Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie, is digitaal erfgoed

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

William Henry Conley

Uit Wikisage
Versie door Mendelo (overleg | bijdragen) op 10 okt 2012 om 21:53 (foto + kleine aanpassingen)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

William Henry Conley (11 juni 1840 - Pittsburgh, Pennsylvania, 25 juli 1897), een Pittsburghse filantroop en zakenman, vanaf 1881 de eerste president van Zion’s Watch Tower Tract Society.

Zakenleven

William Conley was (mede)eigenaar van Riter-Conley Company, Iron and Steel Construction, Pittsburgh, PA. Hij was boekhouder bij de oorspronkelijke firma die toen uitsluitend naar de eigenaar Riter heette. Riter had het bedrijf rond het midden van de jaren 1860 opgericht. Hij stierf in 1873, waarna zijn broer en William Conley een maatschap startten (Riter-Conley Company) om de zaak voort te zetten. Riter en Conley voerden gezamenlijk hun maatschap van 1873 Conley’s overlijden in 1897, waarna Riter een corporatie oprichtte om de zaak voort te zetten (Riter-Conley Mfg. Company). Conley was ook aandeelhouder en bestuurder van de Third National Bank of Allegheny en van het Home for Colored Children en St. John’s General Hospital.

Conley en het Wachttorengenootschap

William Conley was reeds lange tijd een Second Adventist, en kende zo een aantal ’oudgediende’ adventisten, zoals Jonas Wendell, George Stetson en George Storrs.

Via die connectie zouden de families Conley en Russell rond 1969 op vergaderingen met elkaar kennis gemaakt hebben.

De adventistische bedienaar George Stetson woonde gedurende een langere periode van ziekte tot aan zijn dood bij de Conley’s.[1]

In 1873/4, de jaren waarin Jonas Wendell Armageddon verwachtte, bleef Conley echter druk bezig met nieuwe businessplannen, waarvan men zou kunnen afleiden dat hij de „time brethren” niet zomaar halsoverkop volgde. (Ook Nelson H. Barbour had deze verwachtingen over dezelfde jaren, maar Conley leerde hem pas later kennen.)

William Conley en zijn echtgenote Sarah Shaffer (1841 – 1908) waren twee van de vijf oorspronkelijke „Allegheny Bible Students uit de jaren 1870” waar publicaties van het Wachttorengenootschap van Jehovah's Getuigen soms naar verwijzen.[2]

Volgens Zion’s Watch Tower werd de jaarlijkse herdenking van Christus’ dood in Conley’s huis gehouden, omdat dit hiertoe het meeste plaats bood.[3][4] Gedurende deze bestemming werd Conley’s huis als „Bethel” (letterlijk: „huis van God”) aangeduid. De eerste vastgelegde verwijzing van „Bethel” in relatie tot Conley verscheen in 1890, met een verwijzing naar het zendingshuis van juffrouw Lucy Dunne in Jeruzalem, gefinancierd door William en Sarah Conley.[5] Jehovah’s getuigen gebruiken de naam Bethel nog steeds voor hun bijkantoren.

Toen men besloot een maatschappij op te richten voor de verspreiding van het goede nieuws, Zion’s Watch Tower Society, werd Conley hiervan op 16 februari 1881 president, met Charles Taze Russell als secretaris-penningmeester. Conley stortte 3500 dollar (70%) van het startkapitaal van 5000 dollar, Joseph L. Russell stortte 1000 dollar (20%), en zijn zoon Charles Taze Russell 500 dollar (10%).

Op 15 december 1884 werd het genootschap wettelijk geregistreerd met Charles Taze Russell als president. In 1896 werd de naam gewijzigd in Watch Tower Bible and Tract Society. Aangezien Russell de eerste president van het wettelijk geregistreerde genootschap was, wordt Conley soms niet meegeteld. Dit genootschap is de voorloper van het kerkgenootschap van Jehovah's Getuigen, dat in Nederland lang werkte onder de formele naam Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, kort gezegd het Wachttorengenootschap.[6]

Het is niet helemaal duidelijk wat er daarna met Conley gebeurde. Misschien verwachtte hij dat met zijn aanzienlijke giften in 1881/1882 meer zou worden bereikt en dat door de grote verspreiding van Food For Thinking Christians meer gelovigen verzameld zouden werden. Misschien was hij het theologisch niet meer helemaal eens met Russell, toen (kort nadat Conley president werd) de verwachting dat de gemeente in 1881 zou worden opgenomen in de hemel onvervuld bleef.

Ook de dood van zijn dochter Emma op tienjarige leeftijd in december 1881 kan een reden zijn waarom hij later minder op de voorgrond treedt.[7]

In zijn overlijdensbericht in een aantal kranten, werd gezegd dat de Conley’s regelmatig gebedsdiensten in hun huis hadden[8], en dat het huis van Conley soms weken opengesteld werd voor religieuze en charitatieve doeleinden.[9][10]

Bronvermelding

Bronnen, noten en/of referenties:

  1. º Allegheny City census results of 1879, gepubliceerd in 1880
  2. º Zie bijvoorbeeld: De Wachttoren, 1 december 1974, Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, New York, blz. 717
  3. º Zion’s Watch Tower, april 1880, R 94: blz. 8
  4. º Zion’s Watch Tower, april 1881, R. 207: blz. 2
  5. º The Story of The Christian and Missionary Alliance, 1900, blz 33.
  6. º Sinds 2011 draagt het kerkgenootschap in Nederland de naam Christelijke Gemeente van Jehovah’s Getuigen.
  7. º Bruce Schulz en Rachael de Vienne
  8. º The Christian and Missionary Alliance, jaargang 19, editie 6, 4 augustus 1897, blz. 132
  9. º The Christian Alliance and Foreign Missionary Weekly — Pittsburgh presidency, 13 april 1894, Vol XII No. 15.
  10. º The World’s Hope, 1 augustus 1897, blz. 234-235
rel=nofollow
rel=nofollow
rel=nofollow