Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Volkenlijst (Bijbel)
Als Volkenlijst staat de lijst van afstammelingen van Noach bekend, die te vinden is in het tiende hoofdstuk van het boek Genesis in het het Hebreeuwse deel van de Bijbel (’het Oude Testament).
Een gelijkaardige compilatie is ook opgenomen in de eerste hoofdstukken van 1 Kronieken.
Volgens het Bijbelse concept waren de drie zonen van Noach – Sem, Cham en Jafet – de voorouders van de volkeren die de aarde opnieuw zouden gaan bewonen na de vernietiging van de mensheid door de zondvloed. Dit is gebaseerd op het in de oudheid gangbare idee dat een etnische groep genealogisch kan worden teruggevoerd op de afstamming van een stamvader. Afhankelijk van hoe het gelezen wordt, noemt het hoofdstuk tussen de 70 en 72 namen van de in het Bijbelse Israël bekende naburige volkeren.
Dat de volkeren van Sem afstammen zich vanuit Israël naar het oosten verspreidden, de volkeren die van Cham afstammen naar het zuidwesten en de volkeren die van Jafet afstammen naar het noordwesten, was een gangbaar idee vanaf de Europese middeleeuwen tot in de moderne tijd en in alle regio’s die beïnvloed waren door de Bijbelse traditie. Op een ’wielkaart’ uit de Etymologiae van Isidoor van Sevilla uit het begin van de 7e eeuw, zijn de namen van de drie zonen van Noach te herkennen als behorend tot de continenten Azië (Sem), Europa (Jafet) en Afrika (Cham). Deze kaart werd in 1472 voor het eerst gedrukt door Guntherus Ziner. De Bijbeltekst zelf laat het simpelweg gelijkzetten van de drie continenten met de afstammelingen van Sem, Cham en Jafet echter niet toe, aangezien bijvoorbeeld de Kanaänieten, die vóór de Israëlieten in het latere land Israël (en dus in Azië) woonden, worden beschreven als afstammelingen van Cham.
In de Eurocentrische taalkunde en etnologie van de 19e eeuw werden namen ontleend aan de volkenlijst in het Oude Testament en werden taalfamilies afgeleid van vermeende etnische verwantschappen. De verzamelnaam Semitische talen is tot op heden in gebruik (zie ook: Semieten en antisemitisme).
VOLGENS GENESIS 10
Noach | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jafet | Cham | Sjem | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gomer | Magog | Madai | Javan | Tubal | Mesjech | Tiras | Kusj | Mizraïm | Put | Kanaän | Elam | Asjur | Arpachsad | Lud | Aram | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Asjkenaz | Elisja | Nimrod | Ludim | Sidon | Sela | Uz | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rifat | Tarsjisj | Seba | Anamim | Heth | Heber | Hul | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Togarma | Kittim | Havila | Lehabim | Jebusiet | Geter | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dodanim | Sabta | Naftusim | Amoriet | Peleg | Joktan | Mas | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sabtecha | Patrusim | Girgasiet | Reü | Almodad | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rama | Kaftorim | Hiviet | Serug | Sjelef | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sjeba | Kaslubim | Arkiet | Terach | Hazarmavet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dedan | Filistim | Temariet | Abram | Jora | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hamatiet | Hadoram | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uzal | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dikla | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Obal | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Achimaël | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sjeba | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ofir | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jobab | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Josephus
Een aantal van deze namen duiken ook elders in de Bijbeltekst op, wat enig inzicht verschaft in wat men destijds als de nakomelingen van deze volken bezag. Josephus gaf als Joodse geschiedschrijver in zijn Joodse oudheden, Boek 1, Hoofdstuk 6, een aantal Griekse namen van de volken uit Genesis 10, zoals die in zijn tijd bekend waren.
