Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Adrianus VI: verschil tussen versies
(Fix) |
(Fix) |
||
Regel 107: | Regel 107: | ||
{{Wikisource|fr|Biographie_nationale_de_Belgique/Tome_2/BOEYENS,_Adrien,_fils_de_Florent|Adrien, fils de Florent}} | {{Wikisource|fr|Biographie_nationale_de_Belgique/Tome_2/BOEYENS,_Adrien,_fils_de_Florent|Adrien, fils de Florent}} | ||
}} | }} | ||
{{ | {{Bron|bronvermelding= | ||
{{References}} | |||
{{ | |||
}} | }} | ||
Versie van 2 sep 2012 15:26
Adrianus VI | ||
Adriaan Floriszoon Boeyens 2 maart 1459 – 14 september 1523 | ||
Zie Lijst van pausen | ||
Periode | 1522–1523 | |
Voorganger | Leo X | |
Opvolger | Clemens VII |
Adrianus VI (ook Adriaan VI, Latijn: Hadrianus VI), burgerlijke naam: Adriaan Floriszoon Boeyens (Utrecht, 2 maart 1459 – Rome, 14 september 1523), was de eerste paus van de Katholieke Hervorming of ’Contrareformatie’, en de enige paus die afkomstig was uit de Nederlanden. In Duitsland wordt hij hoofdzakelijk als de zevende Duitse paus beschouwd. Hij was de laatste niet-Italiaanse paus tot Karol Wojtyła uit Polen ongeveer 450 jaar later paus Johannes Paulus II werd.
Levensloop
Geboorte
Adriaan werd geboren op 2 maart 1459 in Utrecht (Sticht Utrecht, Bourgondische Nederlanden), in het huis van zijn grootvader in de Oude Gracht, op de hoek met de Brandstraat (Brandsteeg). Hij was de zoon van een scheepstimmerman, Floris (Florens) Boeyenszoon Dedel (overleden 1469), en diens echtgenote Geertruid.
Onderwijs
Na de dood van zijn vader stuurde Adriaans moeder hem naar Zwolle, waar hij zijn theologische scholing begon bij de Broeders van het Gemene Leven. Vanaf 1476 studeerde hij filosofie in Leuven. Zijn studies werden gefinancierd door een regeling in het testament van Jan van Marselaer uit Malderen.
In 1478 verwierf hij de magister-titel. Hetzelfde jaar wisselde hij naar theologie en kerkelijk recht. Vanaf 1488 gaf hij lezingen over filosofie.
Nadat hij op 1 augustus 1490 een licentiaat in de theologie behaalde, doctoreerde hij op 8 juni 1491 een doctoraat in de theologie. In zijn studies was hij vooral onder de indruk van de activiteiten van de scholastici zoals Thomas van Aquino. Hij had ook belangstelling voor de wiskunde, maar het streven van de humanisten en de dichtkunst bleven hem vreemd.
Een van zijn leerlingen was Desiderius Erasmus. Van 1493 tot 1494 en van 1501 tot 1502 was hij rector, en van 1493 tot 1501 was hij kanselier van de universiteit.
Op 30 juni 1490 werd hij in Leuven tot priester gewijd. Hij was pastoor in het Groot Begijnhof, en vanaf 1492 tot 1507 pastoor extra locum van Goedereede en Ouddorp op Westvoorn (Zuid-Holland).
Vanaf 1493 doceerde hij theologie als professor aan de Universiteit van Leuven.
Keizer Maximiliaan stelde Adrianus in 1507 samen met Willem van Croy aan als opvoeders van zijn zevenjarige kleinzoon, prins Karel van Luxemburg, de latere keizer Karl V, in Gent, en in Mechelen aan het hof van landvoogdes Margaretha.[1]
In 1515 vertrok Adriaan naar Spanje om er Karels rechten op de Spaanse troon veilig te stellen. In januari 1516 overleed koning Ferdinand II, waarna Karel op 13 maart in Brussel tot koning van Spanje werd uitgeroepen. Adriaan werd op 18 augustus 1516 tot bisschop van Tortosa benoemd, en werd door Diego de Ribera, de bisschop van Segovia gewijd. Vanaf november 1516 was hij grootinquisiteur voor Aragón en Navarra.
Op 1 juli 1517 werd Adriaan door paus Leo X tot kardinaal gecreëerd. Hij werd kardinaalpriester van de titelkerk Ss. Giovanni e Paolo op 16 juli 1517.
