uit Openbaring 3:14). De vroege Bijbelonderzoekers geloofden dat de zeven ’boodschappers’ (let. ’engelen’) van de zeven ’gemeenten’ (’kerken’) uit de Openbaring in chronologische volgorde waren: Paulus, Johannes, Arius, Waldo, Wyclif, Luther en Russell.

Kort na Russells dood ontstond er een scheuring tussen diegenen die bij het Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap wilden blijven (deze namen in 1931 de naam „Jehovah’s Getuigen” aan) en diegenen die het Genootschap verlieten. De laatstgenoemden versplinterden snel in kleinere groepen.[14]

scheuring van de Bijbelonderzoekers (1917)

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

Uitgebreide informatie in het Engels

Wikimedia Commons  Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Jehovah's Witnesses op Wikimedia Commons.

rel=nofollow
Noten en verwijzingen
  1. º De naam werd later gewijzigd in Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap.
  2. 2,0 2,1 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen – Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. , p. 43
  3. º Pittsburgh Gazette, 14 maart 1879
  4. º waarschijnlijk Quincy Hall, 127 Lacock Street. Zie Watch Tower, 15 juli 1906, p. 229
  5. 5,0 5,1 5,2 5,3 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen – Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. , p. 43
  6. º (en) Het boek http://www.heraldmag.org/olb/contents/history/3worlds.pdf The Three Worlds, and the Harvest of This World] online.
  7. º „Jehovah’s Witnesses – Faith in action, Part 1: Out of Darkness”. (2010) Watchtower Bible and Tract Society of Pennsylvania.
  8. º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah's Getuigen - Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. Hoofdstuk 27: Het vervaardigen van bijbelse lectuur voor gebruik in de bediening - onderkopje: De eerste Bijbelonderzoekers van lectuur voorzien,, p. 576
  9. º Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen – Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. Hoofdstuk 14: „Zij zijn geen deel van de wereld” - Kader: Gebruiken die afgeschaft zijn'',, p. 201
  10. 10,0 10,1 10,2 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen – Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. , p. 645
  11. º St. Petersburg Times, 14 maart 1938 en (14 maart 1938)Woman Religious Writer, Resident 16 Years, Passes. The Evening Independent.
  12. º T. White, A People For His Name, Vantage Press, New York, 1968. blz. 401
  13. 13,0 13,1 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Jehovah’s Getuigen – Verkondigers van Gods Koninkrijk (jv) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1993. Hoofdstuk 6: Een tijd van beproeving (1914–1918) - onderkopje: „Wat gaat er nu gebeuren?”'',, p. 63, 64
  14. º In de resolutie uit 1931 waarmee de naam „Jehovah's Getuigen” op een congres in Ohio werd aangenomen, worden een aantal namen van deze groepen vermeld. —Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania, Yearbook I.B.S.A. (yb1932) Watch Tower Bible and Tract Society of New York, Inc., 1932. , p. 21-22
rel=nofollow
rel=nofollow