Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Les Contes d' Hoffmann
Les Contes d’Hoffmann (Hoffmann's vertellingen), is een Opera Fantastique, geschreven in 1880 door de Frans/Duitse componist Jacques Offenbach (Keulen, 20 juni 1819 - Parijs, 5 oktober 1880).
Opéra-bouffes
De componist en uitvoerend mucicus Jacques Offenbach, heeft zich gedurende zijn hele loopbaan bijna uitsluitend bezig gehouden met het schrijven van Opéra-bouffes, een door hem ontwikkelde muziekvorm, waarbij een verhaal vol satire en humor en vooral spot op bestaande toestanden en personen werd opgevoerd, begeleid door goed in het gehoor liggende muziek. Zijn pogingen om een echte opera te schrijven liepen steeds op niets uit, hoewel zijn opéra-bouffe Orphée aux Enfers tegenwoordig wél als een opera wordt beschouwd.
Ernst Theodor Wilhelm Hoffmann
Hoewel Offenbach met het schrijven van serieuze opera’s maar matig succes had, deed hij toch voor de zoveelste keer nog eens een poging, die deze keer wel lukte. Hij begon op een libretto van Jules Barbier te schrijven aan de opera Les Contes d'Hoffmann, die was geïnspireerd op verhalen van de Duitse romantische schrijver E.T.A. Hoffmann.
Ernst Theodor Wilhelm Hoffmann,[1] een Duitse romantische schrijver, had een vrij brede achtergrond. Naast zijn werk als jurist hield hij zich na verdere studie in kunst en wetenschappen ook nog bezig met het componeren van muziek en was daarbij muziekrecensent voor een tijdschrift. Later begon hij ook nog korte verhalen te schrijven waarin hij uitblonk door originaliteit en genialiteit. Hoffmanns oeuvre bevat humor, hallucinatie, het bovennatuurlijke en het duivelse. Zijn neiging tot het bizarre kon hij goed kwijt in zijn verhalen, waarin hij personen met een dubbele persoonlijkheid introduceerde, voor een groot deel gebaseerd op zijn eigen leven.
Zijn literatuur werd steeds grilliger door onbarmhartig de verborgen en verdrongen gedachten van zijn personen weer te geven, hierin vooruitlopend op de theorieën van de psychoanalytici Sigmund Freud en Carl Gustav Jung. Beiden lieten zich tamelijk kritisch uit over Hoffmann, maar moesten toegeven, dat hij geniale gedachten had ontwikkeld over de menselijke geest. Hoffmann verkeerde geregeld in een roes, wat op den duur tot zelfdestructie leidde. In 1822, nog geen 50 jaar oud, overleed hij door nerveuze uitputting en overmatig drankgebruik.
Opzet en inhoud van de opera
Offenbach werkte drie jaar aan de uitwerking en de voltooiing van deze opera, maar werd in die periode ernstig ziek. Het werk werd afgerond door Ernest Guiraud en Leo Delibes die er echter een iets andere wending aan gaven. Offenbach had namelijk de gewoonte de definitieve vorm van zijn composities pas ná de prémiere vast te leggen. Hij had ook nagelaten verdere instructies achter te laten over zijn uiteindelijke bedoelingen van de opera. Het enige wat duidelijk was, dat het een Opera Fantastique zou moeten worden in vijf akten. Bij de prémiere van deze opera in 1881 werd de nu zo populaire Barcarolle weggelaten en werden nog meer delen geschrapt. Bij latere revisies is veel van het oorspronkelijke materiaal weer aan de opera toegevoegd. Op dit moment betstaat de opera uit drie bedrijven, een Proloog en een Epiloog. Eén van de hoogtepunten in deze fantastische opera is natuurlijk de Barcarolle, die wordt beschouwd als de populairste barcarolle ooit geschreven.
Eerste bedrijf: Proloog
In de bierkelder van Neurenberg is het druk met studenten. Dan treden Hoffmann en zijn vriend Nicklaus binnen. Hoffmann is verliefd op de zangeres Stella en schrijft haar een brief. Raadslid Lindorff - als incarnatie van het Kwaad – ziet kans de brief van Hoffmann aan Stella te onderscheppen (Dans les rôles d’amoureux langoureux) en verhindert daardoor het prettige samenzijn van die twee. Hoffman herkent Lindorff als zijn eeuwige tegenstander en ziet rampspoed naderen. De studenten vragen Hoffmann enkele van zijn vele liefdesavonturen te vertellen. Hij doet dit en laat in zijn fantasie voortdurend Stella als hoofdpersoon fungeren, maar steeds in een andere gedaante. Hoffmann schildert Stella af als meisje, artieste en courtisane in één persoon.