1. Zij waren de kleinkinderen van Noach, ter ere van wie de volkeren namen kregen opgelegd door degenen die hen het eerst hadden aangegrepen. Jafet, de zoon van Noach, had zeven zonen; zij woonden zo, dat zij, beginnend bij het gebergte Taurus en Amanus, verder trokken langs Azië, tot aan de rivier Tanais, en langs Europa tot Cadiz; en zich vestigend op het land dat zij lichtten, en dat voordien door niemand bewoond was, noemden zij de volken bij hun eigen namen; want Gomer stichtte degenen die de Grieken nu Galaten (Gallen) noemen, maar die toen Gomerieten werden genoemd. Magog stichtte hen die van hem Magogieten waren, maar die door de Grieken Scythen worden genoemd. Wat nu Javan en Madai betreft, de zonen van Jafet; van Madai kwamen de Madeeërs, die door de Grieken Meden worden genoemd; maar van Javan zijn Ionië en alle Grieken afgeleid. Thobel stichtte de Thobelieten, die nu Iberes worden genoemd; en de Mosocheni werden gesticht door Mosoch; nu zijn het Cappadociërs. Er is ook nog een teken van hun oude benaming te zien, want er is zelfs nu nog een stad onder hen die Mazaca heet, wat degenen die kunnen begrijpen, kan informeren dat de hele natie ooit zo werd genoemd. Thiras noemde degenen over wie hij heerste ook Thirasiërs; maar de Grieken veranderden de naam in Thraciërs. En zo talrijk waren de landen die de kinderen van Jafet als hun inwoners hadden. Van de drie zonen van Gomer stichtte Aschanax de Aschanaxiërs, die nu door de Grieken Rheginiërs worden genoemd. Aldus stichtte Riphath de Ripheërs, die nu Paphlagoniërs genoemd worden; en Thrugramma de Thrugrammeërs, die, gelijk de Grieken besloten, Phrygiërs genoemd werden. Ook van de drie zonen van Javan, de zoon van Japhet, gaf Elisa naam aan de Eliseërs, die zijn onderdanen waren; zij zijn nu de Aeoliërs. Tharsus aan de Thariërs; want zo werd Cilicië van oudsher genoemd; het teken daarvan is dit, dat de edelste stad die zij hebben, en ook een metropool, Tarsus is, waarbij de tau door verandering voor de theta is gezet. Cethimus bezat het eiland Cethima; het wordt nu Cyprus genoemd; en daarom worden alle eilanden, en het grootste deel van de zeekusten, door de Hebreeën Cethim genoemd; en er is één stad op Cyprus die haar naam heeft kunnen behouden; het wordt Citius genoemd door hen die de taal van de Grieken gebruiken, en is niet, door het gebruik van dat dialect, ontsnapt aan de naam van Cethim. En zoveel volken hebben de kinderen en kleinkinderen van Jafet bezeten. Als ik nu iets heb gezegd, zal ik terugkeren en uitleggen wat ik heb weggelaten; want zulke namen worden hier uitgesproken op de manier van de Grieken, om mijn lezers te behagen; want onze eigen landstaal spreekt ze niet zo uit; maar de namen hebben in alle gevallen één en dezelfde uitgang; want de naam die wij hier uitspreken als Noeas, is daar Noach, en behoudt in alle gevallen dezelfde uitgang.[1]