Hij werd samen met kardinaal Gonzales Jiménez de Cisneros benoemd tot regent van Spanje, en na Cisneros’ overlijden in 1518 was hij de enige regent, en werd hij vanaf 4 maart 1518 werd grootinquisiteur van León en Castilië. In deze taak werkte hij uiterst nauwkeurig, zelfs pedantisch. In 1520 brak een opstand uit tegen hem als regent, die door de ondersteuning van twee edellieden werd onderdrukt. In zijn functie als geestelijke werd hij echter zeer geacht.
Karel V werd op 23 oktober 1520 in Aken tot Rooms koning gekroond, en ging zich ’gekozen Roomse keizer’ noemen. De keizer benoemde kardinaal Boeyens tot gouverneur van Spanje.[1]
Pontificaat
Na de dood van paus Leo X, werd Adriaan, na een lang conclaaf, waarop hij zelf niet aanwezig was, tot paus verkozen. Dit was een compromiskeuze: kardinaal Schiner werd door de Franse kardinalen niet geweigerd. De wenskandidaat van Karel V was Giulio de Medici. Hendrik VIII van Engeland stond achter kardinaal Thomas Wolsey als kandidaat. Tenslotte werd Adriaan Florensz door Giulio de Medici zelf voorgesteld als compromis.[2]
Drie kardinalen brachten hem het nieuws dat hij verkozen was. Hij wou het nieuws pas geloven als hij de officiële documenten zag en aanvaardde het pauselijke ambt op 8 maart 1522. Om te laten zien dat hij niet afhankelijk was van Frankrijk of van het Duitse keizerrijk, verkoos hij het om per schip naar Rome te varen.[3] Pas op 25 augustus 1522 ging hij in Civitavecchia aan land; de pauskroning volgde op 31 augustus. Als pausnaam behield zijn doopnaam, iets wat alleen hij en paus Marcellus II in het tweede millennium van het christelijke tijdperk deden.
Hervormingen
Adrianus wilde snel schoon schip maken met allerlei misstanden aan het pauselijk hof. Hij vaardigde decreten uit tegen simonie en nepotisme. Hij tuchtigde de Romeinse clerus, die zich onder Leo X veelvuldig hadden overgegeven aan een losbandige levensstijl. Hij weigerde de kunsten als mecenas te bevorderen zoals de Renaissancepausen voor hem hadden gedaan. Hij werd daarom als een cultuurbarbaar bestempeld.
Relatie met de bevolking van Rome
De keuze van een niet-Italiaan stootte in Rome op afwijzing. Dit kwam onder andere tot uiting in vele spotgedichten die aan het beeld van Pasquino aan de Piazza Navona werden uitgehangen. De paus raakte hiervan dusdanig ontstemd dat hij het beeld in de Tiber wilde laten gooien. Zijn raadgevers weerhielden hem hiervan.
Bezuinigingen
Adrianus kwam tot de vaststelling dat zijn voorganger heel wat schulden had achtergelaten. Hij begon aan een plan om alles af te betalen. Hij voelde zich verplicht tot een ingetogen leven en zag zich genoodzaakt een groot deel van de hofhouding te ontslaan.[4] Velen die ontslagen werden maakten de paus voortdurend zwart. De roddels hadden een sterke invloed op de publieke opinie.
Hij gaf bijna niets uit voor zijn persoonlijke behoeften. Er was slechts één Nederlandse kokkin. Dit stond in schril contrast met de uitbundige diners die Leo X gaf. Zijn karakter en aanpak waren helemaal anders dan die van zijn voorganger. Hij was zwijgzaam, gewetensvol, voorzichtig en trok zich vaak in de eenzaamheid terug. Zijn manier van doen en het grote cultuurverschil zorgde voor een niet geringe irritatie bij de energieke en luidruchtige Italiaanse bevolking.
Moelijkheden
Adrianus VI had tijdens zijn pontificaat te maken met een aantal moeilijkheden:
Protestantse reformatie
Een van de grootste moeilijkheden vormde het begin van de reformatie in het Heilige Roomse Rijk. Adrianus probeerde Erasmus van Rotterdam in te zetten om de kerkscheuring op te lossen, en nodigde hem uit naar Rome. Met grondige kerkhervormingen probeerde hij de uitwerking van de protestantse reformatie tegen te houden, maar slaagde hierin niet. Hij beperkte onder andere de luxe van de pauselijke hofhouding, de prebenden en het uitgeven van aflaten, maar de scheuring was reeds te groot.
Osmaanse probleem
Naast de reformatie eisten ook de Turkse oorlogen de aandacht, vooral na de bezetting van Rhodos (1522), waarmee Süleyman I de Orde van de Johannieten uit Rhodos verdreef. De Orde week ver uit naar het westen: naar Malta.
