Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.
- Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
- Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
Vestingwerken van Venlo
Tot ver in de negentiende eeuw was de stad Venlo omgeven door vestingwerken.
Stadsmuur
Vanaf het midden van de veertiende eeuw werd een stenen omwalling gebouwd. De bouw van de stadsmuur werd uitgevoerd door plaatselijke meestermetselaars en de bakstenen werden in de directe omgeving van de stad gefabriceerd. Voor de fundamenten en specifieke onderdelen werden mergel en Naamse steen gebruikt.
De dikte en hoogte van de muren werden in de loop der tijd aangepast. Vooral rond 1390, toen ook veel torens werden verhoogd. Aan de binnenzijde werden spitsbogen gemetseld. Bepaalde delen van de muur werden rond 1400 van een aarden binnenwal voorzien. Op de Oude Markt bevond zich vanaf de vijftiende eeuw de Blauwe Trap, een van Naamse steen vervaardigde grote opgang die toegang gaf tot de muur aan de Maaszijde.
Poorten
In de ringmuur om de vestingstad Venlo bevonden zich vier stadspoorten. Aan de noordzijde de Helpoort, die in 1804 werd vervangen door de Gelderse poort. Hier was ook Fort Ginkel gebouwd. Aan de oostzijde bevond zich de Laar- of Keulse poort, samen met Fort Keulen. Aan de zuidzijde was de Tegelpoort, die later door de Roermondse poort werd vervangen. Hoewel aan deze zijde niet over een fort wordt gesproken, is op een plattegrond van Joan Blaeu uit 1652 wel een versterking te zien. Dit was vermoedelijk het bastion Reede, genoemd naar Godard van Reede. Ook werd het eiland De Weerd in de jaren dertig van de 18e eeuw met het vasteland verbonden door de bouw van het bastion Le Roy (ook wel Schoppen-Aas genoemd). Hierdoor werd de zuidelijke ingang van het eiland afgesloten. Ten slotte stond aan de rivierzijde de Maaspoort, die de stad met de haven verbond. In 1984 is in de buurt van deze voormalige stadspoort aan de Maas een theater gebouwd dat dezelfde naam draagt.
Uiterlijk poorten
De stadspoorten bestonden uit twee dicht bij elkaar staande torens, waartussen houten poortdeuren, beslagen met ijzerwerk, waren bevestigd. Bovendien waren de poorten voorzien van ijzeren valhekken, opgehangen aan zware ijzeren kettingen. Deze dienden niet alleen als extra afsluiting, maar waren tevens bedoeld om de vijand die de poort wilde overmeesteren te verpletteren. Vanaf 1754 tot ver in de negentiende eeuw werd er 's avonds poortgeld geheven. Met de slechting van de vesting werden ook de poorten gesloopt.
Poternes
Naast de vier hoofdpoorten, waarvan er twee na verloop van tijd werden vervangen, had de stad ook diverse poternes. Volgens Hermans zouden er in totaal circa twintig poternes in de stadsmuur hebben gelegen, waarvan het merendeel aan de Maaszijde. Deze poternes waren kleinere doorgangen in de stadsmuur, en werden vaak vernoemd naar de bewoner van de aangrenzende woning, zoals de Jannes Driespoterne, de Cloenbijlspoterne of de Dries Zoilerpoterne, of verwezen naar een gebouw of straat, zoals de Poterne aan de Oude Markt of het Kerkepäörtje.
Aantal torens
Hoewel algemeen wordt aangenomen dat de stadsmuur 25 torens telde, en deskundigen van het Gemeentearchief Venlo dit bevestigen, zijn op een kaart uit 1842 (zie de externe link) zeker 31 torens te tellen.
Forten en bastions
Rond de stad werden buiten de stadsmuur ook enkele verdedigingswerken aangelegd. Met de klok mee bevonden zich aan de buitenzijde achtereenvolgens het Fort Ginkel, het Fort Beerendonck, de Enveloppe Van der Duyn (ook wel de Zeven Flanken genoemd), het Fort Keulen, en de Enveloppe Reede. Op het eiland De Weerd bevond zich tevens een couvre-face en een tweetal bastions. Daarnaast lagen er verspreid rond de stad nog eens een tiental bastions.
Westoever Maas
Aan de overzijde van de Maas, in het dorpje Blerick, was in 1642 al Fort Sint-Michiel gebouwd door de Spanjaarden als vooruitgeschoven westelijk verdedigingswerk. Omdat het fort tamelijk ver van de Maas lag, werd in 1831 tussen dit fort en de Maas het aarden Fort Leopold aangelegd. Tegenwoordig ligt in dit gebied het Fort Museum Venlo, dat zowel de stedelijke als de krijgsgeschiedenis vertelt.[1]
Andere verdedigingswerken
De stad werd omgeven door een dubbele gracht, met daarin verschillende molens,[2] zoals de Doyerensmolen en de Spanjaertsmolen, die vooral zorgden voor het op peil houden van het grachtwater. De beken die voor aanvoer van het water zorgden werden bovendien streng bewaakt, mede door middel van aanliggende molens.
Restanten
Intussen zijn alle vestingwerken van de stad Venlo tot het maaiveld gesloopt. Op drie plaatsen is echter een klein stukje ervan behouden gebleven, namelijk een deel van een lunet in de kloostertuin Mariaweide (tegenwoordig grondgebied van het Toon Hermanshuis) in het kloosterkwartier, een oude kademuur bij 't Bat, en de Luif die aan de zijde van de Maas ligt. De vestingresten die zich hier ondergronds bevonden zijn verwijderd toen men het gebied ging afgraven om er de nieuwe Maasboulevard te bouwen.
Bronnen, noten en/of referenties
|
(Voormalige) Vestingwerken van Venlo |
---|