2. De kinderen van Ham bezaten het land van Syrië en Amanus, en de bergen van Libanus, en namen alles in beslag wat op de zeekusten en tot aan de oceaan was, en hielden het als het hunne. Sommige van zijn namen zijn helemaal verdwenen; andere zijn veranderd en er is nauwelijks een andere klank aan gegeven; toch zijn er een paar die hun naam volledig hebben behouden; want van de vier zonen van Ham heeft de tijd de naam van Chus helemaal geen kwaad gedaan; want de Ethiopiërs, over wie hij regeerde, worden zelfs op deze dag, zowel door henzelf als door alle mensen in Azië, Chusieten genoemd. De herinnering aan de Mesraieten is in hun naam bewaard gebleven; want allen die dit land (van Judea) bewonen, noemen Egypte Mestre, en de Egyptenaren Mestreërs; Phut was ook de stichter van Libië, en noemde de inwoners Phutieten, van hemzelf: Er is ook een rivier in het land van de Moren die die naam draagt; vandaar dat het grootste deel van de Griekse geschiedschrijvers die rivier en het aangrenzende land bij de naam Phut noemen; maar de naam die het nu heeft, is door verandering gegeven van een van de zonen van Mesraim, die Lybyos heette. Wij zullen u straks mededelen wat de reden is geweest waarom het ook Afrika werd genoemd. Kanaän, de vierde zoon van Ham, bewoonde het land dat nu Judea heet, en noemde het naar zijn eigen naam Kanaän. De kinderen van deze (vier) waren deze: Sabas, die de Sabeërs stichtte; Evilas, die de Evileërs stichtte, die Getuli worden genoemd; Sabathes stichtte de Sabathenen; zij worden nu door de Grieken Astaboranen genoemd; Sabactas vestigde de Sabactenen; en Ragmus de Ragmeërs; en hij had twee zonen, van wie de ene, Judadas, de Judadeeërs vestigde, een natie van de westelijke Ethiopiërs, en hun zijn naam naliet; zoals Sabas aan de Sabeërs deed. Maar Nimrod, de zoon van Chus, verbleef en tiranniseerde te Babylon, zoals wij u reeds hebben medegedeeld. Nu bezaten al de kinderen van Mesraim, zijnde acht in getal, het land van Gaza tot Egypte, hoewel het de naam behield van slechts één, de Filistim; want de Grieken noemen een deel van dat land Palestina. Wat de overigen betreft, Ludicim, en Enemim, en Labin, die alleen in Libië woonden, en het land van zichzelf noemden, Nedim, en Phethrosim, en Chesloim, en Cephthorim, van hen hebben we niets behalve hun naam, want de Ethiopische oorlog, die we hierna zullen beschrijven, was de oorzaak dat die steden omvergeworpen werden. De zonen van Kanaän waren deze: Sidonius, die ook een stad met dezelfde naam bouwde; het werd door de Grieken Sidon genoemd; Amathus bewoonde Amathine, dat zelfs nu nog door de inwoners Amathe wordt genoemd, hoewel de Macedoniërs het Epiphanis noemden, naar een van zijn nakomelingen: Arudeus bezat het eiland Aradus: Arucas bezat Akko, dat in Libanus ligt; – maar van de zeven anderen, (Eueus), Chetteus, Jebuseus, Amorreus, Gergesus, Eudeus, Sineus, Samareus, hebben we niets in de heilige boeken behalve hun namen, want de Hebreeën verwoestten hun steden; en hun rampen overkwamen hen bij de volgende gelegenheid:– ...[2]
4. Sem, de derde zoon van Noach, had vijf zonen, die het land bewoonden dat aan de Eufraat begon en de Indische Oceaan bereikte; want Elam liet de Elamieten, de voorvaderen van de Perzen, achter zich. Ashur woonde in de stad Nieve; en noemde zijn onderdanen Assyriërs, die de meest fortuinlijke natie werden, boven andere. Arphaxad noemde de Arphaxadieten, die nu Chaldeeën worden genoemd. Aram had de Aramieten, die de Grieken Syriërs noemen; zoals Laud de Laudieten stichtte, die nu Lydiërs worden genoemd. Van de vier zonen van Aram stichtte Uz Trachonitis en Damascus; dit land ligt tussen Palestina en Celesyrië. Ul stichtte Armenië, en Gather de Bactriërs; en Mesa de Mesaneërs; het heet nu Charax Spasini, Sala was de zoon van Arphaxad; en zijn zoon was Heber, van wie zij oorspronkelijk de