Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Vitas van Litouwen
De zalige Vitas (Pools: Wit) (1190 - 1269; de jaartallen zijn niet helemaal zeker) was een Poolse Dominicaner monnik en de eerste rooms-katholieke bisschop van Litouwen (1253–1255).
Er is weinig bekend over zijn afkomst en zijn vroege carrière. Vermoedelijk was hij een leerling van Hyacinthus van Polen, die de orde van de dominicane naar Polen bracht.
Nadat de Litouwse grootvorst Mindaugas zich tot het christendom had bekeerd en in 1253 tot koning was gekroond,[1] kostte het dankzij politieke intriges enkele maanden voordat het voormalige Grootvorstendom Litouwen een eigen bisschop kreeg. In oktober or november 1253 wijdde aartsbisschop Pełka (Fulco) van Gniezno, toen het hoofd van de Poolse kerk, de monnik Wit tot bisschop van Litouwen. Wit kreeg de taak de nog heidense Litouwers tot het christendom te bekeren.
Vitas (de Litouwse vorm van Wit), werd echter niet gesteund door koning Mindaugas en diens leger, en werd al evenmin geaccepteerd door de bevolking. Over zijn activiteiten als bisschop is niets bekend, al zijn er enige aanwijzingen dat hij betrokken was bij de bouw van de Kathedraal van Vilnius, die in 1251 was begonnen.[2]
In 1254 werd de priester Christian (Litouws: Kristijonas), een lid van de Lijflandse Orde, tot bisschop benoemd, deze maal met volledige steun van koning Mindaugas, die hem een stuk land in Samogitië gaf.[3] Litouwen had nu twee rivaliserende bisschoppen. In hetzelfde jaar schreef Vitas echter een brief aan paus Innocentius IV, waarin hij kloeg over de trieste staat van het christendom in Litouwen en om overplaatsing vroeg. Op 1 maart 1255 willigde Innocentius’ opvolger Alexander IV Vitas' verzoek in.[4]
Kristijonas had dan wel de steun van de koning, maar liep tegen hetzelfde probleem aan als Vitas: een bevolking die grotendeels vijandig stond tegenover het christendom. In 1259 vertrok hij. Pas in 1388 kreeg Litouwen weer een bisschop, toen Andrzej Jastrzębiec werd benoemd tot bisschop van Vilnius.[1]
Na Vitas' vertrek uit Litouwen benoemde de paus hem tot hulpbisschop in het bisdom Breslau, waar hij bleef tot omstreeks 1260. Toen werd hij hulpbisschop in het bisdom Poznań tot minstens 1263.[5] De historicus Jan Kurczewski is van mening dat Vitas een dominicaanse kerk en klooster heeft gesticht in Loebtsja, een stad die tegenwoordig in Wit-Rusland ligt.[4]
Vitas is een van de zaligen van de dominicaanse orde. Sommigen menen dat hij de martelaarsdood is gestorven.[2]
Zijn feestdag is op 20 december.
Zie ook de categorie met mediabestanden in verband met Vitas (bishop) op Wikimedia Commons.
Bronnen, noten en/of referenties
|