De pest
Tijdens Adrianus’ pontificaat sloeg de pest twee keer zwaar toe. Beide keren besloot hij in Rome te blijven. Vele kardinalen die deel uitmaakten van de curie en dus van de regering vluchtten. Dit had gevolgen voor de handhaving van orde en gezag. De relatie tussen de bevolking en de paus verslechterde door de pestepidemieën. Gewoonlijk werden na een pestepidemie uitbundige feesten gehouden, maar het vrome karakter van Adrianus en de lege schatkist zorgden ervoor dat dat met deze traditie gebroken werd. De bevolking ondervond het uitblijven van feesten als een bewijs van zijn vrekkigheid.
Habsburg – Frankrijk
Ook de onenigheden tussen het keizerlijke huis van de Habsburgers en de Fransen waren een onontwarbaar probleem. De Franse koning Frans I bedreigde Rome en aantal keer met een schisma. Dit wou men in elk geval vermijden.
Kardinalen
Op 5 augustus 1523 werd Adrianus ernstig ziek en verscheen op 5 september 1523 voor het laatst in het openbaar.
Hij vroeg of er bezwaar was dat hij bisschop Willem III van Enckevoirt, één van zijn trouwe vrienden en raadgevers, die hij al eerder tot datarius had bevorderd, tot kardinaal zou benoemen. De kardinalen maakten hevige bezwaren maar stemden uiteindelijk toe. Willem van Enckenvoirt, de bisschop van Utrecht, Adrianus’ thuisstreek, werd kardinaal op 10 september 1523. Het was de enige kardinaal die in Adrianus’ korte ambtsperiode werd benoemd.
Overlijden
Op 14 september 1523 overleed Adriaan. Hij was paus gedurende een jaar en acht maanden.
Meteen na zijn dood schreef kardinaal Willem van Enkenvoirt naar het stadsbestuur van Utrecht dat de paus vermoedelijk door vergiftiging was gestorven. Dit soort geruchten duikt vaker op wanneer een paus kort regeert en vroeg sterft. Maar mogelijk stierf hij door uitputting en lichamelijke klachten.[5]
Giulio de Medici, die hem voorheen als kandidaat had voorgesteld, werd verkozen als opvolger.
Grafmonument
Hij werd begraven in de Sant’Andreakapel in de Sint-Pieter, tussen de tomben van Pius II en Pius III. De wrok van de Romeinen tegenover hem bleek ook nog na zijn dood: op zijn tombe werd de tekst aangebracht: Hic jacet impius inter Pios. (’Hier ligt een onvrome tussen vromen’, of (een woordspeling:) ’tussen Piussen’.)
Kardinaal Willem van Enckenvoirt zorgde ervoor dat de overblijfselen tien jaar later overgebracht werden naar de Santa Maria dell’Anima in Rome, en dat Adrianus, hoewel hij dit nooit had gewenst, een groot grafmonument kreeg.
De beeltenis van Adrianus op zijn grafmonument ondersteunt het vermoeide, met de zware tiara beladen hoofd met de linkerhand. Het onderschrift luidt mismoedig:
PROH DOLOR |
QVANTVM REFERT IN QVAE TEMPORE VEL OPTIMI CVIVSQVE |
VIRTVS INDICAT |
’Ach wat jammer! Hoeveel maakt het uit in wat voor tijd deugdzaamheid wordt betoond!’
Op 17 november 2010 kondigde de Broederschap van Santa Maria dell’Anima na verloop van een symposium over paus Adrianus VI aan, dat ze de procedure zou opstarten om Adrianus zalig te laten spreken.[6]
(en) Pope Adrian VI, in: Catholic Encyclopedia, New York, Robert Appleton Company, 1907-1912. (vertaal via: )
(en) Adrian VI, in: Encyclopædia Britannica, 2024. (vertaal via: ) (en) Pope Hadrian VI, Adriaan Florenszoon Dedel op catholic-hierarchy.org Trouw, 17 november 1998, Romeinse brieven, 6 Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Hadrianus VI op Wikimedia Commons. (fr) Adrien, fils de Florent op Wikisource |
Bronvermelding
Bronnen, noten en/of referenties:
- ↑ 1,0 1,1 Adrianus VI op RKK Encyclopedie
- º Claudio Rendina, I Papi. Rome 2002, p. 619.
- º Richard P. McBrien, De Pausen, p. 282
- º Chris den Engelsman, 8 juli 2009, Adrianus VI
- º Paus Adrianus VI, „een brave, oppassende professor” op website K. U. Leuven
- º (de) Für Hadrian VI. soll Seligsprechungsverfahren beantragt werden. op kath.net, 19 november 2010