Joden Hebreeërs noemden. Heber verwekte Joctan en Phaleg; hij werd Phaleg genoemd, omdat hij geboren werd bij de verspreiding van de volken in hun verschillende landen; want Phaleg betekent bij de Hebreeën verdeeldheid. Joctan nu, een van de zonen van Heber, had deze zonen: Elmodad, Saleph, Asermoth, Jera, Adoram, Aizel, Decla, Ebal, Abimael, Sabeus, Ophir, Euilat en Jobab. Deze bewoonden van Kofen, en Indische rivier, en in een gedeelte van Azië daaraan grenzende. En dit zal voldoende zijn betreffende de zonen van Sem.[3]
5. Ik zal nu de Hebreeën behandelen. De zoon van Phaleg, wiens vader Heber was, was Ragau; wiens zoon Serug was, bij wie Nahor werd geboren, zijn zoon was Terah, die de vader van Abraham was, dienovereenkomstig de tiende van Noach, en werd geboren in het tweehonderdtweeënnegentigste jaar na de Zondvloed; want Terah verwekte Abram, in zijn zeventigste jaar; Nahor verwekte Haran toen hij honderdtwintig jaar oud was; Nahor verwekte Serug in zijn honderd tweeëndertigste jaar; Ragau verwekte Serug in zijn honderd dertigste jaar; op dezelfde leeftijd verwekte ook Phaleg Ragau; Heber verwekte Phaleg in zijn honderd vierendertigste jaar; hijzelf werd verwekt door Salah toen hij honderddertig jaar oud was, die Arphaxad tot zijn zoon verwekte in zijn honderd vijfendertigste jaar. Arphaxad was de zoon van Sem, en werd twaalf jaar na de zondvloed geboren. Abraham nu had twee broers, Nahor en Haran; van deze liet Haran een zoon na, Lot; evenals Sarai en Milcha, zijn dochters, en stierf onder de Chaldeeën, in een stad van de Chaldeeën genaamd Ur; en zijn monument wordt tot op de dag van vandaag getoond. Deze trouwden met hun nichten. Nahor trouwde met Milcha, en Abram trouwde met Sarai. Terah nu, die Chaldea haatte, vanwege zijn rouw om Haran, trokken zij allen naar Haran in Mesopotamië, waar Terah stierf, en begraven werd, toen hij tweehonderd en vijf jaar oud was geworden; want het leven van de mens was al geleidelijk verminderd, en werd korter dan voorheen, tot de geboorte van Mozes, na wie de duur van het menselijk leven honderdtwintig jaar was, God bepaalde het tot de lengte dat Mozes toevallig leefde. Nahor nu had acht zonen bij Milcha: Uz en Buz, Kemuel, Chesed, Azau, Pheldas, Jadelph en Bethuel. Dit waren alle echte zonen van Nahor; want Teba, en Gaam, Tachas, en Maaca, werden geboren uit Reuma, zijn bijvrouw; maar Bethuel had een dochter, Rebecca, – en een zoon, Laban[4]Moderne geleerden hebben verschillende opvattingen over de exacte identificatie van de volkeren in Genesis 10.
Weblinks
- (de) https://www.cgwo.ch/wp-content/uploads/2019/09/10-1.-Mose-10-jps.pdf (verzamelde gegevens over deze stammen uit andere Bijbelverzen)
- Josephus volgens https://www.julianspriggs.co.uk/Pages/Josephus_TableNations
Verwijzingen
- º Eigen Nederlandse vertaling van Josephus; Flavius Josephus, Antiquities of the Jews, vertaald door William Whiston, A.M., Ed. A.M. Auburn and Buffalo. John E. Beardsley. 1895. Boek 1, Sectie 122, Boek 1: Griekse tekst op Perseus Tufts.
- º Sectie 130 Engels, Griekse tekst op Perseus Tufts.
- º Sectie 143 Engels, Griekse tekst op Perseus Tufts.
- º Eigen Nederlandse vertaling van Josephus; Flavius Josephus, Antiquities of the Jews, vertaald door William Whiston, A.M., Ed. A.M. Auburn and Buffalo. John E. Beardsley. 1895. Sectie 140 Engels, Griekse tekst op Perseus Tufts.