Tweede bedrijf Olympia
De instrumentmaker Spalanzani maakt de mechanische pop Olympia zo uiterst natuurgetrouw, dat de leerling Hoffmann er belangstelling voor krijgt. Dan komt de brillenmaker en uitvinder Coppélius, in dit bedrijf de incarnatie van het Kwaad, binnen met optische instrumenten en ook een bril met toverkracht. Door deze bril ziet Hoffmann de pop Olympia als een echte vrouw en wordt onmiddellijk verliefd op haar (J'ai des yeux). Zijn vriend Nicklaus waarschuwt Hoffmann (Voyez-la sous son éventail), dat Olympia maar een mechanische pop is, maar Hoffmann is al niet meer voor rede vatbaar. Intussen eist Coppélius geld van Spalanzani, die hem een valse cheque overhandigt. Spalanzani presenteert zijn ‘dochter’ die een coloratuuraria af en toe staccato zingt (Les oiseaux dans la charmille), maar die steeds even wordt onderbroken om Spalanzani het mechaniek op te laten winden. Dit deel van de opera heeft altijd veel succes en zorgt voor de nodige hilariteit, door de zangstem die getrouw het aflopen van het mechanisme volgt. Olympia moet daarna haar danskunsten vertonen aan de gasten en Hoffmann zal hierbij haar partner zijn. Hoffmann en Olympia dansen steeds wilder, waardoor Hoffmann haar niet kan bijhouden, valt en de bril breekt. Olympia walst de kamer uit waarna Coppélius woedend Olympia vernietigt, nadat hij ondekt dat de cheque waardeloos is. Te midden van de hem bespottende gasten realiseert Hoffmann zich, dat hij verliefd was op een mechanische pop, een automaat.
Derde bedrijf: Antonia
Antonia zingt een nostalgisch lied over verloren liefde ( Elle a fui, la tourtelle ) en valt uitgeput neer. De vioolbouwer Crespel, haar vader, maant haar niet meer te zingen; ze heeft de van haar moeder geërfde dodelijke borstkwaal. Hoffmann ,die van haar houdt, spoort Antonia aan de raad van haar vader te volgen en niet meer te zingen. Antonia belooft dat maar overweegt verdrietig, dat Hoffmann medeplichtige van haar vader is geworden. Hoffmann, ontbiedt nu de magnetiseur en wonderdokter Miracle, in dit bedrijf de incarnatie van het Kwaad, om haar van haar kwaal te genezen. Deze mengt allerlei poedertjes en elixers. Miracle stelt ten overstaan van Hoffmann en Crespel (Pour conjurer le danger), dat hij als enige Antonia kan genezen. Hoffmann en Crespel raken zich wanhopig bewust van het gevaar. Dokter Miracle magnetiseert vervolgens Antonia om haar ten koste van alles weer te laten zingen. Dat lukt, maar dat grijpt Antonia hevig aan. Als Hoffmann en Crespel binnen stormen is Antonia stervende. Crespel wil Hoffmann met een mes te lijf gaan, maar Hoffmann roept om een dokter. Dokter Miracle verschijnt op die oproep en verklaart Antonia dood. Hoffmann en Crespel zijn wanhopig. Crespel klaagt Hoffmann aan wegens moord, maar Hoffmann weet te ontsnappen.
Vierde bedrijf: Giulietta
Hoffmann bevindt zich in een paleis met uitzicht over het Grand Canal in Venetië. De maan schijnt over de kanalen en een prachtige barcarolle (Belle Nuit, ô nuit d'amour) klinkt over het water. Een feest is gaande en Hoffmann bezingt in een krachtig drinklied: (Amis l'amour tendre et rêveur, erreur) de felle kortstondige, niet sentimentele liefde. De courtisane Giulietta stelt de gasten aan elkaar voor. Nicklaus waarschuwt Hoffmann dat hij hem zal ontvoeren, zodra hij amoureuze belangstelling toont voor Guiletta. Hij verwijst hierbij naar Peter Schlémil, die al ten offer is gevallen aan Giulietta. Maar Hoffman negeert dat. De tovenaar Dapertutto, in dit bedrijf de incarnatie van het Kwaad, verschijnt en betovert Giulietta met een stralende diamant (Scintille, scintille diamant). Hij draagt haar op om het spiegelbeeld van Hoffmann te stelen, net als ze dat bij Peter Schlémil heeft gedaan. Hoffmann, alleen met Giulietta, bekent haar in een lyrische aria zijn passie voor haar (O Dieu! de quelle ivresse). Guiletta wil nu zijn spiegelbeeld als herinnering. Er volgt een steeds hartstochtelijker duet. Hoffmann geeft zijn spiegelbeeld cadeau en ontdekt, dat hij niet langer in de spiegel zichtbaar is. Schlémil komt binnen, beschuldigt Giulietta van ontrouw en denkt alleen aan wraak. Hoffmann krijgt een degen van Dapertutto aangereikt en gaat met Schlémil het gevecht aan, waarbij Schlémil wordt gedood en Hoffmann hem de sleutel naar de kamer van Giulietta ontneemt. Maar Giulietta laat Hoffmann over aan Dapertutto en vertrekt in een gondel. Onder honend gelach van Dapertutto en Giulietta redt Nicklaus Hoffmann van de politie.
Vijfde bedrijf: Epiloog
Terug in de taveerne in Neurenberg. Hoffmann is dronken. Lindorff denkt dan ook nu het spel gewonnen te hebben. De voorstelling in de opera naast de taveerne eindigt met applaus; men toast op het succes van Stella. Uiteindelijk komt de prima donna binnen. Maar Hoffmann is zo dronken, dat hij niets heeft in te brengen als Lindorff haar mee naar buiten neemt. Hoffmann stort dronken ineen. Nicklaus neemt nu weer zijn oorspronkelijke gedaante aan als Hoffmann’s Muze, en zingt hem toe dat inspiratie de enige troost voor een dichter is. Het koor geeft als antwoord, dat men door liefde maar vooral door tranen groter wordt (On est grand par l’amour et plus grand par les pleurs).
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- º Ook wel Amadeus Hoffmann genoemd.