Wikisage, de vrije encyclopedie van de tweede generatie en digitaal erfgoed, wenst u prettige feestdagen en een gelukkig 2025

Wikisage is op 1 na de grootste internet-encyclopedie in het Nederlands. Iedereen kan de hier verzamelde kennis gratis gebruiken, zonder storende advertenties. De Koninklijke Bibliotheek van Nederland heeft Wikisage in 2018 aangemerkt als digitaal erfgoed.

  • Wilt u meehelpen om Wikisage te laten groeien? Maak dan een account aan. U bent van harte welkom. Zie: Portaal:Gebruikers.
  • Bent u blij met Wikisage, of wilt u juist meer? Dan stellen we een bescheiden donatie om de kosten te bestrijden zeer op prijs. Zie: Portaal:Donaties.
rel=nofollow

Vasten van Gedalja

Uit Wikisage
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het vasten van Gedalja (Tsom Gedalja) is een joodse vastendag ter herdenking aan de moord op Gedalja ben Achikam. Deze moord maakte, na de vernietiging van de Tempel door de Babyloniërs, een einde aan het joodse zelfbestuur.

Geschiedenis

De belegering door de Babylonische koning Nebukadnezar II, leidde tot de ondergang van het zuidelijke koninkrijk Juda en de vernietiging van de Tempel van Salomo en vele Joden werden verbannen naar Babylon.

Nebukadnezar II benoemde Gedalja ben Achikam uit Mizpa, een kleinzoon van Sjafan (Safan), de adviseur van koning Josjia (Josia), tot stadhouder/gouverneur van Juda. In de decennia voorafgaand aan de verwoesting van Jeruzalem waren er in de joodse regering ernstige meningsverschillen over de vraag of men het gewapende verzet zou aangaan tegen het Babylonische imperialisme door een alliantie te sluiten met Egypte of een coöperatieve houding zou aannemen. Sjafan en later Gedalja waren er voorstanders van om zich niet tegen de Babyloniërs te verzetten.

Gedalja spoorde de Joden aan om zich aan de Babyloniërs te onderwerpen en hen niet te vrezen.

Al na twee (volgens andere bronnen zeven) maanden werd hij vermoord door Ismaël ben Natanja, een nakomeling van de koninklijke familie van David. Ismaël ben Natanja kwam met wat volgelingen naar Gedalja in Mizpa en werd daar door hem hartelijk ontvangen. Hij was weliswaar op de hoogte gebracht over de moorddadige bedoelingen van zijn gasten, maar geloofde zijn informant niet. Hij werd vermoord samen met een aantal Joden en Babyloniërs die Nebukadnezar met hem had achtergelaten.

Na de moord vluchtten vele Joden, uit angst voor de wraak van de Babyloniërs, naar Egypte. Zij namen ook de profeet Jeremia mee, die had aanbevolen om niet naar Egypte te trekken. Babyloniërs vernietigden de laatste overblijfselen van de Joodse autonomie, veel van de overgebleven bewoners van Juda werden gedood of verbannen.

De dag van de moord op Gedalja wordt sindsdien door Joden onderhouden als een vastendag.

De gebeurtenissen worden beschreven in de Bijbelboeken 2Koningen 25:22-26 en Jeremia 41.

rel=nofollow